Regeling Studiefaciliteiten VrZW

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Regeling Studiefaciliteiten VrZW

Regeling Studiefaciliteiten VrZW

Het Algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, BESLUIT:voor zover bij of krachtens wettelijk voorschrift niet anders is bepaald, als volgt vast te stellen:

Inleiding

Het bestuur heeft de ambitie om de organisatie te ontwikkelen tot een eigentijdse overheidsdienstverlener van hoge kwaliteit. Dit streven wordt onder andere beïnvloed door voortdurend veranderende regelgeving en technologische ontwikkelingen die nieuwe eisen stellen aan medewerkers. Van medewerkers vraagt dit een actieve en professionele opstelling in het mee veranderen met de organisatie.

Beroeps en vrijwilligers

In dit verband moet onderscheid worden gemaakt tussen beroepsmedewerkers (inclusief kantoormedewerkers) en vrijwilligers. Voor de beroepsmedewerkers geldt dat studiefaciliteiten betrekking kunnen hebben op functiegerichte, loopbaangerichte en overige opleidingen. Voor vrijwilligers geldt dat de faciliteiten functiegericht zijn.

Om de gebruiksvriendelijkheid van de regeling te bevorderen, kent de regeling aparte hoofdstukken voor de beroepsmedewerker en voor de vrijwilliger.

Mobiliteit

Resultaatgerichtheid en inzetbaarheid van de beroepsmedewerker zijn belangrijke voorwaarden om een kwalitatieve bijdrage te leveren aan de producten en diensten van de organisatie. Voor beroepsmedewerkers is van belang dat zij steeds nieuwe kennis en vaardigheden opdoen, onder andere door het volgen van trainingen en opleidingen, om hun inzetbaarheid en waarde voor de organisatie te waarborgen.

De medewerker en de werkgever hebben er beide belang bij om de inzetbaarheid en resultaatgerichtheid van de medewerker op peil te houden en te versterken. Dat vraagt van beide partijen een inspanning. De werkgever biedt beroepsmedewerkers daarom studiefaciliteiten aan zodat zij zich kunnen ontwikkelen en investeren in hun eigen inzetbaarheid en daarnaast kunnen blijven bijdragen aan de ambitie van de organisatie.

Individueel Loopbaanbudget (ILB)

In de CAO Gemeenten 2013 is een regeling inzake Individueel Levensfasebudget (ILB, artikel 17:3 CAR-UWO) overeengekomen, voor de jaren 2013, 2014 en 2015. Een beroepsmedewerker heeft aanspraak op een jaarbudget van € 500. In overleg kan het tegoed opgespaard worden.

Afspraken worden vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Het POP wordt minimaal eens per drie jaar opgesteld. Dit sluit aan bij de cyclus functioneren en beoordelen.

Functioneren en beoordelen

Faciliteiten die de organisatie biedt op het gebied van studie en ontwikkeling zijn vast onderdeel van de bestaande functionerings- en beoordelingssystematiek. Leidinggevende en medewerker streven samen naar het ontwikkelen van individuele kwaliteiten van de medewerker. De afspraken die hier over worden gemaakt, worden jaarlijks vastgelegd in het verslag van het functioneringsgesprek. Dat kan het op peil houden of het vergroten van de inzetbaarheid van de medewerker tot doel hebben, maar kan ook direct gericht zijn op het loopbaanperspectief of zelfs op het uitbreiden van externe carrièremogelijkheden.

Voor beroepsmedewerkers wordt daarom in deze regeling onderscheid gemaakt tussen (verplichte) functiegerichte opleidingen, loopbaangerichte opleidingen en overige opleidingen. Van belang bij het volgen en succesvol afronden van al deze opleidingen is dat het niet alleen leidt tot een voordeel voor de medewerker, maar dat ook het organisatiebelang wordt gediend.

Verantwoordelijkheid

Bij het volgen van overeengekomen opleidingen en trainingen speelt de leidinggevende een faciliterende rol en is hij/zij verantwoordelijk voor het coachen en bewaken van de voortgang en het beschikbaar stellen van de faciliteiten. De leidinggevende zal in overleg met en op advies van P&O een optimale keuze maken in het grote aanbod van opleidingen en trainingen. De afdeling P&O is verantwoordelijk voor het eenduidig toepassen van de regeling en houdt bij wie welke opleiding volgt.

