Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 29 augustus 2017;

overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;

gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149, 156, 154 en 229 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening: Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo en de daarbij behorende toelichting, inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbenden: de bewoners (omwonenden) en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen;

  • b.

    bovengrondse voorzieningen: transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations die onderdeel uitmaken van een net of netwerk, als bedoeld in onderdeel o. van dit artikel, die bovengronds in de openbare gronden worden geplaatst;

  • c.

    breekverbod: verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel v. van dit artikel, geldend onder andere bij extreme weersomstandigheden of tijdens evenementen of (Duitse) feest- en gedenkdagen;

  • d.

    colleg:e college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

  • e.

    coördinatiebevoegdheid: de coördinerende rol van de gemeente over de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en/of leidingen in, op en boven de gehele openbare grond binnen de gemeentelijke grenzen;

  • f.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 5.2, eerste

    lid, van de Telecommunicatiewet, een publiekrechtelijke vergunning of

    een privaatrechtelijke overeenkomst;

  • g.

    gemeentewerken: wegbedekking, straatmeubilair, riolering plus toebehoren, groenvoorzieningen, kunstwerken e.d.;

  • h.

    groenvoorzieningen: het geheel van de aanplant (zoals bomen, beplanting, bosplantsoen, bloemberm, gras en gazon) in een gebied;

  • i.

    grondroerder: degene, de natuurlijke of rechtspersoon, onder wiens verantwoordelijkheid de werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel v. van dit artikel, feitelijk worden verricht;

  • j.

    (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel en/of leiding dat een net(werk) verbindt met een netwerkaansluitpunt (o.a. ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering Onroerende Zaken);

  • k.

    instemmingsbesluit: besluit van het college op een aanvraag (volgens de Telecommunicatiewet melding) tot instemming van voorgenomen aaneengesloten werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel v. van dit artikel, inzake kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • l.

    kabels en/of leidingen: één of meer kabel(s) en/of(buis) leiding(en) als onderdeel van een openbaar (elektronisch communicatie) net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • m.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in eenmarkteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • n.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitoefening van eenberoep of bedrijf dan wel als rechtspersoon acteert als beheerder van een (al dan niet openbaar) net of netwerk;

  • o.

    net of netwerk: samenstel van kabels of leidingen;

  • p.

    niet-openbare kabels en/of leidingen: kabels en/of leidingen die niet gebruikt worden om openbare (voor het publiek beschikbare) diensten aan te bieden;

  • q.

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • r.

    registratiesysteem: digitaal registratiesysteem wat wordt gebruikt door de gemeente waarin (aanvragen voor) vergunningen, instemmingsbesluiten en (meldingen voor) toestemmingen van werkzaamheden aan kabels en/of leidingen en alles wat daarmee samenhangt worden verwerkt door of namens de gemeente en/of de grondroerder;

  • s.

    sleufloze technieken: het maken van een holle ruimte in de grond, met behulp van een (gestuurde) boring of persing, zonder daarbij de omringende grondslag te verwijderen;

  • t.

    spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel v. van dit artikel, voor reparatie of onderhoud waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing van de dienstverlening in het betreffende netwerk is opgetreden en/of schade ontstaat c.q. is ontstaan;

  • u.

    vergunning: besluit van het college op een aanvraag voor vergunning van voorgenomen aaneengesloten werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel v. van dit artikel, uitgezonderd kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • v.

    werkzaamheden: handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, inclusief het opbreken en herstellen van de sleufverharding en sleufloze technieken, in, op en/of boven openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding (waaronder houden, onderhouden, exploiteren en verplaatsen) en/of opruiming van kabels en/of leidingen;

  • w.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard: aaneengesloten werkzaamheden, inzake:

    • a.

      aanleg, instandhouding en/of opruiming van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen (bijvoorbeeld mantelbuizen, buizen ten behoeve van glasvezelkabels);

    • b.

      aanleg, instandhouding en/of opruiming van kabels en/of leidingen of van (huis)aansluitingen met een gezamenlijke tracélengte tot tien (10) meter en niet vallend onder onderdeel t. van dit artikel, waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst en met geringe overlast c.q. belemmeringen voor de omgeving;

    • c.

      het maken van maximaal twee montagegat(en) c.q. lasgat(en) met elk een afmeting van maximaal 2 m²;

    • d.

      het plaatsen van distributie- en mutatiepunten met een afmeting kleiner dan 30x30x30 cm (lxbxh).

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op de aanleg, instandhouding en/of het opruimen van kabels en/of leidingen in, op en/of boven openbare gronden door of namens een netbeheerder.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1.

    Het college is bevoegd krachtens deze verordening nadere regels te stellen.

  • 2.

