Regeling vervallen per 01-09-2016

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013

Geldend van 07-12-2012 t/m 31-08-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2012, nummer 2012.00079-5;

 

gelet op: 

artikel 228 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013 (verordening precariobelasting 2013);

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.jaar:

een kalenderjaar;

b.kwartaal:

een kalenderkwartaal;

c.maand:

een kalendermaand;

d.week:

een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

e.dag:

een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan;

f.uur:

een periode van 60 achtereenvolgende minuten;

g.rijwielstalling:

een van gemeentewege ingerichte rijwielbewaarplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

  • b.

    voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • c.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in het gebruik zijn bij een derde;

  • d.

    van borden, masten en palen en dergelijke voorwerpen, die in verband met de verkiezingen van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht;

  • e.

    voorwerpen waarvoor krachtens andere belastingverordeningen betaling aan de gemeente moet geschieden.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven

opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. Indien de precariobelasting naar jaartarieven wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt geheven door middel van een nota.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting als bedoeld in artikel 7, eerste lid, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De tarieven precariobelasting als bedoeld in artikel 7, tweede lid, is verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting moet worden betaald binnen een maand na dagtekening van de toe te zenden nota.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening precariobelasting 2012' van 3 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening precariobelasting 2013'.

    Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 oktober 2012,

    de heer mr. E.J. Kruijswijk Jansen - raadsgriffier

    de heer D.E.P. Roodbeen - plv. voorzitter

Bijlage Tarieventabel

Nummer

Omschrijving

Eenheid

Tarief

00

Algemeen tarief

00.001

Voorwerpen waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien

per m² per jaar

19,95

00.002

Als onder 00.001

per m² per maand

2,00

00.003

Als onder 00.001

per m' per jaar

9,80

00.004

Als onder 00.001

per m' per maand

1,05

00.005

Als onder 00.001

per stuk per jaar

28,70

10

Bouwmaterialen

10.001

Bouwmaterialen, andere dan die welke genoemd onder 10.003

per m² per maand

2,00

10.002

Als onder 10.001

per m² per week

1,05

10.003

Schuttingen en hekwerken

per m² per maand

2,00

20

Voertuigen e.d.

20.001

Voertuigen, containers, opleggers, chassis en aanhangwagens

per m² per maand

2,00

20.002

Caravans, vouwwagens en andere voertuigen bestemd voor recreatie

per m² per maand

2,00

20.003

Containers

per m² per maand

2,00

30

Buizen en kabels

30.001

Buizen en transportleidingen

per m' per jaar

9,80

30.002

Als onder 30.001

per m' per maand

1,05

30.003

Als onder 30.001

per m' per week

0,55

30.004

Kabels

per m' per jaar

9,80

30.005

Als onder 30.004

per m' per maand

1,05

30.006

Als onder 30.004

per m' per week

0,55

30.007

Waterleidingbuizen

per m' per jaar

9,80

30.008

Gasbuizen met een werkdruk van 10 bar

per m' per jaar

9,80

40

Uitstallen

40.001

Uitstallen en goederen

per m² per jaar

224,50

40.002

Als onder 40.001

per m² per maand

22,50

40.003

Als onder 40.001

per m² per dag

2,20

50

Automaten

50.001

Automatische weeg, verkoop of andere toestellen, over de frontoppervlakte

per stuk per jaar

24,10

50.002

Als onder 50.001

per stuk per maand

2,40

60

Aankondigingen

60.001

Reclame of andere aankondigingen, zonder kunstverlichting

per stuk per jaar

60,50

60.002

Als onder 60.001

per stuk per maand

5,90

60.003

Reclame of andere aankondigingen, met kunstverlichting

per stuk per jaar

90,90

60.004

Als onder 60.003

per stuk per maand

9,25

70

Diverse voorwerpen

70.001

Stoeptreden

per stuk per jaar

19,95

70.002

Hijsbalken en kikkers

per stuk per jaar

28,70

70.003

Funderingen, koekoeken, perrons, vlonders plankieren, steigers, leidingviaducten

per stuk per jaar

9,95

70.004

Luifels, erkers, uitbouwen en dergelijke onderdelen van gebouwde eigendommen

per stuk per jaar

9,95

70.005

Spoorrails

per m' per jaar

9,95

70.006

Rolluiken, luidsprekers, ventilatiekasten

per stuk per jaar

28,70

70.007

Markiezen, zonneschermen

per stuk per jaar

28,70

70.008

Terras

per m² per jaar

26,00

70.009

Als onder 70.008

per m² per maand

2,35

70.010

Als onder 70.008

per m² per week

1,05

70.011

Installatie tot verkoop van motorbrandstof per installatie

per jaar

568,50

70.012

Vermeerderd met voor elk bijbehorend aftappunt

per jaar

94,80

70.013

Verplaatsbaar aftappunt voor motorbrandstof of olie per aftappunt

per jaar

66,80

70.014

Reservoir, al dan niet behorende bij een installatie tot verkoop van motorbrandstof

per jaar

94,80

70.015

Mast of paal, ter bevestiging van boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond gemaakte werken

per stuk per jaar

27,60

Behorende bij de verordening precariobelasting 2013, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 25 oktober 2012,

de heer mr. E.J. Kruijswijk Jansen - raadsgriffier

de heer D.E.P. Roodbeen - plv. voorzitter