Regeling vervallen per 31-08-2016

Koninginnedagverordening Veenendaal 2012

Geldend van 05-04-2012 t/m 30-08-2016

Intitulé

Koninginnedagverordening Veenendaal 2012

De burgemeester van de gemeente Veenendaal;

 

overwegende dat:

  • *

    op 30 april 2012 de landelijke Koninginnedagviering onder andere plaatsvindt in de gemeente Veenendaal en dat Hare Majesteit Koningin Beatrix en de Koninklijke Familie daarbij aanwezig zijn;

  • *

    in verband met de aanwezigheid van de Koninklijke Familie er extra veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn;

  • *

    in de gemeente een zeer groot aantal bezoekers wordt verwacht;

  • *

    in de gemeente in verband met de viering van Koninginnedag een groot aantal activiteiten plaatsvindt;

  • *

    het derhalve noodzakelijk is dat er tijdelijke maatregelen worden getroffen die met gebruikmaking van de bestaande wetgeving niet kunnen worden getroffen en die in het belang van de openbare orde en het beperken van gevaar voor personen en zaken noodzakelijk zijn;

  • *

    er rekening mee dient te worden gehouden dat er zich omstandigheden kunnen voordoen waarbij personen of groeperingen een dusdanig gedrag vertonen dat daarmee de openbare orde wordt verstoord;

  • *

    de burgemeester in dezen een specifieke wettelijke verantwoordelijkheid draagt;

  • *

    de gewone middelen ter voorkoming van het verstoren van de openbare orde tekortschieten;

  • *

    het in dit verband ter handhaving van de openbare orde en ter beperking van gevaar voor personen en zaken noodzakelijk is om algemene voorschriften te geven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar, of ter handhaving van de bovengenoemde belangen, nodig zijn;

  • *

    zich, gelet op de aard en de ernst van de genoemde belangen en risico’s een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 175 van de Gemeentewet en daarmee algemeen verbindende voorschriften dienen te worden gegeven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig zijn;

 

gelet op:

artikel 176 van de Gemeentewet, artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal, de artikelen 2, 12 en 15a van de Politiewet 1993 en artikel 443 Wetboek van Strafrecht;

 

Besluit:

vast te stellen de navolgende algemeen verbindende voorschriften ter handhaving van de openbare orde en veiligheid en ter beperking van gevaar.

Artikel 1 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening geldt voor het gedeelte van het grondgebied van de gemeente Veenendaal zoals dat is aangegeven op de, bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte, plattegrond.

  • 2. Het gedeelte van het grondgebied als bedoeld in het eerste lid van dit artikel is door de burgemeester, door het nemen van een separaat aanwijzingsbesluit, tevens aangewezen als veiligheidsrisicogebied als bedoeld in artikel 151b van de Gemeentewet juncto artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal.

Artikel 2 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.Motorvoertuigen:

alle voertuigen zoals bedoeld in artikel 1,onder z van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en bromfietsen;

b.Overige voertuigen:

voertuigen zonder verbrandingsmotor zoals onder andere fietsen en gehandicaptenvoertuigen, met uitzondering van scootmobielen;

c.Venten:

het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare plaats of aan bebouwde percelen;

d.Standplaats:

op een openbare plaats, dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking – voor het publiek toegankelijke plaats, goederen te koop aan te bieden te verkopen of af te leveren, dan wel diensten aan te bieden of te leveren;

e.Openbare plaats:

een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;

f.Aanrijroute:

route die de Koninklijke Familie en haar gevolg zal afleggen in het gebied dat is aangegeven als aanrijroute op de, bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte, plattegrond als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van deze verordening;

g.Veiligheidsring:

bij verordening vastgesteld gebied, binnen het veiligheidsrisicogebied als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van deze verordening, onderverdeeld in de categorieën 1 tot en met 4, waarbinnen bijzondere maatregelen ten behoeve van het bewaken en beveiligen van personen en zaken van toepassing zijn;

h.Accreditatie:

bewijs van toestemming tot het betreden van het gebied, gelegen binnen veiligheidsring 2.

