nota algemeen subsidiebeleid

Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Intitulé

nota algemeen subsidiebeleid

Inleiding

In 2005 is in opdracht van de gezamenlijke rekenkamercommissies van de gemeenteraden van Beverwijk en Velsen een onderzoek uitgevoerd naar het subsidiebeleid van deze gemeenten. De belangrijkste aanbeveling was dat de gemeente Velsen zakelijker zou moeten opereren bij de subsidieverstrekking. Deze algemene aanbeveling is verder uitgewerkt in de volgende aanbevelingen:

  • - Stel een overzicht op van de terreinen waarvoor samenhangend welzijnsbeleid ontwikkeld moet worden of moet worden geactualiseerd;

  • - Formuleer zowel het bestaande als het nog te ontwikkelen beleid op meetbare wijze;

  • - Onderzoek tenminste één maal in de vier jaar of de beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd en of de subsidiëring moet worden verlengd of dat aanbesteden meer voor de hand ligt (bij grote subsidieontvangers);

  • - Organiseer tenminste tweemaal in de 4 jaar voor de gemeenteraadsleden een bijeenkomst met de grotere gesubsidieerde instellingen. Op deze wijze blijft men op de hoogte van de lopende ontwikkelingen;

  • - Verbeter het subsidieproces en ontwikkel een instrumentarium dat dit proces ondersteunt;

  • - Train de medewerkers die betrokken zijn bij het subsidieproces in het SMART formuleren van doelen (beleid) en effecten (inclusief subsidievoorwaarden).

In 2006 is, naar aanleiding van deze aanbevelingen, de notitie “Invoering van een resultaatgerichte en zakelijke subsidiesystematiek” verschenen. Op basis van deze notitie heeft de gemeente Velsen in 2007 bij het maken van afspraken voor 2008 met Stichting Welzijn Velsen, Zorgbalans/COB en de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening-Midden Kennemerland in pilotverband gebruik gemaakt van de systematiek van de Beleidsgestuurde Contractfinanciering (BCF). Deze 3 organisaties behoren tot de grootste subsidieontvangers op welzijnsgebied binnen de gemeente. In 2009 volgen 3 culturele organisaties (Kunstencentrum, Stadsschouwburg en Witte Theater). Daarnaast is in 2008 de Algemene Subsidieverordening (ASV) geactualiseerd en aangepast aan de BCF-systematiek. Met de invoering van de BCF-systematiek voor de grote subsidieontvangers is aan de aanbevelingen uitvoering gegeven. De gemeente Velsen verstrekt echter ook veel kleinere subsidies, waarvoor de inhoudelijke kaders minder helder zijn. Met name voor deze subsidies is het van belang om deze kaders vast te stellen.

In juni 2008 is in de Raadscarrousel de discussienota inzake het algemeen subsidiebeleid behandeld. Doel hiervan was om aan het college kaders mee te geven voor het opstellen van de nota subsidiebeleid. In deze sessie is op de onderstaande punten de mening van de fracties geïnventariseerd:

  • - Vindt de Raad kaderstelling met inachtneming van de in de notitie genoemde overwegingen van belang?

  • - Wil de Raad de discussie over heroverweging van het bestaande beleid nu voeren mede gezien mogelijke consequenties?

  • - Zo ja, onderschrijft de Raad het in de notitie beschreven beoogde resultaat?

  • - Deelt de raad de mening dat het huidige budget in beginsel ongewijzigd beschikbaar moet blijven en hoe staat de Raad tegenover compartimentering?

Alle fracties konden instemmen met de eerste 3 punten. Er werd aangegeven dat bij het verder opzetten van het subsidiebeleid expliciet de bevindingen vanuit het rapport van de rekenkamer over het subsidiebeleid van de gemeenten Velsen (en Beverwijk) meegenomen moeten worden. Verder zou een aantal fracties graag een koppeling zien met het accommodatiebeleid en de marktconforme huren. De fracties zijn positief over de koppeling van subsidies aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Ten slotte is aangegeven dat een subsidieplafond per compartiment nuttig kan zijn om intensivering van beleid mogelijk te maken. Compartimentering moet echter niet vanuit een bezuinigingsoogpunt worden ingezet. Er moet ook ruimte blijven voor nieuwe initiatieven.

