Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent begraafplaats en rouwcentrum De Munnikenhof (Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en rouwcentrum De Munnikenhof Veenendaal)

Geldend van 24-07-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent begraafplaats en rouwcentrum De Munnikenhof (Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en rouwcentrum De Munnikenhof Veenendaal)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

gelet op

de artikelen 8, tweede lid, 11, tweede lid, 12, eerste en tweede lid, 14 en 19, tweede lid en 27, tweede lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en rouwcentrum De Munnikenhof Veenendaal

besluit:

vast te stellen de Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en rouwcentrum De Munnikenhof Veenendaal.

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen;

  • b.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid geboden wordt tot het doen begraven van overledenen jonger dan 12 jaar;

  • c.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats aan de Munnikenweg;

  • f.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

  • h.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, algemeen kindergraf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • i.

    graf: een zandgraf of keldergraf inclusief grafbedekking en stoffelijke resten;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of -gedenkplaats;

  • k.

    keldergraf: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet; keldergraven kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • l.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • m.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    1. het doen begraven en begraven houden van overledenen;

    2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • n.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    1. het doen begraven en begraven houden van overledenen jonger dan 12 jaar;

    2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overledenen jonger dan 12 jaar;

  • o.

    particuliere plaats in de urnentuin: een plaats in de urnentuin, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van as in een urn;

  • p.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • q.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen zonder urnen;

  • r.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • s.

    rouwbezoek: bezoek van de overledene onder begeleiding van de uitvaartverzorger;

  • t.

    rouwcentrum: het gemeentelijk rouwcentrum De Munnikenhof en het daaromheen gelegen terrein, inclusief de parkeerplaats, zoals aangegeven op een bij deze nadere regels behorende tekening;

  • u.

    uitvaartverzorger: degene op wiens naam en voor wiens rekening en risico het gebruik van het rouwcentrum plaatsvindt;

  • v.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • w.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • x.

    24-uurs rouwkamer: een 24 uur per dag en 7 dagen per week toegankelijke ruimte om overledenen op te baren;

  • y.

    Historisch waardevol graf: graf dat ouder is dan 30 jaar en voldoet aan de criteria zoals neergelegd in deze regels;

  • z.

    Oorlogsgraf: een graf van een overledene die een bewezen oorlogsdaad heeft verricht in het belang van de gevechtshandelingen of het verzet, resp. is overleden ten gevolge van oorlogshandelingen;

  • aa.

    Beeldkwaliteitsplan; Een beeldkwaliteitsplan wordt opgesteld om de beeldkwaliteit in een bepaald gebied te creëren, te verbeteren of veilig te stellen;

  • bb.

    Adviescommissie; De adviescommissie ingesteld door het college om gevraagd en ongevraagd te adviseren over het aanwijzen en beheren van historische graven op de begraafplaats;

  • cc.

    Publicatiegraven; graven waarvan het grafrecht binnen een jaar verloopt;

  • dd.

    Afstandsgraven; graven waarvan afstand is gedaan van grafrecht.

Hoofdstuk II Afmetingen oppervlakte, aantal overledenen, gedenktekens, verstrooiingsplaats en grafbedekking

Artikel 2 Afmetingen oppervlak graven, urnennissen, urnenkelders

De afmetingen van het grafoppervlak van:

  • a.

    een particulier graf bedragen maximaal (lxb) 275 cm x 125 cm;

  • b.

    een particulier urnengraf bedragen maximaal (lxb) 50 cm x 50 cm;

  • c.

    een particuliere urnennis bedragen maximaal (lxbxd) 35 cm x 35 cm x 35 cm;

  • d.

    een particuliere urnenkelder bedragen maximaal (lxbxh) 50 cm x 50 cm x 50 cm;

  • e.

    een particulier keldergraf bedragen maximaal (lxb) 300 cm x 150 cm;

  • f.

    een algemeen graf bedragen maximaal (lxb) 275 cm x 125 cm;

  • g.

    een algemeen kindergraf bedragen maximaal (lxb) 200 cm x 100 cm;

  • h.

    een particuliere urnengraf bedragen maximaal lxb 100 cm x 60 cm.

