Verordening op de Vertrouwenscommissie Venlo 2017

Geldend van 07-11-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening op de Vertrouwenscommissie Venlo 2017

Verordening op de vertrouwenscommissie

De raad van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van het overleg van fractievoorzitters,

gelet op:

  • ·

    de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet,

  • ·

    de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het

  • ·

    Archiefbesluit 1995;

  • ·

    de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoemingburgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken enKoninkrijksrelaties;

besluit vast te stellen:

onderstaande Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt:

Verordening op de Vertrouwenscommissie Venlo 2017

Artikel 1

De commissie heeft tot taak de herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden

Artikel 2

  • 1. De vertrouwenscommissie bestaat uit de volgende 8 gemeenteraadsleden:

    Naam, Partij

    Bart Kuntzelaers VVD

    Toon Drissen CDA

    Erwin Boom PvdA

    Frans Schatorjé Lokale Domocraten

    Luud Pieko Venlokaal

    Ton Heerschop SP

    Frans Aerts D66

    Ineke Hendrickx GroenLinks

  • 2. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3. De heer Aerts is de voorzitter van de vertrouwenscommissie

  • 4. De heer Kuntzelaers is de plaatsvervangend voorzitter

  • 5. De heer wethouder Teeuwen wordt als adviseur toegevoegd aan de vertrouwenscommissie.

Artikel 3

De griffier fungeert als secretaris van de vertrouwenscommissie.

Artikel 4

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2. De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3. De commissie legt in elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De (fungerend) voorzitter van de commissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.

  • 4. De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikelen 9, vierde lid, 10, tweede lid, en 11 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

  • 5. De commissie en de gemeenteraad kunnen de geheimhouding waartoe de Gemeentewet, respectievelijk zullen de geheimhouding waartoe het derde lid van dit artikel verplicht, niet opheffen.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 7. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de griffier.

Artikel 5

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • 3. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. De commissie streeft naar unanimiteit. De commissie besluit bij de voorbereiding van de aanbeveling tot herbenoeming bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan wordt desgewenst het gevoelen van de minderheid in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 6

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de griffier. De griffier bewaart de stukken in een afgesloten ruimte, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

  • 3. Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de griffier persoonlijk verzonden, zonder tussenkomst van derden. De stukken worden door de griffier in een afgesloten ruimte bewaard, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

Artikel 7

  • 1. De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester.

  • 2. Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek wordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3. Indien over het functioneren van de burgemeester in het in het vorige lid bedoelde overleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt het verslag ook aan de burgemeester.

Artikel 8

De commissie brengt over haar werkzaamheden verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

  • b.

    een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie;

  • c.

    aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie.

en heeft in ieder geval als bijlage het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling.

Artikel 9

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 10

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 11

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 10 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september  2017.
De griffier, De voorzitter
Geert van Soest, Antoin Scholten