Regeling vervallen per 23-03-2018

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Geldend van 13-06-2013 t/m 22-03-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      Woning: een gebouwde onroerende zaak voor zover deze als zelfstandige woonruimte of onvrije etage wordt bewoond, alsmede de onroerende aanhorigheden, een woonwagen of een woonschip. Een woning is voorzien van voorzien van een eigen toegang, waarbij geen wezenlijke woonfuncties, zoals woon- en slaapruimte, was- en kookgelegenheid en toilet met anderen worden gedeeld.

    • c.

      Onzelfstandige woonruimte: woonruimte, niet zijnde een woning.

    • d.

      woonkosten:

      • 1.

        indien een huurwoning wordt bewoond: de op de aanvraagdatum van het lopende huursubsidietijdvak per maand geldende huurprijs als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag;

      • 2.

        indien een eigen woning wordt bewoond: de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente, de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar de omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

      • 3.

        onder zakelijke lasten wordt verstaan: de rioolrechten, het eigenaarsdeel van de onroerend-zaakbelasting, de opstalverzekering, het eigenaarsaandeel van de waterschapslasten;

      • 4.

        indien een woonwagen in huur wordt bewoond, de tot een bedrag per maand herleide op 1 juli geldende woonkosten, als beschreven in de Wet op de huurtoeslag.

    • e.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veldhoven

  • 3. De in deze verordening genoemde percentages worden berekend over de gehuwdennorm als bedoeld in artikel 21 lid 1 van de wet.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 2 Toeslagen alleenstaande en alleenstaande ouders

    • 1.

      De toeslag voor de alleenstaande van 23 jaar of ouder of de alleenstaande ouder, in wiens woning géén ander zijn hoofdverblijf heeft, bedraagt 20 procent.

    • 2.

      De toeslag voor de alleenstaande van 23 jaar of ouder of de alleenstaande ouder bedraagt 10 procent, indien: a in de woning een ander of meerdere anderen zijn/hun hoofdverblijf heeft/hebben; b sprake is van onzelfstandige woonruimte.

    • 3.

      In uitzondering op het tweede lid sub a bedraagt de toeslag 20 procent als de ander

      • ·

        het ten laste komend kind is, of

      • ·

        een meerderjarig kind is dat Rijk’s kas bekostigd onderwijs volgt; of

      • ·

        een meerderjarig kind is dat: - een zorgbehoefte heeft; - deze behoefte is vastgesteld en geïndiceerd door het CIZ voor tenminste 10 uur per week en; - de alleenstaande ouder deze zorg voor tenminste 10 uur verleent.

    • 4.

      Aan de alleenstaande of de alleenstaande ouder die géén aantoonbare woonkosten zelf betaalt wordt géén toeslag verstrekt.

    • 5.

      Aan de alleenstaande van 21 of 22 jaar wordt géén toeslag verstrekt.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm

Artikel 3 Verlagingen gehuwdennorm

  • 1.

    De gehuwdennorm wordt verlaagd met 20 procent als géén woonkosten aantoonbaar zijn.

  • 2.

    De gehuwdennorm wordt verlaagd met 10 procent als in de woning een ander of meerdere anderen zijn/hun hoofdverblijf heeft/hebben.

  • 3.

    Het tweede lid is niet van toepassing indien

    • ·

      reeds toepassing is gegeven aan het eerste lid; of

    • ·

      de ander het ten laste komend kind is; of

    • ·

      de ander het meerderjarig studerend kind; of

    • ·

      een meerderjarig kind is dat: - een zorgbehoefte heeft; - deze behoefte is vastgesteld en geïndiceerd door het CIZ voor tenminste 10 uur per week en; - de gehuwden deze zorg voor tenminste tien uur verlenen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd om daar waar toepassing van de verordening tot onbillijke situaties leidt van de hierboven genoemde regels af te wijken.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Artikel 7 Intrekking verordening

De “de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2012” wordt ingetrokken.