    Deze nadere regels hebben betrekking op:

    • a.

      openbare orde en veiligheid;

    • b.

      het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • c.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

    • d.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast, waaronder mede verstaan wordt debescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • e.

      ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden (met betrekking tot instandhouding geldt hebben, houden, onderhouden, exploitatie inclusief het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen);

    • f.

      de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die dienen te worden verstrekt.

    • g.

      het in rekening brengen van de kosten voor herstel, beheer, onderhoud en degeneratie van de openbare ruimte die het rechtstreekse gevolg zijn van uitgevoerde werkzaamheden;

    • h.

      het herstellen van bijzondere bestrating;

    • i.

      de omgang met kabels en/of leidingen in verontreinigde gronden, rond watergangen en groenvoorzieningen, en op verhardingen boven kabels en/of leidingen;

    • j.

      grondgebied waarop de bepalingen inzake werkzaamheden van niet ingrijpende aard en/of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing zijn.

Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van werkzaamheden

Artikel 4 Vereisten vergunningen, instemmingsbesluit en toestemming

  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning, instemmingsbesluit of zonder toestemming ingeval van een melding, conform het zesde en achtste lid van dit artikel, kabels en/of leidingen en/of bovengrondse voorzieningen in, op of boven openbare gronden:

    • a.

      aan te leggen;

    • b.

      in stand te houden (waaronder houden, onderhouden, exploiteren, verplaatsen. Dit geldt niet voor bovengrondse controlewerkzaamheden in of aan bovengrondse voorzieningen);

    • c.

      te wijzigen;

    • d.

      een andere functie te geven of;

    • e.

      op te ruimen.

  • 2. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient een vergunning, instemmingsbesluit of een toestemming als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, bij het college te worden aangevraagd. De aanvraag tot een instemmingsbesluit van voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a. van de Telecommunicatiewet.

  • 3. Voor het aanvragen van een vergunning, een instemmingsbesluit of het doen van een melding voor toestemming conform het zesde en achtste lid van dit artikel, dient gebruik te worden gemaakt van het door het college gehanteerde registratiesysteem.

  • 4. In verband met de voorgenomen werkzaamheden kan vooroverleg plaatsvinden met het college teneinde de aanvraag of melding, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, voor te bereiden.

  • 5. Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een of meer andere gedoogplichtigen dan de gemeente en/of als er tevens een aanvraag voor een vergunning, ontheffing, toestemming (publiekrechtelijk alsmede privaatrechtelijk) e.d. al dan niet bij een of meer andere bestuursorganen op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager het college hiervan bij de aanvraag c.q. melding op de hoogte. Bovendien dient informatie te worden verstrekt over de afstemming met andere gedoogplichtigen, grondeigenaren en/of beheerders van openbare gronden.

  • 6. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel w. van artikel 1, is geen vergunning of instemmingsbesluit als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een digitale melding vooraf aan het college. Naar aanleiding van de melding zal door het college worden beslist om al of niet toestemming te verlenen voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard.

  • 7. Werkzaamheden van niet ingrijpende aard of de aanvang van reeds vergunde of ingestemde werkzaamheden dien(t)(en) drie werkdagen voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden gemeld te worden.

  • 8. Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel t. van artikel 1, is geen vergunning of instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een digitale melding uiterlijk 24 uur vóór aanvang van de werkzaamheden. Naar aanleiding van de melding zal door het college worden beslist om al of niet toestemming te verlenen voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden.

    Als een melding vooraf niet aanvaardbaar is vanuit een oogpunt van veiligheid of dienstverlening of niet uitvoerbaar is in verband met de bereikbaarheid van de gebiedsbeheerder, moet de melding zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vóór 9.00 uur op de eerste werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college.

    Indien voor spoedeisende werkzaamheden c.q. calamiteiten een wegafsluiting noodzakelijk is, worden de hulpdiensten per direct ingelicht door de grondroerder.

  • 9. Indien achteraf blijkt dat uitgevoerde werkzaamheden van niet ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in het zesde en achtste lid van dit artikel, vergunning- of instemmingsplichtig zijn, dient er alsnog een vergunning of instemmingsbesluit aangevraagd te worden.

  • 10. Het in het eerste lid van dit artikel opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente.

  • 11. De raad is bevoegd via nadere regels delen van het grondgebied aan te wijzen waarop het zesde en/of achtste lid van dit artikel niet van toepassing is.

