Regeling vervallen per 02-11-2023

Subsidieregel Beeldende kunst en vormgeving

Geldend van 10-10-2013 t/m 01-11-2023

Intitulé

Subsidieregel Beeldende kunst en vormgeving

1 Subsidieregel Beeldende kunst en vormgeving

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene subsidieverordening Venlo (ASV). Voor het indienen van een aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

1.1 Beleidsinhoud

De subsidieregel is gebaseerd op de decentralisatie-uitkering Beeldende Kunst en Vormgeving, zoals verwoord in ‘Beleid beeldende kunst’ (OC&W, 2007). Doelstellingen van dit beleid zijn:

  • a.

    het bieden van ruimte aan talent: aanstormend en bewezen talent heeft de mogelijkheid om zich te ontwikkelen en werk te maken c.q. projecten uit te voeren;

  • b.

    het verbeteren van de relatie tussen productie en presentatie, tussen aanbod en publiek: aanbod is op veel en verschillende plekken te zien;

  • c.

    het versterken van de kracht/professionalisering van de sector: deelnemers zijn professioneel en ondernemend, er is sprake van samenwerking tussen gesubsidieerde en commerciële partijen, kunstenaars en afnemers en er worden verbanden gelegd met andere maatschappelijke en economische sectoren.

Investeren in de kwaliteit van de Venlose samenleving is van belang om hiermee de stad een sprankelende uitstraling te geven, om te werken aan een eigen identiteit en om kunstproductie te stimuleren.

Het kunstenbeleid is vastgelegd in het Masterplan Beeldende Kunst Stad zonder Grenzen, Kunst zonder Grenzen (2000) en is onder andere gericht op kunsttoepassingen:

  • op wijk- of buurtniveau, waarbij bewoners direct in contact komen met beeldende kunst, waarmee kunst wordt gespreid en waarmee een positieve impuls wordt gegeven aan de betreffende wijk of buurt;

  • op locaties in de openbare ruimte die intensief worden ‘benut’ door bewoners en bezoekers van Venlo zoals buitenzijde stadhuis, waterkant Q4, stadsparken, stationszone en pleinen.

Ook time based arts is een extra speerpunt in ons gemeentelijk beleid. In het beleidsplan van Museum van Bommel van Dam “Meer dan een museum voor actuele kunst” is opgenomen dat fotografie en bewegend beeld in meerdere opzichten een motor kunnen zijn voor het laagdrempelig aanjagen van kunst in de openbare ruimte. Een motor die ook past bij de tijdgeest en de wijze waarop jongeren met elkaar communiceren. Internationale, nationale en regionale kunstenaars zouden elkaar - met de stad als openbaar platform - in artistieke zin moeten ontmoeten en kruisbestuiven. Een originele mix van time based arts in de openbare ruimte kunnen bijdragen aan branding en citypromotion.

Met de subsidie worden initiatiefnemers gefaciliteerd voor activiteiten en projecten op het terrein van beeldende kunst en vormgeving, door het beschikbaar stellen van eenmalige een- tot driejarige projectsubsidies die aansluiten bij de speerpunten zoals die in het beleid zijn opgenomen. Het project staat open voor een breed publiek en vindt plaats in de openbare ruimte of een publieke ruimte.

1.2 Subsidievoorwaarden

Algemeen

  • a.

    De aanvrager beschikt aantoonbaar over voldoende organisatiekracht en inhoudelijke kwaliteit.

  • b.

    Het project vindt plaats in of vanuit de gemeente Venlo.

  • c.

    De begroting is reëel en sluitend. De aanvrager is in staat verantwoording af te leggen over de activiteiten en deze daadwerkelijk binnen de goedgekeurde begroting uit te voeren.

  • d.

    In de subsidieaanvraag is het project “smart” geformuleerd en de projectperiode is concreet benoemd.

  • e.

    De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan en een begroting van inkomsten en uitgaven.

Specifiek

  • a.

    Het project draagt bij aan het versterken van talent, verbeteren van de relatie tussen productie en presentatie of het versterken van de kracht/professionalisering van de sector.

  • b.

    Het project past in het Masterplan Beeldende Kunst of het speerpunt time based arts.

  • c.

    Het project nodigt uit tot communicatie met inwoners, bezoekers en samenwerkingspartners.

  • d.

    Het project brengt een transformatie teweeg in de omgeving waarvoor het is bedacht.

  • e.

    Het project dient inhoudelijk te getuigen van een doordachte verbeelding en technisch uitvoerbaar te zijn.

1.3 Subsidiemethode

De subsidie wordt, na toetsing van de aanvraag aan de criteria, bepaald op basis van een beoordeling van de ingediende begroting. Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt rekening gehouden met de mogelijkheden om eigen inkomsten te genereren, de uitstraling van het project voor Venlo, en het totale beschikbare subsidiebudget voor Beeldende Kunst en Vormgeving. Het college kan indien gewenst de aanvraag laten toetsen door de commissie Kunst in de Openbare Ruimte.

1.4 Soort subsidie

Eenmalige subsidie (hoofdstuk 3 ASV)

1.5 Subsidieplafond

  • a.

    Voor subsidies op basis van deze subsidieregel stelt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks één subsidieplafond vast (artikel 3 lid 2 ASV 2). Het subsidieplafond wordt voor aanvang van elk subsidiejaar gepubliceerd.

  • b.

    Het beschikbare subsidiebudget wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen tot het subsidieplafond is bereikt.

1.6 Overgangsregeling

Deze subsidieregel is van toepassing op subsidieaanvragen voor activiteiten die plaatsvinden na 1 januari 2014.

Subsidieaanvragen die zijn ingediend en betrekking hebben op activiteiten vóór 1 januari 2014, en waarop nog niet definitief is beslist, worden afgedaan volgens de bepalingen van de subsidieregel Beeldende kunst en vormgeving vastgesteld d.d. 23 juli 2009.

1.7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • a.

    De regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. De regeling wordt aangehaald als de “Subsidieregel Beeldende kunst en vormgeving”.

  • b.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling komt met ingang van 1 januari 2014 te vervallen de subsidieregel Beeldende kunst en vormgeving vastgesteld d.d. 23 juli 2009.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2013
De secretaris, de burgemeester,