Artikel 3 Cameratoezicht

  • 1. In het gedeelte van het gebied gelegen binnen de veiligheidsringen 1, 2 en 3, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende plattegrond, wordt, ten behoeve van het uitoefenen van toezicht op openbare plaatsen, cameratoezicht ingesteld op basis van artikel 2 van de Politiewet 1993 en de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering, door middel van de plaatsing van vaste, duidelijk zichtbare camera’s.

  • 2. Dit cameratoezicht vindt plaats via het al bestaande camerasysteem en voor wat betreft de tijdelijk toegevoegde camera’s met ingang van 14 april 2012 10:00 uur tot 1 mei 2012 16:00 uur.

  • 3. Het is verboden een voorwerp of soortgelijk goed zodanig in de nabijheid van een camera te plaatsen dat daardoor de werking wordt bemoeilijkt of belemmerd.

  • 4. Het is voor een ieder verboden om een handeling te verrichten waardoor het maken van beeldmateriaal met een camera die aanwezig is ten behoeve van de uitoefening van toezicht op een openbare plaats ter handhaving van de openbare orde, wordt bemoeilijkt.

  • 5. Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het derde en vierde lid, kunnen de in deze verordening met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, vorderen tot verwijdering van voorwerpen of objecten als bedoeld in het derde lid, dan wel het stopzetten van het verrichten van handelingen als bedoeld in het vierde lid, die het cameratoezicht belemmeren.

  • 6. Een ieder is verplicht onmiddellijk aan een, tot hem gerichte vordering als bedoeld in het vijfde lid, gehoor te geven.

  • 7. Indien geen medewerking wordt, of kan worden, verleend kunnen de in het vijfde lid bedoelde ambtenaren, op kosten en risico van de houder van het voorwerp of object, in het nodige voorzien.

Artikel 4 Geslotenverklaring voor voertuigen

Voor motorvoertuigen geldt het volgende.

  • 1.

    Op 29 april 2012 vanaf 05:00 uur tot en met 30 april 2012,16:00 uur geldt voor alle motorvoertuigen een geslotenverklaring voor het gebied gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond.

  • 2.

    Het is verboden binnen de in het eerste lid genoemde veiligheidsringen en op de daarin genoemde data en tijden zich in of op een motorvoertuig voort te bewegen, een motorvoertuig te (doen) parkeren of te (doen) plaatsen op of aan de openbare weg of op een andere plaats zichtbaar vanaf de openbare weg.

  • 3.

    Het is verboden met een motorvoertuig het gebied, gelegen binnen veiligheidsring 4, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, op 30 april 2012 tussen 05:00 uur en 16:00 uur binnen te rijden.

  • 4.

    Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het tweede en derde lid, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, vorderingen geven ter handhaving van de bepalingen in dit artikel.

  • 5.

    Rechthebbenden of gebruikers van motorvoertuigen die binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, op of aan de openbare weg, of op een openbare plaats en in de straten gelegen in de aanrijroute, zich in of op een motorvoertuig voortbewegen, een motorvoertuig (doen) parkeren of (doen) plaatsen, zijn verplicht op bevel of vordering van de in deze verordening met toezicht en handhaving belaste ambtenaren, deze voertuigen uit dit gebied te verwijderen en verwijderd te houden, totdat van de zijde van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie, de mededeling is ontvangen dat deze verplichting is opgeheven.

Voor alle overige voertuigen geldt het volgende.

  • 1.

    Op 30 april 2012 van 05:00 uur tot 16:00 uur geldt voor alle overige voertuigen een geslotenverklaring voor het gebied gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende, plattegrond.

  • 2.

    Het is verboden binnen de in het zesde lid genoemde veiligheidsringen en op de daarin genoemde datum en tijdstippen, zich in of op een overig voertuig voort te bewegen, een overig voertuig te (doen) parkeren of te (doen) plaatsen op of aan de openbare weg of op een openbare plaats zichtbaar vanaf de openbare weg.

  • 3.

    Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het zevende lid, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, vorderingen geven ter handhaving van de bepalingen in dit artikel.