Artikel 3 Aantal overledenen per graf en asbussen

  • 1.

    In een particulier graf kunnen maximaal 3 overledenen worden begraven.

  • 2.

    Per particulier graf kunnen maximaal 3 asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

  • 3.

    In een algemeen graf kunnen - afhankelijk van de plaats op de begraafplaats - maximaal 2 of 3 overledenen worden begraven.

  • 4.

    In een particulier urnengraf kunnen 4 asbussen zonder urn worden bijgezet.

  • 5.

    In een algemeen urnengraf kunnen maximaal 3 asbussen zonder urn worden bijgezet.

  • 6.

    In een particuliere urnennis kunnen maximaal 3 asbussen zonder urn worden bijgezet.

  • 7.

    In een particuliere urnenkelder kunnen maximaal 3 asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

  • 8.

    In een particulier urnengraf kunnen maximaal 3 asbussen zonder urn worden bijgezet.

Artikel 4 Melding gedenkteken

  • 1.

    Een melding voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken wordt van tevoren schriftelijk bij het college gedaan. Bij de melding wordt een werktekening gevoegd waarbij aangegeven wordt:

    • een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

    • of op de linker, voor- of bovenzijde van het monument het nummer van het graf wordt aangebracht.

  • 2.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 3.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 4.

    Gedenktekens worden deugdelijk bevestigd op gewapende betonnen platen van de volgende afmetingen:

    • a.

      voor een keldergraf: een afmeting gelijk aan die van het gedenkteken een dikte van 6,5 cm;

    • b.

      voor een particulier graf met een liggend gedenkteken dan wel een combinatie van een liggend en een staand gedenkteken: een afmeting gelijk aan die van het gedenkteken en een dikte van 5 cm;

    • c.

      voor een particulier graf met een staand gedenkteken, met of zonder beplanting: een afmeting van 60 cm x 90 cm en een dikte van 5 cm.

Artikel 5 Afmetingen gedenktekens en grafbedekking

  • 1.

    De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier graf voor twee of drie personen boven de twaalf jaar bedraagt:

    – staand gedenkteken (hxbxd): 120 cm x 90 cm x 12 cm;

    – liggend gedenkteken (lxbxd): 200 cm x 90 cm x 25 cm.

  • 2.

    De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier keldergraf bedraagt:

    – staand gedenkteken (hxbxd): 120 cm x 120 cm x 12 cm;

    – liggend gedenkteken (lxbxd): 240 cm x 120 cm x 25 cm.

  • 3.

     De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op twee particuliere graven voor twee of drie personen naast elkaar bedraagt:

    – staand gedenkteken (hxbxd): 120 cm x 180 cm x 12 cm;

    – liggend gedenkteken (lxbxd): 200 cm x 180 cm x 25 cm.

  • 4.

    De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op twee particuliere keldergraven voor twee of drie personen naast elkaar bedraagt:

    – staand gedenkteken (hxbxd): 120 cm x 200 cm x 12 cm;

    – liggend gedenkteken (lxbxd): 240 cm x 270 cm x 25 cm.

  • 5.

    De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier graf voor een kind van nul tot twaalf jaar bedraagt:

    – staand gedenkteken (hxbxd): 100 cm x 80 cm x 12 cm;

    – liggend gedenkteken (lxbxd): 160 cm x 80 cm x 25 cm.

  • 6.

    De tegels op een particulier urnengraf hebben een afmeting van (lxbxh): 48cm x 48cm x 2 cm.

  • 7.

    De urn in de urnentuin heeft een afmeting van 50 cm x 50 cm x 12 cm.

  • 8.

    Op een algemeen graf mogen geen gedenktekens worden aangebracht dan een voorgeschreven naamplaat van (lxbxh): 60 cm x 50 cm x 12 cm.

  • 9.

    Oude gedenktekens worden bij vervanging in dezelfde afmetingen herplaatst.