De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het behalen van de gestelde ontwikkelingsdoelen die besproken zijn in het functioneringsgesprek. In deze regeling wordt daarom ingegaan op alle rechten en plichten van de medewerker wanneer hij studiefaciliteiten verleend krijgt.

Artikel 1. Werkingssfeer

  • 1. Deze regeling geldt voor alle af te sluiten studieovereenkomsten vanaf 1 januari 2014. Alle lopende studieovereenkomsten worden gerespecteerd volgens eerder gemaakte afspraken.

  • 2. De regeling heeft betrekking op beroeps- en kantoormedewerkers met een vaste of tijdelijke aanstelling, en vrijwilligers.

  • 3. De regeling is niet van toepassing op uitzendkrachten, extern ingehuurde medewerkers en stagiairs.

Hoofdstuk 2 Beroeps- en kantoormedewerkers

Artikel 2 Doel

Dit hoofdstuk heeft betrekking op het verlenen van faciliteiten voor opleidingen en trainingen, waarbij het behalen van een diploma, het verkrijgen van een getuigschrift of deelname van belang is voor:

  • ·

    de goede uitoefening van de huidige functie (verplichte en niet-verplichte functiegerichte opleiding);

  • ·

    ontwikkeling binnen de eigen functie/werksoort (loopbaangerichte opleiding);

  • ·

    het vergroten van de inzetbaarheid binnen de organisatie (loopbaangerichte opleiding);

  • ·

    het vergroten van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (overige opleidingen);

  • ·

    de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker indien met deze opleidingen in bepaalde mate het organisatiebelang wordt gediend (overige opleidingen).

Artikel 3. Begripsbepalingen

Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • ·

    Functiegerichte opleiding: de opleiding die nodig is voor het vervullen van de huidige functie bij de organisatie, bedoeld om kennis te vergaren, vaardigheden te leren en doelstellingen te bereiken. Functiegerichte opleidingen worden onderscheiden in verplichte en niet verplichte opleidingen:

    • -

      verplicht staat voor: ´De noodzakelijke basis voor de functie om deze optimaal te kunnen uitoefenen´. Verplichte functiegerichte opleidingen worden in opdracht van de organisatie gevolgd.

    • -

      niet verplichtis afhankelijk van taakaccenten, omgevingsfactoren en keuzes in de bedrijfsvoering. Niet verplichte functiegerichte opleidingen worden met wederzijdse instemming gevolgd.

  • ·

    Loopbaangerichte opleidingen: opleidingen die betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker, bijvoorbeeld in het kader van het doorstromen van junior medewerker naar medior of senior medewerker, of opleidingen die gericht zijn op een andere functie binnen de organisatie, waarvoor de medewerker in de (nabije) toekomst in aanmerking kan komen.

  • ·

    Overige opleidingen: opleidingen gericht op een functie buiten de organisatie, of die in bepaalde mate het organisatiebelang dienen, dan wel gericht op persoonlijke ontwikkeling.

Studiekosten: uitgaven die de medewerker in het kader van zijn studie of opleiding noodzakelijkerwijs en daadwerkelijk heeft moeten doen.

  • ·

    Studieverlof: buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging:

  • ·

    Individueel loopbaanbudget: het budget bedoeld in artikel 17:3 CAR-UWO.

Artikel 4. Functiegerichte, loopbaangerichte en overige opleidingen

  • 1. Op grond van artikel 15:1:26 van de CAR-UWO kan de organisatie, al dan niet op aanvraag van de medewerker zelf, een medewerker opdragen een functiegerichte opleiding te volgen, zoals in principe is opgenomen in de aanstellingsbrief (arbeidsovereenkomst), het verslag van het functioneringsgesprek en het functieprofiel en/of de carrièrelijn (deze laatste indien van toepassing).

  • 2. De organisatie kent studiefaciliteiten (artikel 6) toe voor functiegerichte en loopbaangerichte opleidingen die zijn opgenomen in het verslag van het functioneringsgesprek, het functieprofiel en/of de carrièrelijn, tenzij zwaarwegende redenen van organisatiebelang zich hiertegen verzetten.