Artikel 5 Gegevensversterking

  • 1. Bij een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit, dienen in ieder geval de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel bij de eerste aanvraag van ieder kalenderjaar van degene die opdracht heeft gegeven tot de werkzaamheden en van degene die de werkzaamheden gaat uitvoeren;

    • b.

      een schriftelijke machtiging alsmede de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de gemachtigde bij de eerste aanvraag ieder kalenderjaar als het een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit betreft voor werkzaamheden voor of namens een netbeheerder;

    • c.

      naam-, (factuur)adres- en woonplaatsgegevens en het telefoonnummer van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen en van de opdrachtgever en de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en het telefoonnummer van de contactpersoon voor de werkzaamheden;

    • d.

      een opgave van het aantal, de soort, de aard en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen en een opgave van het soort werkzaamheden;

    • e.

      vereiste vergunning(en), ontheffing(en) en/of toestemming(en) (publiekrechtelijk alsmede privaatrechtelijk) e.d. op grond van overige wetgeving, alsmede informatie over de afstemming met andere gedoogplichtigen, grondeigenaren en/of beheerders van openbare gronden;

    • f.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • g.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        een digitale BGT tekening (PDF- en/of DWG-formaat, schaal 1:500) met legenda en eenduidige en volledige maatvoering (RD-coördinaten) met daarop aangegeven:

        • 1.

          een opgave van het gewenste tracé of locatie;

        • 2.

          een opgave van de tijdelijke en permanente voorzieningen;

      • -

        overtuigende gegevens en inzicht omtrent de uitvoerbaarheid van de voorgenomen

        werkzaamheden binnen de beschikbare ruimte, waaruit ook blijkt dat de bereikbaarheid van de overige kabels en/of leidingen blijft gewaarborgd;

      • -

        een opgave van de objecten (bovengrondse voorzieningen en de afmetingen daarvan,

        handholes c.q. distributiepunten, brandkranen etc.) zowel van permanente als tijdelijke aard, die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, verplaatst, gewijzigd en/of verwijderd en de situering daarvan op de tekening;

      • -

        de tracélengte en de lengte en breedte van de te graven sleuf, alsmede de aard van de

        sleufbedekking;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    • h.

      een opgave van het aantal kabels en/of leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en het aantal kabels en/of leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen.

  • 2. Bij een melding ten behoeve van spoedeisende werkzaamheden en werkzaamheden van niet ingrijpende aard dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      een schriftelijke machtiging alsmede de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de gemachtigde bij de eerste melding ieder kalenderjaar als het een melding voor een toestemming betreft voor werkzaamheden voor of namens een netbeheerder;

    • b.

      naam-, (factuur)adres- en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen en van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de contactpersoon voor de werkzaamheden;

    • c.

      het adres van de graaflocatie(s), inclusief een situatieschets;

    • d.

      de lengte en breedte van de sleuf of montagegat(en), alsmede de aard van de sleufbedekking die wordt opengebroken;

    • e.

      het oppervlak dat wordt opengebroken indien het alleen een montagegat betreft;

    • f.

      de datum van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden.

      artikel 6 Beslistermijnen

Artikel 6 Beslistermijnen

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit binnen acht (8) weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. De aanvraag voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a. van de Telecommunicatiewet.

  • 2. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht (8) weken na de dag van ontvangst van een volledig ingevulde aanvraag inclusief bijlagen.

  • 3. Indien het werkzaamheden van niet ingrijpende aard betreft beslist het college omtrent toestemming binnen drie werkdagen na datum van ontvangst van de melding.

  • 4. De toestemming op een melding voor spoedeisende werkzaamheden volgt, met in acht name van het bepaalde in artikel 4, achtste lid, uiterlijk drie werkdagen nadat de melding is gedaan.

  • 5. Indien een vergunning of instemmingsbesluit niet binnen acht (8) weken kan worden gegeven, deelt het college dit schriftelijk aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de vergunning of het instemmingsbesluit wel verstrekt kan worden.

  • 6. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 7 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan aan het verstrekken van een vergunning, instemmingsbesluit of toestemming ingeval van een meldingsplicht, voorschriften of beperkingen verbinden, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast; waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, groenvoorzieningen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      het uiterlijke aanzien en het herstel van de openbare gronden;

    • e.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het efficiënt, veilig, ordelijk en doelmatig gebruik, beheer, en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;

    • f.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten;

    • g.

      het verschaffen van nadere informatie;

    • h.

      de bescherming van het historisch en archeologisch erfgoed.

  • 2. De voorschriften of beperkingen, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, hebben -voor zover van toepassing- in ieder geval betrekking op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • b.

      de periode waarvoor de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming geldt;

    • c.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen die door derden of de gemeente tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld;

    • d.

      de afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken.

  • 3. De grondroerder dient belanghebbenden, zoals bedoeld in onderdeel a. van artikel 1, ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4. De grondroerder is verplicht na het einde van de werkzaamheden de openbare grond, eventuele verhardingen en groenvoorzieningen e.d. terug te brengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

  • 5. Indien na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden een grondroerder werkzaamheden wil uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de grondroerder.

