Regeling vervallen per 14-06-2014

Verordening tegemoetkoming kosten Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Veldhoven

Geldend van 02-06-2011 t/m 13-06-2014

Intitulé

Verordening tegemoetkoming kosten Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Veldhoven

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college:het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen ;

  • 2. De begripsbepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

HOOFDSTUK 2: TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG

AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:

    • a.

      naam, adres en BSN-nummer van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam en BSN-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en BSN-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind; 

    • e.

      de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • f.

      gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet;

    • g.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2.

    De aanvraag geschiedt op een door de gemeente Veldhoven beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 3 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 1.

    Het college kan deze termijn met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4 Weigeringsgrond

Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet.

Artikel 5 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 7 Omvang van de kinderopvang

  • 1. Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd..

  • 2. In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 1.24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 8 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de wettelijke doelgroepen de ouder behoort;

  • b.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder.

Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2.

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 2.

    Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten c.q. de afloop van het kalenderjaar vast.

Artikel 11 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

HOOFDSTUK 3: TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG SOCIAAL-MEDISCHE INDICATIE (hierna genoemd SMI)

Artikel 12 Doelgroep

  • 1.

    Indien een ouder belast is met de zorg voor een kind en niet onder de doelgroepen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen valt, kan het college besluiten kinderopvang op sociaal-medische gronden te verstrekken.

  • 2.

    Het besluit van het college wordt gebaseerd op een indicatie-advies van een onafhankelijke organisatie die beschikt over adequate deskundigheid.

  • 3.

    Zowel de ouder als het kind dienen woonachtig te zijn in de gemeente Veldhoven.

  • 4.

    De voorziening voor kinderopvang moet gevestigd zijn in Veldhoven tenzij het om sociaal-medische redenen meer in de rede ligt gebruik te maken van een voorziening buiten Veldhoven.

Artikel 13 Tegemoetkomingsgrondslag

  • 1.

    De tegemoetkoming voor kinderopvang bedraagt de kostprijs voor kinderopvang minus de ouderbijdrage.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een tabel vast voor de bepaling van de tegemoetkoming in de kosten.

  • 3.

    De kostprijs van kinderopvang is gemaximeerd zoals bepaald in artikel 1.7 lid 2 van de wet.

Artikel 14 Te verstrekken gegevens

  • 1. Een aanvraag op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam en adres van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam van de partner;

    • c.

      naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2. De aanvraag geschiedt op een door de gemeente Veldhoven beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

Artikel 15 Beslistermijn

  • 1. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle

    benodigde gegevens.

  • 2. Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 16 Inhoud van de beschikking

  • 1.

    Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:

    • a.

      de geldigheidsduur van de indicatie; 

    • b.

      de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht.

  • 2.

    Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang SMI bevat in ieder geval:

    • a.

      de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

    • b.

      de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

    • c.

      de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor detegemoetkoming wordt verleend;

    • d.

      de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

    • e.

      de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald.

Artikel 17 Weigeringsgronden

Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen indien:

  • a.

    de ouder en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen; of

  • b.

    de ouder en of de partner in een ander verband recht of aanspraak heeft op een vergoeding van de kosten.

  • c.

    de ouder of de partner niet behoort tot de categorie van personen die naar het oordeel van het college op kinderopvang op sociaal-medische gronden is aangewezen.

  • d.

    de reeds verstrekte tegemoetkomingen in het kalenderjaar het door het rijk voor dat jaar beschikbaar gesteld budget overstijgt.

Artikel 18 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoet- koming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 19 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 20 Betaling

  • 1. De vergoeding wordt rechtstreeks betaald aan de ouder op voorwaarde dat deze een bewijs van betaling van kosten van kinderopvang kan overleggen.

  • 2. Het college kan op verzoek van de ouder een andere betaalwijze dan in lid 1 genoemd toestaan.

Artikel 21 Afwijking

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze regeling.

  • 2. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet of onduidelijk is besluit

    het college en treffen zij zo nodig voor voorzieningen.

HOOFDSTUK 4: SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoet- koming.

  • 2.

    De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet Kinderopvang Veldhoven 2011.