  • 3. Indien en voor zover de belangen van de organisatie zich daar niet tegen verzetten, kan de organisatie de medewerker op zijn aanvraag studiefaciliteiten toekennen voor overige opleidingen, indien:

    • ·

      met deze opleidingen in bepaalde mate het organisatiebelang wordt gediend en de desbetreffende opleiding door de leidinggevende als deugdelijk wordt beoordeeld.

    • ·

      de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt wordt vergroot.

Artikel 5. Studieadvies

Alvorens studiefaciliteiten te verlenen

  • ·

    overlegt de leidinggevende met de P&O adviseur voor een gericht intern en/of extern loopbaan en/of studieadvies.

  • ·

    kan de leidinggevende in overleg met de P&O adviseur en na overleg met de medewerker een (ontwikkelings-)assessment laten uitvoeren.

Indien de genoemde adviezen worden ingewonnen in het kader van het organisatiebelang zijn de kosten van de dienstverlening voor de organisatie.

Artikel 6. Studiefaciliteiten

Studiefaciliteiten bestaan uit:

  • ·

    het vergoeden van studiekosten voor zover deze betrekking hebben op daadwerkelijke inschrijfkosten, studiekosten, examengelden, eventuele intervisie- of coachingskosten, verplicht voorgeschreven publicaties, boeken en studiemateriaal (uitgezonderd schrijfbehoeften, schrijf- en rekenmachines, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de opleiding verband houdende boeken, readers, handleidingen, e.d.), reiskosten en verplicht gestelde verblijfskosten.

  • ·

    studieverlof voor de deelname aan verplichte lessen en/of verplicht gestelde excursies die plaatsvinden tijdens reguliere werkuren van de medewerker, ter voorbereiding op en voor het afleggen van tentamens/examens ter afsluiting van de opleiding of op onderdelen daarvan.

Artikel 7. Termijn studiefaciliteiten

  • · Bij de toekenning van studiefaciliteiten bepaalt de leidinggevende, in overleg met de P&O adviseur, de duur daarvan. In de regel worden studiefaciliteiten verleend voor een tijdvak dat redelijkerwijs voor het volbrengen van de studie als normaal moet worden beschouwd.

  • · Wanneer de leidinggevende het noodzakelijk vindt kan hij de termijn van de studiefaciliteiten verlengen.

Artikel 8. Individueel loopbaanbudget

  • 1. De medewerker heeft aanspraak op een individueel loopbaanbudget van € 500 per jaar, als bedoeld in artikel 17:3 van de CAR-UWO, ten behoeve van loopbaangerelateerde activiteiten, zoals opleiding, training, scholing, loopbaanadvies, coaching en ontwikkeling, gericht op de vergroting van zijn inzetbaarheid en zijn arbeidsmarktpotentie ten behoeve van een andere functie binnen of buiten de organisatie.

  • 2. De genoemde activiteiten dienen te zijn gericht op een reëel loopbaanperspectief.

  • 3. Afspraken over de wijze van besteding van het loopbaanbudget worden vastgelegd in het persoonlijk ontwikkelingsplan.

  • 4. Het resterende budget dat na verloop van het kalenderjaar waarin de aanspraak is opgebouwd niet is benut, komt te vervallen.

  • 5. In afwijking op het bepaalde in het vierde lid kan de ambtenaar het loopbaanbudget gedurende maximaal twee jaar opsparen, om daarmee eenmalig een duurdere activiteit te financieren. Dit wordt vastgelegd in (een aanvulling op) het persoonlijk ontwikkelingsplan.

  • 6. Indien na toepassing van het bepaalde in het vijfde lid na verloop van de overeengekomen periode het budget niet of niet volledig is benut komt het resterende budget te vervallen.

Artikel 9. Vergoeding studiekosten

Artikel 9. Vergoeding studiekosten

De medewerker heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de redelijkerwijs gemaakte daadwerkelijke studiekosten van:

  • ·

    100%, indien de medewerker een functiegerichte of loopbaangerichte opleiding volgt.