  • 4.

    Rechthebbenden of gebruikers van overige voertuigen die, binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, op of aan de openbare weg, of op een andere plaats en in de straten gelegen in de aanrijroute, zich in of op een overig voertuig voortbewegen, een overig voertuig (doen) parkeren of (doen) plaatsen, zijn verplicht op bevel of vordering van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, deze overige voertuigen uit dit gebied te verwijderen en verwijderd te houden, totdat van de zijde van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie de mededeling is ontvangen dat deze verplichting is opgeheven.

Artikel 5 Verwijdering motorvoertuigen en overige voertuigen

  • 1. Indien in strijd wordt gehandeld met de in artikel 4 opgenomen verbodsbepalingen en de bevelen of vorderingen van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren niet worden opgevolgd, worden de betreffende motorvoertuigen en overige voertuigen, door de politie of door de gemeente verwijderd en elders onder toezicht geplaatst.

  • 2. Op de verwijdering en bewaring van de, in het eerste lid genoemde voertuigen, is de wegsleepregeling Veenendaal van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Verboden objecten

  • 1. Op 28 april 2012 is het vanaf 10:00 uur verboden op of aan veiligheidsring 2, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, op of aan de openbare weg en openbare plaats, objecten zoals (vuil)containers, bloembakken, terrasmeubilair, terrasschermen, steigermateriaal en andere losse objecten te (doen) plaatsen dan wel aanwezig te hebben;

  • 2. Op 29 april 2012 is het vanaf 05:00 uur verboden binnen de veiligheidsring 3, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, op of aan de openbare weg objecten zoals (vuil)containers, bloembakken, terrasmeubilair, terrasschermen, steigermateriaal en andere losse objecten te (doen) plaatsen dan wel aanwezig te hebben.

  • 3. Het is verboden binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, een terras te (doen) plaatsen dan wel aanwezig te hebben tot het moment dat van de zijde van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, de mededeling is ontvangen dat deze verplichting is opgeheven.

  • 4. Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, vorderingen geven ter handhaving van de bepalingen in dit artikel.

  • 5. Rechthebbenden of gebruikers van objecten die als verdachte objecten worden aangemerkt en geplaatst zijn op of aan de openbare weg of op een openbare plaats, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 3 en in de straten gelegen in de aanrijroute, zijn verplicht op bevel of vordering van de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, deze objecten onmiddellijk te verwijderen en verwijderd te houden, totdat van de zijde van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie de mededeling is ontvangen dat deze verplichting is opgeheven.

  • 6. Indien geen medewerking wordt, of kan worden verleend, aan de in dit artikel bedoelde bevelen of vorderingen, kunnen de in het derde lid genoemde ambtenaren, op kosten en risico van de rechthebbende of gebruiker van het object, in het nodige voorzien.

Artikel 7 Verboden gedragingen

  • 1. Op 30 april 2012 is het vanaf 05:00 uur een ieder verboden om:

    • a.

      zich binnen het gebied, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende plattegrond, te gedragen met het kennelijke doel de openbare orde en veiligheid te verstoren of zich zodanig te gedragen dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daardoor de openbare orde kan worden verstoord of de veiligheid in gevaar kan worden gebracht;

    • b.

      binnen het gebied, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende plattegrond, voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, te dragen of te vervoeren, die bestemd zijn, of kunnen worden gebruikt, om de openbare orde te verstoren of de veiligheid in gevaar te brengen;

    • c.

      binnen het gebied, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende plattegrond, bivakmutsen, helmen, sjaals of andere middelen voor handen te hebben, te dragen of te gebruiken met het kennelijke doel om herkenning te bemoeilijken;

    • d.

      racistische, beledigende dan wel aanstootgevende uitingen mee te voeren en/of te roepen;

  • 2. bij constatering van een overtreding, als bedoeld in dit artikel, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, daartoe vorderingen geven, waaronder in ieder geval het bevel zich te verwijderen uit het gebied dat wordt bestreken door de veiligheidsringen 1 tot en met 4;

  • 3. indien geen medewerking wordt of kan worden verleend aan de in het tweede lid genoemde bevelen of vorderingen, kunnen de in het tweede lid genoemde ambtenaren, op kosten en risico van de houder van het voorwerp of object, in het nodige voorzien.

