Regeling vervallen per 24-07-2019

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en het gemeentelijk rouwcentrum de Munnikenhof gemeente Veenendaal

Geldend van 01-11-2018 t/m 23-07-2019

Intitulé

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en het gemeentelijk rouwcentrum de Munnikenhof gemeente Veenendaal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

gelet op:

de artikelen 8, tweede lid, 11, tweede lid, 12, eerste en tweede lid, 14 en 19, tweede lid, van de Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaats en op het gebruik van het gemeentelijk rouwcentrum De Munnikenhof  gemeente Veenendaal

 

Besluit:

vast te stellen de Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en het gemeentelijk rouwcentrum De Munnikenhof gemeente Veenendaal

 

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen;

  • b.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid geboden wordt tot het doen begraven van overledenen jonger dan 12 jaar;

  • c.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats aan de Munnikenweg, genaamd gemeentelijke begraafplaats Veenendaal;

  • f.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

  • h.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, algemeen kindergraf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

  • i.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • k.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • l.

    overledene: lijk in de zin van de Wet op de lijkbezorging;

  • m.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • n.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van overledenen;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • o.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van overledenen jonger dan 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overledenen

      jonger dan 12 jaar.

  • p.

    particuliere plaats in de urnentuin: een plaats in de urnentuin, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van as in een urn;

  • q.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • r.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen zonder urnen;

  • s.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • t.

    rouwbezoek: bezoek van de overledene onder begeleiding van de uitvaartverzorger;

  • u.

    rouwcentrum: het gemeentelijk rouwcentrum De Munnikenhof en het daaromheen gelegen terrein, inclusief de parkeerplaats, zoals aangegeven op een bij deze nadere regels behorende tekening;

  • v.

    uitvaartverzorger: degene op wiens naam en voor wiens rekening en risico het gebruik van het rouwcentrum plaats vindt;

  • w.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • x.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • y.

    24-uurs rouwkamer: een 24 uur per dag en 7 dagen per week toegankelijke ruimte om overledenen op te baren.

Hoofdstuk II Afmetingen oppervlakte, aantal overledenen, gedenktekens , verstrooiingsplaats

Artikel 2 Afmetingen oppervlak graven, urnennissen, urnenkelders

De afmetingen van het grafoppervlak van:

  • a.

    een particulier graf bedragen maximaal (lxb): 275 cm x 125 cm

  • b.

    een particulier urnengraf bedragen maximaal (lxb) 50 cm x 50 cm;

  • c.

    een particuliere urnennis bedragen maximaal (lxbxd) 35 cm x 35 cm x 35 cm;

  • d.

    een particuliere urnenkelder bedragen maximaal (lxbxh): 50 cm x 50 cm x 50 cm;

  • e.

    een particulier keldergraf bedragen maximaal (lxb) 300 cm x 150 cm;

  • f.

    een algemeen graf bedragen maximaal (lxb) 275 cm x 125 cm;

  • g.

    een algemeen kindergraf bedragen maximaal (lxb) 200 cm x 100 cm.

  • h.

    een particuliere urnengraf bedragen maximaal lxb 100 cm x 60 cm.

Artikel 3 Aantal overledenen per graf en asbussen

  • 1. In een particulier graf kunnen maximaal 3 overledenen worden begraven.

  • 2. Per particulier graf kunnen maximaal 3 asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

  • 3. In een algemeen graf kunnen - afhankelijk van de plaats op de begraafplaats - maximaal 2 of 3 overledenen worden begraven.

  • 4. In een particulier urnengraf kunnen 4 asbussen zonder urn worden bijgezet.

  • 5. In een algemeen urnengraf kunnen maximaal 3 asbussen zonder urn worden bijgezet.

  • 6. In een particuliere urnennis kunnen maximaal 3 asbussen zonder urn worden bijgezet.

  • 7. In een particuliere urnenkelder kunnen maximaal 3 asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

  • 8. In een particuliere urnengraf kunnen maximaal 3 asbussen zonder urn worden bijgezet.

