Regeling vervallen per 23-01-2012

Verordening tegemoetkoming sociale participatie van minimaplushuishoudens

Geldend van 01-02-2010 t/m 22-01-2012

Intitulé

Verordening tegemoetkoming kosten sociale participatie van minimaplushuishoudens gemeente Veendam

Nummer: 820a/MZ

De raad van de gemeente Veendam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2009 en het aanvullende besluit van het college van burgemeester en wethouders van 15 december 2009;

overwegende dat het wenselijke is om de mogelijkheid te bieden om onder voorwaarden aan huishoudens een tegemoetkoming te verstrekken in de kosten van sociale participatie;

gelet op de artikel 149 Gemeentewet;

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende:

Verordening toegemoetkoming kosten sociale participatie van minimaplushuishoudens

luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit en ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente op het moment van aanvraag;

  • b.

    met de Nederlander, bedoeld onder a wordt gelijkgesteld de vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000;

  • c.

    de persoon die niet de Nederlandse nationaliteit bezit maar die tot permanente vestiging in Nederland is toegelaten door het bevoegd gezag en ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente op het moment van aanvraag.

    • 2.

      Huishoudens van niet-alleenstaanden

  • a.

    een gezin met of zonder meer- of minderjarige (stief)kinderen, woonachtig op hetzelfde adres;

  • b.

    als gehuwd wordt aangemerkt degenen die met elkaar een gezamenlijke huishouding voeren;

  • c.

    een alleenstaande ouder met meer- of minderjarige (stief)kinderen, woonachtig op hetzelfde adres.

    • 3.

      Huishouden van alleenstaande

  • a.

    de alleenwonende;

  • b.

    de zelfstandig wonende die middels een schriftelijke overeenkomst kan aantonen kamerbewoner, kostganger of onderhuurder te zijn.

Artikel 2. Aanspraak

  • 1.

    Aan een huishouden genoemd in artikel 1 kan door burgemeester en wethouders een tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten van sociale participatie, wanneer het maandelijkse netto-inkomen van aanvrager en (eventuele) partner tezamen minder bedraagt dan 115% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (plus toeslag op grond van het gemeentelijke toeslagenbeleid) als genoemd in de Wet werk en bijstand (WWB) en/of de Wet investering jongeren;

  • 2.

    Geen aanspraak op een tegemoetkoming heeft de inwoner:

    • a.

      die studerende is, of;

    • b.

      die recht heeft op een langdurigheidstoeslag als genoemd in artikel 36 WWB.

Artikel 3. De tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming bedraagt per kalenderjaar een bedrag van maximaal € 50,-- per jaar per huishouden, vermeerderd met een bedrag van maximaal € 50,-- per jaar per lid van het huishouden;

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de kosten van sociale participatie en ineens als forfaitair bedrag uitbetaald. Nota’s dienen op aanvraag te worden getoond;

  • 3.

    De totale tegemoetkoming bedraagt niet meer dan de daadwerkelijk gemaakte kosten en wordt dus lager vastgesteld indien hiervan sprake is;

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd elk kalenderjaar de bedragen aan te passen.

  • 5.

    De tegemoetkoming kan maximaal voor een aaneengesloten periode van 3 jaar worden ontvangen.

Artikel 4 De aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor tegemoetkoming kan worden ingediend door of namens een lid van het huishouden;

  • 2.

    De aanvraag dient te geschieden op het door burgemeester en wethouders vastgestelde formulier participatiefonds;

  • 3.

    Bij de aanvraag dienen naar genoegen van burgemeester en wethouders bewijsstukken te worden ingediend, waaruit blijkt dat aan de voorwaarden is voldaan;

  • 4.

    De uiterste aanvraagtijd is tot 3 maanden na afloop van het kalenderjaar.

Artikel 5 Het toetsingsbedrag

Artikel 6 De berekening

Op het inkomen als bedoeld in artikel 2 wordt in mindering gebracht de alimentatie-verplichtingen of (verplichte) onderhoudsbedragen ten behoeve van de (ex)echtgeno(o)t(e) en minderjarige kinderen, voor zover aan deze verplichtingen wordt voldaan.

Artikel 7 Aanspraak zelfstandigen

In afwijking van het gestelde in de artikel 5 wordt de aanspraak van een huishouden voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op het inkomen uit zelfstandig uitgeoefend beroep of bedrijf, als volgt berekend: het netto bedrijfsresultaat over het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag wordt verminderd met het over dat jaar geldend percentage als bedoeld in artikel 10, lid 1 van de Wet financiering volksverzekeringen;

Artikel 8 De terugvordering

Artikel 9 De beschikking

Burgemeester en wethouders nemen een besluit binnen 8 weken na de datum waarop de aanvraag is binnengekomen.

Artikel 10 Bezwaar

Op de ”Verordening sociale participatie gemeente Veendam” zijn de bepalingen aangaande bezwaar zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Intrekking oude verordening

De Verordening “Verordening sociale participatie gemeente Veendam", van 23 februari 2004, nummer 52 / samenleving wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10 genoemde datum van inwerkintreding.

Artikel 9 Intrekking oude verordening

De Verordening “Verordening sociale participatie gemeente Veendam’, van 23 februari 2004, nummer 52 / samenleving wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10 genoemde datum van inwerkintreding.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening vervangt de huidige verordening, treedt in werking op 1 februari 2010.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening sociale participatie gemeente Veendam".

Vergoedingenlijst

  • A.

    Onderwijs en educatie

  • q

    Iedere vorm van niet-individeel gericht onderwijs, educatie of cursussen, waarbij het aspect van sociale participatie aanwezig is.

  • q

    Abonnement op een dagblad.

    • B.

      Sport en recreatie

    • q

      Lidmaatschap en contributie van sport-, recreatieve- en culturele verenigingen;

    • q

      Zwemabonnementen;

    • q

      Seizoenkaart voor bezoek aan sportactiviteiten.

    • B.

      Cultuur

    • q

      Contributie/lidmaatschap bibliotheek;

    • q

      Museumjaarkaart;

    • q

      Theater en bioscoopbezoek;

    • q

      Lidmaatschap van een ouderenbond.

      Bovenstaande lijst is niet bedoeld als een limitatieve opsomming, maar slechts als indicatie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 25 januari 2010.
Burgemeester, Secretaris,