  • ·

    Een afzonderlijk en individueel vast te stellen percentage, in combinatie met het bepaalde in artikel 8 van deze regeling, indien de medewerker een opleiding volgt die wordt geschaard onder overige opleidingen. Bij het bepalen van de hoogte van de toe te kennen vergoeding dient hierbij rekening te worden gehouden met het organisatiebelang evenals het individuele belang. Hoe de wederzijdse belangen zich verhouden en wat de hoogte van de vergoeding moet zijn, wordt door de leidinggevende in samenspraak met de P&O adviseur bepaald aan de hand van onderstaande tabel:

Belang VrZW

Vergoedingspercentage

Groot

100%

Redelijk

75 %

Matig

25 %

  • ·

    De noodzakelijke reiskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, worden vastgesteld op basis van de voordeligste tarieven van het openbare vervoer.

  • ·

    Medewerkers met een deeltijd betrekking krijgen net zoveel vergoed als medewerkers met een volledige betrekking.

Artikel 10. Studieverlof

  • 1. De medewerker aan wie met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 lid 1 (functiegerichte opleiding) studiefaciliteiten zijn toegekend, wordt in de gelegenheid gesteld om tijdens werkuren verplicht gestelde lessen, tentamens/examens te volgen, tenzij zwaarwegende redenen van organisatiebelang zich hiertegen verzetten. Indien het organisatiebelang / de bedrijfsvoering het toestaat krijgen parttimers in principe naar rato compensatieverlof als de studie-uren op een vrije dag vallen. Bij het volgen van verplicht functiegerichte opleidingen die alleen in de avonduren kunnen worden gevolgd, worden de gevolgde lesuren gecompenseerd in verlofuren.

  • 2. De medewerker aan wie met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 lid 2 en 3 (respectievelijk loopbaangerichte en overige opleidingen) studiefaciliteiten zijn toegekend, kan geheel of gedeeltelijk in de gelegenheid worden gesteld om tijdens werkuren verplicht gestelde lessen, tentamens/examens te volgen tot ten hoogste acht uur per dag.

  • 3. De medewerker die ter voorbereiding op een afrondend examen/tentamen eigen verlof opneemt, kan maximaal één dag studieverlof per studie gecompenseerd krijgen.

  • 4. Reistijd wordt aangemerkt als eigen tijd.

Artikel 11. Verplichtingen van de medewerker t.a.v. de studie

  • 1. De medewerker verplicht zich de overeengekomen studie naar beste vermogen te doorlopen.

  • 2. De medewerker verplicht zich – na het verstrijken van de door de leidinggevende bepaalde termijn – deel te nemen aan het eerstvolgende voor zijn studie geldende examen (indien van toepassing). De medewerker is vervolgens verplicht de uitslag van dit examen mee te delen aan de leidinggevende.

  • 3. De medewerker is verplicht zijn leidinggevende 1 maal per kwartaal op de hoogte houden van de voortgang van de studie.

  • 4. De medewerker zal het voornemen tot onderbreken, opschorten of afbreken van de studie onmiddellijk melden aan en overleggen met zijn leidinggevende.

  • 5. Indien van toepassing levert de medewerker na afloop van de studie een kopie van het diploma, getuigschrift of verklaring in bij zijn leidinggevende. Dit wordt gearchiveerd in het personeelsdossier.

Artikel 12. Terugbetalingsregeling

  • 1. Alvorens tot vergoeding van studiekosten wordt overgegaan, dient de medewerker schriftelijk te verklaren dat hij de uit dien hoofde genoten bedragen geheel of gedeeltelijk terugbetaalt indien:

    • a.

      hij de hem in artikel 11 opgelegde verplichtingen niet nakomt;

    • b.

      hij de studie, waarvoor vergoeding is verleend, beëindigt voordat de door de leidinggevende vastgestelde termijn is verstreken, zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft geleid;

    • c.

      hij op eigen verzoek of als gevolg van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen vóór het einde van de studie waarvoor vergoeding is toegekend, of binnen twee jaar na het behalen van het voor deze studie geldende diploma.