  • 10.

    De maximale maat van de grafbedekking is gelijk aan de maximale maat voor een liggend gedenkteken.

  • 11.

    Losse materialen zoals grind, steenachtig materiaal of beplanting kunnen alleen worden aangebracht binnen de maximale maat voor grafbedekking.

  • 12.

    Indien losse steenachtige materialen (zoals grind) worden gebruikt als grafbedekking worden deze opgesloten in een kantopsluiting van duurzame materialen.

Artikel 6 Voorwerpen en beplanting

  • 1.

    Op een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf en een algemeen graf kunnen potplanten, losse bloemen, bloemen in vazen of andere losse voorwerpen worden geplaatst.

  • 2.

    De oppervlakte van een particulier (kinder)graf kan door de rechthebbende van het graf worden beplant met gewassen. De beplanting mag, ook in volwassen staat, de vastgestelde maat voor grafbedekking niet overschrijden of moet door snoei binnen de gestelde proporties worden gehouden. De gewassen mogen niet hoger zijn dan 120 cm.

  • 3.

    Gewassen die buiten de in lid 2 bedoelde oppervlakte geplant worden, overhangen of de hoogte zoals in lid 2 is opgenomen overschrijden, kunnen van gemeentewege verwijderd worden zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de gebruiker indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.Op het strooiveld mogen geen planten of andere gedenktekens worden achtergelaten.

Artikel 7 Tijdstip van plaatsing van gedenktekens

  • 1.

    Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken wordt tenminste 2 werkdagen van tevoren kenbaar gemaakt aan de beheerder. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden worden uitgevoerd. Eventuele aanwijzingen worden stipt opgevolgd.

  • 2.

    Het plaatsen van de gedenktekens vindt plaats tijdens openingstijden mits geen begrafenis of asbezorging plaatsvindt.

  • 3.

    De uitgevoerde werkzaamheden worden ter goedkeuring gemeld bij de beheerder dan wel het daartoe aangewezen personeel. Eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken worden alsnog uitgevoerd of verholpen.

Artikel 8 Verstrooiingsplaats

Op de begraafplaats zijn enkele verstrooiingsplaatsen aanwezig. Deze zijn aangegeven op de bij deze nadere regels behorende bijlage 1. Op dit terrein kan de as worden verstrooid van de overledene.

Hoofdstuk III Rouwcentrum De Munnikenhof

Artikel 9 Bestemming rouwcentrum

  • 1.

    Het rouwcentrum is bestemd om te worden gebruikt voor:

    • a.

      het gekoeld bewaren en opbaren van overledenen;

    • b.

      condoleancebezoeken;

    • c.

      rouwbezoeken;

    • d.

      uitvaartdiensten.

  • 2.

    Ander gebruik dan in lid 1 genoemd is alleen mogelijk met schriftelijke toestemming van het college. Het college kan aan die toestemming voorwaarden verbinden.

  • 3.

    Het terrein van het rouwcentrum is aangegeven in de bij deze nadere regels behorende

Artikel 10 Openstelling rouwcentrum

  • 1.

    Het rouwcentrum is van maandag tot en met vrijdag open van 8.30 uur - 16.30 uur en uitsluitend na afspraak van maandag tot en met vrijdag van 16.30 uur - 22.30 uur en op zaterdag voor condoleances.

  • 2.

    Rouwbezoek in een 24-uurs rouwkamer is mogelijk gedurende 24 uur per dag.

Artikel 11 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is verboden:

    • a.

      zich in het rouwcentrum te bevinden buiten de openingstijden, anders dan met toestemming van de beheerder;

    • b.

      op het terrein en in het rouwcentrum honden mee te nemen, met uitzondering van geleidehonden voor slechtzienden, blinden en gehandicapten;

    • c.

      op het terrein en in het rouwcentrum voor derden bloemen of andere artikelen of diensten te koop aan te bieden;

    • d.

      op het terrein of in het rouwcentrum op enigerlei wijze reclame te maken voor handel, beroep of bedrijf.

