Regeling vervallen per 31-08-2016

Verordening langdurigheidstoeslag Veenendaal 2009

Geldend van 01-01-2012 t/m 30-08-2016

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag Veenendaal 2009

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2008, nummer 2008.148339;

 

overwegende dat: 

  • 1.

    gemeenten per 1 januari 2009 zelf een verordening langdurigheidstoeslag dienen op te stellen;

  • 2.

    het noodzakelijk is het verstrekken van een langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

 

gelet op:

de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand;

Besluit:

vast te stellen de Verordening langdurigheidstoeslag Veenendaal 2009 (Verordening langdurigheidstoeslag).

 

I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.De wet:

de Wet werk en bijstand;

b.Referteperiode:

een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

c.Peildatum:

de datum waartegen langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd;

d.Inkomen:

het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.

II Recht op langdurigheidstoeslag

Artikel 2 Langdurig, laag inkomen

  • 1. Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 105% van de bijstandsnorm.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt een inkomen uit een sociale verzekering of een sociale voorziening op het voor belanghebbende van toepassing zijnde sociaal minimum geacht gelijk te zijn aan de bijstandsnorm.

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing, indien de uit te betalen bijstand voor een persoon als de belanghebbende vanwege het geldende gemeentelijke toeslagen- en verlagingenbeleid lager zou zijn dan de maximaal mogelijke bijstandsnorm voor respectievelijk een alleenstaande, een alleenstaande ouder of gehuwden.

Artikel 3 [vervallen]

Artikel 4 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar 38,5% van

    • a.

      de norm bedoeld in artikel 21 onder a van de wet, vermeerderd met de toeslag genoemd in artikel 25 tweede lid van de wet, voor een alleenstaande;

    • b.

      de norm bedoeld in artikel 21 onder b van de wet, vermeerderd met de toeslag genoemd in artikel 25 tweede lid van de wet, voor een alleenstaande ouder;

    • c.

      de norm bedoeld in artikel 21 onder c van de wet, voor gehuwden;

    zoals deze artikelen gelden op 1 januari van het jaar waarin de peildatum valt.

  • 2. Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

Artikel 5 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

III Regelingen in verband met de wijzigingen in de Wwb en intrekking van de Wij per 1 januari 2012

Artikel 5a Wijziging betekenis begrippen

  • 1. Waar in deze verordening de begrippen 'alleenstaande', 'alleenstaande ouder' en 'gezin' worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2. Waar in deze verordening wordt gesproken over 'gehuwde(n)' of 'gehuwdennorm' hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als 'gezin', bedoeld in artikel 4, respectievelijk 'gezinsnorm', bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

    IV Slotbepalingen

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2008,

de heer drs. P.W. Bannink - raadsgriffier

de heer mr. T. Elzenga - voorzitter

Toelichting bij Verordening langdurigheidstoeslag