Regeling Glas voor Glas Limburg

Geldend van 20-02-2014 t/m heden

Intitulé

Regeling Glas voor Glas Limburg

Regeling Glas voor Glas Limburg

‘het leveren en stimuleren van een kwaliteitsbijdrage, waarbij de uitbreiding van solitair gelegen glas gekoppeld is aan de sloop van solitair gelegen glas elders in de regio’

1. Inleiding

1.1 Solitair glas in Limburg

De provincie Limburg huisvest veel glastuinbouwbedrijven. Een aantal daarvan ligt verspreid buiten de concentratiegebieden en projectvestigingen. De provincie Limburg en de gemeenten hebben zich ten doel gesteld de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied te verbeteren. Zij willen dit onder meer bereiken door verspreid liggend glas te concentreren in deze projectvestigingen en concentratiegebieden. Nieuwe vestiging buiten deze aangewezen gebieden is niet gewenst. Uitbreiding van bestaande solitaire glastuinbouwbedrijven moet onder strikte voorwaarden wel mogelijk zijn.

Naast uitbreiding van glas in het buitengebied zijn er ook eigenaren van kassen die deze niet (meer) gebruiken. De provincie Limburg stimuleert deze kassen te slopen. De sloop en uitbreiding van kassen lopen niet gelijktijdig op. In een economisch slechtere tijd is er minder vraag naar geschikte kassen en komt sloop van verouderde kassen in beeld. Als de economie weer aantrekt, dan zal de vraag naar uitbreiding juist weer aantrekken.

De beleidskaders met betrekking tot uitbreiding en sloop van glas zijn uitgewerkt in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) en het Limburgs Kwaliteits Menu (LKM). Voordat in wordt gegaan op de inhoud van de Glas voor Glasregeling worden de belangrijkste uitgangspunten uit deze twee documenten toegelicht.

1.2 Provinciaal Omgevingsplan Limburg

In de provinciale structuurvisie, het POL 2006 en de daaropvolgende aanvullingen, heeft de provincie Limburg haar ruimtelijke visie voor glastuinbouw uitgewerkt. De provincie wil clustering van de productie in duurzame gebieden stimuleren en daarmee ook een geleidelijke afbouw op minder duurzame locaties realiseren.

Deze ambitie wordt ondersteund door middel van een driesporenbeleid voor glastuinbouw:

De beste en ruimste vestigingsmogelijkheden liggen in de aangewezen projectvestigingen glastuinbouw (Californië en Siberië) en het werklandschap van gebiedsontwikkeling Klavertje 4.

De aangegeven concentratiegebieden bieden ruimte voor individuele uitbreidingsmogelijkheden. Vestiging van nieuw glas is hier beperkt mogelijk.

De uitbreidingsmogelijkheden voor solitair gelegen bedrijven in de overige gebieden zijn beperkt. Uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden in de P1 en P2 gebieden1 zijn uitgesloten.

Als bijlage zijn twee kaartjes opgenomen met daarop de projectvestigingen (Californië en Siberië), gebiedsontwikkeling Klavertje 4, de concentratiegebieden en de verschillende perspectieven uit het POL.

1.3 Limburgs kwaliteitsmenu

Om het glastuinbouwbeleid uit het POL uit te kunnen voeren is dit beleid in het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) verder uitgewerkt. Hiertoe is het instrument ‘kwaliteitsbijdrage’ ontwikkeld. De kwaliteitsbijdrage houdt in dat voor iedere 1 m² uitbreiding van glas, boven de 30.000 m², er 2 m² solitair gelegen glas moet worden gesloopt. Hierbij geldt dat:

Uitbreiding van bedrijven in concentratiegebieden, projectvestigingsgebieden en P10 perspectief (werklandschap van Klavertje 4) is mogelijk (geen kwaliteitsbijdrage vereist).

Uitbreiding van bedrijven in P1 en P2 gebieden is niet mogelijk.

Bedrijven die niet gelegen zijn in een concentratie- of projectvestigingsgebied, P10, P1 of P2 perspectief kunnen uitbreiden tot 30.000 m² netto glas, daarboven moeten zij een kwaliteitsbijdrage voldoen.

In het P3 perspectief (‘veerkrachtig watersysteem’) is de kwaliteitsbijdrage altijd aan de orde en dus is de ondergrens van 30.000 m² netto glas niet van toepassing.

