Regeling Toezicht op het Primair Openbaar Onderwijs

Geldend van 01-08-2023 t/m heden

Intitulé

Regeling Toezicht op het Primair Openbaar Onderwijs

Gelezen het voorstel van het college van 15 december 2015, registratienummer 15-7669;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

Gelet op bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Wet op het primair onderwijs.

Overwegende dat de gemeenten Beesel, Horst aan de Maas, Maasbree, Sevenum en Venlo besloten hebben het openbaar basisonderwijs met ingang van 1 augustus 2003 te verzelfstandigen middels oprichting van de openbare stichting “Stichting “Akkoord!” primair openbaar”.

Overwegende dat de gemeenteraden van Beesel, Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo de statuten van deze openbare stichting “Stichting “Akkoord!” primair openbaar” hebben vastgesteld.

Gelet op de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen de "Regeling toezicht op het openbaar onderwijs" wijziging behoeft

Besluit tot

Het vaststellen van de gewijzigde regeling toezicht op het openbaar primair onderwijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

De stichting: de “Stichting “Akkoord!” primair openbaar”,

Artikel 2 Zetel

De zetel van het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd in de gemeente Venlo.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Het gemeenschappelijk orgaan heeft tot taak extern toezicht uit te oefenen op de stichting, zoals bedoeld wordt in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs, en zoals bedoeld wordt in de statuten van de stichting.

  • 2.

    Ten behoeve van dit toezicht zijn aan het gemeenschappelijk orgaan de volgende bevoegdheden toegekend:

    • a.

      het (her)benoemen van de leden van de raad van toezicht van de stichting;

    • b.

      het schorsen of ontslaan van een lid van de raad van toezicht van de stichting;

    • c.

      het aanwijzen van een persoon die de taken van het college van bestuur waarneemt in het geval van ontstentenis of belet van alle leden van het college van bestuur of van het enige (overgebleven) lid van het college van bestuur indien de raad van toezicht niet binnen zes weken tot een zodanige aanwijzing is overgegaan;

    • d.

      het aanwijzen van een persoon die de taken van de raad van toezicht waarneemt in het geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht;

    • e.

      het nemen van de nodig geachte maatregelen om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen indien voor 1 februari van het jaar waarvoor een begroting geldt, de begroting niet is goedgekeurd;

    • f.

      het al dan niet goedkeuren van een wijziging van de statuten van de stichting;

    • g.

      het goedkeuren van ontbinden van de stichting;

    • h.

      het hernieuwd in stand houden van de scho(o)l(en) waarvan de instandhouding aan de stichting was overgedragen of het overdragen daarvan aan een andere rechtspersoon die tot instandhouding van een openbare school bevoegd is;

    • i.

      het zich vanuit de wettelijke taak en verantwoordelijkheden voor het openbaar onderwijs van de gemeenteraad wenden tot het college van bestuur van de stichting.

    • j.

      het in geval van ernstige taakverwaarlozing door het college van bestuur of het functioneren van het college van bestuur in strijd met de Wet op het primair onderwijs, nemen van maatregelen om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen en het zelf voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig het ontbinden van de stichting;

    • k.

      het de raad van toezicht in de gelegenheid stellen, om alvorens wordt overgegaan tot maatregelen als bedoeld in de vorige sub, in overleg te treden en de mogelijkheden te verkennen en uit te voeren die noodzakelijk zijn om de gerezen bezwaren tegen het door het college van bestuur gevoerde beleid of het functioneren van het college van bestuur op andere wijze weg te nemen.

Artikel 4 Samenstelling gemeenschappelijk orgaan

  • 1.

    Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit de leden die per deelnemende gemeente door de raad uit zijn midden, met uitzondering van de voorzitter, worden aangewezen. Elke gemeenteraad benoemt één lid.

  • 2.

    De leden van het gemeenschappelijk orgaan wijzen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3.

    De leden van het gemeenschappelijk orgaan worden benoemd voor een zittingsperiode van de gemeenteraden.

  • 4.

    Zij treden af met ingang van de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraden afloopt, dan wel met ingang van de dag dat zij geen raadslid meer zijn van een deelnemende gemeente

  • 5.

    De gemeenteraden benoemen zo spoedig mogelijk na aanvang van de nieuwe zittingsperiode opnieuw de leden van het gemeenschappelijk orgaan. Aftredende leden kunnen opnieuw worden benoemd.

  • 6.

    Aan een lid van het gemeenschappelijk orgaan kan door de gemeenteraad die hem heeft aangewezen ontslag worden verleend indien deze het vertrouwen van de gemeenteraad niet meer bezit.

Artikel 5 Besluitvorming

  • 1.

    De leden hebben binnen het gemeenschappelijk orgaan per gemeente en per school in die gemeente één stem.

  • 2.

    Besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen voor zover deze regeling niets anders bepaalt.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1.

    Het gemeenschappelijk orgaan vergadert jaarlijks ten minste twee maal en voorts zo vaak als de voorzitter of een lid dat verzoekt met opgave van redenen.

  • 2.

    Een vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste vier van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 7 Inlichtingen en verantwoording

  • 1.