Artikel 8 Luchtruimverbod

  • 1. Op 30 april 2012, van 05:00 uur tot 15:00 uur, geldt een geslotenverklaring van het luchtruim boven het gebied, gelegen binnen een cirkel met een straal van twee nautische mijlen (NM), beschreven om het geografische punt 52º 1’ 25’’ NB en 5º 33’ 26’’ OL tot een hoogte van 2000 voet boven het gemiddelde zeeniveau.

  • 2. Het is verboden om zich in strijd met het eerste lid in het luchtruim te bevinden.

Artikel 9 Vaarwaterverbod.

  • 1. Op 30 april 2012, van 05:00 uur tot 15:00 uur, geldt een vaarwaterverbod, dan wel een verbod om zich met een vaartuig, dan wel een ander drijvend voorwerp te bevinden in het gedeelte van de Bisschop Davidsgrift (plaatselijk bekend als De Grift) door Veenendaal tussen de brug hoek Kanaalweg/Kastanjelaan en de brug in het verlengde van De Tinneweide.

  • 2. Het is verboden om zich in de, in het eerste lid genoemde periode en in het eerste lid genoemd gebied, in of op het water te bevinden.

Artikel 10 Verboden toegang veiligheidsring 2

  • 1. Op 29 april 2012, van 20:00 uur tot 30 april 2012, 16:00 uur of zoveel eerder als het bevoegd gezag besluit, is het verboden zich te begeven in het gebied dat op de plattegrond als bedoeld in artikel 1, eerste lid, is aangeduid als veiligheidsring 2.

  • 2. Het eerste lid is op 30 april 2012, vanaf 08:00 uur, niet van toepassing op personen die beschikken over een geldige accreditatie in combinatie met een geldig identiteitsmiddel.

  • 3. Het eerste lid is voorts niet van toepassing op leden van de Koninklijke familie, de Koninklijke dienst, de Rijksvoorlichtingsdienst, de commissaris van de Koningin in Utrecht, de burgemeester van Veenendaal en ambtenaren die zijn belast met de bewaking en beveiliging van personen en objecten die zich binnen veiligheidsring 2 bevinden.

  • 4. Bij constatering van een overtreding als bedoeld in het eerste lid, kunnen de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren van politie, vorderingen geven waaronder in ieder geval het bevel zich te verwijderen uit het gebied dat wordt bestreken door de veiligheidsring 2.

  • 5. Een ieder is verplicht zich op bevel of vordering van ambtenaren van politie, belast met toezicht en handhaving van deze verordening, te verwijderen uit het gebied, genoemd in het eerste lid.

  • 6. Dit artikel is niet van toepassing indien het bevoegd gezag (algemeen commandant bij mandaat) daar in spoedeisende situaties of calamiteiten opdracht voor geeft.

Artikel 11 Accreditatie

  • 1. Accreditatie als bedoeld in artikel 2 onder h, wordt verleend door of namens de burgemeester en is slechts geldig in combinatie met een geldig identiteitsmiddel.

  • 2. De burgemeester verleent geen accreditatie aan een persoon, dan na advies van politie.

  • 3. De politie screent de personen waarvan de burgemeester het voornemen heeft dezen een accreditatie te verlenen.

  • 4. De burgemeester verleent geen accreditatie indien het screeningsonderzoek daartoe aanleiding geeft.

  • 5. Ambtenaren van politie die zijn belast met het bewaken en beveiligen van personen en objecten binnen veiligheidsring 2, zijn van rechtswege geaccrediteerd.

  • 6. Personen die beschikken over een accreditatie zijn verplicht deze op vordering, tezamen met een geldig identiteitsmiddel, te tonen aan de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren van politie.

  • 7. Het bepaalde in het zesde lid, met betrekking tot het identiteitsmiddel, is niet van toepassing op kinderen tot 12 jaar.

