Regeling vervallen per 01-07-2017

Uitvoeringsbesluit 2005

Geldend van 01-10-2005 t/m 30-06-2017

Intitulé

Uitvoeringsbesluit 2005

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

overwegende dat:

het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt;

gelet op:

artikel 160 eerste lid, sub h, Gemeentewet, de Marktverordening gemeente Veenendaal 2005, de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit: 

vast te stellen nadere regels voor de warenmarkten in de gemeente Veenendaal

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Veenendaal 2005 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1. De markten worden, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel, gehouden op:

    • a.

      dinsdag van 8.30 uur tot 12.30 u. aan de Markt, een gedeelte van de Kerkewijk en een gedeelte van de Hoofdstraat, zoals aangegeven in bijlage 1;

    • b.

      vrijdag van 10.00 uur tot 16.00 uur aan het Dr. Slotemaker Bruïneplein;

    • c.

      zaterdag van 8.30 uur tot 17.00 uur aan de Markt, een gedeelte van de Kerkewijk en een gedeelte van de Hoofdstraat, zoals aangegeven in bijlage 1.

  • 2. De markt kan op grond van dringende redenen, dit ter beoordeling van het college, in afwijking van het eerste lid en de marktcommissie gehoord hebbende, tijdelijk plaatsvinden op een andere dag, op andere tijd, op een andere plaats.

  • 3. Geen markt wordt gehouden op de dagen vermeld in artikel 7, eerste lid sub a en b van de Winkeltijdenwet, behoudens het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van de Verordening op de Winkeltijdenwet.

Artikel 3 Inrichting van de markt

  • 1. Het aantal standplaatsen is vastgesteld zoals aangegeven in bijlage 1.

  • 2. De opstelling en indeling van de markt, waaronder begrepen de vaste standplaatsen, plaatsen voor non-food, plaatsen voor food en plaatsen voor bakken en braden is aangegeven in bijlage 1 op de tekeningen van de marktterreinen.

  • 3. De afmetingen van de standplaats zijn in principe:

    • a.

      voor wat betreft de lengte een veelvoud van 3,8 meter;

    • b.

      voor wat de breedte betreft 2,6 meter;

    • c.

      voor wat de doorloophoogte betreft 2,0 meter.

  • 4. Het college kan bij de toewijzing van de plaatsen afwijken van de standaardmaten.

Artikel 4 Branche-indeling

  • 1. De in bijlage 2 aangegeven artikelen(groepen) mogen op de betreffende markten verhandeld worden met de aangegeven maximum aantal standplaatsen en m2 per branche.

  • 2. Voor het verkrijgen van voor de consument zo aantrekkelijk mogelijke markten kunnen voor elk van de, in bijlage 2, genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan het aantal standplaatsen dat is aangegeven in de desbetreffende bijlage.

Artikel 5 Uitsluiting

  • 1. De volgende artikelgroepen mogen niet op de markt verkocht worden:

    • a.

      2de hands goederen;

    • b.

      aanstootgevende goederen;

    • c.

      goederen die de gezondheid, veiligheid en/of openbare orde in gevaar brengen;

    • d.

      alle producten waarvan verhandelen bij wet is verboden.

  • 2. Het is verboden artikelen, welke niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 3. Het college kan, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde

    artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Artikel 6 De marktcommissie

  • 1. De marktcommissie is een commissie van advies die tot taak heeft het college te adviseren inzake algemene marktaangelegenheden.

  • 2. Met betrekking tot de samenstelling van deze marktcommissie wordt vastgesteld dat:

    • a.

      de commissie bestaat uit minimaal 7 en ten hoogste 9 door het college te benoemen gewone leden, waarvan:

      • -

        1 door de plaatselijke consumentenvertegenwoordiging aan te wijzen lid;

      • -

        1 door de gezamenlijke winkeliers aan te wijzen lid;

      • -

        tenminste 6 marktkooplieden, die een vaste standplaats hebben op de markt, aangewezen op een door de gezamenlijke marktkooplieden te bepalen wijze;

    • b.

      de commissie uit haar midden een voorzitter benoemt;

    • c.

      aan de commissie ambtshalve een secretaris en een marktmeester worden toegevoegd;

    • d.

      ter vervulling van eventuele vacatures de commissie een aanbeveling van zo mogelijk twee personen doet.

  • 3. Met betrekking tot de werkwijze van de commissie wordt vastgesteld dat:

    • a.

      de commissie uitsluitend aan het college inzake algemene marktaangelegenheden adviseert;

    • b.