  • 2.

    Het is verboden op het terrein van het rouwcentrum:

    • a.

      met voertuigen te rijden met een hogere snelheid dan 10 km per uur;

    • b.

      rijwielen, bromfietsen of motorrijwielen op het terrein van het rouwcentrum mee te voeren anders dan met het doel deze in de daarvoor bestemde bewaarplaats te stallen.

  • 3.

    Kinderen beneden de leeftijd van 14 jaar worden zonder geleide niet toegelaten in het rouwcentrum of op het terrein van het rouwcentrum. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden in of aan het rouwcentrum hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder uit het rouwcentrum verwijderen. Het college kan personen die zich onbehoorlijk of hinderlijk voor anderen gedragen de toegang tot het rouwcentrum voor bepaalde tijd ontzeggen

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden in of aan het rouwcentrum hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder

  • 5.

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder uit het rouwcentrum verwijderen.

  • 6.

    Het college kan personen die zich onbehoorlijk of hinderlijk voor anderen gedragen de toegang tot het rouwcentrum voor bepaalde tijd ontzeggen

Artikel 12 Gebruik van het rouwcentrum

  • 1.

    Over het gebruik van de ontvangstruimten, de 24-uurs rouwkamer, de aula, het orgel en de muziekinstallatie worden door de nabestaanden of de uitvaartverzorger afspraken gemaakt met de beheerder voorafgaande aan het gebruik.

  • 2.

    Indien men eigen muziek wil laten spelen worden de hiervoor benodigde geluidsdragers tenminste 24 uur voor de aanvang van de plechtigheid overgelegd aan de beheerder.

  • 3.

    Het gebruik wordt aangegeven in het register van het rouwcentrum.

  • 4.

    Rouwbezoeken worden begeleid door of namens de uitvaartverzorger en worden geregistreerd in het hiervoor in het rouwcentrum beschikbare register.

Artikel 13 Verplichtingen uitvaartverzorger of degene die in de uitvaart voorziet

  • 1.

    De uitvaartverzorger is verplicht de beheerder het verlof tot begraven, de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet op de Lijkbezorging, een kopie van het identiteitsbewijs en adresgegevens van de rechthebbende of de gebruiker te verstrekken bij de ingebruikname van het rouwcentrum.

  • 2.

    Indien er geen uitvaartverzorger betrokken is, overlegt de rechthebbende of de gebruiker de beheerder de in het eerste lid bedoelde gegevens en stukken van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 3.

    De uitvaartverzorger is verplicht na het gebruik de gebruikte ruimten in ordentelijke staat terug te brengen. Dit betekent dat:

    • de stoelen en tafels in de oorspronkelijke opstelling zijn teruggezet en de tafels en stoelen schoon zijn;

    • dat de afwas is gedaan en de keuken is opgeruimd;

    • de vloeren in de gebruikte zalen en de keuken schoon zijn.

  • 4.

    Uitvaartverzorgers die zich niet houden aan de in het tweede en derde lid genoemde verplichtingen worden hier door de beheerder op aangesproken met het verzoek de verplichting alsnog na te komen. Wanneer dit niet leidt tot een verbetering volgt een schriftelijke waarschuwing door het college. Uitvaartverzorgers die zich stelselmatig niet houden aan deze verplichting kunnen de toegang tot het uitvaartcentrum voor een bepaalde tijd worden ontzegd.

  • 5.

    Indien de uitvaartverzorger verwijst naar het rouwcentrum, wordt altijd de benaming “gemeentelijk rouwcentrum De Munnikenhof” gebruikt. Indien de uitvaartverzorger gebruik maakt van beeldmateriaal waarop het rouwcentrum of delen ervan zijn afgebeeld, dan wordt de naam van het rouwcentrum in een onderschrift kenbaar gemaakt.

  • 6.

    Het schenken van alcoholische dranken is niet toegestaan.

  • 7.