    De leden van het gemeenschappelijk orgaan geven de gemeenteraad die hen heeft aangewezen ongevraagd schriftelijk alle inlichtingen die de gemeenteraden nodig hebben voor de uitoefening van hun taken.

  • 2.

    De leden van het gemeenschappelijk orgaan verschaffen voorts aan de gemeenteraad die hen heeft aangewezen de door een of meer leden van die gemeenteraad verlangde inlichtingen.

  • 3.

    Een verzoek om inlichtingen wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van het gemeenschappelijk orgaan.

  • 4.

    Indien het verstrekken van de inlichtingen in strijd is met het openbaar belang, wordt de verzoeker hiervan schriftelijk in kennis gesteld onder vermelding van de bezwaren.

  • 5.

    Bestaan de in het vierde lid genoemde bezwaren niet, dan is het lid van het gemeenschappelijk orgaan gehouden de inlichtingen zo spoedig mogelijk schriftelijk te verstrekken.

  • 6.

    Het lid van het gemeenschappelijk orgaan tot wie het verzoek om inlichtingen is gericht draagt er zorg voor dat het verzoek, alsmede het antwoord, ter kennis wordt gebracht van de gemeenteraad die hem heeft aangewezen.

  • 7.

    De leden van het gemeenschappelijk orgaan kunnen door de gemeenteraad die hen heeft aangewezen worden ontslagen indien zij het vertrouwen van de gemeenteraad die hen heeft aangewezen niet meer bezitten.

Artikel 7a

De werking van de regeling zal geëvalueerd worden indien het gemeenschappelijk orgaan daartoe besluit. Het gemeenschappelijk orgaan zal dan een onderzoeksvoorstel aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten voorleggen.

Artikel 8 Archief

  • 1.

    De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voor zover deze betrekking hebben op de archiefbescheiden van gemeenten, zijn van overeenkomstige toepassing op het gemeenschappelijk orgaan.

  • 2.

    De gemeente Venlo draagt zorg voor de archiefbescheiden, en is belast met het beheer van de archiefbescheiden overeenkomstig de regels die hiervoor bij de gemeente Venlo gelden.

  • 3.

    De op grond van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden, worden geplaatst in de archiefbewaarplaats van de gemeente Venlo.

  • 4.

    Bij opheffing van het gemeenschappelijk orgaan worden alle archiefbescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Venlo.

Artikel 9 Wijziging regeling

  • 1.

    De leden van het gemeenschappelijk orgaan en de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten kunnen voorstellen doen aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten tot wijziging van deze regeling.

  • 2.

    Een besluit tot wijziging van deze regeling is tot stand gekomen wanneer de gemeenteraden van alle deelnemende gemeenten hiertoe een eensluidend besluit nemen.

  • 3.

    De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de gemeenteraden van alle deelnemende gemeenten een eensluidend besluit hebben genomen.

Artikel 10 Toetreding

  • 1.

    Toetreding tot het gemeenschappelijk orgaan door andere gemeenten of instellingen kan plaatsvinden bij schriftelijk verzoek van de daartoe bevoegde organen van die gemeenten of instellingen.

  • 2.

    Toetreding door andere gemeenten of instellingen kan slechts plaatsvinden wanneer alle gemeenteraden van de deelnemende gemeenten daarin toestemmen bij eensluidend besluit.

  • 3.

    In een besluit als bedoeld in het tweede lid kan de toetreding afhankelijk worden gesteld van het voldoen aan bepaalde voorwaarden door de betrokken gemeente of instelling.

  • 4.

    Het gemeenschappelijk orgaan regelt de gevolgen van de toetreding van nieuwe leden.

  • 5.

    De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de gemeenteraden van alle deelnemende gemeenten een eensluidend besluit hebben genomen.

Artikel 11 Uittreding

  • 1.

    Een deelnemer aan deze regeling kan uit het gemeenschappelijk orgaan treden door een daartoe strekkend besluit van het daartoe bevoegde orgaan van die deelnemer aan deze regeling.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde besluit dient aan het gemeenschappelijk orgaan te worden toegezonden.

  • 3.

    Uittreding kan niet eerder geschieden dan na één jaar na toezending van het in het eerste lid bedoelde besluit en met inachtneming van de periode van vijf jaar na de datum van oprichting of toetreding als bedoeld in artikel 48, lid 12, sub e van de Wet op het primair onderwijs.

  • 4.

    Het gemeenschappelijk orgaan regelt de voorwaarden en de gevolgen van de uittreding.

Artikel 12 Ontbinding

  • 1.

    Het gemeenschappelijk orgaan kan worden ontbonden ingevolge een besluit van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Een besluit tot ontbinding is tot stand gekomen wanneer de gemeenteraden van drie van de vier deelnemende gemeenten daartoe hebben besloten.

Artikel 13 Toezendingsplicht

(vervallen)

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2016. De regeling treedt niet in werking voordat zij is bekendgemaakt.

  • 2. Het gemeentebesuur van de gemeente Venlo maakt de regeling in alle deelnemende gemeenten bekend in het door dat gemeentebestuur uitgegeven gemeenteblad.

  • 3. (vervallen).

Artikel 15

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling Toezicht op het Primair Openbaar Onderwijs”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 januari 2016.
De griffier, De voorzitter.