Hoofdstuk 1 Subsidiebeleid

Onder een subsidie wordt verstaan:

Een aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan (i.c. de gemeente Velsen) verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als een betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten.

Het subsidiebeleid van de gemeente bestaat uit verschillende documenten.

In de Algemene Subsidieverordening (ASV) worden de juridische eisen vermeld die aan subsidies kunnen worden gesteld. De Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) vormt het kader.

Met het subsidie-instrument kan de gemeente regie voeren over de activiteiten die zij wil stimuleren of ondersteunen. Het gaat dan om het beantwoorden van de vraag wat de gemeente wil bereiken (doelstellingen), welke activiteiten daarvoor worden ontplooid en wat het mag kosten (conform de opzet van de begroting). Dit is vertaald in het algemeen subsidiebeleid en kan verder worden uitgewerkt in beleidsregels. De nota subsidiebeleid gaat over de hoofdlijnen.

Het subsidiebeleid hangt samen met andere ontwikkelingen binnen de gemeente. Ontwikkelingen op een bepaald beleidsterrein kunnen gevolgen hebben voor het subsidiebeleid. Hierbij kan worden gedacht aan relaties tussen accommodatiebeleid en subsidiebeleid. Dit betekent dat als er beleidsuitgangspunten wijzigen, het subsidiebeleid hierop moet kunnen worden aangepast. Het subsidiebeleid is immers ondersteunend aan de beleidsontwikkeling.

1.1 Uitgangspunten

In deze paragraaf worden de uitgangspunten beschreven die het College hanteert voor het subsidiebeleid.

Algemene Subsidieverordening:

De Algemene Subsidieverordening geldt voor alle subsidies die verstrekt worden door de gemeente Velsen.

Subsidieplafond en compartimentering:

Het huidige budget voor subsidies, zoals opgenomen in de begroting 2009, blijft beschikbaar. Dit budget is tevens het plafond voor subsidieverstrekking, tenzij de Raad in het kader van bijvoorbeeld nieuw beleid andere budgetten ter beschikking stelt. Daarbij bestaat de mogelijkheid om compartimenten aan te brengen in het totale voor subsidies beschikbare bedrag. Per soort1 activiteiten kan dan een plafond worden aangebracht. In het jaarlijks kaderdebat kunnen vervolgens prioriteiten in het subsidiebeleid, aansluitend op inhoudelijk beleidsmatige prioriteiten, worden geformuleerd. Daarmee ontstaat een extra sturingsinstrument. Uiteraard zal daarbij oog moeten zijn voor de continuïteit van lopende projecten/langdurige subsidierelaties, administratieve verwerking en personele inzet.

Grondslag voor subsidieverstrekking:

In de ASV is vastgesteld dat subsidie slechts wordt verstrekt voor de bekostiging van activiteiten die, naar het oordeel van het college, van belang zijn voor de gemeente Velsen en/of haar inwoners. Verder zijn van belang de beleidsuitgangspunten die zijn neergelegd in de diverse beleidsnota´s (zie § 2.1)

Kalenderjaren:

Het college hanteert het uitgangspunt dat subsidies per kalenderjaar worden verstrekt. Indien dat voor een subsidieontvanger onmogelijk blijkt te zijn, dan kan het college hier van afwijken.

Subsidie alleen aan rechtspersonen:

Het college verleent alleen subsidies aan rechtspersonen (stichtingen, verenigingen)

Relatie met accommodatiebeleid / marktconforme huren:

Er zijn organisaties die subsidie ontvangen voor de huur van hun accommodatie. Zodra het accommodatiebeleid en het beleid met betrekking tot marktconforme huren gereed is, zal de situatie van subsidieontvangers die gebruik maken van een gemeentelijke accommodatie opnieuw bekeken worden. Dit is van belang om inzicht te krijgen in de consequenties van het accommodatiebeleid en het beleid met betrekking tot marktconforme huren voor deze subsidieontvangers.

Inwerkingtreding:

Voorgesteld wordt deze beleidsnota na vaststelling in te laten gaan per 1 januari 2009. In principe geldt dat in 2009 op dezelfde wijze gesubsidieerd wordt als in 2008. Vanaf 1 januari 2010 worden alle subsidieontvangers volgens de nieuwe subsidiesystematiek behandeld.

