Regeling vervallen per 31-12-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende Uitvoeringsregeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Geldend van 01-01-2018 t/m 30-12-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende Uitvoeringsregeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Artikel 1

Aan de ambtenaar die woonachtig is verder dan 10 kilometer van de standplaats (of verder dan 10 kilometer van de standplaats gaat wonen) en aan wie geen verhuisplicht is opgelegd, kan een onbelaste reiskostenvergoeding woon-werkverkeer worden verstrekt.

Lid 1 

Indien de ambtenaar gebruik maakt van het openbaar vervoer wordt een jaartrajectabonnement 2e klas vergoed.

Lid 2 

Indien tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling geen openbaar vervoer aanwezig is, of om praktische redenen geen gebruik kan worden gemaakt van het openbaar vervoer, en men gebruik maakt van een vervoermiddel, dan wordt het bedrag van de tegemoetkoming in de reiskosten gebaseerd op € 130,- vermenigvuldigd met een breuk, waarbij de noemer 40 is en de teller de daadwerkelijke afstand tussen de woonplaats en de standplaats bedraagt. De teller is maximaal 40. Voor het bepalen van de reisafstand wordt gebruik gemaakt van de ANWB-routeplanner (kortste route), behalve bij de ambtenaar waarvan de enkele reisafstand tussen de woonplaats en de standplaats tussen de snelste en de kortste route van de ANWB-routeplanner meer dan 7 kilometer bedraagt. Als de enkele reisafstand tussen de snelste en kortste route meer dan 7 kilometer bedraagt, dan wordt de snelste route van de ANWB routeplanner aangehouden.

Artikel 2

Het bedrag van de tegemoetkoming in de reiskosten genoemd in artikel 1, tweede lid, zal vanaf 1 januari 2009 jaarlijks worden aangepast aan de procentuele prijsstijging die in de begroting van de gemeente Veenendaal is opgenomen.

Artikel 3

Indien ten gevolge van wijziging van woonplaats de dagelijks af te leggen afstand tussen woon- en plaats van tewerkstelling kleiner of groter wordt, zal het aantal kilometers opnieuw worden bepaald en de vergoeding aan de uitkomst daarvan worden aangepast.

Artikel 4

Lid 1 

Voor het heen en weer reizen tussen woning en plaats van tewerkstelling met de eigen auto heeft de ambtenaar gedurende 11 maanden per jaar recht op een tegemoetkoming in de reiskosten als bedoeld in artikel 1, tweede lid. De hoogte van de tegemoetkoming wordt op 1 januari van het kalenderjaar vastgesteld, en, ingeval van indiensttreding in de loop van het jaar, op het tijdstip van indiensttreding. De tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald.

Lid 2 

Indien de ambtenaar op minder dan 5 dagen per week heen en weer reist tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling met de eigen auto, wordt het bedrag van de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1, tweede lid, vastgesteld naar rato van het aantal dagen dat de ambtenaar per week reist.

Lid 3 

Indien de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1, tweede lid, minder zou bedragen dan € 5 per maand wordt deze niet uitbetaald.

Lid 4 

Bij afwezigheid wegens ziekte wordt de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1, tweede lid, doorbetaald tot de eerste dag van de tweede maand, volgende op de maand waarin de ambtenaar ziek is geworden.

Lid 5 

Bij onderbreking van de ziekteperiode van minder dan 5 aaneengesloten arbeidsdagen telt de in lid 4 genoemde termijn gewoon door.

Lid 6 

Bij afwezigheid wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof, voltijds ouderschapsverlof, buitengewoon verlof en onbetaald verlof wordt de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1, tweede lid, doorbetaald tot de eerste dag van de eerste maand, volgend op de maand dat de ambtenaar met verlof is gegaan.

Lid 7 

Bij uitdiensttreding wordt de vergoeding als bedoeld in artikel 1, eerste lid, met ingang van de eerste dag van de eerste maand volgend op de maand dat de ambtenaar uit dienst is gegaan, naar evenredigheid verminderd en met het nettoloon verrekend.

Artikel 5

Voorzover de reiskostenvergoedingen ter zake van het woon-werkverkeer in het kalenderjaar of in een loontijdvak bovenmatig zijn, strekken ze mede tot vergoeding van reiskosten ter zake van dienstreizen die de gemeente Veenendaal in zoverre nog wel aanvullend belastingvrij kan vergoeden. De saldering vindt uiterlijk plaats in de eerste maand na het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft. Ingeval de dienstbetrekking in de loop van het kalenderjaar is geëindigd, vindt saldering uiterlijk plaats in de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dienstbetrekking is geëindigd.

Artikel 6

De noodzakelijk te maken reiskosten die een sollicitant moet maken worden vergoed op basis van de kosten van openbaar vervoer. Indien de sollicitant gebruik maakt van de eigen auto dan worden de reiskosten vergoed tegen een kilometerprijs van € 0,09.

Ondertekening

5 december 2017