1.4 Regeling Glas voor Glas als uitwerking

Het POL en het LKM vormen het juridisch kader voor hoe Limburgse gemeenten om moeten gaan met uitbreidingen van solitair gelegen glas. De Glas voor Glas regeling is een verdere uitwerking van deze beleidsdocumenten en is tot stand gekomen in nauw overleg tussen de gemeenten Horst aan de Maas, Venlo en Peel en Maas, Provincie Limburg en de Limburgse Land- en TuinbouwBond (lltb).

Een tuinder die een aanvraag voor uitbreiding doet, kan via twee sporen aan de vereiste kwaliteitsbijdrage voldoen:

Kwaliteitsbijdrage middels het zelf slopen van glas.

Kwaliteitsbijdrage middels een storting in een fonds.

Aan de andere kant kunnen eigenaren die glas bezitten en dit willen slopen, in aanmerking komen voor een bijdrage vanuit het fonds.

2. Doel en doelgroep

2.1 Doel Glas voor Glas regeling

Het POL en het LKM hebben de volgende doelstellingen:

  • -

    Middels sloop solitair gelegen glasopstanden in het buitengebied te verwijderen.

  • -

    De uitbreiding van solitair glas blijft mogelijk, waardoor het buitengebied niet ‘op slot’ raakt.

De uitbreidingsvraag te koppelen aan de sloopvraag, waardoor het totaal areaal solitair gelegen glas afneemt.

Met behulp van de Glas voor Glasregeling worden de doelstellingen van het POL en LKM bereikt. Het stappenplan van hoofdstuk 3 van deze regeling beschrijft de stappen die de tuinder die wil uitbreiden of de eigenaar die wil slopen moet doorlopen voor de aanvraag van uitbreiding of sloop van solitair gelegen glas. De intergemeentelijke samenwerking maakt uitbreiding en sloop op grondgebied van een andere dan de eigen gemeente (van de aanvrager) mogelijk.

2.2 Doelgroep

De Glas voor Glas regeling is bedoeld voor:

  • -

    Tuinders buiten de P1 en P2 perspectieven (POL) die solitair gelegen glas willen uitbreiden, maar geen mogelijkheid hebben om dit op basis van het vigerende bestemmingsplan te bewerkstelligen.

  • -

    (Voormalige) tuinders of andere grondeigenaren die solitair gelegen glas buiten de concentratiegebieden, projectvestigingsgebieden5 en Klavertje 4 willen slopen.

Partijen die een nieuw glastuinbouwbedrijf willen vestigen komen niet in aanmerking voor de Glas voor Glasregeling, omdat nieuwvestiging op basis van het vigerend beleid (waaronder het POL, het LKM en de bestemmingsplannen) alleen mogelijk is in projectvestigingsgebieden, concentratiegebieden en Klavertje 4.

3. De regeling Glas voor Glas

3.1 Opzet en werkwijze

De afspraken over de kwaliteitsbijdrage kunnen worden vastgelegd in een overeenkomst, of worden opgenomen in het bestemmingsplan met een voorwaardelijke bestemming. Beide mogelijkheden zijn hierna in een apart stroomschema opgenomen.

De kwaliteitsbijdrage via een storting in het Glas voor Glasfonds is alleen mogelijk bij gemeenten met een structuurvisie, waarin aanwijzingen zijn opgenomen over besteding van dat fonds (op basis van artikels 6.13 en 6.24 van de Wet ruimtelijke ordening). Bij gemeenten die geen geactualiseerde structuurvisie hebben met aanwijzingen over dat fonds, is de kwaliteitsbijdrage via storting in het Glas voor Glasfonds niet mogelijk. De tuinder heeft in dat geval alleen via zelf slopen van glas elders de mogelijkheid om zijn glasareaal uit te breiden.

Een eigenaar die (een deel van) zijn bestaande glasopstand wil slopen, en daarmee in aanmerking wil komen voor een sloopbijdrage, doorloopt het stroomschema ‘sloop’ (zie 3.4).

De partijen in de stroomschema’s zijn onderverdeeld in tuinder (die wil uitbreiden), eigenaar (die wil slopen), de gemeente en de fondsbeheerder:

  • -

    De tuinder vraagt de uitbreiding van solitair gelegen glas aan.