      Burgemeester en Wethouders ter hunner beoordeling over alle zaken, de markt betreffende, het advies van de commissie kunnen inwinnen;

    • c.

      de commissie voorts uit eigen beweging Burgemeester en Wethouders van advies kan dienen omtrent alle algemene zaken de markt betreffende.

HOOFDSTUK 2 Vergunningen

Artikel 7 Inhoud vergunning

  • 1. Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, wordt vergunning verleend waarin in ieder geval is bepaald:

    • a.

      de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

    • d.

      de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      van wie de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan;

    • j.

      dat de vergunninghouder de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk inneemt.

  • 2. Indien een dagplaats of standwerkerplaats wordt toegewezen, verleent de marktmeester een mondelinge vergunning waarin in ieder geval is vastgesteld:

    • a.

      de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      de branche waarin de vergunninghouder mag verhandelen;

    • c.

      de dag waarop de vergunning geldig is.

Artikel 8 Overschrijving vergunning

  • 1. In geval van overlijden, bereiken pensioengerechtigde leeftijd, dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner, de levenspartner van de vergunninghouder, een kind of de persoon die tezamen met de vergunninghouder de onderneming ter uitoefening van de ambulante handel drijft, en die gedurende een aaneengesloten periode van ten minste de voorafgaande drie jaar de vergunninghouder op zijn standplaats heeft bijgestaan.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een natuurlijk persoon vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende éénzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4. Bij overschrijving van de vergunning op de persoon die tezamen met de vergunninghouder de onderneming ter uitoefening van de ambulante handel drijft geldt dat:

    • a.

      de notariële akte van de onderneming in eigendom aan deze persoon overgaat;

    • b.

      de marktplaats geen economische factor is in de overname.

  • 5. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 9 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoord.

Artikel 10 Doorhalen van inschrijving op de anciënniteitlijst

De inschrijving op de anciënniteitlijst wordt doorgehaald indien:

  • a.

    de vergunning van een houder van een vaste standplaats wordt ingetrokken;

  • b.

    aan de houder van een vaste standplaats vergunning wordt verleend om zich te laten waarnemen.

Artikel 11 Inschrijving op de waarneminglijst

  • 1. De vergunninghouder van een waarnemingplaats wordt met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hem voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen als blijkt uit de anciënniteitlijst op de waarneminglijst ingeschreven.

  • 2. Het college verstrekt de vergunninghouder een schriftelijk bewijs van inschrijving op de waarneminglijst.

  • 3. Op de waarneminglijst wordt vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoord.

Artikel 12 Doorhalen van inschrijving op de waarnemingslijst

De inschrijving op de waarneminglijst wordt doorgehaald indien:

  • a.

    de vergunning van een houder van een waarnemingplaats wordt ingetrokken of deze daarom verzoekt;

  • b.

    de waarnemer vergunning verleend wordt voor het zelfstandig innemen van een vaste

HOOFDSTUK 3 Toewijzen en bezetten van standplaatsen

Artikel 13 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkerplaats.

Artikel 14 Het toewijzen van een vaste standplaats

  • 1. Indien een vaste plaats beschikbaar komt zal de plaats worden toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst.

  • 2. Indien een vaste plaats beschikbaar komt en op basis van het eerste lid van dit artikel niemand in aanmerking komt voor een vaste plaats zal de plaats worden toegewezen aan de vergunninghouder van een waarnemingplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen.

  • 3. Indien een vaste plaats beschikbaar komt en op basis van het eerste en tweede lid van dit artikel niemand in aanmerking komt voor een vaste plaats dan zal dit, met vermelding van de, bij of krachtens deze bepaling, mogelijke branches, gepubliceerd worden in een vakblad en op de gemeente pagina van de gemeente.

    Toewijzing geschiedt, voorzover men aan de volgende regels voor toewijzing voldoet:

    • a.

      publicatie dient pas plaats te vinden, gezien lid 1en 2, indien:

      • I

        de waarnemer die gedurende een aaneengesloten periode van ten minste het voorafgaande jaar de vergunninghouder op zijn standplaats heeft waargenomen, niet is geïnteresseerd in de vrijkomende standplaats ter voorzetting van de bestaande handel in de betreffende branche;

      • II

        er geen medewerker van de vertrekkende vergunninghouder, die gedurende een aaneengesloten periode van ten minste het voorafgaande jaar de vergunninghouder op zijn standplaats heeft bijgestaan, is geïnteresseerd in de vrijkomende standplaats ter voorzetting van de bestaande handel in de betreffende branche.

