Regeling vervallen per 02-12-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent rechtspositie (Verordening rechtspositie wethouders en raads- en commissieleden gemeente Veenendaal)

Geldend van 29-12-2017 t/m 01-12-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent rechtspositie (Verordening rechtspositie wethouders en raads- en commissieleden gemeente Veenendaal)

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2017, nr. 396018;

gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders en de artikelen 7a, vierde lid, 13, tweede lid en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Besluit

vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders en raads- en commissieleden gemeente Veenendaal

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • b.

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in sub a, dat niet tevens lid van de raad is of ambtenaar, die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • c.

    raadslid: een lid van de raad van de gemeente Veenendaal;

  • d.

    schaduw-raadslid: een commissielid van een raadscommissie, ingesteld op grond van artikel 82 van de Gemeentewet;

  • e.

    gemeentesecretaris: de op grond van artikel 102 van de Gemeentewet door het college benoemde functionaris;

  • f.

    griffier: de op grond van artikel 107 van de Gemeentewet door de raad benoemde functionaris;

  • g.

    wethouder: de op grond van artikel 35 van de Gemeentewet door de raad benoemde politieke ambtsdrager;

  • h.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • i.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2004, Stcrt. 41;

  • j.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244.

HOOFDSTUK II VOORZIENINGEN VOOR RAADS- EN COMMISSIELEDEN

Artikel 2 Verhoging vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen in verband met bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

Een commissielid, niet zijnde een schaduw-raadslid, als bedoeld in artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ontvangt een nader door het college te bepalen vergoeding.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten

  • 1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid en 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 2. De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

    • a.

      Artikel 4 Buitenlandse excursie of reis

    • b.

      De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 5 Scholing

  • 1. Raads- of schaduw-raadsleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of schaduw-raadslid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De griffier beslist op de aanvraag.

  • 4. De maximale vergoeding van de scholing bedraagt € 500,- per jaar per persoon.

  • 5. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde fracties op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 6 Bruikleen I-pad

  • 1. Raads- of schaduw-raadsleden aan wie op aanvraag een I-pad en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier.

Artikel 7 Collectieve verzekeringen

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders sluit ten behoeve van de raadsleden één of meer collectieve verzekeringen af, waarbij wordt voorzien in de opbouw van een ouderdomspensioen en in geldelijke voorzieningen bij invaliditeit en overlijden.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van raadsleden die zijn benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, als bedoeld in artikel X10 van de Kieswet.

Artikel 8 Aanwijzen als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen en verstrekkingen genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

HOOFDSTUK III VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS

Artikel 9 Zakelijke reis- en verblijfkosten

  • 1. Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie.

  • 2. Over een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, wordt de raad geïnformeerd.

Artikel 10 Bruikleen I-pad

  • 1. Wethouders aan wie op aanvraag een I-pad en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris.

Artikel 11 Communicatieapparatuur

  • 1. Wethouders aan wie voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon en abonnement in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris.

Artikel 12 Verhuis-, reis- en pensionkosten en kosten bij benoeming

Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 13 Werkkostenregeling

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

HOOFDSTUK IV DE PROCEDURE VAN DECLARATIE

Artikel 14 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 15 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur;

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door:

    • a.

      raads- en schaduw-raadsleden ingediend bij de griffier;

    • b.

      wethouders en commissieleden, niet zijnde schaduw-raadsleden, ingediend bij de gemeentesecretaris.

HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders en raads- en schaduw-raadsleden 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Veenendaal.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2017,

mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk

griffier

P.A. Zoon

voorzitter