  • -

    De eigenaar die wil slopen vraagt de sloop van de glasopstanden op zijn perceel aan.

  • -

    De gemeente verzorgt de toetsing/beoordeling van de aanvraag en de behandeling van de aanpassingen in het bestemmingsplan.

  • -

    De fondsbeheerder (een van de aangesloten gemeentes) verzorgt de administratie, uitkeringen en verantwoording van het fonds.

3.2 Stappenplan ‘uitbreiding middels overeenkomst´

De tuinder doorloopt de volgende stappen om te komen tot uitbreiding van solitair gelegen glas middels een overeenkomst. Dit stroomschema geldt voor de gemeenten met een structuurvisie. Op dit moment zijn dat de gemeenten Peel en Maas en Horst aan de Maas. Gemeenten zonder structuurvisie (gemeente Venlo) werken met ‘uitbreiding middels voorwaardelijke bestemming’, zie het stroomschema van paragraaf 3.3.

1. Indienen verzoek: De tuinder dient bij de gemeente (bijvoorbeeld via de mail of telefoon) een verzoek in voor uitbreiding van bestaand solitair gelegen glas. De tuinder geeft globaal aan wat zijn plannen zijn en op welke wijze hij aan de kwaliteitsbijdrage wil voldoen (zelf slooplocatie op het oog, of storten in het fonds).

2. Beoordelen verzoek: de gemeente beoordeelt het verzoek op basis van de volgende criteria:

  • -

    Is het verzoek ruimtelijk gewenst?

  • -

    Kan de uitbreiding plaatsvinden binnen het vigerende bestemmingsplan? Zo nee, is de kwaliteitsbijdrage van toepassing?

  • -

    Binnen welk POL-perspectief valt de aanvraag?

  • -

    In het P3 perspectief geldt de kwaliteitsbijdrage altijd. Bij POL perspectieven 4 t/m 9 (exclusief projectvestigingen en concentratiegebieden) toetst de gemeente om hoeveel uitbreiding (boven de grens van het bestemmingsplan (in principe 3 hectare)) het gaat.

De toetsing aan POL-perspectief is in onderstaand schema weergegeven.

3. Toetsen of aanvraag binnen het fonds past: de gemeente die de aanvraag heeft ontvangen neemt contact op met de fondsbeheerder. Zij bespreken de aanvraag en toetsen - in geval van een storting in het fonds (zie stap 14a) - of voldoende vierkante meters (reeds gesloopt of direct te slopen) glas beschikbaar zijn om de uitbreiding te compenseren. Indien er geen reeds gesloopte vierkante meters glas beschikbaar zijn, of direct te slopen, zou de mededeling kunnen zijn dat de tuinder zelf op zoek moet naar een slooplocatie om aan de kwaliteitsbijdrage te voldoen.

4. Bespreken beoordeling: e gemeente maakt een afspraak met de tuinder om het verzoek te bespreken. De gemeente licht in dat gesprek de kwaliteitsbijdrage toe en bespreekt met de tuinder op welke manier de tuinder aan de gewenste kwaliteitsbijdrage kan voldoen. De tuinder heeft de volgende mogelijkheden:

  • a.

    Kwaliteitsbijdrage middels het slopen van glas door de tuinder zelf

  • b.

    Kwaliteitsbijdrage via een financiële bijdrage aan het Glas voor Glasfonds

Het is natuurlijk mogelijk dat de gemeente oordeelt dat de aanvraag niet voldoet aan de regeling. Dan stopt de procedure hier. Met het gesprek wil de gemeente voorkomen dat de tuinder/aanvrager een onnodig een aanvaag indient of een verkeerde aanvraag indient.

Ad 4a. Kwaliteitsbijdrage middels zelf slopen van glas: de gemeenten willen de kwaliteitsbijdrage middels zelf slopen stimuleren. Voor de tuinder kan het interessanter zijn om zelf de slooplocatie(s) te zoeken en invloed te hebben op de sloopkosten. Indien de tuinder zelf de benodigde vierkante meters glas sloopt, legt hij een voorstel aan de gemeente voor waarin vermeld staat waar, hoeveel en wanneer hij glas zal slopen. De gemeente bespreekt de potentiële sloopmogelijkheden met de tuinder. Bij de keuze voor zelf slopen gelden de volgende randvoorwaarden:

- De verhouding oppervlakten uitbreiding vs. sloop is 1:2.