      Hierbij wordt aangetekend dat de marktplaats geen economische factor is bij overdracht van de markthandel aan de waarnemer of de medewerker en dat de waarnemer voor de medewerker gaat.

    • b.

      een aanvraag dient voor zover mogelijk op de criteria kwaliteit en duurzaamheid te worden beoordeeld;

    • c.

      voorkeur voor jeugdige (leeftijd tot en met 25 jaar) startende marktkooplieden mits zij voldoen aan het gestelde in artikel 6 van de Marktverordening;

    • d.

      voorkeur voor Veenendaalse marktkooplieden boven regionale en nationale sollicitanten;

    • e.

      voorkeur voor een eco-/biologische marktkoopman in de food sector voor zover:

      • I

        nog geen eco-/biologische standplaats in betreffende food branche is ingevuld;

      • II

        de sollicitant officieel erkend is als eco-/biologische marktkoopman;

      • III

        de sollicitant een geldig keurmerk heeft voor de te verkopen eco-/biologische producten in de betreffende branche.

  • 4. Indien meerdere aanvragen binnenkomen die aan dezelfde regels van toewijzing voldoen zal de marktcommissie middels loting de volgorde bepalen.

Artikel 15 Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen. Op dinsdag en zaterdag gemeld vóór 8.00 uur en op vrijdag vóór 9.30 uur ter plaatse bij de marktmeester.

  • 2. De marktkoopman dient bij aanmelden over de bescheiden zoals bedoeld in artikel 6 van de marktverordening te beschikken en deze te kunnen overleggen aan de marktmeester.

  • 3. Aanvragers voor een dagplaats met een artikel of artikelsoort dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd hebben voorrang op de aanvragers met artikelen of artikelsoorten die wel op de markt vertegenwoordigd zijn.

  • 4. De branche waaraan een dagplaats mag worden toegewezen:

    • a.

      standplaatsen worden alleen toegekend mits het volgens de brancheverdeling niet concurrerende handel betreft;

    • b.

      standplaatsen worden toegekend met dien verstande, dat voor de branches die op de betreffende markt reeds voldoende zijn vertegenwoordigd slechts eenmaal per maand een standplaats wordt uitgegeven;

    • c.

      standplaatsen in de food-sector worden niet uitgegeven;

    • d.

      toewijzing dagplaats kan alleen geschieden voor een branche anders dan de gebruikelijke branche van deze standplaats.

  • 5. Indien het aantal aanvragers het aantal beschikbare dagplaatsen overtreft geschiedt toewijzing via loting door de marktmeester. Loting vindt plaats bij aanvang van de markt.

Artikel 16 Toewijzing standwerkerplaats

  • 1. Toewijzing van een standwerkerplaats geschiedt door de marktmeester met inachtneming van:

  • a. het bepaalde in artikel 15, lid 4 en 5;

  • b. dat standwerkers met 2de hands goederen of uitzoekhandel worden uitgesloten voor een standwerkerplaats

  • 2. De standwerker dient aan de vereisten van artikel 6 van de Marktverordening te voldoen.

  • 3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 4. Indien zich bij aanvang van de markt geen standwerker melden kunnen de standwerkerplaatsen als dagplaatsen worden uitgegeven.

Artikel 17 Toewijzing waarnemingplaats

  • 1. De vergunninghouder van een vaste plaats kan een vergunning aanvragen om zijn vaste standplaats te laten waarnemen door een met name genoemde natuurlijke persoon.

  • 2. De waarnemer moet een natuurlijk persoon zijn, die persoonlijk voldoet aan het bepaalde in artikel 6 van de Marktverordening.

  • 3. De vergunninghouder aan wie een waarnemingplaats is toegekend wordt van de anciënniteitlijst overgeschreven naar de waarneminglijst met inachtneming van de branche-indeling. De opbouw van anciënniteit stopt op het moment van overschrijving naar de waarneminglijst.

HOOFDSTUK 4 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 18 Innemen van een standplaats met eigen materiaal

  • 1. Op verzoek kan in de vergunning van een vaste standplaatshouder toestemming worden verleend om met eigen materiaal, te weten verkoopwagens en/ of parasols zijn standplaats in te nemen.

  • 2. Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

    • b.

      een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal;

    • c.

      foto's van het eigen materiaal;

    • d.

      indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal alsmede de te gebruiken apparatuur kunnen worden overlegd.