Artikel 4 Melding gedenkteken

  • 1. Een melding voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken dient van tevoren schriftelijk bij het college te worden gedaan. Bij de melding wordt een werktekening gevoegd waarbij aangegeven wordt:

    • ·

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • ·

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • ·

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • ·

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

    • ·

      of op de linker, voor- of bovenzijde van het monument het nummer van het graf wordt aangebracht.

  • 2. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 3. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden.

  • 4. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 5. Gedenktekens dienen deugdelijk bevestigd te worden op gewapende betonnen platen van de volgende afmetingen:

    • a.

      voor een keldergraf: een afmeting gelijk aan die van het gedenkteken een dikte van 6,5 cm;

    • b.

      voor een particulier graf met een liggend gedenkteken dan wel een combinatie van een liggend en een staand gedenkteken: een afmeting gelijk aan die van het gedenkteken en een dikte van 5 cm;

    • c.

      voor een particulier graf met een staand gedenkteken, met of zonder beplanting: een afmeting van 60 cm x 90 cm en een dikte van 5 cm.

Artikel 5 Afmetingen gedenktekens en grafbedekking

  • 1. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier graf voor twee of drie personen boven de twaalf jaar bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd): 120 cm x 90 cm x 12 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd): 200 cm x 90 cm x 25 cm.

  • 1. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier keldergraf bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd): 120 cm x 120 cm x 12 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd): 240 cm x 120 cm x 25 cm.

  • 2. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op twee particuliere graven voor twee of drie personen naast elkaar bedragen bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd): 120 cm x 180 cm x 12 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd): 200 cm x 180 cm x 25 cm.

    3. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op twee particuliere keldergraven voor twee of drie personen naast elkaar bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd): 120 cm x 200 cm x 12 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd): 240 cm x 270 cm x 25 cm

  • 4. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier graf voor een kind van nul tot twaalf jaar bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd): 100 cm x 80 cm x 12 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd): 160 cm x 80 cm x 25 cm.

  • 5. De tegels op een particulier urnengraf dienen een afmeting te hebben van (lxbxh): 48cm x 48cm x 2 cm.

  • 6. De urn in de urnentuin dient een afmeting te hebben van 50 cm x 50 cm x12 cm.

  • 7. Op een algemeen graf mogen geen gedenktekens worden aangebracht dan een voorgeschreven naamplaat van (lxbxh): 60 cm x 50 cm x 12 cm.

  • 8. Oude gedenktekens dienen bij vervanging in dezelfde afmetingen te worden herplaatst.

    9. De maximale maat van de grafbedekking is gelijk aan de maximale maat voor een liggend gedenkteken.

    10. Het is niet toegestaan losse materialen zoals grind, steenachtig materiaal of beplanting aan te brengen buiten de maximale maat voor grafbedekking.

    11. Indien losse steenachtige materialen (zoals grind) worden gebruikt als grafbedekking dienen deze te worden opgesloten in een kantopsluiting van duurzame materialen.

Artikel 6 Tijdstip van plaatsing van gedenktekens

  • 1. Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen van tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Eventuele aanwijzingen dienen stipt te worden opgevolgd.

  • 2. Het plaatsen van de gedenktekens dient plaats te vinden tijdens openingstijden mits geen begrafenis of asbezorging plaatsvindt.

  • 3. De uitgevoerde werkzaamheden dienen ter goedkeuring te worden gemeld bij de beheerder dan wel het daartoe aangewezen personeel. Eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken dienen alsnog te worden uitgevoerd of verholpen.

Artikel 7 Verstrooiingsplaats

Op de begraafplaats zijn enkele verstrooiingsplaatsen aanwezig. Deze zijn aangegeven op de bij deze nadere regels behorende bijlage 1. Op dit terrein kan de as worden verstrooid van de overledene.

