Nadere regels ter uitvoering van artikel 3:3 APV

Geldend van 10-11-2011 t/m heden

Intitulé

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3:3 APV

Burgemeester en wethouders van Venlo,

Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of – veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e), geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden;

gelet op het bepaalde in artikel 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Venlo;

BESLUITEN:

vast te stellen navolgende “Nadere regels ter uitvoering van artikel 3:3 APV”

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Inrichting: een seksinrichting en een escortbedrijf;

  • 2.

    Seksinrichting: de inrichting als bedoeld in artikel 3:1 onder c. APV, waaronder begrepen ook een prostitutiebedrijf;

  • 3.

    Escortbedrijf: het bedrijf als bedoeld in artikel 3:1 onder d. APV;

  • 4.

    Exploitant: de exploitant als bedoeld in artikel 3:1 onder f. APV;

  • 5.

    Beheerder: de beheerder als bedoeld in artikel 3:1 onder g. APV;

  • 6.

    Bouwwerk: een bouwwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Bouwverordening Model-VNG;

  • 7.

    Werkruimte: de verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt;

  • 8.

    Verblijfsruimte: een besloten ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen;

  • 9.

    Bouwbesluit: het Besluit als bedoeld in artikel 2 Woningwet houdende de technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken;

  • 10.

    Bouwverordening: de Bouwverordening Model-VNG door de gemeenteraad vastgesteld.

  • 11.

    APV: de Algemene Plaatselijke Verordening Venlo

Paragraaf 2. Inrichtingseisen

Artikel 2. Inrichtingseisen prostitutiebedrijven

  • 1.

    Tot een prostitutiebedrijf moeten tenminste behoren:

    • a.

      een of meer werkruimten;

    • b.

      een keuken;

    • c.

      een kleedkamer met een afsluitbare hang/legkast;

    • d.

      een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een oppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m.

  • 2.

    Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

  • 3.

    Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

  • 4.

    Elke werkruimte moet voorzien zijn van een wasbak (dan wel andere wasgelegenheid) met warm en koud stromend water, een afsluitbare hang/legkast en een vloeroppervlakte hebben van ten minste 9m².

  • 5.

    In een prostitutiebedrijf moet uitsluitend ten behoeve van de prostitu(e)e en het overige personeel tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn.

Artikel 3. Overige voorzieningen prostitutiebedrijven

De werkruimten van een prostitutiebedrijf moeten gedurende de aanwezigheid van de prostitué(e), hetzij door daglicht, hetzij door kunstlicht, hetzij door beide, voldoende en doelmatig zijn verlicht.

Artikel 4. Veiligheidsvoorzieningen prostitué(e)

  • 1.

    Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een zogenaamd stil alarm.

  • 2.

    De toegangsdeur van een werkruimte mag niet van binnen uit afsluitbaar zijn.

  • 3.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan de weg.

Paragraaf 3. Brandveiligheidseisen prostitutiebedrijven

Artikel 5. Brandveiligheidsvoorschriften

Een prostitutiebedrijf dient te voldoen aan de desbetreffende eisen gesteld in het Bouwbesluit en de Bouwverordening (gebruiksvergunning).

Artikel 5a. Gebruiksvergunning

De in artikel 2 tot en met 4 gestelde inrichtingseisen zijn niet van toepassing indien de voor het prostitutiebedrijf afgegeven gebruiksvergunning afwijkende inrichtingseisen stelt.

Paragraaf 4. Gebruiks- gedrags- en gezondheidsvoorschriften

Artikel 6. Algemeen

De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf is verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de inrichting of het bedrijf werkzame prostitué(e), alsmede de bescherming van de volksgezondheid.

Artikel 7. Technische Hygiënezorg

  • 1.

    De exploitant van een seksinrichting dient er voor zorg te dragen dat de inrichting voldoet aan de hygiëne-eisen die door de GGD worden gesteld, zoals vermeld in het hygiëne protocol GGD-en Limburg.

  • 2.

    De exploitant verleent aan de GGD toegang tot de seksinrichting en werkt mee aan het bezoek van de medewerker van de GGD die jaarlijks een technische - hygiëne inspectie uitvoert. Van deze hygiëne – inspectie wordt door de GGD een rapport gemaakt hetgeen wordt toegezonden aan de exploitant. Een afschrift van dit rapport wordt aan de gemeente gezonden.