  • 3. De in het tweede lid, sub d genoemde apparatuur moet jaarlijks opnieuw gekeurd worden.

  • 4. In dien de in het tweede lid genoemde bewijsstukken ook na verzoek tot aanvulling van de aanvraag niet tijdig zijn ontvangen wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 5. De toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      het eigen materiaal technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt zoals aangegeven op de tekeningen in bijlage 1;

    • b.

      het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 19 genoemde eisen.

Artikel 19 Eisen eigen materiaal

  • 1. Voorwaarden voor het gebruik van verkoopwagens:

    • a.

      inpasbaar zijn binnen de afmetingen van de standplaatsen (2.1 x 3.8 x 2.6 m);

    • b.

      inpasbaar volgens brancheverdeling;

    • c.

      praktisch inpasbaar gezien structurering van het marktterrein;

    • d.

      logistiek inpasbaar in de kramenopstelling;

    • e.

      de zijkanten van de verkoopwagen dienen open te kunnen;

    • f.

      representatief uiterlijk;

    • g.

      deugdelijke kwaliteit.

  • 2. Voorwaarden voor het gebruik van parasol(s) i.p.v. standaard huurkraam en/of eigen materiaal eronder:

    • a.

      de te gebruiken materialen dienen representatief en van deugdelijke kwaliteit te zijn;

    • b.

      zogenaamde tafelopstellingen dienen voorzien te zijn van een voorzeil;

    • c.

      opstellingen mogen geen hinder en belemmeringen opleveren voor de op- en afbouw van de warenmarkt waarbij de vergunninghouder zich in alle omstandigheden dient aan te passen.

    • d.

      bij de opstelling dient de vergunninghouder rekening te houden met een standaardafmeting van 3.80 (breed) x 3.80 meter(diep) en een minimale doorloophoogte van 2.00 meter;

    • e.

      opstellingen dienen inpasbaar te zijn in de structurering van de warenmarkt;

    • f.

      voor verankering van de parasols dient men gebruik te maken van de bestaande bevestigingsogen die in het straatwerk zijn aangebracht;

    • g.

      materialen kunnen zonodig worden getoetst door de commissie die belast is met de beoordeling van verkoopmaterialen. Deze commissie bestaat uit 4 leden waarvan er twee door de marktcommissie worden aangewezen en twee leden door burgemeester en wethouders worden aangewezen;

    • h.

      adviezen die door deze commissie worden gegeven moeten onverwijld worden opgevolgd.

  • 3. Ander materiaal, dan in lid 1 en 2 genoemd, is niet toegestaan wegens het mogelijk ontstaan van logistieke problemen:

    • a.

      immers het gelijktijdig op- en afrijden levert problemen op vanwege de geringe doorgang;

    • b.

      tevens ontstaan er dan problemen bij het gelijktijdig opbouwen van een groot aantal kramen.

Artikel 20 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1. De vergunninghouder neemt persoonlijk de standplaats in waarvoor hem vergunning is verleend. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven als hem daarvoor geen (waarneming)vergunning of ontheffing is verleend door het college.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 21 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 22 en 23.

Artikel 22 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit mee aan de marktmeester. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

  • 4. Periode van afwezigheid wegens ziekte kan maximaal 2 jaar duren omdat daarna veelal sprake zal zijn van arbeidsongeschiktheid;

  • 5. Ontheffing voor overleggen geneeskundige verklaring gezien lid 3 kan voor maximaal 2 jaar worden verleend.

  • 6. Incidenteel kortstondige afwezigheid van maximaal 1½ uur inzake bedrijfs- en sociale verplichtingen is toegestaan zonder mededeling of ontheffing.

  • 7. Voor bijzondere omstandigheden geldt dat:

    • a.

      dit zaken van incidentele (1-malige) aard dienen te zijn;

    • b.

      het geen structureel cq. repeterend karakter mag aannemen;

    • c.

      dit altijd vooraf met de marktmeester wordt overlegd en toestemming verleend wordt door de marktmeester.

Artikel 23 Ontheffing en waarneming

  • 1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten waarnemen door een met name genoemde persoon, die voldoet aan het gestelde in artikel 6 van de Marktverordening.

  • 3. Er zal geen tijdelijke ontheffing verleend worden bij langere afwezigheid dan 6 maanden. Gezien artikel 22, lid 3, 4 en 5 kan de vergunninghouder na 6 maanden een aanvraag in dienen conform artikel 17.