  • 8. Kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 13 jaar die niet beschikken over een eigen identiteitsmiddel, dienen, indien toegang wordt verleend tot veiligheidsring 2, te worden begeleid door een ouder, voogd, verzorger of een anderszins aangewezen persoon die voldoet aan het gestelde in artikel 10, tweede lid, aan de hand waarvan de identiteit van het kind kan worden vastgesteld.

Artikel 12 Vent- en Standplaatsverbod

  • 1. Op 30 april 2012 van 05:00 uur tot 16:00 uur geldt een ventverbod en een verbod tot het innemen van een standplaats voor het gebied gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de, bij deze verordening behorende, plattegrond.

  • 2. Het is verboden om in de in het eerste lid genoemde periode, in de in het eerste lid genoemde veiligheidsringen te venten en een standplaats in te nemen.

Artikel 13 Winkels

  • 1. Op 30 april 2012 mogen de winkels geopend zijn volgens de tijden zoals bepaald in de Winkeltijdenwet.

  • 2. Op 30 april 2012 van 06:00 uur tot 14:00 uur is het de winkels die zijn gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond, verboden om alcohol te verkopen.

Artikel 14 Alcoholverbod

  • 1. Op 30 april 2012 van 05:00 uur tot 14:00 uur is het verboden alcoholhoudende drank te gebruiken en voorhanden te hebben op een openbare plaats, gelegen binnen de veiligheidsringen 1 tot en met 4, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond.

  • 2. Het is verboden om in de, in het eerste lid genoemde, periode en in het eerste lid genoemd gebied, het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen in de zin van de Drank- en Horecawet (Wet van 1 mei 1966, laatstelijk gewijzigd op 14 juli 2010, Stb. 2010, 269).

  • 3. Het is verboden om in de, in het eerste lid genoemde, periode en in het eerste lid genoemd gebied, zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken in winkels in de zin van artikel 18, tweede lid, onderdelen a en b, van de Drank- en Horecawet.

  • 4. Het is verboden om in de, in het eerste lid genoemde, periode en in het eerste lid genoemd gebied, zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken in voor publiek toegankelijke besloten ruimten waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit, in de zin van artikel 18, tweede lid, onderdeel c, van de Drank- en Horecawet.

Artikel 15 Sluitingstijd horecabedrijven op 29 april 2012

  • 1. Op 29 april 2012 is het vanaf 21:00 uur tot 30 april 2012, 06.00 uur, in afwijking van het bepaalde in artikel 2:29, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene plaatselijke verordening Veenendaal (APV), de exploitant van een horecabedrijf, waar bedrijfsmatig alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, verboden het horecabedrijf voor bezoekers geopend te hebben, of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven n het gebied zoals aangegeven op de bij dit artikel behorende plattegrond die als zodanig deel uitmaakt van deze verordening (veiligheidsring 1 tot en met 4).

  • 2. De in het eerste lid genoemde exploitant is verplicht, teneinde te kunnen voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, vanaf 20:00 uur zodanige maatregelen te treffen dat een tijdige exploitatieafbouw wordt gerealiseerd waardoor de in het eerste lid genoemde sluitingstijd kan worden nageleefd. Tot deze maatregelen behoort in ieder geval de beëindiging van de bedrijfsmatige verstrekking van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid, is ook van toepassing op een horecabedrijf in de zin van artikel 2:27, onderdeel a, Algemene plaatselijke verordening Veenendaal waar alleen alcoholvrije dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt.

  • 4. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op hotels die, als logiesverstrekkende onderneming, zijn ingeschreven in het Hotelclassificatieregister in de zin van het Hotelclassificatiebesluit 2003.

Artikel 16 Binnentreden

  • 1. De met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren zijn bevoegd, in verband met de handhaving van het bepaalde in deze verordening, al dan niet afgesloten terreinen, ruimten en gebouwen, alsmede woningen, binnen te treden hetgeen geschiedt met inachtneming van de Algemene wet op het binnentreden (Wet van 22 juni 1994, Stb.572) en de Verordening Binnentreden ter uitvoering noodverordeningen, vastgesteld op 8 januari 1998 (verordening bijgevoegd).