    De uitvaartverzorger of degene die namens de uitvaartverzorger condoleances of rouwbezoeken begeleidt, is verplicht zich op de hoogte te stellen van het ontruimingsplan, de vluchtwegen en de veiligheidsvoorzieningen in het rouwcentrum. De uitvaartverzorger of degene die namens de uitvaartverzorger condoleances of rouwbezoeken begeleidt, is verplicht te beschikken over een geldig BHV- en EHBO-diploma.

Artikel 14 Verplichtingen beheerder

  • 1.

    De beheerder draagt zorg voor:

    • a.

      een goede planning van de verschillende condoleances en uitvaartdiensten, zodat het door de nabestaanden gekozen programma zonder onnodige storingen en in een rustig tempo kunnen worden uitgevoerd. De beheerder maakt hierover duidelijke afspraken met de uitvaartverzorgers;

    • b.

      duidelijke afspraken met de uitvaartverzorgers over de gewenste tijdsduur van iedere condoleance, rouwdienst c.q. begrafenis;

    • c.

      het onderhoud van het gebouw en de periodieke schoonmaak en het functioneren van alle voorzieningen;

    • d.

      tijdige openstelling, correcte verlichting en verwarming van de ruimten die door de uitvaartverzorger gereserveerd zijn.

  • 2.

    De beheerder controleert na afloop van iedere rouwdienst of condoleance de gebruikte ruimten en maakt aantekening van eventuele schade of onjuist gebruik van ruimten en daarin voorkomend meubilair en apparatuur.

  • 3.

    Daarnaast zorgt de beheerder er voor dat de uitvaartverzorgers te allen tijde toegang hebben tot de koel- en aflegruimten.

  • 4.

    De beheerder of diens vervanger is aanwezig tijdens de condoleances en de uitvaartdiensten.

Hoofdstuk IV Criteria voor het aanwijzen van historische graven

Artikel 15 Algemeen

  • 1.

    De ‘Criteria voor het aanwijzen van historisch waardevolle graven’ zoals bedoeld in artikel 27, lid 2 van de Beheersverordening zijn opgesteld opdat het college een zorgvuldige afweging kan maken en geen historisch waardevolle graven wil ruimen.

  • 2.

    Met de vaststelling van deze regels wordt het veiligstellen van historisch waardevolle graven beoogd. Het graf met de herinnering van een voor de geschiedenis van belang geacht persoon is voor het Veenendaalse funeraire erfgoed behoudenswaardig.

  • 3.

    De methode voor het vaststellen van historisch waardevolle graven is gericht op de waardebepaling van een individueel graf, groep familiegraven of urn. De waarderingssystematiek maakt als hoofdonderscheid het ‘persoonlijk deel’ (persoonlijke historische betekenis) en het ‘fysiek zichtbare deel’ (vormgeving van het grafmonument).

Artikel 16 Waardering personen van historische betekenis

  • 1.

    De waardering van de historische betekenis van personen vindt plaats op basis van de criteria waaronder:

    • a.

      De overledene heeft publicaties op cultureel/politiek/bestuurlijk/maatschappelijk terrein van bovenlokaal belang op zijn naam; is vernoemd in een straatnaam of is verbonden door naamgeving aan bijvoorbeeld een gebouw.

    • b.

      De overledene heeft zich dienstbaar gemaakt op

  • 2.

    De mate van belang die aan de verdiensten van een persoon gehecht kan worden,

1 weinig bekend, geen invloed op de historie;

2 matig bekend, weinig invloed op de historie;

• 3 gemiddeld bekend en enige invloed gehad op de historie;

4 belangrijk de nodige invloed gehad op de historie;

5 zeer belangrijk veel invloed gehad op de historie;

6 uitzonderlijk belangrijke pijler in de historie.

Artikel 17 Waardering graven

  • 1.

    De waardering van de graven vindt plaats op basis van criteria, waaronder:

    • a.