  • 6. De netbeheerder draagt er zorg voor dat de voorschriften en beperkingen worden nageleefd.

Artikel 8 Weigeringsgronden vergunningen, toestemming

Een vergunning of toestemming (uitgezonderd voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk) kan worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en goede doorstroming van het verkeer;

  • c.

    het voorkomen of beperken van overlast, gevaar of hinder, waaronder mede verstaan wordt het afstemmen met andere werkzaamheden, een goede doorstroming van het verkeer, de bescherming van groenvoorzieningen en de bescherming van gemeentewerken;

  • d.

    het uiterlijke aanzien en het herstel van de openbare gronden;

  • e.

    de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het efficiënt, veilig, ordelijk en doelmatig gebruik, beheer, en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;

  • f.

    de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten;

  • g.

    het verschaffen van nadere informatie;

  • h.

    de verzekering van de toestand waarin het tracé na voltooiing van het werk wordt afgeleverd;

  • i.

    de bescherming van het historisch en archeologisch erfgoed.

Artikel 9 Naleving

De netbeheerder draagt er zorg voor dat de aan de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming verbonden voorschriften en beperkingen en de verplichtingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening en nadere regels worden nageleefd.

Artikel 10 Intrekkings- en wijzigingsgronden

  • 1. Het college kan de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      de in de vergunning of het instemmingsbesluit benoemde werkzaamheden niet binnen één (1) jaar na de datum waarop de vergunning of het instemmingsbesluit onherroepelijk is geworden zijn voltooid;

    • b.

      de werkzaamheden van niet ingrijpende aard niet binnen het in de goedgekeurde melding bepaalde tijdvak zijn voltooid;

    • c.

      de kabel en/of leiding definitief buiten gebruik is gesteld;

    • d.

      de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • e.

      de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

    • f.

      één of meer van de verplichtingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening of één of meer van de aan de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming verbonden voorschriften en/of beperkingen niet c.q. niet meer worden nageleefd;

    • g.

      na het verlenen van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning, instemmingsbesluit of toestemming niet kan worden tegemoet gekomen;

    • h.

      dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is vanwege de uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden van openbaar belang en algemeen nut;

    • i.

      er sprake is van verkoop van gronden in eigendom van de gemeente, behorende tot de openbare gronden, aan derden;

    • j.

      de in de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming benoemde werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van zes (6) maanden stilliggen;

    • k.

      er wordt gewerkt in strijd met het geldende breekverbod;

    • l.

      er wordt gewerkt in afwijking van de nadere regels;

    • m.

      er zich een wijziging voordoet in de omstandigheden voor zover die gewijzigde omstandigheden zich verzetten tegen instandlating van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming.

  • 2. Het college gaat niet over tot intrekking of wijziging van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming dan nadat het college de houder van de vergunning, het instemmingsbesluit of toestemming heeft gehoord.

  • 3. Aan het besluit tot wijziging of intrekking van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabel(s) en/of leiding(en) te verplaatsen, deze op te ruimen of verlangen dat de oude situatie wordt hersteld.

Artikel 11 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1. Een grondroerder maakt bij de aanleg, instandhouding, waaronder het verplaatsen van kabels en/of leidingen in, op en boven openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen zoals mantelbuizen, kabelgoten of kabel- en leidingentunnels, indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2. Een vooroverleg dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag voor vergunning of instemmingsbesluit is er, mede op gericht of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

  • 3. Als uit het tweede lid van dit artikel blijkt dat (mede)gebruik mogelijk is en een netbeheerder een aanbod tegen marktconforme prijs wordt gedaan om (mede)gebruik mogelijk te maken van de vooraangelegde voorzieningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, is de netbeheerder verplicht om voor de aanleg, instandhouding, waaronder verplaatsing van zijn kabels en/of leidingen hiervan gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen, legt de netbeheerder de gemeente een alternatief tracé voor en wordt daarbij bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé kunnen combineren of doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 12 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie

  • 1. Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet.

  • 2. Op het nemen van maatregelen, noodzakelijk vanwege de uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden van openbaar belang en algemeen nut, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen in, op of boven openbare gronden gelden de volgende bepalingen (tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen):

    • a.

      de netbeheerder is verplicht op aanwijzing van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk;

    • b.

      eventuele nadeelcompensatie, als gevolg van een aanwijzing zoals bedoeld in onderdeel a. van dit artikel, wordt verleend op basis van een publiekrechtelijke regeling;

    • c.

      het college en de netbeheerder zullen bij opruiming, verplaatsing of aanpassing van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • d.

      na een aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan dertien (13) weken na datum van ontvangst van de aanwijzing.

Artikel 13 Breekverbod

  • 1. De vaststelling dat er sprake is van een breekverbod is een bevoegdheid van het college.

