Regeling vervallen per 30-12-2010

Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening

Geldend van 18-07-2002 t/m 29-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 11-06-2002

Intitulé

Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

1. Veiligheidsketen:

De taken en werkzaamheden van de brandweer die zijn gericht op de brandweerzorg en rampenbestrijding, waarbij de volgende fasen worden onderscheiden: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg

  • a.

    Pro-actie: is het structureel voorkomen van onveiligheid, onder andere door vanuit veiligheidsoptiek invloed uit te oefenen op het maken van ruimtelijke plannen;

  • b.

    Preventie: is het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid en het beperken van de gevolgen ervan door het doorvoeren van preventieve maatregelen in een bepaald gebied, onder andere door aan vergunningen voorwaarden te verbinden met het oog op veiligheid;

  • c.

    Preparatie: is het daadwerkelijk voorbereiden op de bestrijding van mogelijke aantasting van de veiligheid, onder andere door het opstellen van en het oefenen met aanvals- en rampenplannen;

  • d.

    Repressie: is het bestrijden van onveiligheid en het verlenen van hulp in acute noodsituaties door de daadwerkelijke inzet van brandweer, politie en andere hulpverleningsdiensten;

  • e.

    Nazorg: is alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar de normale verhoudingen, onder andere door de opvang van slachtoffers en hulp bij de afwikkeling van schadeclaims;

2. Regionaal beleidsplan

Het periodiek door het verantwoordelijke bestuur vast te stellen plan waarin de organisatie van de brandweerzorg in de regio Zuid-Oost Noord-Brabant is vastgelegd;

3. Gemeentelijk brandweerbeleidsplan

Het periodiek door de raad vast te stellen plan waarin de organisatie van de gemeentelijke brandweer alsmede het hierop van toepassing zijnd beleid en doelstellingen worden vastgelegd;

4. Gemeentelijk jaarplan brandweer

Het jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen plan waarin opgenomen de door de gemeentelijke brandweer in een jaar te verrichten activiteiten op basis van het brandweerbeleidsplan;

5. Regionale Brandweer Zuid-Oost Noord-Brabant

De organisatie die belast is met de uitvoering van de aan het openbaar lichaam ‘Hulpverleningsregio Zuid-Oost Noord-Brabant’opgedragen taken in het kader van de brandweerzorg en rampenbestrijding, aan welke gemeenschappelijke regeling de gemeente deelneemt.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

  • 2. De Gemeentelijke Brandweer vormt een zelfstandige organisatie, waarvan de opbouw, de taken en het beheer zijn geregeld op de wijze, zoals in de navolgende artikelen is bepaald .

Artikel 3 Taken gemeentelijke brandweer

  • 1.

    De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de Regionale Brandweer Zuid-Oost Noord-Brabant opgedragen taken, uit de feitelijke uitvoering van de taken van de veiligheidsketen in de eigen gemeente, een en ander overeenkomstig de uitwerking in het ingevolge artikel 4 van deze verordening vast te stellen gemeentelijk brandweerbeleidsplan en in overeenstemming met het regionaal beleidsplan.

  • 2.

    De gemeentelijke brandweer kan worden belast met de uitvoering van regionale taken, een en ander overeenkomstig de uitwerking in het ingevolge artikel 4 van deze verordening vast te stellen gemeentelijk brandweerbeleidsplan en in overeenstemming met het regionaal beleidsplan.

  • 3.

    Andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten de zogenaamde dienstverlening, kunnen worden verricht overeenkomstig een vastgestelde brandweerrechtenverordening.

Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

  • 1. Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per 4 jaar een gemeentelijk brandweerbeleidsplan ter vaststelling voor waarin is beschreven op welke wijze aan de inhoud van de in artikel 3 omschreven taken van de veiligheidsketen uitvoering zal worden gegeven. Het gemeentelijk brandweerbeleidsplan omvat in elk geval een omschrijving van de taken en de bedrijfsvoering van de gemeentelijke brandweer, de beschikbare financiële en personele middelen, de voertuigen, het materieel, de huisvesting en een meerjaren opleidings- en oefenplan.

  • 2. De uitwerking van het gemeentelijk brandweerbeleidsplan vindt plaats in een jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen gemeentelijk jaarplan.

Artikel 5 Regionale taken

Naast de in de artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn aan de Regionale Brandweer Zuid-Oost Noord-Brabant opgedragen de taken van de veiligheidsketen die niet ingevolge artikel 3 van deze verordening zijn opgedragen aan de gemeentelijke brandweer, een en ander overeenkomstig de uitwerking in het regionaal beleidsplan.

Artikel 6 Personeel

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een adequate personeelsvoorziening ten behoeve van de gemeentelijke brandweer. Deze zorg komt tot uitdrukking in een personeelsplan, opgenomen in het brandweerbeleidsplan, waarin de minimale vereisten met betrekking tot de personele middelen staan vermeld.

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, dat voor de taakuitoefening noodzakelijk is.

Artikel 8 Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructie, opgenomen in de formatieplaatsbeschrijving van de commandant gemeentelijke brandweer.

Artikel 9 Materieel

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het zoveel mogelijk in overeenstemming brengen en houden van het materieel van de gemeentelijke brandweer met de eisen die zijn vastgelegd in het regionaal dekkingsplan van de regio Zuid-Oost Noord-Brabant, zoals dat door de deelnemende gemeenten is vastgesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de gemeentelijke brandweer worden ondergebracht overeenkomstig de uitgangspunten die zijn vastgelegd in het voornoemde regionaal dekkingsplan.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Advisering regionale brandweer

  • 1. Het gemeentelijk brandweerbeleidsplan wordt ter advisering voorgelegd aan de commandant van de regionale brandweer.

  • 2. Een tussentijdse aanpassing van de taken van de gemeentelijke brandweer en/of de personele en/of materiële sterkte van de gemeentelijke brandweer, wordt ter advisering voorgelegd aan de commandant van de regionale brandweer.

  • 3. In de repressieve functie “Officier van dienst” kan worden voorzien middels een regeling, nader uitgewerkt en vastgelegd in een intergemeentelijke overeenkomst. Burgemeester en wethouders gaan niet over tot vaststelling van een dergelijke regeling dan nadat de commandant van de regionale brandweer ter zake heeft geadviseerd.

Artikel 12 Citeertitel en in werking treden

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als:

    Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 11 juni 2002

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de “Organisatieverordening brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 mei 1987, laatstelijk gewijzigdbij raadsbesluit van 9 juni 1992.