- De tuinder levert een kwaliteitsbijdrage middels zelf slopen bij uitbreiding boven de 30.000 m² solitair gelegen glas in de POL 4 t/m 9 perspectieven (exclusief de pro-jectvestigingen en concentratiegebieden). In het POL 3 perspectief geldt de kwali-teitsbijdrage bij iedere uitbreiding.

- Het gaat bij sloop om verspreid liggend glas buiten de concentratie- en projectvesti-gingsgebieden en Klavertje 4. Bij uitbreiding van een bedrijf komt sloop en vervan-ging van de bestaande glasopstanden voor; dit telt niet mee bij de kwaliteitsbijdra-ge. De kwaliteitsbijdrage heeft alleen betrekking op de netto uitbreiding m² glas.

- Onder sloop wordt verstaan: het (doen) afbreken en verwijderen van het areaal net-to glas, het afvoeren van puin en afval, het egaliseren van het perceel ter plekke vangesloopte ondergrondse voorzieningen, alsmede het - voor zover wettelijk ver-plicht - wegnemen van bodemverontreiniging. De gemeente toetst achteraf of er voldoende is gesloopt in vergelijking met de uitbreiding, en of het gesloopte voldoet aan de definitie voor sloop.

- De aanvrager moet het bestemmingsplan van de slooplocaties laten wijzigen naar een agrarische bestemming zonder bebouwingsmogelijkheden (kassen). De bedrijfs-woning wordt bestemd met een passende (woon)bestemming. De nieuwe bestem-ming wordt voorbereid in overleg met de gemeente.

- Indien de aanvrager meer sloopt dan de norm 1:2, dan ontvangt de eigenaar een compensatie vanuit het fonds: € 4,- per m² gesloopt glas.

- Indien de aanvrager minder sloopt dan de norm 1:2, dan voldoet de aanvrager aan het fonds de resterende kwaliteitsbijdrage, á € 4,- per m² te weinig gesloopt glas, vast te leggen in de overeenkomst.

Ad 4b. Kwaliteitsbijdrage middels bijdrage Glas voor Glasfonds: in plaats van zelf slopen kan de aanvrager de benodigde vierkante meters sloop compenseren door middel van een bijdrage aan het Glas voor Glasfonds. Dit fonds wordt ingezet voor de sloop van (in onbruik geraakt) solitair gelegen glas. Hierbij geldt:

  • -

    De verhouding oppervlakten uitbreiding vs. sloop is 1:2.

  • -

    De tuinder levert een kwaliteitsbijdrage middels een bijdrage aan het Glas voor

  • -

    Glasfonds bij uitbreiding boven de 30.000 m² solitair gelegen glas in POL 4 t/m 9 perspectieven (exclusief de projectvestigingen en concentratiegebieden). In het POL 3 perspectief geldt de kwaliteitsbijdrage bij iedere uitbreiding.

  • -

    De bijdrage in het fonds is vastgesteld op € 8,- voor elke m² uitbreiding: € 4,- per m² voor sloop maal 2 (verhouding uitbreiding vs. sloop is 1: 2) = € 8,-/m².

5. Schriftelijke bevestiging afspraken en inschrijfformulier toezenden: na het overleg stuurt de gemeente een schriftelijke bevestiging over de gemaakte afspraken, en stuurt het inschrijfformulier (zie bijlage) toe. De fondsbeheerder neemt de aanvraag (met daarbij de status) op in haar administratie.

6. Indienen aanvraag: de tuinder vult het inschrijfformulier (zie bijlage) in voor de definitieve aanvraag voor uitbreiding. De aanvraag bevat onder meer:

  • -

    Op welke percelen (kadastrale nummers) de tuinder wenst uit te breiden

  • -

    Aantal m² bestaand glas op de betreffende percelen

  • -

    Aantal m² glas dat de tuinder wenst uit te breiden

  • -

    De keuze op welke wijze de tuinder wil voldoen aan de kwaliteitsbijdrage: via zelf slopen of via het fonds

  • -

    Bij zelf slopen: op welke locatie sloop plaatsvindt, wanneer de sloop plaatsvindt en hoeveel m² de tuinder sloopt.

