Regeling vervallen per 31-12-2018

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018.

Geldend van 15-03-2018 t/m 30-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018.

De raad van de gemeente Veere;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994(Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

c parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

d kalenderjaar: de periode van 1 januari tot/met 31 december;

e seizoen: de periode van 1 april tot en met 31 oktober;

f dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van de dag als een hele dag wordt aangemerkt.

g centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Veere een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

a een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

b een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    a degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    b zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat

    1e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

    2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6. Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorwaarden. ( kaartje duidelijk zichtbaar achter de voorruit)

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8. Kosten

1 De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 62,00.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Vrijstelling

  • 1.

    Indien een voertuig voorzien is van een gehandicaptenparkeerkaart is geen parkeerbelasting verschuldigd.

  • 2.

    Indien een voertuig is geparkeerd, ten behoeve van het opladen van het voertuig op een daarvoor bestemd parkeerplek is geen parkeerbelasting verschuldigd.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen

Artikel 12. Overgangsrecht

De "Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2017", vastgesteld bij besluit van 15 december 2016, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 maart 2018

De voorzitter,

De griffier,

Tarieventabel 2018

Hoofdstuk 1 Domburg

1.1

Voor parkeren aan de Ooststraat, de Markt en de Weststraat te Domburg bedraagt het tarief

€ 2,20 per 60 minuten. (maximale parkeerduur 60 minuten)

1.2

Voor parkeren aan het parkeerterrein Tramzicht en de Tol te Domburg bedraagt het tarief

€ 1,50 per 60 minuten. (maximale parkeerduur 180 minuten)

1.3

Voor parkeren aan de Van Voorthuijsenstraat, Badhuisweg en de J. Tooropstraat te Domburg bedraagt het tarief

€ 2,20 per 60 minuten. Dagkaart € 12,50

1.4

Voor parkeren aan het parkeerterrein Bij de Molen, Vaandragerstraat en Roosjesweg te Domburg bedraagt het tarief

€ 1,50 per 60 minuten. Dagkaart € 7,50

Hoofdstuk 2 Veere

2.1

Voor parkeren aan het parkeerterrein op het Oranjeplein, te Veere bedraagt het tarief

€ 2,20 per 60 minuten.

2.2

Voor parkeren aan het parkeerterrein Gedempte Haven en Bastion te Veere bedraagt het tarief

€ 2,20 per 60 minuten.

Dagkaart € 8,50

2.3

Voor parkeren aan de parkeerterreinen Mauritsbolwerk en Kanaalweg Westzijde te Veere bedraagt het tarief

€ 2,00 per 60 minuten.

Dagkaart € 6,00

Hoofdstuk 3 Overige

3.1

Voor parkeren aan het parkeerterrein Verlengde Dishoekseweg te Koudekerke bedraagt het tarief

€ 2,20 per 60 minuten

Dagkaart € 12,50

3.2

Voor parkeren aan de Veerse dam (tot aan de gemeentegrens met de gemeente Noord-Beveland);bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

3.3

Voor parkeren aan het parkeerterrein Westhove bij Domburg bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

3.4

Voor parkeren aan het parkeerterrein Randduin bij Oostkapelle bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

3.5

Voor parkeren aan het parkeerterrein De Vier Hoogten bij Oostkapelle bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

3.6

Voor parkeren aan het parkeerterrein Oranjezon bij Vrouwenpolder bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

3.7

Voor parkeren aan het parkeerterrein Breezand bij Vrouwenpolder bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

3.8

Voor parkeren aan het parkeerterrein Galgeweg bij Koudekerke bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

3.9

Voor parkeren aan het parkeerterrein Strandweg bij Koudekerke bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

3.10

Voor parkeren aan het parkeerterrein Valkenisseweg bij Biggekerke bedraagt het tarief

€ 1,10 per 60 minuten

Dagkaart € 6,00

Hoofdstuk 4 parkeervergunningen

4.1

Het tarief als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening bedraagt:

Aanvraag aan de balie:

Digitale aanvraag:

4.2.

Voor een vergunning op grond van artikel C, lid 2, letters a en b van de Parkeerverordening

kern Domburg en Kern Veere voor het parkeren op belanghebbenden parkeerplaatsen en parkeer-apparatuurplaatsen:

4.2.1

voor de 1e en 2e vergunning op kenteken

€ 40,-

€35,-

4.2.2

voor een vergunning vrij van kenteken

€ 140,-

€135,-

4.2.3

Voor een vergunning voor de Jachtclub Veere voor het parkeerterrein aan de Gedempte Haven, Bastion, Kanaalweg Westzijde en Mauritsbolwerk

€ 40,-

4.2.4

bedrijfsvergunning op kenteken

€ 100,-

€95,-

4.2.5

bedrijfsvergunning vrij van kenteken

€ 200,-

€195,-

4.2.6

Vergunning voor woon werkverkeer op het parkeerterrein Bij de Molen te Domburg

€ 40,-

4.2.6.1

Vergunning voor woon- werkverkeer op de parkeerterreinen Bastion, Gedempte Haven, Kanaalweg Westzijde en Mauritsbolwerk in Veere

€ 40,-

4.2.7

Vergunningen voor hotels als bedoeld in artikel 2, onderdeel a sub VII type I

€ 400,-

4.2.7.1

Vergunningen voor hotels als bedoeld in artikel 2, onderdeel a sub VII type II

€ 200,-

4.3

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt voor een vergunning op de in hoofdstuk 3 genoemde terreinen met uitzondering van de Verlengde Dishoekseweg.

4.3.1

geldend gedurende de periode van 1 april tot en met 31 oktober van enig kalenderjaar voor één kenteken

€ 67,50

Hoofdstuk 5 Kraskaarten

De Gemeente Veere kent een systeem van kraskaarten. Deze kraskaarten zijn bedoeld om tussen 9.00 uur en 19.00 uur in de kernen Domburg en Veere op belangheb-bendenparkeerplaatsen te parkeren. Er kan in de Kern Domburg niet mee worden geparkeerd op de terreinen die in de verordening parkeer-belastingen Veere 2017 zijn aangewezen als terreinen waarop de verordening van toepassing is.

5.1

Het tarief per kraskaart bedraagt

(maximaal 50 kraskaarten per woonadres)

€ 3,-

5.1.1

Het tarief per kraskaart voor de Jachtclub Veere op de in 4.2.3 aangeven terreinen bedraagt

€ 3,-

Behorende bij het raadsbesluit van 1 maart 2018

De voorzitter,

De griffier,