Subsidieregel Exploitatiesteun Gemeenschapsaccommodaties

Geldend van 02-09-2016 t/m heden

Intitulé

Subsidieregel Exploitatiesteun Gemeenschapsaccommodaties

Subsidieregel Exploitatiesteun Gemeenschapsaccommodaties

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling d.d. 08 juni 2016;

gelet op het voorbehoud van goedkeuring van de inhoudelijke en financiële kaders door de gemeenteraad d.d. 28 september 2016;

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 3 lid 4 van de Algemene subsidieverordening Venlo 2010 (AsV):;

overwegende, dat:

  • -

    gemeenschapsaccommodaties onderdak bieden en daarmee samenhangende services verlenen aan sociaal-maatschappelijke en sociaal-culturele activiteiten op dorps-, wijk- en stadsdeelniveau in algemeen en fysiek toegankelijke en eigentijdse ruimten. Zij vervullen daarmee een belangrijke rol bij het versterken van de maatschappelijke ruggengraat van de gemeente Venlo;

  • -

    gemeenschapsaccommodaties beheerd worden door beheerstichtingen, die verantwoordelijk zijn voor de exploitatie van deze accommodaties;

  • -

    de gemeente middels deze subsidieregels voorziet in het verlenen van veelal tijdelijke subsidies in het exploitatietekort aan beheerstichtingen;

  • -

    de gemeente investeringssubsidies verleend aan beheerders, wiens accommodatie niet behoort tot het eigendom van de gemeente Venlo, om de kwaliteit van de accommodatie te verhogen m.b.t. de toegankelijkheid, de functionaliteit en de duurzaamheid;

  • -

    de gemeente als eigenaar verantwoordelijk is voor de technische staat en de kwaliteit van gemeenschapsaccommodaties, die zij verhuurt aan beheerstichtingen,

besluiten:

vast te stellen de:

Subsidieregel Exploitatiesteun Gemeenschapsaccommodaties;

Deze subsidieregel is gebaseerd op de Algemene Subsidieverordening Venlo (AsV).

Artikel 1 Beleidsinhoud

In het coalitieprogramma “Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid”, de Sociale Structuurvisie Venlo, de Strategische Visie 2030, de discussienota “Burgers aan zet” en “Wijkkracht, maatschappelijke participatie in de gemeente Venlo 2014-2016, is het meedoen aan de samenleving in brede zin tot speerpunt benoemd. De rol van de gemeente wordt kleiner, die van de samenleving groter. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor het borgen van basisvoorzieningen omdat zij de maatschappelijke ruggengraat in de dorpen en wijken wil behouden en waar mogelijk versterken.

Gemeenschapsaccommodaties dragen bij aan deze beleidsdoelstellingen, door de activiteiten die leiden tot meedoen te faciliteren en eventueel te initiëren. Een gemeenschapsaccommodatie is een basisvoorziening voor een dorp of wijk waar de sociaal-maatschappelijke en (sociaal-)culturele activiteiten plaatsvinden en is een middel om de draagkracht van de gemeenschap te versterken. Gemeenschapsaccommodaties zijn belangrijke plekken voor ontmoeting en uitwisseling. Ze zijn bedoeld als ontmoetingsplek en schakel in de Venlose wijken en dorpen.

Gemeenschapsaccommodaties zijn accommodaties die worden beheerd door rechtspersonen zonder winstoogmerk die als primaire taak hebben ruimten aan organisaties beschikbaar te stellen voor voornamelijk non-profit activiteiten op dorps-, wijk- of stadsdeelniveau. Het gaat om sociaal-maatschappelijke en sociaal-culturele activiteiten. De rechtspersonen beschikken daarvoor over een eigen dan wel van de gemeente of derden gehuurde accommodatie, die veelal voor dagdelen of uren en in medegebruik aan een organisatie beschikbaar wordt gesteld.

De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor de aanwezigheid van basisvoorzieningen in dorpen en wijken. Dit doet de gemeente als andere partijen hiervoor geen zorg kunnen dragen. Om de maatschappelijke functie van gemeenschapsaccommodaties in stand te houden, kan voor een bepaalde of in bijzondere omstandigheden ook voor onbepaalde termijn financiële ondersteuning nodig zijn vanuit de gemeente.