  • -

    Kaartje met huidige en gewenste situatie

7. Bepalen hoeveelheid te slopen glas en vervolgtraject: De gemeente behandelt de aanvraag en bepaalt de hoogte van de kwaliteitsbijdrage (in te slopen m² of de hoogte van de storting in het fonds). De gemeente streeft er naar om binnen 2 weken te reageren naar de tuinder.

8. Opstellen concept overeenkomst: de gemeente stelt een concept overeenkomst op waarin afspraken over de kwaliteitsbijdrage staan beschreven. De volgende onderwerpen worden in ieder geval in deze overeenkomst opgenomen:

  • -

    Bij kwaliteitsbijdrage door zelf slopen: afspraken over locatie, omvang en planning van het te slopen glas, toetsing door de gemeente, uitbreiding van glas en volgtijdelijkheid van sloop en uitbreiding.

  • -

    Bij kwaliteitsbijdrage via een storting in het fonds: afspraken over hoogte van de bijdrage en omvang van de uitbreiding.

9. Terugkoppelen stap 7 en 8 aan tuinder: de gemeente koppelt aan de tuinder terug onder welke voorwaarden de uitbreiding mogelijk is. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de concept overeenkomst. De gemeente overhandigt de concept overeenkomst aan de tuinder.

10. Besluitvorming: de tuinder bestudeert de concept overeenkomst en besluit of hij van de regeling gebruik wil maken (onder de door de gemeente voorgestelde voorwaarden).

11. Overleg en eventueel aanpassen overeenkomst: de gemeente neemt binnen twee weken contact op met de tuinder en spreekt de overeenkomst door. Eventueel past de gemeente de overeenkomst aan.

12. Ondertekenen definitieve overeenkomst: de afspraken worden geborgd in een overeenkomst tussen de tuinder en de gemeente. De gemeente waarin de uitbreiding gaat plaatsvinden, tekent samen met de tuinder de overeenkomst. Als het glas in een andere gemeente wordt gesloopt dan de gemeente waar de uitbreiding wordt gerealiseerd, tekent de betreffende gemeente ook de overeenkomst.

13. Contractresultaten versturen naar fondsbeheerder: op het fonds te kunnen beheren en de resultaten van de regeling te monitoren is het van belang dat de fondsbeheerder over de contractresultaten beschikt. De gemeente stuurt deze aan de fondsbeheerder toe. Bovendien zal de gemeente binnen twee weken na het sluiten van de overeenkomst deze publiceren via de gebruikelijke informatiekanalen.

14. Storten bijdrage fonds/ slopen glasopstanden: afhankelijk van de gemaakte afspraken tussen de tuinder en de gemeente, sloopt de tuinder het glas, of stort de benodigde bijdrage voor sloop in het fonds.

  • a.

    Storten bijdrage fonds: de tuinder betaalt de bijdrage aan het fonds, zoals afgesproken in de overeenkomst.

  • b.

    Slopen glasopstanden: de tuinder sloopt het aantal m² glas, conform afspraak in de overeenkomst. Hiertoe vraagt hij voorafgaand aan de sloop een omgevingsvergunning aan.

15. Bestemmingsplan verwijderen glas opstellen: indien de tuinder kiest om aan de kwaliteitsbijdrage te voldoen door het zelf slopen van glas, zorgt de tuinder er voor dat voor de slooplocatie een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld. In dit bestemmingsplan wordt de bestemming zodanig gewijzigd dat het niet meer mogelijk is om nieuw glas of andere bebouwing te ontwikkelen. De bedrijfswoning krijgt een passende (woon)bestemming. De kosten voor het aanpassen van het bestemmingsplan zijn voor de tuinder. In de bijlage is de procedure globaal weergegeven. Het is van belang dat de tuinder zowel qua inhoud als proces met de gemeente overleg heeft.

16. Behandelen bestemmingsplan verwijdering glas: de gemeente behandelt het bestemmingsplan voor het verwijderen van het glas en brengt het in procedure.

17. Bestemmingsplan uitbreiding opstellen of eventueel omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing: de uitbreiding wordt via een nieuw bestemmingsplan mogelijk gemaakt. De tuinder is verantwoordelijk voor het opstellen van het bestemmingsplan en de bijbehorende onderzoeken. In enkele gevallen kan ook gewerkt worden met een omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing. De regeling gaat echter uit van bestemmingswijziging via het bestemmingsplan.