Heroverweging subsidies:

Indien de kaders voor subsidies zijn vastgesteld dienen de huidige gesubsidieerde activiteiten heroverwogen te worden aan de hand van de vigerende beleidsnota´s. Consequentie van heroverweging zou kunnen zijn dat bepaalde activiteiten niet meer, of voor een lager of hoger bedrag worden gesubsidieerd. Voorgesteld wordt om hiervoor een overgangstermijn van drie jaar (vanaf 1 januari 2010) in acht te nemen, zowel voor aanvragers die meer als minder ontvangen. Door dit via een glijdende schaal te doen wordt gewaarborgd dat het subsidieplafond niet wordt overschreden. Dit betekent nadrukkelijk niet dat het totaal aan beschikbare subsidiegelden daalt, het gaat niet om een bezuiniging. Het kan echter wel betekenen dat huidige subsidieontvangers (na een redelijke overgangstermijn) geen, minder of juist meer subsidie ontvangen.

1.2 Huidige situatie subsidieverstrekking in Velsen

De gemeente Velsen subsidieert op structurele basis ruim 100 instellingen die zich met allerlei activiteiten bezighouden. In totaal gaat hierin ruim zes miljoen euro op jaarbasis om.

Grote subsidieontvangers

Het betreft hier 9 instellingen die een subsidiebedrag van meer dan € 50.000,-- per jaar ontvangen. Met deze instellingen worden uitvoeringsovereenkomsten gesloten omdat zij instrumenteel zijn in de uitvoering van het gemeentelijk beleid op het gebied van Welzijn en Kunst en Cultuur. Met de Stichting Welzijn Velsen, Zorgbalans/COB en Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Midden-Kennemerland is voor 2008 een uitvoeringsovereenkomst conform de BCF-systematiek afgesloten. De Stadsschouwburg, het Kunstencentrum en het Witte Theater volgen in 2009. Tenslotte vallen in deze categorie nog de Jeugdgezondheidszorg (0-4-jarigen), Tandem (informele zorg) en het Pieter Vermeulenmuseum. Gezien de ontwikkelingen bij deze instellingen is er voor gekozen om deze pas vanaf 2010 volgens BCF-systematiek te subsidiëren.

Kleine(re) subsidieontvanger

De overige organisaties ontvangen subsidies variërend van € 84,-- tot € 47.321,-- per jaar.

Deze organisaties zijn naar hun activiteiten als volgt onder te verdelen:

  • - Amateurkunst en overige culturele activiteiten (zang, toneel, muziek, archeologie en geschiedenis, schilderen);

  • - Speeltuinbeheer;

  • - Scouting;

  • - Zeegerelateerde activiteiten;

  • - Educatieve activiteiten;

  • - Belangenbehartiging/integratie (wijk-/buurtgerelateerd of ten behoeve van culturele minderheden);

  • - Sportactiviteiten. Het gaat hierbij om kleinschalige/eenmalige bijdragen in kosten/investeringen in accommodaties, subsidies voor kleine buitensportverenigingen, subsidies voor sportevenementen en activiteiten en om jeugdsport- en kadersubsidies;

  • - Overige activiteiten die een maatschappelijk belang nastreven (SOS Velsen, slachtofferhulp, asiel);

  • - Hobby-activiteiten (bijenteelt, postzegels verzamelen, aquaria, radio).

In het vervolg van deze nota worden deze activiteiten aangeduid als “overige activiteiten”.

Met name als het gaat om deze overige activiteiten ontbreekt het op dit moment aan heldere kaderstelling wat in het kader van de Algemene Subsidieverordening (ASV) subsidiabel zou moeten zijn.

In bijlage 2 is ter informatie een overzicht opgenomen van de voor subsidiëring beschikbare middelen in de begroting 2009.

Hoofdstuk 2 Kaders voor het subsidiebeleid van de gemeente Velsen

Het subsidiebeleid van de gemeente richt zich op activiteiten die door organisaties binnen de gemeente worden uitgevoerd. Om te kunnen beoordelen of een organisatie voor bepaalde activiteiten voor subsidie in aanmerking komt, dient vastgesteld te worden of de activiteit past binnen de beleidsdoelen van de gemeente Velsen. Als de activiteit past binnen de beleidsdoelen betreft het een activiteit die aansluit bij het gemeentelijke beleid en gewenst wordt geacht voor het functioneren van de samenleving.