Artikel 2 Wat wordt met de subsidie beoogd?

Met de subsidie kunnen exploitaties van gemeenschapsaccommodaties die niet met eigen middelen sluitend gemaakt kunnen worden, worden ondersteund. Het doel van de subsidie is om de exploitatie toe te brengen naar een situatie waarin deze wel met eigen middelen sluitend gemaakt kan worden om daarmee te waarborgen dat voor iedereen toegankelijke en bereikbare gemeenschapsaccommodaties beschikbaar zijn waar sociaal- maatschappelijke en sociaal-culturele activiteiten kunnen plaatsvinden.

De subsidie is uitdrukkelijk niet bestemd voor het faciliteren, (mede)organiseren of anderszins mogelijk maken van commerciële activiteiten.

Artikel 3 Subsidievoorwaarden bij subsidie voor bepaalde termijn

  • a.

    De aanvrager betreft een rechtspersoon zonder winstoogmerk die primair is gericht op het beheren van gemeenschapsaccommodaties zoals omschreven onder 1. Beleidsinhoud;

  • b.

    De aanvrager dient bij de aanvraag aan te tonen dat de aanvrager niet met eigen middelen in staat is om de exploitatie sluitend te krijgen door middel van het overleggen van door het bestuur goedgekeurde jaarrekeningen over de laatste drie afgesloten boekjaren, de begroting en resultaatrekening tot moment van aanvraag van het lopende boekjaar en een meerjarenbegroting van in elk geval de komende drie jaar na het jaar van indiening van de aanvraag;

  • c.

    Uit de bij de aanvraag te overleggen stukken moet in ieder geval blijken, welke maatschappelijke functie de gemeenschapsaccommodatie vervult, welke huur- en andere tarieven gehanteerd worden, welke bezettingsgraad behaald wordt, het meerjarenonderhoudsplan met daarbij aangegeven of het onderhoud conform planning is gedaan en welk onderhoud daadwerkelijk op de planning staat voor de komende drie jaar. Voor het overige dient alle informatie die betrekking heeft op de bedrijfsvoering en die van belang kan zijn voor de beoordeling van de aanvraag, waaronder tenminste informatie over de vermogenspositie van de aanvrager;

  • d.

    De aanvrager dient tegelijk met de subsidieaanvraag een onderbouwd businessplan in waaruit blijkt welke maatregelen de aanvrager neemt om de exploitatie binnen een periode van maximaal 3 jaar sluitend te krijgen. Het businessplan dient naar oordeel van de gemeente voldoende realistisch te zijn. In dit businessplan dient in elk geval aangegeven te worden op welke wijze de eigen inbreng van gebruikers wordt gestimuleerd en hoe de inzet van vrijwilligers wordt vormgegeven. Het businessplan moet passen binnen de doelstellingen van en het beleid met betrekking tot gemeenschapsaccommodaties;

  • e.

    De aanvrager pleegt over de aanvraag en het te overleggen businessplan tijdig voor het indienen van de aanvraag overleg met de gemeente.

Artikel 4 Subsidievoorwaarden bij subsidie zonder bepaalde termijn

  • a.

    De aanvrager is primair gericht op het beheren van gemeenschapsaccommodaties zoals omschreven onder 1. Beleidsinhoud. De betreffende gemeenschapsaccommodatie moet voorts een structureel verlieslatende exploitatie hebben en,

    • -

      conform het gemeentelijke beleid voor gemeenschapsaccommodaties niet enkel een functie voor de directe leefomgeving hebben maar tevens een wijkoverstijgende functie voor een stadsdeel, en/of

    • -

      een specifieke verlieslatende sportfunctie heeft, en/of

    • -

      duurzame afspraken met de gemeente hebben omtrent ondersteuning.

  • b.