      Waardering van het graf op vormgevingsaspecten zoals ontwerp, symboliek, grootte, graftekst, tijdsbeeld. Zwaarwegend is bijvoorbeeld de bijzondere typologie van het graf: een kelder met opbouw (mausoleum), familiegraven omsloten door een ketting of een graf voorzien van objecten met programmatisch symbolische verwijzingen. De bijzondere vormgeving wordt gewaardeerd met 1 punt.

    • b.

      Waardering van het graf op materialisering en uitvoeringswijze. De toepassing van bijvoorbeeld zandsteen, marmer of graniet is een verbijzondering. Ook het gebruik van metaal in kettingen en gietijzeren afdekking of houten onderdelen. Indien daarbij de afwerking kwalitatief is verzorgd is toekenning van 1 punt gerechtvaardigd.

      Bij waardering op materialisering en uitvoeringswijze speelt de technische staat van het graf een rol. De mate van degradatie van het graf in de materialisering (kunst)steen, hout of (giet)ijzer met bijbehorende elementen. Tot op zekere hoogte kan de degradatie van een graf een romantisch/symbolisch beeld opleveren: steen met barsten, graftekst nog juist leesbaar. Bij instorting, gescheurde steen, graftekst grotendeels weggevaagd of ontbrekende delen kunnen de kosten voor restauratie zodanig hoog zijn dat behoud niet meer wenselijk is.

    • c.

      Waardering van het graf op symboliek Meest voorkomende symbolen op de Nederlandse begraafplaatsen zijn bijvoorbeeld de palmtak, vis en kruis uit het christelijk geloof. In de verscheidenheid en het programmatische karakter van de symbolen tezamen ontstaat er een meerwaarde en kan 1 punt worden toegekend.

    • d.

      Waardering van het graf met contextuele kwaliteit Locatie op de begraafplaats waarbij sprake is van een additionele omgevingswaarde (groen, ontwerpkwaliteit) die aansluit bij de sfeer van de begraafplaats. Indien een grafmonument kenmerkend is binnen het karakter van het oude deel dan wordt aan het monument 1 punt toegekend.

  • 2.

    Een familiegraf kan bestaan uit één grafsteen waaronder meerdere graven of door een hek/ketting omsloten meerdere graven. Het graf met de hoogste waardering telt mee in de totaaltelling.

  • 3.

    Voor elk van de hierboven genoemde criteria kan 1 punt worden toegekend. De maximale score is vier punten.

Artikel 18 Het proces

  • 1.

    Het college legt een groslijst van afstandsgraven ter beoordeling voor aan de adviescommissie.

  • 2.

    Met een totaalscore van minimaal 4 punten voor waardering van de persoon óf minimaal 3 punten voor de waardering van het graf komt een graf in aanmerking voor plaatsing op de lijst historisch waardevolle graven.

  • 3.

    Indien de adviescommissie van mening is dat een graf met een totaalscore minder dan genoemd in lid 2 toch op de advieslijst moet komen, dan wordt dit advies voorzien van een deugdelijke motivering.

  • 4.

    Het college kan alleen gemotiveerd afwijken van het advies van de adviescommissie.

  • 5.

    Na het ontvangen van het advies, bij het besluit tot plaatsing of geen plaatsing van een graf op de lijst historisch waardevolle graven volgt het college ook de uniforme openbare voorbereidingsprocedure volgens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 19 Evaluatie criteria

Na twee jaar of eerder als daar aanleiding voor is worden de criteria in dit hoofdstuk geëvalueerd en indien nodig aangepast.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 20 Intrekking oude regelingen

De nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en het gemeentelijke rouwcentrum De Munnikenhof gemeente Veenendaal, zoals laatstelijk gewijzigd op 1 november 2018 worden ingetrokken.

Artikel 21 Hardheidsclausule

In de gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of in geval van verschil van mening over de uitleg van de bepalingen hiervan, beslist het college.

Artikel 22 Citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats en rouwcentrum De Munnikenhof Veenendaal

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na die van bekendmaking.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 9 april 2019.

mevrouw drs. A.P.W. van de Klift

secretaris

de heer K.J.G. Kats

burgemeester