  • 2. In geval van extreme weersomstandigheden kondigt het college een breekverbod aan vóór 8:00 uur door middel van een digitale melding.

  • 3. Uiterlijk één dag voor beëindiging van het breekverbod informeert het college de betrokken grondroerders door middel van een digitale melding.

  • 4. In geval van evenementen of (Duitse) feest- en gedenkdagen geldt altijd een breekverbod.

  • 5. Indien er sprake is van een breekverbod is het verboden werkzaamheden uit te voeren in, op of boven openbare gronden en/of bestrating.

  • 6. Het breekverbod is niet van toepassing in geval van spoedeisende werkzaamheden.

  • 7. In geval van een breekverbod vanwege extreme weersomstandigheden, worden de termijnen zoals bedoeld in artikel 10 eerste lid onder a. en b. en in artikel 18, tweede lid onder a. en b. automatisch verlengd met de periode van het breekverbod.

Artikel 14 Eigendom e.a. van kabels en/of leidingen

  • 1. Indien eigendom, exploitatie of beheer van de kabel en/of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten volgens deze verordening die betrekking hebben op de kabel en/of leiding van rechtswege over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2. De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel en/of leiding verandert.

  • 3. Op het eigendom van de kabels en/of leidingen zijn de desbetreffende wettelijke bepalingen van toepassing.

Artikel 15 Niet-openbare kabels en/of leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in, op en boven openbare gronden, is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het opnemen van het eerste lid van dit artikel houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente met betrekking tot niet-openbare kabels en/of leidingen.

Artikel 16 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een net of netwerk in, op of boven openbare gronden.

  • 2. Van de netbeheerder kan een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 17 Overleg

  • 1. Het college organiseert periodiek een (lange termijn) overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere betrokken- of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2. In dit (lange termijn) overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders en andere betrokken- of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen bij of krachtens deze verordening.

Hoofdstuk 4 Toezicht- en handhavingsbepalingen

Artikel 18 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2. Het college is bevoegd, met kennisgeving vooraf aan de netbeheerder, de werkzaamheden direct stil te leggen in de volgende gevallen:

    • a.

      de in de vergunning of het instemmingsbesluit benoemde werkzaamheden niet binnen één jaar na de datum waarop de vergunning of het instemmingsbesluit onherroepelijk is geworden zijn voltooid;

    • b.

      de werkzaamheden van niet ingrijpende aard niet binnen het in de goedgekeurde melding bepaalde tijdvak zijn voltooid;

    • c.

      de kabel en/of leiding definitief buiten gebruik is gesteld;

    • d.

      de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • e.

      de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

    • f.

      één of meer van de verplichtingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening of één of meer van de aan de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming verbonden voorschriften en/of beperkingen niet c.q. niet meer worden nageleefd;

    • g.

      na het verlenen van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning, instemmingsbesluit of toestemming niet kan worden tegemoet gekomen;

    • h.

      dit naar het oordeel van het college redelijkerwijs nodig is vanwege de uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden van openbaar belang en algemeen nut;

    • i.

      er wordt gewerkt in strijd met het geldende breekverbod;

    • j.

      er wordt gewerkt in afwijking van de nadere regels;

    • k.

      er wordt gewerkt zonder vergunning, instemmingsbesluit of zonder toestemming.

Artikel 19 Strafbepaling

Overtreding van artikel 4, eerste en zesde lid, artikel 7, artikel 10, eerste lid sub a, artikel 11, artikel 14, tweede lid en artikel 18, tweede lid sub h, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Hoofdstuk 5: overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. Op de datum van inwerkingtreding van de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordening wordt de Telecommunicatieverordening 2012 gemeente Venlo ingetrokken.

Artikel 21 Overgangsbepalingen

  • 1. De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in, op of boven openbare gronden, voor zover deze zijn aangevraagd of gemeld en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten, toestemmingen en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.

  • 2. Op aanvragen, meldingen, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

Artikel 22 Hardheidsclausule

Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en uitzonderlijke gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Venlo in zijn openbare vergadering van 27 september 2017.
De Griffier, de voorzitter

Nota-toelichting 1 Toelichting Algemene verordening ondergrondse infrastructuren

Niet alle (sub)artikelen worden automatisch van een toelichting voorzien. Er wordt slechts een toelichting gegeven indien een nadere uitleg noodzakelijk wordt geacht.

Algemeen

Het doel van deze toelichting is om informatie, aanvulling en nadere uitleg te verstrekken met betrekking tot de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), zowel voor gebruik binnen de gemeente als voor de netbeheerders.

