Regeling vervallen per 06-01-2011

Brandbeveiligingsverordening

Geldend van 15-06-2009 t/m 05-01-2011

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

Paragraaf 2 Gebruiksvergunning

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn;

    • b.

      aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

  • 2. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.

  • 3. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

  • 4. Het college kan inrichtingen aanwijzen, al dan niet beperkt in plaats en omvang, waarvoor het verbod in het eerste lid onder a niet geldt en kan daarvoor nadere regels stellen.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Artikel 4 Verplicht aanwezige bescheiden

In de inrichting waar de activiteiten plaatsvinden waarop de vergunning betrekking heeft moet de vergunning aanwezig zijn, en moet op verzoek van degene die is belast met de zorg voor de naleving van deze verordening, ter inzage worden gegeven.

Paragraaf 3 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar

Artikel 5 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.

Paragraaf 4 Het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand

Artikel 6 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5 2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing

Artikel 7 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Paragraaf 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Toezicht

Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer en daartoe door het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 9 Intrekking oude regeling

De ‘Brandbeveiligingsverordening zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 26 september 2006, nr. 06.210’ wordt ingetrokken.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen die zijn verleend onder werking van de ‘Brandbeveiligingsverordening zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 26 september 2006, nr. 06.210’ en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Brandbeveiligingsverordening zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 26 september 2006, nr. 06.210’ is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de ‘Brandbeveiligingsverordening zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 26 september 2006, nr. 06.210’ wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 15 juni 2009.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Brandbeveiligingsverordening’.