  • 2. Terugbetaling als bedoeld in lid 1 vindt nietplaats, indien voortzetting van de studie, waarvoor vergoeding is verleend, redelijkerwijs niet van de betreffende medewerker kan worden verlangd.

  • 3. Terugbetaling als bedoeld in lid 1 vindt voor verplichte functiegerichte opleidingen alleenplaats indien de medewerker verwijtbaar een opleiding voortijdig beëindigt, of zich niet houdt aan de in artikel 11 opgelegde verplichtingen.

  • 4. Terugbetaling op grond van het gestelde in lid 1c is niet van toepassing indien de medewerker aansluitend aan zijn ontslag een betrekking aanvaardt, waaraan het deelnemerschap in de zin van het pensioenreglement (ABP) is verbonden.

  • 5. Het bedrag waarvoor de in dit artikel bedoelde terugbetalingsverplichting geldt, bedraagt ten hoogste de aan de medewerker verstrekte tegemoetkoming in studiekosten, verminderd met 1/24 deel voor iedere kalendermaand liggende tussen de beëindiging van de termijn van de aanspraak op studiefaciliteiten en de datum van ingang van het ontslag.

  • 6. Indien de organisatie besluit om de studieschuld van een vorige werkgever over te nemen, zal – bij ontslag op eigen verzoek of als gevolg van aan hemzelf te wijten feiten – een terugbetalingsregeling worden toegepast van 100% binnen één jaar na ontslagdatum. Dit gaat alleen op wanneer het ontslag, al dan niet op eigen verzoek, plaatsvindt binnen twee jaar na de aanstellingsdatum. Bedragen de totale studiekosten in een dergelijk geval meer dan € 5000,- dan wordt een terugbetalingstermijn van twee jaar toegepast.

  • 7. Het bij ontslag verschuldigde bedrag aan genoten studiekosten kan worden verrekend met de nog te betalen bedragen aan bezoldiging, vakantie-uitkering en eventuele kostenvergoedingen.

  • 8. In zijn algemeenheid geldt voor de terugbetalingsregeling dat de organisatie het bedrag via het salaris en/of de eindafrekening zal inhouden.

Hoofdstuk 3 Studiefaciliteiten medewerkers met een aanstelling als vrijwilliger

Artikel 13 Doel

Dit hoofdstuk heeft betrekking op het verlenen van faciliteiten voor opleidingen en cursussen voor medewerkers met een aanstelling als vrijwilliger. Daaronder vallen ook seminars en workshops die door de leidinggevende worden aangewezen.

Artikel 14 Aanspraak

De organisatie vergoedt de kosten van het volgen van een opleiding of een cursus, deelname aan examens en het bijwonen van bijeenkomsten, voor zover deze in opdracht van of met toestemming van de organisatie zijn gemaakt.

Artikel 15 Vergoeding

  • 1. Voor opleidingen en cursussen wordt het bijbehorende uurbedrag vergoed conform bijlage IIb van de CAR-UWO;

  • 2. Kosten worden vergoed voor zover deze betrekking hebben op daadwerkelijke inschrijfkosten, studiekosten, examengelden, verplicht voorgeschreven publicaties, boeken en studiemateriaal (uitgezonderd schrijfbehoeften, schrijf- en rekenmachines, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de opleiding of cursus verband houdende boeken, readers, handleidingen, e.d.);

  • 3. Reiskosten voor opleidingen en cursussen worden vergoed conform de Regeling dienstreizen VrZW;

  • 4. Kosten voor verplicht gesteld verblijf worden vergoed volgens een nader vast te stellen regeling;

  • 5. Vergoed worden de kosten voor één regulier examen en maximaal twee herexamens.

Artikel 16 Verplichtingen van de vrijwilliger t.a.v. de opleiding of cursus

  • 1. De vrijwilliger verplicht zich de te volgen opleiding of cursus naar beste vermogen te doorlopen.

  • 2. De vrijwilliger verplicht zich – na het verstrijken van de door de leidinggevende bepaalde termijn – deel te nemen aan het eerstvolgende voor zijn opleiding of cursus geldende examen (indien van toepassing). De vrijwilliger is vervolgens verplicht de uitslag van dit examen mee te delen aan de leidinggevende.