Hoofdstuk III Rouwcentrum De Munnikhof

Artikel 8 Bestemming rouwcentrum

  • 1. Het rouwcentrum is bestemd om te worden gebruikt voor:

    • a.

      het gekoeld bewaren en opbaren van overledenen;

    • b.

      condoleancebezoeken;

    • c.

      rouwbezoeken;

    • d.

      uitvaartdiensten.

  • 2. Ander gebruik dan in lid 1 genoemd is alleen mogelijk met schriftelijke toestemming van het college. Het college kan aan die toestemming voorwaarden verbinden.

  • 3. Het terrein van het rouwcentrum is aangegeven in de bij deze nadere regels behorende Bijlage 2.

Artikel 9 Openstelling rouwcentrum

  • 1. Het rouwcentrum is van maandag tot en met vrijdag open van 8.30 -16.30 uur en uitsluitend na afspraak van maandag tot en met vrijdag van 16.30 -22.30 uur en op zaterdag voor condoleances.

  • 2. Rouwbezoek in een 24-uurs rouwkamer is mogelijk gedurende 24 uur per dag.

Artikel 10 Ordemaatregelen

  • 1. Het is verboden:

    • a.

      zich in het rouwcentrum te bevinden buiten de openingstijden, anders dan met toestemming van de beheerder;

    • b.

      op het terrein en in het rouwcentrum honden mee te nemen, met uitzondering van geleidehonden voor slechtzienden, blinden en gehandicapten;

    • c.

      op het terrein en in het rouwcentrum voor derden bloemen of andere artikelen of diensten te koop aan te bieden;

    • d.

      op het terrein of in het rouwcentrum op enigerlei wijze reclame te maken voor handel, beroep of bedrijf.

  • 2. Het is verboden op het terrein van het rouwcentrum:

    • a.

      met voertuigen te rijden met een hogere snelheid dan 10 km per uur.

    • b.

      rijwielen, bromfietsen of motorrijwielen op het terrein van het rouwcentrum mee te voeren anders dan met het doel deze in de daarvoor bestemde bewaarplaats te stallen.

  • 3. Kinderen beneden de leeftijd van 14 jaar worden zonder geleide niet toegelaten in het rouwcentrum of op het terrein van het rouwcentrum.

  • 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden in of aan het rouwcentrum hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder uit het rouwcentrum verwijderen.

  • 6. Het college kan personen die zich onbehoorlijk of hinderlijk voor anderen gedragen de toegang tot het rouwcentrum voor bepaalde tijd ontzeggen.

Artikel 11 Gebruik van het rouwcentrum

  • 1. Over het gebruik van de ontvangstruimten, de 24-uurs rouwkamer, de aula, het orgel en de muziekinstallatie worden door de nabestaanden en/of de uitvaartverzorger afspraken gemaakt met de beheerder voorafgaande aan het gebruik.

  • 2. Indien men eigen muziek wil laten spelen dienen de hiervoor benodigde geluidsdragers tenminste 24 uur voor de aanvang van de plechtigheid te worden overgelegd aan de beheerder.

  • 3. Het gebruik wordt aangegeven in het register van het rouwcentrum.

  • 4. Rouwbezoeken worden begeleid door of namens de uitvaartverzorger en worden geregistreerd in het hiervoor in het rouwcentrum beschikbare register.

Artikel 12 Verplichtingen uitvaartverzorger of degene die in de uitvaart voorziet

  • 1. De uitvaartverzorger is verplicht de beheerder het verlof tot begraven, de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet op de Lijkbezorging, een kopie van het identiteitsbewijs en adresgegevens van de rechthebbende of de gebruiker te verstrekken bij de ingebruikname van het rouwcentrum.

  • 2. Indien er geen uitvaartverzorger betrokken is, dient de rechthebbende of de gebruiker de beheerder de in het eerste lid bedoelde gegevens en stukken van de rechthebbende of de gebruiker te overleggen.