18. Toetsen afspraken overeenkomst, contact gemeente en sloper: de gemeente toetst of aan de afspraken uit de overeenkomst is voldaan: of het aantal m² is gesloopt, of dat de bijdrage is gestort (nagaan bij fondsbeheerder) indien de tuinder kiest voor een bijdrage in het fonds.

19. Behandelen bestemmingsplan uitbreiding: de gemeente behandelt het bestemmingsplan uitbreiding dat door de tuinder is opgesteld en brengt het in procedure.

20. Indienen bouwaanvraag omgevingsvergunning indien noodzakelijk: de tuinder doet via www.omgevingsvergunning.nl een aanvraag voor een omgevingsvergunning op basis van het vastgestelde bestemmingsplan (zie bijlage).

21. Behandelen omgevingsvergunning: de gemeente behandelt de aanvraag tot uitbreiding.

22. Uitbreiden van glas: nadat de tuinder de benodigde vierkante meters heeft gesloopt of de afgesproken bijdrage heeft gestort, en de omgevingsvergunning is goedgekeurd, kan de tuinder beginnen met de uitbreiding van zijn solitair gelegen kassen. Indien de tuinder zelf heeft gesloopt of een bijdrage heeft gestort in het fonds, maar de uitbreiding van het bestaande glas gaat onverhoopt niet door, dan ontvangt de tuinder van de fondsbeheerder de kwaliteitsbijdrage terug.

23. Verwerken in administratie: de fondsbeheerder verwerkt de gegevens in de administratie. De gemeente levert de hiervoor benodigde informatie aan.

3.3. Stappenplan ‘uitbreiding middels voorwaardelijke bestemming’

Behalve via een overeenkomst kan de gemeente de kwaliteitsbijdrage ook via een ‘voorwaardelijke bestemming’ in het bestemmingsplan afdwingen. Dit is van toepassing voor gemeenten zonder een vastgestelde structuurvisie. Een voorwaardelijke bestemming betekent dat uitbreiding mogelijk is, op voorwaarde dat de tuinder/aanvrager eerst zorgt voor het slopen en het wegbestemmen van de benodigde m²’s in hetzelfde of in een ander bestemmingsplan.

Indien de gemeente via een voorwaardelijke bestemming in het bestemmingsplan de uitbreiding mogelijk wil maken, dan bespreekt ze dit in stap 4 met de tuinder.

De tuinder doorloopt grotendeels dezelfde stappen als bij aanvraag tot uitbreiding middels een overeenkomst. De stappen die verschillen, zijn in voorgaand schema rood aangegeven. Deze worden hieronder toegelicht.

8. Schriftelijke bevestiging voorstel: de gemeente sluit géén overeenkomst met de tuinder over de uitbreiding van het solitair gelegen glas. Het bestemmingsplan met een voorwaardelijke bestemming koppelt de benodigde vierkante meters sloop direct aan de uitbreiding. De gemeente maakt met de tuinder afspraken over hoe het bestemmingsplan met voorwaardelijke bestemming moet worden opgesteld. Deze afspraken leggen zij vooraf schriftelijk vast.

11. Overleg en eventueel aanpassen voorstel: in het overleg maakt de gemeente met de tuinder nadere afspraken over de inhoud van het bestemmingsplan. Hierbij gaat het om:

  • -

    Aantal m² uitbreiding en locatie;

  • -

    Aantal m² sloop en locatie. Onder sloop wordt verstaan: het (doen) afbreken en verwijderen van het areaal netto glas, het afvoeren van puin en afval, het egaliseren van het perceel ter plekke van gesloopte ondergrondse voorzieningen, alsmede het - voor zover wettelijk verplicht - wegnemen van bodemverontreiniging. Op welke manier de voorwaardelijke bestemming in het bestemmingsplan wordt opgenomen.

12. Opstellen 1 of 2 bestemmingsplannen: sloop en uitbreiding: de tuinder stelt 1 of 2 bestemmingsplannen op:

  • -

    Het bestemmingsplan waardoor de tuinder kan uitbreiden, inclusief voorwaardelijke bestemming.

  • -

    Indien nodig een tweede bestemmingsplan dat zorgt voor de benodigde vierkante meters sloop om aan de voorwaardelijke bestemming te voldoen. De bestemming wordt hierin zodanig gewijzigd dat het niet meer mogelijk is om nieuw glas te ontwikkelen. Een bedrijfswoning wordt bestemd met een passende (woon)bestemming.