De AVOI heeft als doel de regie en coördinatie uniform te regelen met betrekking tot werkzaamheden die nodig zijn voor de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en/of leidingen in openbare gronden binnen de gemeentegrenzen. De AVOI reguleert de werkzaamheden in de openbare ruimte, waarbij onder andere de (weg)verharding, maar ook bermen en andere groenvoorzieningen worden opgebroken. De AVOI is ook gericht op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte: proactieve regie 1, meer grip en sturing op werkzaamheden, het waarborgen van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens werkzaamheden; uniforme regels en sanctiemogelijkheden en een efficiënt gebruik van de openbare ruimte.

Volgens de AVOI wordt iedere aanvraag van elke netbeheerder eenduidig behandeld. Het verschil in wettelijke grondslag voor de diverse kabel- en leidingeigenaren (Telecommunicatiewet e.a.) is geen reden om de aanvragen verschillend te behandelen. Immers, in de praktijk gaat het om dezelfde werkzaamheden. Belangrijk uitgangspunt is dat werkzaamheden alleen in, op of boven openbare gronden mogen worden uitgevoerd na voorafgaand vergunning of instemmingsbesluit van de gemeente. Voor de aanvraag van een vergunning of instemmingsbesluit zijn aan de gemeente leges verschuldigd, aangezien de vergunning en het instemmingsbesluit als een dienst van de gemeente aan de netbeheerder is te beschouwen. Leges kunnen ook worden geheven voor de melding van werkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan meldingen in het kader van in en uit gebruik nemen van kabels, niet ingrijpende werkzaamheden en spoedeisende werkzaamheden. Aangezien in bedoelde gevallen in de praktijk ook een dienst door de gemeente wordt geleverd, maar een lichtere procedure geldt, zal dit invloed hebben op de hoogte van de legestarieven. Dit leidt op dit punt tot minder leges voor de netbeheerder.

Via nadere regels (bijvoorbeeld een Handboek kabels en leidingen, regeling voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer-, onderhoud- en degeneratiekosten en een Nadeelcompensatieregeling) kunnen aanvullende voorwaarden, eisen en regels voor de werkzaamheden van de netbeheerder door het college worden vastgesteld.

Kaders voor de gemeentelijke bevoegdheden en rollen

De gemeentelijke bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet, de Belemmeringenwet privaatrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene plaatselijke verordening, de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten, de Telecommunicatiewet en uit eventuele contractuele afspraken met netbeheerders. De gemeente is in vele rollen betrokken bij werkzaamheden in de openbare ruimte, onder andere als grondeigenaar, ruimtelijk planner, aanlegger van infrastructuur, verkeersregelaar, bodembeschermer, enzovoorts.

In het belang van de gemeente, burgers, bedrijven en netbeheerders moet een zorgvuldig, uniform en integraal beleid gevoerd worden bij voorbereiding, uitvoering en nazorg van werkzaamheden in openbare gronden. De gemeente heeft hierin een coördinerende rol voor een goed verloop van het integrale proces met betrekking tot de werkzaamheden van alle netbeheerders. Mede doordat de fysieke ondergrond vol raakt met een groot aantal kabels en leidingen, is goede afstemming van werkzaamheden en belangen noodzakelijk. De coördinerende rol van de gemeente is bijvoorbeeld terug te vinden in de artikelen 4 en 5 van de AVOI.

Ondanks de verschillende uitgangsposities van partijen wordt door de gemeente efficiëntie, harmonisering, uniformering en gelijke behandeling van de uitvoering van werkzaamheden nagestreefd. Het opbreken van de openbare ruimte dient tot zo min mogelijk overlast en schade te leiden, met waarborging van veiligheid en bereikbaarheid en voorkoming van verstoring van openbare orde en ondergrondse ordening. Ten aanzien van het ontwerp, voorbereiding, uitvoering en beheer van de werkzaamheden dient voldaan te worden aan de uniforme (uitvoerings-)eisen die door de gemeente zijn vastgelegd in het Handboek kabels en leidingen. Voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- onderhoud- en degeneratiekosten kan het college tevens nadere regels vaststellen.

Twee regimes voor kabels en leidingen

Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk en werkzaamheden in verband met aanleg, instandhouding en opruiming van overige kabels en leidingen.

Voor de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk bepaalt de Telecommunicatiewet (Tw), dat de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk die het voornemen heeft werkzaamheden uit te voeren, slechts overgaat tot het verrichten van deze werkzaamheden indien het voornemen daartoe digitaal is gemeld aan het college en de aanbieder van het college een instemmingsbesluit heeft verkregen voor de uitvoering van de werkzaamheden (artikel 5.4, eerste lid, van de Tw). De Telecommunicatiewet bepaalt daarbij eveneens dat het college in het instemmingsbesluit bijzondere voorschriften kan opnemen (artikel 5.4, tweede en derde lid, van de Tw) en dat de gemeenteraad met betrekking tot het verrichten van de werkzaamheden bij verordening regels vaststelt (artikel 5.4, vierde lid, van de Tw).