  • 2. De in het eerste lid genoemde bevoegdheid kan tevens worden uitgeoefend ter uitvoering van een last, als bedoeld in de artikelen 50, derde lid, 51, derde lid en 52, derde lid, van de Wet Wapens en Munitie (Wet van 11 juli 1997, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2006, 236) doch slechts door de in die wet bevoegd verklaarde ambtenaren.

  • 3. Het is de eigenaar of gebruiker van het, al dan niet, afgesloten terrein, ruimte, gebouw of woning, verboden om in verband met de handhaving van het bepaalde in deze verordening, de met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren, de toegang te beletten of te belemmeren.

Artikel 17 Ontheffing.

Door of namens de burgemeester kan ontheffing worden verleend van de verboden in deze verordening, met uitzondering van het bepaalde in de artikelen 10 en 11.

Artikel 18 Bevoegdheden

  • 1. De met toezicht en handhaving van deze verordening belaste ambtenaren zijn in ieder geval:

    • a.

      De ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, die in het kader van de landelijke Koninginnedagviering op 30 april 2012 werkzaam zijn in de gemeente Veenendaal;

    • b.

      De aangewezen toezichthouders van de gemeente Veenendaal;

    • c.

      De militairen van de Koninklijke Marechaussee en luchtmacht, als bedoeld in 141, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering, die op grond van artikel 58 van de Politiewet 1993 bijstand verlenen aan de Regiopolitie Utrecht en werkzaam zijn in de gemeente Veenendaal;

  • 2. Deze ambtenaren zijn bevoegd, alle maatregelen te treffen en die bevelen te geven en vorderingen te doen geven die zij noodzakelijk oordelen met het oog op de handhaving van de openbare orde, ter beperking van gevaar voor personen en zaken en ten behoeve van een goede voorbereiding waaronder bijvoorbeeld opbouwwerkzaamheden.

  • 3. Een ieder is verplicht de bevelen of vorderingen, door een ambtenaar of persoon als genoemd in het eerste lid, op grond van deze verordening gegeven, stipt op te volgen.

  • 4. De burgemeester kan een in de gemeente dienstdoende ambtenaar van politie machtigen om in zijn naam besluiten te nemen, of andere handelingen te verrichten met inachtneming van het bepaalde in artikel 177 van de Gemeentewet.

  • 5. Overtreding van het bepaalde in deze verordening is strafbaar op grond van artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 19 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt ingetrokken op 30 april 2012 om 16.00 uur of zodra de burgemeester van oordeel is, dat zij niet langer noodzakelijk is en wat betreft het tijdelijke cameratoezicht zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, op 1 mei 2012 om 16.00 uur.

  • 3. Deze verordening wordt openbaar bekend gemaakt en ligt ter inzage in het informatiecentrum in het Gemeentehuis, Raadhuisplein 1 te Veenendaal. Afschriften van deze verordening worden kosteloos ter beschikking gesteld aan een ieder en zijn te verkrijgen op het Gemeentehuis, Raadhuisplein 1 te Veenendaal.

  • 4. Deze verordening wordt, ingevolge artikel 176, tweede lid, van de Gemeentewet, ter kennis gebracht van de gemeenteraad, de commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht en de Hoofdofficier van Justitie van het arrondissementsparket Utrecht.

Artikel 20 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als Koninginnedagverordening Veenendaal 2012.

Veenendaal, 16 maart 2012,

De burgemeester van Veenendaal,

mr. T. Elzenga

Bekrachtigd door de gemeenteraad van Veenendaal ex. artikel 176, 3e lid, Gemeentewet in zijn vergadering van 12 april 2012,

Veenendaal, 12 april 2012,

raadsgriffier - de heer mr. E.J. Kruijswijk Jansen

voorzitter - de heer mr. T. Elzenga

Bijlage Plattegrond

Plattegrond

Verordening Binnentreden ter uitvoering noodverordeningen

Verordening Binnentreden ter uitvoering noodverordeningen