    De aanvrager dient bij de aanvraag aan te tonen aan dat hij niet met eigen middelen in staat is om de exploitatie sluitend te krijgen door middel van het overleggen van de door het bestuur vastgestelde jaarrekeningen en resultaatrekeningen van de laatste drie afgesloten boekjaren en een meerjarenbegroting voor de komende drie jaar na het jaar van indiening van de aanvraag;

  • c.

    Uit de bij de aanvraag te overleggen stukken moet in ieder geval blijken, welke maatschappelijke functie de gemeenschapsaccommodatie vervult, welke huur- en andere tarieven gehanteerd worden, welke bezettingsgraad behaald wordt, het meerjarenonderhoudsplan met daarbij aangegeven of het onderhoud conform planning is gedaan en welk onderhoud daadwerkelijk op de planning staat voor de komende drie jaar;

  • d.

    Voor het overige dient alle informatie die betrekking heeft op de bedrijfsvoering en die van belang kan zijn voor de beoordeling van de aanvraag, waaronder tenminste informatie over de vermogenspositie van de aanvrager;

  • e.

    De aanvrager dient tegelijk met de eerste subsidieaanvraag op grond van deze subsidieregel een onderbouwd businessplan in, waaruit blijkt welke maatregelen hij neemt om de exploitatie te verbeteren en welke resultaten hiermee bereikt worden. Het businessplan dient naar oordeel van de gemeente voldoende realistisch te zijn. Het businessplan moet minimaal betrekking hebben op de komende drie jaar. In dit businessplan dient tevens aangegeven te worden op welke wijze de eigen inbreng van gebruikers wordt gestimuleerd en hoe de inzet van vrijwilligers wordt vorm gegeven;

  • f.

    Bij volgende subsidieaanvragen kan het nog geldende businessplan als bedoeld onder sub d worden ingediend. Het businessplan dient bij afwijking van de verwachte resultaten van 20% of meer (positief of negatief) te worden herzien en opnieuw te worden ingediend. Dit kan aanleiding zijn om de subsidie tussentijds (naar beneden) bij te stellen;

  • g.

    Na een periode van drie jaar of zoveel eerder als daartoe aanleiding is als bedoeld onder sub e, wordt aan de hand van de resultaten en een nieuw in te dienen businessplan met een looptijd van drie jaar beoordeeld of subsidiëring voor onbepaalde tijd wordt gecontinueerd, gewijzigd, beëindigd of omgezet naar een subsidie voor bepaalde termijn;

  • h.

    De aanvrager pleegt over de aanvraag en het te overleggen businessplan tijdig doch in ieder geval vier maanden voor het begin van het nieuwe subsidiejaar overleg met de gemeente;

Artikel 5 Subsidiemethode

  • a.

    De subsidie zonder bepaalde termijn wordt per boekjaar verleend;

  • g.

    De subsidie met een bepaalde termijn wordt per boekjaar verleend voor maximaal drie achtereenvolgende jaren. Daarna of zoveel eerder als mogelijk dient de aanvrager een sluitende exploitatie te realiseren.

  • c.

    De subsidie kan bestaan uit:

    * een bijdrage in de huurkosten of kosten erfpacht en/of;

    * een bijdrage in het exploitatietekort van de gemeenschaps-accommodatie en/of;

    * een bijdrage in het exploitatietekort voor een deel van de gemeenschapsaccommodatie met een specifieke verlieslatende functie. De bijdrage is niet meer dan het tekort in de exploitatie van de gemeenschapsaccommodatie.

Artikel 6 Soort subsidie

De subsidie met een bepaalde termijn en de subsidie zonder een bepaalde termijn vallen binnen het arrangement van de structurele subsidies (hoofdstuk 2 van de ASV).

Artikel 7 Subsidieplafond

  • a.

    Voor subsidie op basis van deze subsidieregel stelt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks een subsidieplafond vast (art. 3 lid 2 ASV). Het subsidieplafond wordt voor aanvang van elk subsidiejaar bekendgemaakt;

  • b.