Voor de werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van de overige kabels en leidingen ontbreekt een dergelijke vorm van wetgeving. In veel gemeenten wordt de vergunning voor de werkzaamheden verleend op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) dan wel, in toenemende mate, een afzonderlijke kabel- en leidingenverordening.

De gemeente heeft besloten om zowel de instemmingsplicht uit de Tw als de vergunningplicht uit de APV op te nemen in de AVOI. De gemeente voldoet hiermee aan de eis uit de Tw om een Telecommunicatieverordening op te stellen en de gemeentelijke wens om uniformering te realiseren in het kabel- en leidingbeleid van de gemeente met betrekking tot alle netbeheerders (telecom en nuts).

Publiekrechtelijke vergunning of instemmingsbesluit en privaatrechtelijke toestemming

De vergunning, het instemmingsbesluit en de toestemming voor een melding voor het uitvoeren van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhoudingen opruiming van kabels en leidingen is publiekrechtelijk van aard. Dat wil zeggen dat de verkrijger van de vergunning, het instemmings-besluit of de toestemming voor een melding het recht krijgt om (tijdelijk en onder bepaalde voorwaarden) de openbare orde te mogen verstoren, dit om de gewenste werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

Echter, de gemeente verleent bij het verstrekken van een vergunning, instemmingsbesluit of toestemming zowel een publiekrechtelijke beschikking als privaatrechtelijke toestemming tenzij de gemeente andere belangen wil behartigen dan die welke in het kader van de vergunning-, instemmingsbesluit- en toestemmingsverlening zijn toegestaan. In het laatste geval zal een afzonderlijke privaatrechtelijke toestemming worden afgegeven.

De verkrijger van de vergunning,het instemmingsbesluit of de toestemming voor een melding dient in die gevallen eveneens een privaatrechtelijke toestemming te verkrijgen van de eigenaar van de openbare gronden. Indien de gemeente eigenaar van de gronden is, dan kan de gemeente tegelijkertijd met de vergunning,het instemmingsbesluit of de toestemming voor een melding eveneens een privaatrechtelijke toestemming geven aan de vergunningsverkrijger, instemmingsbesluitverkrijger of toestemming-verkrijger, zodat deze kan overgaan tot de uitvoering van de werkzaamheden. Als een derde eigenaar van de grond is, ligt dat anders. Het college kan in dat geval de aanvrager erop wijzen dat hij niet eerder met de werkzaamheden kan aanvangen alvorens hij ook privaatrechtelijke toestemming heeft verkregen van deze derde.

Hoofdstuk 1: algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Belanghebbenden

De bewoners (omwonenden), bedrijfsmatige gebruikers, bewoners en gebruikers van (zorg)instellingen en scholen van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen.

Breekverbod

In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die het college de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van werkzaamheden onder andere bij een gesloten sneeuwdek en/of vorst in de grond of tijdens bijvoorbeeld (Duitse) feest- of gedenkdagen, evenementen of beperking van overlast voor winkeliers. Dat wil zeggen dat er niet in de grond gegraven mag worden zolang het breekverbod geldt. Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen.

College

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de taken voortvloeiende uit de AVOI af te handelen en te handhaven, waarbij deze voor wat betreft de uitvoering naar wens en behoefte uit praktische overweging gemandateerd kunnen worden aan een of meer daartoe aangewezen ambtenaren.

Gedoogplichtige

Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen toestaan in, op en boven hun gronden. De gemeentelijke betrokkenheid is vooral gericht op haar rol als beheerder van de openbare gronden. In deze hoedanigheid is de gemeente in het kader van de Telecommunicatiewet gedoogplichtige als het gaat om openbare elektronische communicatienetwerken. Het begrip gedoogplichtige ziet in deze verordening ook op de gemeente indien zij gedoogplichtig is krachtens de Belemmeringenwet privaatrecht dan wel anderszins leidingen (impliciet) moet gedogen. Te denken valt aan publiekrechtelijke vergunning of privaatrechtelijke overeenkomst. Het begrip gedoogplichtige slaat ook op andere partijen dan de gemeente die krachtens de wet gedoogplichtig zijn.

Grondroerder

De grondroerder is de partij die daadwerkelijk de werkzaamheden verricht of laat verrichten. Dit zal vaak een aannemer of installateur zijn, maar het kan ook een interne afdeling van een netbeheerder betreffen als die dergelijke werkzaamheden zelf uitvoert. Als een grondroerder namens een netbeheerder optreedt, wordt nu expliciet naar een machtiging gevraagd, dit ter wille van rechtszekerheid en rechtsgeldigheid. Ook kan de grondroerder een partij zijn die op eigen naam en voor eigen rekening en risico netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert en het netwerk of netwerkcapaciteit daarna verhuurt of verkoopt. De grondroerder is verplicht om een melding van de voorgenomen werkzaamheden te verzorgen richting het college en eventuele overige betrokken partijen. De grondroerder dient over een vergunning, instemmingsbesluit of toestemming te beschikken vóór aanvang van de werkzaamheden.

