Verordening Burger- en cliëntenparticipatie 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening Burger- en cliëntenparticipatie 2015

De raad van de gemeente Veendam;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 oktober 2014

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet, artikel 2.1.3 lid 3 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo),artikel 47 Participatiewet (Pw), artikel 42 Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikten gewezen zelfstandigen (IOAZ) en artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW).

B E S L U I T:

de ‘Verordening Burger- en cliëntenparticipatie 2015’ vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Burger- en cliëntenparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Veendam haar cliënten, inwoners en maatschappelijke organisaties betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de door de gemeente uit te voeren regelingen op het terrein van sociale zekerheid en maatschappelijke ondersteuning, de wijze van dienstverlening en de wijze van communicatie met de cliënten;

Participatieraad: Het inspraakorgaan in het kader van burger- en cliëntenparticipatie zoals bedoeld in de Pw, IOAZ, IOAW en de Wmo;

College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam;

Doelgroep: burgers, cliënten van de Pw, IOAZ, IOAW of hun vertegenwoordigers van de gemeente Veendam die al dan niet vallen onder een van de bedoelde taken van de participatieraad.

De wet : Pw; IOAZ; IOAW en Wmo.

Artikel 2. Doel participatieraad

De participatieraad heeft tot doel om desgevraagd of uit eigen beweging het college te adviseren over alle aangelegenheden van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering die betrekking hebben op het terrein van de Wmo, Pw en aanverwante wetten die participatie in de samenleving beogen en van invloed zijn op de positie van de burgers en cliënten van de gemeente Veendam.

Artikel 3. Samenstelling participatieraad

  • 1. Bij de instelling van de Participatieraad wordt gestreefd naar een evenwichtige samenstelling, die recht doet aan de participatie van organisaties van vragers naar maatschappelijke ondersteuning en van inwoners van de gemeente Veendam met persoonlijke betrokkenheid bij vraagstukken van sociale zekerheid en maatschappelijke ondersteuning die niet tot die organisaties behoren

  • 2. De participatieraad bestaat uit tenminste zeven (7) leden en maximaal vijftien ( 15) leden.

  • 3. De leden van de Participatieraad zijn woonachtig in de gemeente Veendam.

  • 4. De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last.

Artikel 4. Voordracht en benoeming leden

  • 1. De leden van de participatieraad worden door het college, op voordracht van de participatieraad, benoemd, waarbij de voorzitter in functie wordt benoemd.

  • 2. Deze leden worden benoemd voor een periode van vier jaar, gelijkluidend aan de periode van de gemeenteraad. Zij zijn bij aftreden opnieuw benoembaar.

  • 3. De participatieraad kiest uit zijn midden een vicevoorzitter en secretaris.

  • 4. Het bestuur van de participatieraad wordt gevormd door de voorzitter, vicevoorzitter en secretaris.

  • 5. De leden mogen geen lid zijn van een bestuursorgaan van de gemeente Veendam of in dienst zijn van de gemeente Veendam en/of de Kompanjie.

Artikel 5. Beëindiging lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van de participatieraad eindigt:

    • ·

      door het aflopen van de zittingsperiode;

    • ·

      door overlijden;

    • ·

      door ontslag te nemen als lid;

    • ·

      bij vertrek uit de gemeente Veendam;

    • ·

      bij belangenverstrengeling, zulks ter beoordeling van het college.

  • 2. Een lid van de participatieraad dat ontslag neemt, blijft indien mogelijk in functie totdat in zijn of haar vacature is voorzien.

  • 3. Het college kan, op verzoek van de participatieraad, een lid van de participatieraad ontslaan als deze zonder geldige redenen zijn of haar taak verzuimt of veronachtzaamt.

Artikel 6. Voorzitter

  • · De voorzitter is lid van de participatieraad.

  • · De zittingsduur van de voorzitter is gelijk aan de zittingsduur van de leden van de participatieraad.

  • · Tot de taken van de voorzitter behoren: leidinggeven aan de participatieraad;

  • · de participatieraad vertegenwoordigen richting college;

  • · zich laten informeren door betrokken ambtenaren;

  • · zorgen voor een goede afspiegeling van burgers in de participatieraad;

  • · het (laten) opstellen van adviezen.

Artikel 7. Relatie college en participatieraad

  • 1. Het college of één of meerdere leden van het college heeft tenminste twee keer per jaar overleg met de participatieraad.