    Voor subsidie komen als eerste de aanvragen voor subsidie zonder bepaalde termijn in aanmerking. Als na beoordeling van de subsidieaanvragen zonder bepaalde termijn blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld. Als, na aftrek van de verleende subsidies zonder bepaalde termijn, na beoordeling van de subsidieaanvragen met bepaalde termijn blijkt dat het resterende subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking en wordt aangehaald als "Subsidieregel Exploitatiesteun Gemeenschapsaccommodaties".

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 14 juni 2016,
de secretaris, de burgemeester
Piet Lucassen, Antoin Scholten

Nota-toelichting

Subsidievoorwaarden

De subsidieregel is bedoeld voor rechtspersonen zonder winstoogmerk. De subsidieregel geldt ook voor een rechtspersoon die een gemeenschapsaccommodatie beheert die geen eigendom van de gemeente is en voor een rechtspersoon die de exploitatie van horeca en verhuur uitbesteed heeft aan een BV of een andere rechtspersoon. Ook in dit geval blijft de stichting verantwoordelijk voor de exploitatie van de accommodatie en zal deze optreden als indiener van de subsidieaanvraag. Bij subsidieverlening toetst de gemeente of de stichting aan de (horeca) exploitant en aan andere gebruikers/huurders een reële huurprijs berekent.

Aanvragers dienen te beschikken over eigen vermogen dan wel bestemmingsreserves en voorzieningen, voor onder andere huurdersonderhoud, vervanging van inventaris en het opvangen van risico’s met betrekking tot inkomsten uit horeca en verhuur.

Aanvragers met teveel vermogen/reserves dienen eerst het teveel aan te spreken, alvorens in aanmerking te kunnen komen voor subsidieverlening. Bij de beoordeling van het eigen vermogen/bestemmingsreserves wordt gelet op de hoogte van de reserves in relatie tot de bestemming en de realiteit van de inschatting van de risico’s. Reële reserveringen en onderbouwde voorzieningen kunnen in stand blijven.

Bij de duurzame afspraken met de gemeente als bedoeld in artikel 4a gaat het om afspraken, die gemaakt zijn bij de realisatie van c.q. het afsluiten van een huurovereenkomst voor gemeenschapsaccommodaties, die in eigendom zijn van de gemeente.

Subsidiemethode

Subsidies voor bepaalde termijn worden maximaal voor drie achtereenvolgende boekjaren verleend. Daarna of zoveel eerder als mogelijk dient de aanvrager een sluitende exploitatie te realiseren. Als het na drie jaar niet lukt om te komen tot een sluitende exploitatie wordt bekeken wat de resterende opties voor de betreffende accommodatie zijn binnen de kaders van het beleidsplan Gemeenschapsaccommodaties.

De in de subsidieregel opgenomen termijnen bieden de mogelijkheid om te monitoren of de opgestelde businessplannen vruchten afwerpen of dat aanvullende inspanningen en maatregelen gewenst zijn. Deze evaluatiemomenten zijn ook ingebouwd bij de subsidies voor onbepaalde termijn. Dit biedt stichtingen enerzijds zekerheid in de bedrijfsvoering en anderzijds de prikkel om te blijven werken aan een gezonde(re) exploitatie.

Subsidieplafond

De subsidieregel is bedoeld om financiële ondersteuning te bieden aan gemeenschapsaccommodaties zodat zij een bijdrage kunnen blijven leveren aan versterking van de sociale structuur in dorpen en wijken. De gemeente streeft daarbij naar minimaal één gemeenschapsaccommodatie in elk van de onderscheiden dorpen en wijken.

Indien de aanvragen het beschikbare subsidieplafond overstijgen, zal het beschikbare budget worden verdeeld naar rato van het procentuele aandeel in de totale exploitatietekorten afgezet tegen het nog beschikbare subsidiebedrag.

In dat geval ontvangen de aanvragers dus mogelijk minder dan het exploitatietekort bedraagt. De gemeente zal dan in overleg treden met de betreffende aanvragers om de mogelijkheden voor verbetering van de exploitatie te bespreken. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan nieuwe businessmodellen, samenwerking, bundeling van activiteiten en verduurzaming. Overigens blijft de aanvrager te allen tijde zelf verantwoordelijkheid voor een minimaal kostendekkende exploitatie.