Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014

Geldend van 09-03-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014

De raad van de gemeente Venlo,

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013 nummer 86;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 (Legesverordening 2014)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b

    week: een aaneengesloten periode van 7 dagen;

  • c

    maand: het tijdvak dat loopt van de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand;

  • d

    jaar: het tijdvak dat loopt van de (n)de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;

  • e

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f

    apv: Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Venlo

 Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:

  • a

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    het afgeven van een verklaring als bedoeld in artikel 25 van de Wet op de Rechtsbijstand;

  • 2.

    het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • 3.

    het afgeven van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissingen op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • 4.

    het afgeven van beschikkingen of afschriften daarvan, rakende de rechtspositie van gemeentepersoneel of de dienstverrichtingen aan de gemeente door derden;

  • 5.

    het afgeven van beschikkingen of afschriften daarvan op verzoeken ter zake van bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand en andere uitkeringen in het persoonlijke belang van de uitkeringsgerechtigden;

  • 6.

    het afgeven van stukken, nodig voor ontvangst van loon of bezoldiging uit arbeids¬verhouding of dienstverband in Nederland;

  • 7.

    het afgeven van:

    • a.

      een exemplaar van dan wel een jaarabonnement op de stukken als bedoeld in 1.7.1.1 t/m 1.7.17 en 1.7.2. t/m 1.7.2.6 van de tabel, per 3 raadsleden van een politieke partij, casu quo raadsgroepering (minder dan 3 leden worden als 3 leden beschouwd), die in de gemeenteraad van Venlo vertegenwoordigd is;

    • b.

      een jaarabonnement op de stukken als bedoeld in 1.7.1.4 t/m 1.7.1.6 van de tabel, per secretariaat van een politieke partij, casu quo raadsgroepering, die in de gemeenteraad van Venlo vertegenwoordigd is;

    • c.

      een exemplaar van dan wel een jaarabonnement op de stukken, als bedoeld in 1.7.1.1 t/m 1.7.1.7 en 1.7.2 t/m 1.7.2.5 van de tabel, per politieke partij, waaronder voor de toepassing van deze verordening is te verstaan een samenwerking van personen, gericht op het behartigen van het openbare belang inzake bestuur van land, provincie of gemeente en/of waarvan een afdeling van bestuur en secretariaat in de gemeente Venlo gevestigd is;

  • 8.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 9.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • 10.

    diensten door of vanwege het gemeentebestuur die verband houden met een bestemmingsplan, indien niet voor het verstrijken van de periode van tien jaar, genoemd in het tweede of het derde lid van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening, de raad onderscheidenlijk een nieuw bestemmingsplan heeft vastgesteld dan wel een verlengingsbesluit heeft genomen.

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis-en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, afwijking, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis-en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • Voor

     enkele producten dient vooraf betaald te worden, bijv. een uittreksel basisregistratie personen.. Het product wordt na betaling toegezonden.

  • 2

    Indien de leges niet op het in het 1e lid genoemde tijdstip kunnen worden vastgesteld moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald, indien het betreft:

    • a.

      de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen, op het tijdstip waarop het stuk wordt afgegeven onderscheidenlijk die inlichtingen worden verstrekt;

    • b.

      de afgifte van een vergunning, ter zake waarvan het bedrag van de verschuldigde leges wordt berekend in verhouding tot een begroting van kosten, binnen 8 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3

    In de in het tweede lid genoemde gevallen kan het college van burgemeester en wethouders vorderen, dat ter voldoening van de verschuldigde leges een voorlopig gevorderd bedrag wordt betaald.

  • 4

    Het voorlopig gevorderde bedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van de verschuldigde leges.

  • 5

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de termijnen van dit artikel.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet, dan wel ambtshalve, een en ander overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges. Het gaat om de overdracht van bevoegdheden van de raad naar het college. Deze overdracht ziet alleen toe op wijzigingen van ondergeschikte aard. Bij wijzigingen in (rijks)regelgeving die gevolgen hebben voor de leges, kan de besluitvormingsprocedure voor belastingverordeningen (van ambtelijke voorbereiding tot en met raadsbesluit) belemmerend en vertragend werken. Ook kan het gewenst zijn een redactionele wijziging op korte termijn door te voeren. Om de gewenste flexibiliteit en snelheid te bereiken, kan de raad de bevoegdheid tot vaststelling van de legesverordening aan het college overdragen. Artikel 10 regelt een beperkte uitvoering van deze overdracht voor wijzigingen die zuiver van redactionele aard zijn, waarvan de implementatieperiode na bekendmaking in het Staatsblad of Staatscourant korter is dan drie maanden.

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Legesverordening 2013” en de 1e wijziging van de Legesverordening 2013 vastgesteld bij raadsbesluiten van 19 december 2012 en 26 juni 2013 worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan..

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2014”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 18 december 2013.
Degriffier, De voorzitter

Bijlagen