  • 3. De vrijwilliger is verplicht zijn leidinggevende minimaal één maal per kwartaal op de hoogte houden van de voortgang van de opleiding of cursus.

  • 4. De vrijwilliger zal een voornemen tot onderbreken, opschorten of afbreken van de opleiding of cursus onmiddellijk melden aan en overleggen met zijn leidinggevende.

  • 5. Indien van toepassing levert de vrijwilliger na afloop van de opleiding of cursus een kopie van het diploma, getuigschrift of verklaring in bij zijn leidinggevende Dit wordt gearchiveerd in het personeelsdossier.

Artikel 17 Terugbetalingsverplichting

De organisatie kan de vergoedingen verstrekt in verband met de opleiding van de vrijwilliger terug vorderen, indien:

  • -

    de aanstelling op verzoek van de vrijwilliger wordt beëindigd tijdens de opleiding;

  • -

    de aanstelling wordt beëindigd op grond van artikel 19:39 lid 1 onder d CAR-UWO (disciplinair ontslag);

  • -

    de opleiding of cursus niet met goed gevolg is afgesloten door omstandigheden die aan de vrijwilliger te wijten zijn.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 18. Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling naar oordeel van de directeur VrZW niet of niet in redelijkheid voorziet, kan deze, zonodig in afwijking van het in deze regeling bepaalde, beslissen.

Artikel 19. Vastleggen van de afspraken

Voorafgaande aan het volgen van een opleiding of training dienen deze te zijn besproken in het functioneringsgesprek en opgenomen in het verslag van het gesprek. Indien nodig zal een opleidingsbehoefte met advies van de afdeling P&O omgezet worden in een concrete opleiding. Per opleiding geeft men aan of er sprake is van een (niet) verplicht functiegerichte opleiding, loopbaangerichte opleiding of overige opleiding.

Specifieke afspraken over studiefaciliteiten en de aanvraagprocedure worden toegelicht in bijlage 1. “Aanvraagformulier voor studiefaciliteiten, inclusief terugbetalingovereenkomst is te vinden in bijlage 2. In bijlage 3 staat het “Declaratieformulier studiefaciliteiten”. Jaarlijks worden deze afspraken geëvalueerd en opnieuw vastgesteld.

Artikel 20

Deze regeling wordt een jaar na invoering geëvalueerd.

BIJLAGEN

Algemeen

Voor aanvragen en declaraties ten behoeve van studiefaciliteiten voor het volgend van opleiding is een verplicht standaardformulier ontwikkeld. Dit formulier is verkrijgbaar bij de afdeling P&O. Het aanvraagformulier vormt een leidraad bij het bepalen van de eventuele mogelijkheden tot het verlenen van studiefaciliteiten.

De medewerker die informatie, behandeling van een aanvraag of anderzijds verlangt, neemt altijd eerst contact op met zijn direct leidinggevende. De leidinggevende blijft verantwoordelijk voor de procedure en afhandeling. De P&O adviseur vervult een adviserende rol. De administratieve afhandeling en het archiveren van de aanvraag c.q. gevolgde procedure – in onder meer het personeelsdossier – valt onder de zorg van de afdeling P&O.

Aanvragen studiefaciliteiten gaat als volgt

  • 1.

    Het aanvraagformulier studiefaciliteiten dient de medewerker voor de aanvang van de studie of cursus ingevuld en ondertekend in te leveren bij zijn direct leidinggevende. Hieraan voorafgaand heeft de leidinggevende bepaald dat sprake is van een functiegerichte opleiding, een loopbaangerichte opleiding of een opleiding die geschaard kan worden onder overige opleidingen.

  • 2.

    De leidinggevende bepaalt, in overleg met de afdeling P&O, met inachtneming van het bepaalde in de regeling studiefaciliteiten, of, en zo ja in welke mate, de kosten worden vergoed en studieverlof wordt toegekend.

  • 3.

    Gedurende het studiejaar informeert de medewerker zijn leidinggevende over de voortgang van de studie en de daarbij behorende studieresultaten.

  • 4.