  • -

    Het is ook mogelijk om de uitbreiding en sloop in 1 bestemmingsplan te regelen, dat betrekking heeft op los van elkaar gelegen locaties.

14. Behandelen bestemmingsplannen: de gemeente behandelt beide bestemmingsplannen en brengt ze tegelijkertijd in procedure. Als de bestemmingsplannen over twee gemeenten zijn verdeeld, dan zorgen beide gemeenten er voor dat deze gelijktijdig in procedure worden gebracht en op het juiste moment in werking treden.

3.4 Stappenplan ‘sloop’

Naast het bieden van uitbreidingsmogelijkheden voor solitair glas, is de doelstelling om in onbruik geraakte glasopstanden te verwijderen en de bedrijfswoning om te zetten in een passende (woon)bestemming. De Glas voor Glasregeling maakt dat mogelijk. In onderstaand schema staan de te nemen stappen weergegeven. Het is voor de eigenaar die wil slopen en de bestemming wil wijzigen van belang om ook de fiscale consequenties op tijd in ogenschouw te nemen met een fiscalist. In de bijlage is opgenomen wat de fiscale consequenties kunnen zijn.

1. Verzoek: de eigenaar die wil slopen doet (bijvoorbeeld via de mail of telefoon) bij de gemeente een verzoek tot sloop van de solitair gelegen kassen.

2. Toetsen of de aanvraag binnen het fonds past: de gemeente toetst de aanvraag op de volgende punten:

  • -

    het aantal m² te slopen kas (minimaal 2500 m2);

  • -

    het planologisch regime (bestemmingsplan, structuurvisie, POL, etcetera) dat betrekking heeft op de locatie waar de kas staat (of het onder de regeling valt);

  • -

    of er budget beschikbaar is in het fonds of dat de sloopaanvraag direct gekoppeld kan worden aan een uitbreidingsvraag (nagaan bij fondsbeheerder).

De fondsbeheerder neemt de aanvraag (met daarbij de status) op in de slooplijst. De gemeente levert hiervoor de benodigde informatie aan.

3. Bespreken verzoek en mogelijkheden: de gemeente bespreekt samen met de eigenaar het verzoek tot sloop en de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor bijdrage uit het fonds:

  • -

    Valt de aanvraag onder een gebied waarop de Glas voor Glasregeling betrekking heeft? Met andere woorden: ligt het binnen een deelnemende gemeente, en niet in een concentratiegebied, projectvestigingsgebied of Klavertje 4?

  • -

    Wordt er voldoende glas gesloopt, minimaal 2500 m2 ?

  • -

    Heeft de aanvrager onderzocht wat de fiscale consequenties in dit specifieke geval zullen zijn en deze meegewogen in zijn beslissing?

  • -

    Is er budget in het fonds beschikbaar voor de uitkering uit het fonds? De aanvrager kan alleen een uitkering ontvangen indien hiervoor ook budget beschikbaar is. Indien er te weinig budget beschikbaar is om alle sloopaanvragen te subsidiëren, maken de deelnemende gemeenten gezamenlijk een afweging welke aanvragen het meeste bij-dragen aan de doelstelling.

  • -

    De vergoeding voor een gesloopte en ‘wegbestemde’ vierkante meter netto glas is € 4,=.

De gemeente stuurt het inschrijfformulier voor aanvraag sloop toe.

4. Indienen aanvraag: de eigenaar vraagt de sloop en de bijdrage aan via het ontvangen inschrijfformulier (zie bijlage).

5. Opstellen concept overeenkomst: de afspraken worden door de gemeente vastgelegd in een concept overeenkomst.

6. Terugkoppelen aanvraag aan eigenaar: de gemeente neemt binnen twee weken contact op met de aanvrager voor een afspraak en laat weten of de eigenaar het glas zelf kan slopen en daarvoor in principe een bijdrage vanuit het fonds kan verwachten.

7. Besluitvorming: de eigenaar neemt de overeenkomst door en besluit of hij wel of niet van de regeling gebruik wil maken.

8. Ondertekenen definitieve overeenkomst: de afspraken worden geborgd in een overeenkomst tussen de eigenaar en de gemeente.