2.1 Beleidsdoelen gemeente Velsen

Het algemeen subsidiebeleid dient aan te sluiten bij het beleid dat de gemeente wenst uit te voeren. De beleidsdoelen van de gemeente Velsen zijn uitgewerkt in de verschillende beleidsnota’s. In de inleiding is aangegeven dat voor de grote subsidieontvangers de systematiek van de Beleidsgestuurde Contractfinanciering is geïntroduceerd. In dit kader zijn voor de grote welzijns- en cultuurinstellingen beleidsdoelstellingen en gewenste maatschappelijke resultaten geformuleerd. Ook in de in 2007 en 2008 vastgestelde nota’s op het gebied van Jeugd, Sport, Kunst- en Cultuur, Evenementen en Gezondheid zijn doelstellingen opgenomen. Verder zijn in de economische agenda doelstellingen beschreven. Deze worden hieronder weergegeven:

  • Maatschappelijke participatie:

    • - Versterking van de sociale infrastructuur;

    • - Bevorderen van zelfredzaamheid, zelfstandigheid, zelfstandig wonen en maatschappelijke integratie onder kwetsbare doelgroepen.

  • De voorwaarden voor jeugdigen om zich te ontwikkelen tot zelfstandig functionerende burgers zijn zo optimaal mogelijk:

    • - Bevorderen van het welzijn van jeugdigen en het vergroten van hun kansen/mogelijkheden tot ontwikkeling. Tevens bijdragen aan voorkomen / verminderen/ bestrijden van achterstanden bij deze groep.

  • Cultuureducatie: het vergroten van ontwikkelingskansen voor jongeren door met kunst en cultuur in aanraking te komen:

    • - Het bevorderen van actieve en passieve deelname aan cultuur, met name door de jeugd tot 18 jaar.

  • Cultuurparticipatie: het verrijken van de belevingswereld door met kunst en cultuur in aanraking te komen:

    • - Het bevorderen van actieve en passieve deelname aan kunst en cultuur.

  • Cultuurhistorie: bewustwording van het belang van de waarde van ons erfgoed en ons cultureel verleden:

    • - Het ontsluiten van informatie over het culturele erfgoed in de gemeente;

    • - Het actief promoten van culturele activiteiten.

  • Jeugd, doelstellingen op het gebied van:

    • - Opvang, educatie en werk;

    • - Opvoeding en bescherming;

    • - Gezondheidszorg;

    • - Veiligheid;

    • - Vrije tijd;

  • Sport: zoveel mogelijk burgers beoefenen sport(en) vanuit de brede kracht van sport als vrijetijdsbesteding, participatie, gezondheid en persoonlijke ontplooiing (sportactieve leefstijl):

    • - Toename van het aantal deelnemers aan sport, met name jeugd, ouderen en mensen met een beperking; Behouden van diversiteit aan sportaanbod; Versterken van lokale sportverenigingen;

    • - Verbeteren (digitale) dienstverlening.

  • Gezondheid:

    • - Het bevorderen van een gezonde leefstijl, en het tegengaan van overgewicht (diabetes), roken en alcohol.

    • - Het bereik van het aantal mensen met depressie vergroten.

    • - Verkleinen van gezondheidsverschillen tussen (bevolkings)groepen.

    • - Het behouden en realiseren van een veilige en prettige leefomgeving

  • Economische agenda 2007 -2010, onderdeel toerisme:

    • - Vernieuwen toeristisch product IJmuiden aan Zee & versterken marketing en promotie

    • - Benutten toeristische potenties van de haven

    • - Verbeteren van de kwaliteit van het Noorderstrand

    • - Benutten potenties van het historische erfgoed

    • - Benutten toeristische potenties van Spaarnwoude

    • - Een duidelijk en uitnodigend evenementenbeleid

  • Evenementenbeleid: met het evenementenbeleid wil de gemeente de volgende doelen nastreven:

    • - Economische Spin off van evenementen vergroten

    • - Velsen/ IJmuiden aan Zee beter op de kaart zetten met behulp van evenementen (promotionele doeleinden).