Artikel 24 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 25 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen. Ontheffing geldt in geval bijzondere omstandigheden zoals aangegeven bij artikel 22 lid 7.

  • 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats op dinsdag en zaterdag niet uiterlijk om 8.00 uur en op vrijdag niet uiterlijk om 9.30 uurheeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt. Op de aldus aangemerkte dagplaats mogen alleen goederen uit een andere branche dan de gebruikelijke voor deze standplaats worden verhandeld.

  • 4. Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

  • 5. De vergunninghouder aan wie een vergunning met een verkoopwagen is toegewezen, dient tijdig op het marktterrein aanwezig te zijn teneinde problemen tijdens het inrijden te voorkomen.

HOOFDSTUK 5 Overige bepalingen

Artikel 26 Obstakels en welstand

  • 1. Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren.

  • 2. De kramen of andere verkoopinrichtingen die op de marktterreinen worden gebruikt of geplaatst, alsmede de boven- en achterzeilen die worden aangebracht of gebruikt, moeten voldoen aan de eisen daaraan door of namens het college te stellen.

Artikel 27 Schoonhouden en opleveren standplaats

De vergunninghouder dient:

  • a.

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen;

  • c.

    voordat hij het marktterrein verlaat, zijn standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en zelf voor de afvoer van zijn marktafval zorg te dragen;

  • d.

    aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen, als aan hem vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen. Hij dient de volle afvalbakken leeg te maken. Dit afval hoort ook bij het bedrijfsafval van de vergunninghouder;

  • e.

    een vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient hiervoor maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester en zo nodig op zijn aanwijzingen te geschieden.

Artikel 28 Het gebruik van geluidsapparatuur, electra en kook-, bak- enverwarmingsapparatuur

  • 1. Het is verboden bij het betrekken elektriciteit:

    • a.

      gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

    • b.

      elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

  • 2. Het is verboden geluidsapparatuur:

    • a.

      op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid;

    • b.

      radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats aanwezig te hebben voor een ander doel dan verkoop daarvan.

  • 3. De voorwaarden voor het gebruik van kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn:

    • a.

      apparatuur dient te voldoen aan de wettelijke eisen;

    • b.

      deugdelijke kwaliteit;

    • c.

      toegestaan voor zover voorgeschreven en verplicht bij artikelgroepen/branches.

Artikel 29 Uitstallingen

  • 1. Uitstallingen zijn alleen toegestaan na verleende toestemming daarvoor van de marktmeester.

  • 2. Toestemming voor uitstallingen kan alleen worden verleend indien er sprake is van een vrije doorgang zonder obstakels van 3 meter breed en 2 meter hoog.

  • 3. Op de aanrijroute van hulpverlening kan alleen toestemming worden verleend voor uitstallingen indien er sprake is van een vrije doorgang van 4 meter breed en 4,5 meter hoog.

  • 4. Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend, moeten onmiddellijk op eerste

    aanzegging van de marktmeester worden verwijderd.

Artikel 30 Het stallen van rij- en voertuigen

  • 1. Alleen voertuigen in de vorm van aanhangwagens op marktdagen achter de kramen zijn toegestaan mits ze voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      binnen de vastgestelde standplaats afmetingen geplaatst;

    • b.

      maximale hoogte 1.8 m;

    • c.

      maximale breedte 1.5 m;

    • d.

      maximale lengte 2.25 m;

    • e.

      praktisch inpasbaar gezien structurering van het marktterrein;

    • f.

      logistiek inpasbaar in de kramenopstelling;

    • g.

      representatief uiterlijk;

    • h.

      deugdelijke kwaliteit.

  • 2. Het is verboden zich op marktdagen met een (motor)voertuig op het marktterrein te bevinden of een (motor)voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door het college is aangewezen.