  • 3. De uitvaartverzorger is verplicht na het gebruik de gebruikte ruimten in ordentelijke staat terug te brengen. Dit betekent dat:

    • ·

      de stoelen en tafels in de oorspronkelijke opstelling zijn teruggezet en de tafels en stoelen schoon zijn;

    • ·

      dat de afwas is gedaan en de keuken is opgeruimd;

    • ·

      de vloeren in de gebruikte zalen en de keuken schoon zijn.

  • 4. Uitvaartverzorgers die zich niet houden aan de in het tweede en derde lid genoemde verplichtingen, worden hier door de beheerder op aangesproken met het verzoek de verplichting alsnog na te komen. Wanneer dit niet leidt tot een verbetering, volgt een schriftelijke waarschuwing door het college. Uitvaartverzorgers die zich stelselmatig niet houden aan deze verplichting kunnen de toegang tot het uitvaartcentrum voor een bepaalde tijd worden ontzegd.

  • 5. Indien de uitvaartverzorger verwijst naar het rouwcentrum, dient altijd de benaming “gemeentelijk rouwcentrum De Munnikenhof” te worden gebruikt. Indien de uitvaartverzorger gebruik maakt van beeldmateriaal waarop het rouwcentrum of delen ervan zijn afgebeeld, dan dient de naam van het rouwcentrum in een onderschrift kenbaar gemaakt te worden.

  • 6. Het schenken van alcoholische dranken is niet toegestaan.

  • 7. De uitvaartverzorger of degene die namens de uitvaartverzorger condoleances of rouwbezoeken begeleidt, is verplicht zich op de hoogte te stellen van het ontruimingsplan, de vluchtwegen en de veiligheidsvoorzieningen in het rouwcentrum. De uitvaartverzorger of degene die namens de uitvaartverzorger condoleances of rouwbezoeken begeleidt, is verplicht te beschikken over een geldig BHV en EHBO-diploma.

Artikel 13 Verplichtingen beheerder

  • 1. De beheerder draagt zorg voor:

    • a.

      een goede planning van de verschillende condoleances en uitvaartdiensten, zodat het door de nabestaanden gekozen programma zonder onnodige storingen en in een rustig tempo kunnen worden uitgevoerd. De beheerder maakt hierover duidelijke afspraken met de uitvaartverzorgers;

    • b.

      duidelijke afspraken met de uitvaartverzorgers over de gewenste tijdsduur van iedere condoleance, rouwdienst c.q. begrafenis;

    • c.

      het onderhoud van het gebouw en de periodieke schoonmaak en het functioneren van alle voorzieningen;

    • d.

      tijdige openstelling, correcte verlichting en verwarming van de ruimten die door de uitvaartverzorger gereserveerd zijn.

  • 2. De beheerder controleert na afloop van iedere rouwdienst of condoleance de gebruikte ruimten en maakt aantekening van eventuele schade of onjuist gebruik van ruimten en daarin voorkomend meubilair en apparatuur.

  • 3. Daarnaast zorgt de beheerder er voor dat de uitvaartverzorgers te allen tijde toegang hebben tot de koel- en aflegruimten.

  • 4. De beheerder of diens vervanger is aanwezig tijdens de condoleances en de uitvaartdiensten.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 14 Intrekking oude regelingen

De Nadere regels voor het beheer en het gebruik van het gemeentelijk rouwcentrum de Munnikenhof, de Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats en de Nadere regels voor de begraaftijden, zoals vastgesteld op 14 december 2006 worden ingetrokken.

Artikel 15 Beslissingsbevoegdheid

In de gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of in geval van verschil van mening over de uitleg van de bepalingen hiervan, beslist het college.

Artikel 16 Citeertitel

  • 1. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en het gemeentelijk rouwcentrum De Munnikenhof gemeente Veenendaal.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking op de dag na die van bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2011

secretaris - de heer J.T. Langelaar,

burgemeester - de heer mr. T. Elzenga