Regeling vervallen per 12-09-2017

Financiële beheersverordening

Geldend van 04-11-2016 t/m 11-09-2017

Intitulé

Financiële beheersverordening

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Veldhoven en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • b.

    administratieve organisatie:

    het gehele complex van organisatorische maatregelen dat direct of indirect betrekking heeft op de goede werking van de administratie.

  • c.

    Bbv:

    het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

  • d.

    doelmatigheid:

    het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • e.

    doeltreffendheid:

    de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

  • f.

    financiële administratie:

    het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Veldhoven, teneinde te komen tot een goed inzicht in -en het afleggen van rekening en verantwoording over-:

    • 1. de financieel-economische positie;

    • 2. het financiële beheer;

    • 3. de uitvoering van de begroting;

    • 4. het afwikkelen van vorderingen en schulden.

  • g.

    meetindicator:

    de streefwaarde die aangeeft wat bereikt moet worden c.q. wat bereikt is binnen een bepaalde periode en voor een bepaald budget, voor de beoogde doelstellingen en te leveren prestaties.

  • h.

    rechtmatigheid:

    het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten.

  • i.

    verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft.

Titel 1. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Voorjaarsnota

  • 1. Het college biedt de raad jaarlijks een voorjaarsnota aan met daarin opgenomen de kaderstelling en de financiële begrotingskaders voor het volgende begrotingsjaar en minstens drie daaropvolgende jaren.

  • 2. In deze voorjaarsnota worden de bevindingen betrokken uit de laatst vastgestelde programmabegroting, alsmede uit de programmaverantwoording (jaarverslag/ jaarrekening) als bedoeld in artikel 8.

  • 3. De raad stelt hier genoemde voorjaarsnota vast.

Artikel 3. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode de programma-indeling voor het volgende begrotingsjaar vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • a.

      hoofdkader en doelstellingen (wat willen we bereiken?);

    • b.

      de te leveren prestaties (wat doen we daarvoor?);

    • c.

      de baten en lasten (wat mag het kosten?).

  • 3. De raad stelt per programma meetindicatoren vast met betrekking tot de doelstellingen en de te leveren prestaties/producten.

  • 4. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten, zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 4. Producten

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.

  • 2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Uitvoering

Artikel 5. Uitvoering begroting

  • 1. Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het college draagt ten aanzien van de productraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

  • 4. Voorzienbare mutaties in de totale lasten en baten per programma in de loop van het begrotingsjaar worden door het college ter vaststelling aan de raad voorgelegd.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6. Interne controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college draagt zorg voor de periodieke interne toetsing van de organisatie op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. Periodiek wordt ieder onderdeel van de gemeentelijke organisatie getoetst.

  • 3. Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het tweede lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de programmabegroting ter beheersing en bijsturing van die uitvoering. De vorm, inhoud en frequentie van de tussentijdse rapportages wordt gebaseerd op de nota P&C Cyclus 2014.

  • 2. De rapportages gaan in op afwijkingen ten opzichte van de begroting, zowel voor wat betreft hetgeen uitgevoerd dient te worden om de programma’s te realiseren als hetgeen die uitvoering mag kosten (de baten en lasten) en indien daar aanleiding voor is, hetgeen per programma bereikt dient te worden (de geleverde prestaties en maatschappelijke effecten). De rapportage bevat eventueel voorstellen om dienovereenkomstig aanpassingen te plegen.

Artikel 8. Jaarstukken

  • 1. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s en behandelt daartoe in de programmaverantwoording (jaarverslag/ jaarrekening) minstens de volgende zaken:

    • a.

      wat is bereikt?

    • b.

      welke prestaties zijn geleverd?

    • c.

      wat zijn de kosten?

    • d.

      hoe verhouden zich de resultaten tot de in de begroting gestelde doelen?

  • 2. De raad bepaalt aan de hand van de programmaverantwoording of de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Titel 2. Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 9. Financiële positie

  • 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3. De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

De waardering en afschrijving van de vaste activa dient te geschieden conform de door de raad vastgestelde nota waardering en afschrijving van de gemeente Veldhoven.

Artikel 11. Voorzieningen voor oninbare vorderingen

Openstaande vorderingen worden beoordeeld op oninbaarheid . Op basis van deze beoordeling wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd.

Artikel 12. Reserves en voorzieningen

  • 1. Voor het algemene beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen geldt het beleid zoals geformuleerd in de door de raad vastgestelde nota reserves en voorzieningen.

  • 2. De in lid 1 genoemde nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van de rente over reserves en voorzieningen.

  • 3. Het college neemt jaarlijks in de programmabegroting en programmaverantwoording een afzonderlijke paragraaf op aangaande reserves en voorzieningen.

Artikel 13. Kostprijsberekening

Het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Veldhoven dient te geschieden conform de door de raad vastgestelde nota kostentoerekening.

Artikel 14. Financieringsfunctie en rentebeleid

  • 1. De uitoefening van de financieringsfunctie dient te geschieden conform het vastgestelde treasurystatuut.

  • 2. Het treasurystatuut wordt vastgesteld door de raad.

  • 3. De wijze van begroten, verantwoorden en toerekenen van rentelasten en rentebaten dient te geschieden conform de door de raad vastgestelde nota rentebeleid en rentetoerekening.

Artikel 15. Borgstelling

  • 1. Het borgstellen door de gemeente dient plaats te vinden volgens de richtlijnen opgenomen in het Treasurystatuut gemeente Veldhoven.

Titel 3. Paragrafen

Artikel 16. Lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid

  • 1.

    Bij de begroting verstrekt het college in de betreffende paragrafen de informatie als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 16 van het Bbv.

  • 2.

    In de programmaverantwoording legt het college verantwoording af over hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen.

  • 3.

    De raad kan het college verzoeken om een afzonderlijke nota uit te brengen over een specifiek onderwerp als genoemd in de artikelen 10 tot en met 16 van het Bbv.

Titel 4. Financiële organisatie en administratie

Artikel 17. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 18. Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Bbv en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 19. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

Artikel 20. Aanbesteding en inkoop

  • 1. Het college draagt zorg voor en legt in een besluit vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

  • 2. Het college draagt zorg voor het vaststellen van de gemeentelijke inkoopdoelstellingen en het inkoopbeleid en legt dit ter goedkeuring voor aan de raad.

Artikel 21. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt in een besluit vast de interne regels (protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat gehandeld wordt in overeenstemming met de regels van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Veldhoven.

Artikel 22. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college draagt zorg voor en legt in een besluit vast de interne regels (protocol) voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Titel 5. Slotbepalingen

Artikel 23. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking, met dien verstande dat de (meer)begroting, jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de programmabegroting voor het begrotingsjaar 2014 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. De bij raadsbesluit van 20 juni 2006 vastgestelde en op 17 mei 2011 gewijzigde “Financiële beheersverordening gemeente Veldhoven 2006” wordt ingetrokken.

Artikel 24. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële beheersverordening”.