    • - De profilering van Velsen/ IJmuiden aan Zee versterken. Met het profiel van een gemeente met breed strand, de vele havens (jachthavens en havengebied IJmuiden) en visserij (Noordzeekanaal, sluizencomplex en pieren) en wind en watersport.) met behulp van evenementen.

    • - Het zomerseizoen verlengen door evenementen buiten het seizoen te stimuleren.

De Raad kan, naast de hierboven genoemde beleidsdoelen, meer beleidsdoelen toevoegen. Het subsidiebeleid heeft dus een dynamisch karakter.

Het is mogelijk dat bepaalde activiteiten, die in het verleden wel voor subsidie in aanmerking kwamen, volgens dit kader niet meer in aanmerking komen voor subsidie. Dit komt omdat hier geen specifieke beleidsdoelen voor zijn vastgesteld. Om dat te voorkomen geldt dat daar waar geen expliciet beleid is geformuleerd én waarvan voortzetting wenselijk wordt geacht, het bestaande impliciete beleid wordt geformuleerd en vastgesteld.

2.2 Overige beoordelingscriteria

Nadat de vraag of een activiteit past binnen de beleidsdoelen van de gemeente positief is beantwoord, moet worden nagegaan of de aanvraag voldoet aan de overige beoordelingscriteria. De overige beoordelingscriteria zijn algemene termen, die in de beleidsregels specifiek gemaakt dienen te worden. Onderstaand worden deze beoordelingscriteria toegelicht:

  • Gelijkheidsbeginsel

    • Bij vergelijkbare organisaties wordt de subsidieaanvraag op dezelfde wijze behandeld.

  • Algemene toegankelijkheid

    • De gesubsidieerde activiteit dient voor alle inwoners van Velsen toegankelijk te zijn

  • Zelfredzaamheid

    • Organisaties zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de financiële dekking van activiteiten. Indien dit onvoldoende lukt kunnen zij voor subsidie in aanmerking komen, mits het verzoek financieel gemotiveerd is. Als aangetoond kan worden dat de financiële dekking niet toereikend is, zal worden beoordeeld of er sprake kan zijn van een subsidie.

  • Eigen vermogen

    • In artikel 5.4 van de ASV is een grens gesteld aan de reserves van de subsidieontvanger (voor zover opgebouwd met gemeentelijk subsidie). Indien de reserves hoger zijn dan deze grens kan worden bepaald dat activiteiten pas worden gesubsidieerd als het eigen vermogen binnen deze grens valt.

Daarnaast moet worden getoetst of de weigeringsgronden uit artikel 1.6 van de ASV (zie bijlage 1) van toepassing zijn.

2.3 Vormen van subsidies

In de ASV wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen verschillende soorten subsidies.

Met betrekking tot de verantwoording van het subsidie wordt een onderscheid gemaakt op basis van de hoogte van het subsidiebedrag. Dit betekent dat de verantwoordingsverplichting zwaarder is naar mate het subsidiebedrag hoger is. Hiervoor zijn 3 categorieën gemaakt:

  • - Subsidies tot € 10.000 (worden gelijktijdig verleend en vastgesteld)

  • - Subsidies van € 10.000 - € 50.000

  • - Subsidies hoger dat € 50.000 (worden conform de systematiek van de Beleidsgestuurde Contractfinanciering verleend, accountantsverklaring bij de jaarrekening verplicht)

2.4 Beleidsregels

Daar waar beleidsnota’s onvoldoende zijn uitgewerkt om subsidieaanvragen te kunnen beoordelen, verdient het aanbeveling om beleidsregels (vast te stellen door het college) op te stellen. De beleidsregels zijn een vertaling van de beleidsdoelen naar concrete doelstellingen per beleidsterrein. Tevens worden de beoordelingscriteria per beleidsterrein vastgesteld. Voorgesteld wordt om in 2009 beleidsregels vast te stellen voor de subsidiëring van amateurkunst- en belangenbehartigingsorganisaties.

Voetnoot

1

  Zie voor een beschrijving van de verschillende soorten hierna onder § 1.2.