Artikel 8. Preventie

  • 1.

    De exploitant van een inrichting verleent de GGD toegang tot de inrichting en verleent medewerking aan preventieactiviteiten van de GGD gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostitué(e)s.

  • 2.

    De exploitant van een inrichting voert een “veilig seks beleid”. Hij ziet erop toe dat er geen onveilige seks wordt aangeboden en dat veilige seks wordt bewerkstelligd.

  • 3.

    De exploitant van een inrichting draagt zorg voor verspreiding onder de bij hem werkzame prostitué(e)s van voor hen toegankelijk en in begrijpelijke taal geschreven voorlichtings- en informatiemateriaal, over gezondheidsrisico’s van hun werk, m.n. seksueel overdraagbare aandoeningen, en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.

  • 4.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf dient zorg te dragen voor een lijst van hulpverleningsinstanties en belangenverenigingen voor prostitué(e)s die voor de werkzame prostitué(e)s steeds toegankelijk is.

  • 5.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf stelt huisregels op om de klant te informeren over de toepassing van “veilig sekstechnieken”en het in de huisregels beschreven zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e)s. De huisregels dienen op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats opgehangen te worden.

  • 6.

    In de onder 5 bedoelde huisregels wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de prostitué(e) mag klanten weigeren;

    • b.

      de prostitué(e) is niet verplicht als daarom wordt verzocht met de klant alcoholhoudende dranken te drinken;

    • c.

      de prostitué(e) is niet verplicht om, als daarom wordt verzocht, zonder gebruik van een condoom te werken.

  • 7.

    De huisregels genoemd in het vorige lid gelden ten minste ook voor ieder escortbedrijf.

  • 8.

    De exploitant van een seksinrichting draagt er zorg voor dat op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats actueel foldermateriaal ten aanzien van veilige seks en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) ter inzage liggen.

  • 9.

    De exploitant van een seksinrichting draagt er zorg voor dat in de inrichting te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.

Artikel 9. Geneeskundig onderzoek

  • 1.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf en escortbedrijf stelt de bij hem werkzame prostitué(e) in de gelegenheid zich vier keer per jaar op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten bij de GGD of bij een bij de GGD bekende arts geneeskundig te laten onderzoeken.

  • 2.

    Indien het in het vorige bedoelde onderzoek door een andere arts wordt verricht meldt de exploitant de GGD schriftelijk naam en adres van die arts.

Paragraaf 5. Overige verplichtingen van exploitant en beheerder

Artikel 10. Leeftijdsgrens bezoekers

De exploitant mag gedurende de uren dat de inrichting geopend is geen personen jonger dan 16 jaar in zijn inrichting toelaten.

Artikel 11. Bewoningsverbod prostitutiebedrijf

  • 1.

    Het is verboden om het gedeelte van een gebouw dat door de exploitant bestemd is als prostitutiebedrijf als woonruimte in gebruik te nemen dan wel daarin te overnachten.

  • 2.

    De exploitant is verplicht op het bepaalde in het vorige lid toezicht uit te oefenen.

Artikel 12. Verboden reclame

Het is verboden voor een prostitutiebedrijf of escortbedrijf reclame te maken waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het prostitutiebedrijf of escortbedrijf werkzame prostitué(e)s vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Artikel 13. Escortbedrijf

De exploitant van een escortbedrijf is verplicht aan de gemeente door te geven onder welke telefoonnummers het bedrijf haar diensten aanbiedt.

Paragraaf 5a. Hardheidsclausule

Artikel 13a. Vrijstelling

Indien in enig geval de toepassing van het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 13 naar het oordeel van het bevoegd bestuursorgaan vanwege bijzondere omstandigheden kennelijk onredelijk is, kan ontheffing van één of meer bepalingen worden verleend, indien de exploitant de bijzondere omstandigheden heeft aangetoond.

Paragraaf 6. Slotbepaling inwerkingtreding

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na die waarop dit besluit bekend is gemaakt.

  • 2.

    De Nadere regels ter uitvoering van artikel 3:12 APV, vastgesteld door de gemeente Venlo d.d. 31 oktober 2000, komen daarbij te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld d.d. 1 november 2011 door:
Het college van burgemeester en wethouders van Venlo
De secretaris, de burgemeester,