    Door de leidinggevende wordt tijdens voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken de resultaten van de gevolgde opleidingen, cursussen en/of trainingen met de medewerker geëvalueerd. In het functioneringsgesprek worden nieuwe ontwikkelingsdoelstellingen voor het volgende jaar bepaald en wordt de opleidingsbehoefte geactualiseerd.

Soort aanvraag

eerste aanvraag

verlenging

herhaling

Persoonsgegevens

Naam en voorletters

Functie

Afdeling

Aard aanstelling

Vast / Tijdelijk

Omvang dienstverband in uren

Gegevens van de te volgen opleiding

Naam van de opleiding/cursus

(eventueel korte omschrijving)

Naam opleidingsinstelling + adres

Periode waarvoor de aanvraag van toepassing is

Datum aanvang studie

Datum einde studie (of verwachte datum)

Totale studieduur (in maanden/jaren)

Totaal aantal cursusdagen (verplichte)

Afsluiting opleiding (diploma, getuigschrift, verklaring, n.v.t.)

Kosten van de te volgen opleiding (voor de periode waarvoor de aanvraag geldt)

Inschrijfgeld

Lesgeld

Examengeld

Verplichte leermiddelen

Intervisie- / coachingsgelden

Reiskosten

Verplichte verblijfkosten

Totale kosten (incl. BTW)

Opleidings-/ontwikkelingsdoelen

Met welk doel wordt de opleiding gevolgd?

Welke resultaten dienen bereikt te worden?

De opleiding zal, naar verwachting, bijdragen aan het versterken van de volgende competentie(s):

Vastgestelde faciliteiten (in te vullen door de leidinggevende in overleg met de afdeling P&O)

Percentage vergoeding gemaakte studiekosten

100%

75%

25%

Studieverlof

volledig

50% medewerker / 50% VrZW

geen

anders overeengekomen, namelijk ……………………………………………

Overige faciliteiten

Terugbetalingsovereenkomst beroeps- en kantoorpersoneel

Ondergetekende verklaart dat hij/zij de studiekosten zal terugbetalen indien:

  • 1.

    Hij/zij de hem/haar in artikel 12 opgelegde verplichtingen niet nakomt;

  • 2.

    Hij/zij de studie, waarvoor vergoeding is verleend, beëindigt voordat de door de leidinggevende bedoelde termijn is verstreken, zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft geleid;

  • 3.

    Hij/zij op eigen verzoek of als gevolg van aan hemzelf/haarzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen vóór het einde van de studie waarvoor vergoeding is toegekend, of binnen twee jaar na het behalen van het voor deze studie geldende diploma.

• Terugbetaling als in het eerste lid bedoeld, vindt niet plaats, indien voortzetting van de studie waarvoor vergoeding is verleend, redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verlangd.

• Het bedrag waarvoor de in dit artikel bedoelde terugbetalingsverplichting geldt, bedraagt ten hoogste de aan de medewerker verstrekte tegemoetkoming in studiekosten, afgeleid van het vastgestelde percentage financiële vergoeding. Dit wordt verminderd met 1/24 deel voor iedere kalendermaand liggende tussen de beëindiging van de termijn van de aanspraak op studiefaciliteiten en de datum van ingang van het ontslag.

Handtekening (voor akkoord)

Ondergetekende medewerker verklaart akkoord te gaan met de studiefaciliteitenregeling, de terugbetalingsregeling en declareert de studiekosten binnen 3 maanden.

Naam en handtekening

Plaats en datum

Medewerker

Leidinggevende

Algemene gegevens

Naam en voorletters

Afdeling

In opdracht van

Specificatie gemaakte studiekosten

Naam opleiding / cursus / studie:

Onderstaand gedeelte niet invullen!

Kosten

Specificatie

Inschrijfgeld

Lesgeld

Examengeld

Verplichte leermiddelen

Intervisie- / coachingsgelden

Reiskosten

Verplichten verblijfkosten

Totale kosten (incl. BTW)

(betaalbewijzen bijvoegen)

Vastgesteld percentage vergoeding gemaakte studiekosten

%

Handtekening (aldus naar waarheid ingevuld)

Naam en handtekening

Plaats en datum

Medewerker

Leidinggevende

Akkoord salarisadministratie

Naam en paraaf

Plaats en datum