Artikel 31 Algemene veiligheidsnormen

  • 1. In het kader van brandpreventie gelden de volgende regels:

    • a.

      elektrische gloeilampen dienen zo te worden gemonteerd dat zij niet in aanraking kunnen komen met gemakkelijk brandbare stoffen;

    • b.

      losse kabels moeten zich op een hoogte van ten minste 2,5 meter boven de grond bevinden of de kabels die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met afdekmatten, dit ter goedkeuring van de marktmeester. Verder dienen elektriciteitkabels van deugdelijke kwaliteit te zijn en bij gebruik volledig van de haspel te zijn afgerold;

    • c.

      bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt, moet een doelmatig blusapparaat alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn (bijvoorbeeld koolzuur sneeuwblusser met een vulling van 6 kilogram of een poederblusser met een vulling van ten minste 6 kilogram;

    • d.

      een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleidt;

    • e.

      een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasflessen zijn verbonden;

    • f.

      lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld;

    • g.

      emballage en verpakkingsmateriaal mag niet in of nabij open vuur aanwezig zijn;

    • h.

      ballons met brandbaar gas gevuld, mogen niet aanwezig zijn;

    • i.

      het gebruik van LPG anders dan brandstof voor motorvoertuigen is niet toegestaan;

    • j.

      de zeilen (tentdoek) dienen te voldoen aan de DIN 4102/B1-B2. de normering M1-M2 is altijd terug te vinden in de randen van het tentdoek. Bij gebruik van tentdoek welke voldoet aan de norm dient er een (kopie)certificaat aanwezig te zijn.

  • 2. Het gebruik van kook- en bakinstallaties en van verwarmingsapparatuur is alleen toegestaan na verleende goedkeuring.

Artikel 32 Afgelasting markt

  • 1. Indien bij aanvang van de markt of gedurende de tijdperiode waarop de markt wordt gehouden, weerinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de standplaatshouder, het publiek en/of objecten op of in de nabijheid van het marktterrein waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan de marktmeester:

    • a.

      de vergunninghouder verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen;

    • b.

      te beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

    • c.

      te beslissen de markt niet te laten aanvangen;

    • d.

      te beslissen de markt onmiddellijk te beëindigen.

  • 2. Van de in het vorige lid bedoelde situatie(s) is in ieder geval sprake indien:

    • a.

      er voor aanvang van de markt sprake is van weersomstandigheden boven windkracht 8 beaufort, dan wel deze weersomstandigheden op korte termijn worden voorspeld;

    • b.

      er tijdens de markt sprake is van snel verslechterende weersomstandigheden zodanig dat sprake is van storm of orkaankracht, dan wel deze weersomstandigheden op korte termijn, voor het einde van de markt, worden voorspeld.

HOOFDSTUK 6 Straf-, overgang- en slotbepalingen

Artikel 33 Schorsing

De volgende procedure voor overtreding van het bepaalde gevolgd door schorsing/intrekken vergunning geldt:

marktmeester constateert overtreding ==>

marktmeester geeft aanwijzing ==>

geen gevolg geven aan aanwijzing marktmeester ==>

waarschuwingbrief ==>

bij hercontrole marktmeester blijkt zelfde overtreding tijdens de eerstvolgende keer dat de standplaats wordt ingenomen ==>

schriftelijke mededeling voornemen tot schorsing/intrekken vergunning ==>

zienswijze overtreder (hoorzitting) ==>

schorsen/intrekken vergunning.

Daarna volgt een eerste schorsing van maximaal 2 achtereenvolgende dagen en een tweede schorsing van maximaal 4 achtereenvolgende dagen voor de overtreding. Dit met een maximum van 2x schorsen binnen 12 maanden. Tot slot volgt intrekking van de vergunning bij herhaling van de overtreding binnen 12 maanden na de laatste schorsing.

Artikel 34 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

  • 1. De volgende procedure voor uitsluiting dagplaatshouder/standwerker geldt:

    marktmeester constateert minimaal 2 overtredingen op dezelfde marktdag ==>

    marktmeester geeft aanwijzing op dezelfde marktdag ==>

    geen gevolg geven aan aanwijzing marktmeester ==>

    marktmeester waarschuwt op dezelfde marktdag voor uitsluiting ==>

    geen gevolg geven aan waarschuwing marktmeester ==>

    uitsluiting toewijzing dagplaats of standwerkerplaats conform artikel 10 van de marktverordening.

  • 2. Een standwerker wordt alleen als standwerker geaccepteerd als hij overeenkomstig het gestelde in artikel 1f en artikel 16 handelt.

Artikel 35 Benaming

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Uitvoeringsbesluit gemeente Veenendaal 2005.

Artikel 36 Inwerkingtreding

  • 1. Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 oktober 2005.

  • 2. Dit reglement vervangt het Uitvoeringsbesluit behorend bij "Marktverordening gemeente Veenendaal 2000" zoals in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van 8 mei 2001 werd vastgesteld.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders, gehouden op 20 september 2005.

Bijlage 1

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 2