  • 2. De leden van de participatieraad hebben de bevoegdheid om alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening op het gebied van de taakstelling raken op de agenda van het onder lid 1 genoemd overleg te laten zetten.

  • 3. Het college stelt de participatieraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming.

  • 4. Het college geeft een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies. Als het college afwijkt van het advies van de participatieraad, wordt de participatieraad daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld.

  • 5. In het geval het college een besluit neemt dat afwijkt van het advies van de participatieraad, wordt dit, indien een raadsbesluit benodigd is, bij het voorstel aan de gemeenteraad vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de participatieraad is afgeweken.

Artikel 8. Taken participatieraad

  • 1. De participatieraad adviseert het college gevraagd en ongevraagd en behartigt op deze wijze de belangen van de inwoners.

  • 2. De participatieraad stelt jaarlijks een werkplan en een jaarverslag op. In het jaarverslag zijn tenminste de in het afgelopen jaar door de participatieraad gegeven gevraagde en ongevraagde adviezen opgenomen.

  • 3. De participatieraad adviseert niet over klachten, bezwaar- en beroepschriften en andere zaken die op individuele burgers betrekking hebben

Artikel 9. Werkwijze participatieraad

  • 1. De participatieraad legt haar interne werkwijze vast in een huishoudelijk reglement en legt dit reglement ter goedkeuring voor aan het college.

  • 2. De vergaderingen van de participatieraad zijn openbaar.

  • 3. De participatieraad kan besluiten tot het houden van een besloten (deel)vergadering, als bedoeld in art. 12.

Artikel 10. Facilitering Participatieraad

  • 1. De participatieraad ontvangt jaarlijks een budget van €10.000 voor het uit kunnen voeren van haar werkzaamheden en is gehouden aan de voorwaarden van de subsidieverordening Veendam

  • 2. Ter ondersteuning wordt geleverd een ambtelijk contactpersoon voor het proces en een inhoudelijk contactpersoon

  • 3. Tot de taken van de proces-contactpersoon behoren: het bewaken van de lopende processen, het bewaken van termijnen en zorgdragen dat de in artikel 11 genoemde informatievoorziening wordt uitgevoerd.

  • 4. Tot de taken van de contactpersoon behoren zorgdragen voor een inhoudelijke ondersteuning en zo nodig bijwonen van (voor)overleg van de participatieraad.

  • 5. Het college draagt er zorg voor dat vergaderfaciliteiten aan de participatieraad kosteloos beschikbaar worden gesteld.

Artikel 11. Informatievoorziening

  • 1. Het college draagt zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening aan de participatieraad over zaken die tot de taakstelling van de participatieraad behoren.

  • 2. De participatieraad krijgt tijdig, ongevraagd en op verzoek alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft.

  • 3. Het college is verplicht gehoor te geven aan een verzoek van de participatieraad om toelichting te geven op de stukken waarover advies is gevraagd of die de participatieraad ter informatie heeft ontvangen. Het college kan zich daarbij laten vertegenwoordigen.

Artikel 12 Vertrouwelijkheidsplicht

  • 1. De participatieraad kan bepalen dat de leden, deskundigen en derden verplicht zijn tot vertrouwelijkheid ten aanzien van stukken c.q. hetgeen tijdens de vergadering wordt behandeld.

  • 2. De vertrouwelijkheidsplicht kan eveneens worden opgelegd door of namens het college, ten aanzien van stukken die zij aan de leden van de participatieraad, deskundigen of derden verstrekken.

  • 3. De vertrouwelijkheidsplicht vervalt niet door de beëindiging van het lidmaatschap van de participatieraad of van het adviseurschap van externe deskundigen of derden.

  • 4. De plicht tot vertrouwelijkheid wordt op de stukken aangegeven of voorafgaande aan de behandeling van de betreffende onderwerpen bekendgemaakt.

  • 5. De duur van de vertrouwelijkheidsplicht wordt – voor zover mogelijk – vooraf aangegeven.

Artikel 13 Wijziging en intrekking verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de participatieraad daarover is gehoord.

Artikel 14 Intrekking voorgaande verordeningen

De ‘Verordening Burger- en cliëntenparticipatie 2014’ wordt ingetrokken op de dag dat deze verordening in werking treedt.

Artikel 15 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening Burger- en cliëntenparticipatie 2015’

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 november 2014.

    De voorzitter, S.B. Swierstra

    De griffier, R. Brekveld