9. Bestemmingsplan verwijdering glas opstellen: de eigenaar stelt een bestemmingsplan op waarmee de ontwikkeling van nieuwe glasopstanden op deze locatie niet meer mogelijk is. Dat wil zeggen de bedrijfswoning met een passende (woon)bestemming bestemmen en het glasareaal naar agrarisch (geen glas meer mogelijk), natuur of erf.

10. Behandelen bestemmingsplan verwijdering glas: de gemeente behandelt het bestemmingsplan en brengt deze in procedure.

11. Aanvragen omgevingsvergunning en slopen glasopstanden: de aanvrager sloopt de kassen volgens de afspraken in de overeenkomst. Hiertoe vraagt hij eerst een omgevingsvergunning (sloop) aan via www.omgevingsvergunning.nl.

12. Toetsen afspraken overeenkomst: de gemeente toetst of de eigenaar de kassen heeft gesloopt, zoals afgesproken in de overeenkomst.

13. Uitkering uit fonds: de fondsbeheerder keert de sloopbijdrage uit aan de aanvrager wanneer de kassen zijn gesloopt en het bestemmingsplan (onherroepelijk) is gewijzigd. Het bedrag van de sloopbijdrage wordt op gelijke wijze berekend als de kwaliteitsbijdrage aan het fonds (aantal m² x rekenprijs sloopkosten (= € 4,-), zie kader).

14. Verwerken in administratie: de fondsbeheerder verwerkt de uitgekeerde bijdrage uit het fonds en het gesloopte aantal vierkante meters glas in de administratie.

4. Financiën

4.1 Kosten, opbrengsten en fiscale aspecten

De provincie en gemeenten willen de sloop van solitair gelegen glas stimuleren. Een eigenaar die wil slopen moet echter kosten maken: niet alleen voor sloop maar ook voor het wegbestemmen van het aanwezige glas. Deze kosten moeten in verhouding staan tot de opbrengsten: de sloopbijdrage vanuit het fonds en de waardevermeerdering van de woning (van bedrijfswoning naar burgerwoning).

Om de drempel voor het gebruik van de regeling laag te houden brengt de gemeente, behalve de vastgestelde leges voor het bestemmingsplan en vergunningen, geen extra kosten in rekening.

In de bijlage zijn middels een aantal rekenvoorbeelden van voorbeeldgevallen de financiële baten en lasten van deelname aan de regeling (indicatief) gepresenteerd. Het is aan te raden om tijdig met een specialist naar de fiscale consequenties van het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning te kijken. Als bijlage is hierover een notitie opgenomen.

4.2 Beheer Glas voor Glasfonds

Eén van de aangesloten gemeenten fungeert als fondsbeheerder van het Glas voor Glasfonds. Zij zorgt voor de uitkeringen en ontvangsten van het fonds. Bovendien houdt zij de administraties bij en bereidt zij de verantwoording (minimaal tweemaal per jaar) naar de deelnemende organisaties (in samenspraak met de projectgroep) voor.

Andere gemeenten in Limburg waar uitbreiding en sloop van solitair gelegen kassen aan de orde is, zijn uitgenodigd om zich aan te sluiten bij deze regeling.

4.3 Anti-dubbeltelregeling

Een aanvrager kan mogelijk gebruik maken van meerdere subsidieregelingen voor uitbreiding of sloop. Het is niet mogelijk om een uitkering uit het fonds ten behoeve van sloop te ontvangen indien de gesloopte c.q. te slopen vierkante meters ook de grondslag zijn voor een andere uitkering c.q. subsidie.

5. Afwijking, vaststelling en evaluatie

5.1 Afwijking van de regeling

Het is mogelijk dat bepaalde zaken niet in de regeling zijn opgenomen, of dat gemeenten willen afwijken van de bepalingen die in deze regeling zijn opgenomen. In alle gevallen waarin de Glas voor Glasregeling niet voorziet, beslissen Burgemeester & Wethouders.

5.2 Vaststelling van de regeling

De Glas voor Glasregeling is een regionale regeling die per gemeente wordt vastgesteld. Dit beleid treedt in werking op de dag na vaststelling door het college van B&W in de betreffende gemeente.

5.3 Evaluatie van de regeling

De regeling wordt periodiek geëvalueerd door de deelnemende partijen (provincie, gemeenten en lltb).