(Huis)aansluiting

(Huis)aansluitingen worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van diverse algemene regels van de AVOI. Daarvoor is een lichter formeel regime van toepassing waarvoor nadere kaders zijn gesteld.

Instemmingsbesluit

Voorgenomen werkzaamheden inzake kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk moeten vooraf digitaal gemeld worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:

  • ·

    werkzaamheden;

  • ·

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard;

  • ·

    spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing.

Voor de werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een instemmingsbesluit is verleend. De gemeente hanteert een doorlooptijd van acht weken voor het geven van een besluit op aanvragen voor reguliere werkzaamheden.

Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit noodzakelijk maar kan worden volstaan met een digitale melding vooraf. Na melding en verkregen toestemming kan binnen een termijn van enkele werkdagen met de werkzaamheden gestart worden.

Voor spoedeisende werkzaamheden kan het zijn dat digitaal melden vooraf onmogelijk is. Alleen in dit uitzonderingsgeval is het toegestaan het werk achteraf te melden voor toestemming.

Echter, indien achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden (niet ingrijpende- en spoedeisende werkzaamheden) toch omvangrijk zijn geweest, niet spoedeisend zijn geweest en daarom instemmingsplichtig zijn, dient alsnog een instemmingsbesluit te worden aangevraagd volgens de gebruikelijke procedure. Zo kan de gemeente alsnog de aan haar verstrekte relevante informatie verwerken.

Kabels en/of leidingen

Verzamelbegrip; Kabels en/of leidingen zijn onderdeel van een openbaar netwerk, daaronder ook begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, voorzieningen/ distributie- en/of mutatiepunten (handholes, afsluiters, brandkranen, lassen etc.) en andere hulpmiddelen, behalve voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een aannemer, Ook omvattende: lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers) en beschermingswerken. Voorbeelden van kabels en/of leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen, waterleidingen en leidingen ten behoeve van stadsverwarming (transport-, distributie- en dienstleidingen) en kabels en leidingen voor industriële netwerken. Met lege buizen worden bedoeld de werken die worden aangelegd met het oogmerk deel uit te gaan maken van een netwerk en ook buizen die worden aangelegd als een voorziening voor medegebruik.

Marktconforme kosten

Dit begrip is relevant vanwege het nagestreefde stimuleren van het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van andere betrokken partijen). Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, met dien verstande dat (aansluitend bij de Telecommunicatiewet) de te betalen vergoeding marktconform dient te zijn.

Netbeheerder

Het begrip netbeheerder wordt gehanteerd als uniforme term voor de beheerders van de netten voor de levering van water en energie en tevens de aanbieders van (niet-)openbare elektronische communicatienetwerken. Het komt voor dat de netbeheerder in het geval van voorgenomen werkzaamheden de rol van grondroerder op zich neemt. In aansluiting bij de recente wet- en regelgeving op het gebied van graafrechten wordt de netbeheerder meer dan voorheen medeverantwoordelijk gehouden voor een juiste uitvoering en naleving van de rechten en verplichtingen met betrekking tot werkzaamheden.

Netwerk

De definitie is afgeleid van de omschrijving zoals die gehanteerd wordt in de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). De omschrijving maakt met name duidelijk dat het om ondergrondse netten gaat, en dan zowel de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit) als de elektronische communicatienetwerken (zoals specifiek geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet). In de tekst wordt geen inhoudelijk onderscheid gemaakt tussen de termen net en netwerk.

Openbare gronden

Hiertoe worden, conform het in de begripsbepalingen genoemde wetsartikel, gerekend de openbare wegen inclusief trottoirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn (ook wel openbare ruimte genoemd).

Spoedeisende werkzaamheden

Hiervoor geldt een lichter procedureel regime. De netbeheerder moet duidelijk maken dat

dit werk, bijvoorbeeld als gevolg van een calamiteit, redelijkerwijs geen uitstel kan dulden op grond van de aangegeven belangen.

Vergunning

Voorgenomen werkzaamheden inzake overige kabels en/of leidingen (uitgezonderd kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk) moeten vooraf (digitaal) gemeld worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:

• reguliere werkzaamheden;

• werkzaamheden van niet ingrijpende aard;

• spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing.

Voor de reguliere werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een vergunning is verleend. De gemeente hanteert in het algemeen een doorlooptijd van acht weken voor aanvragen voor reguliere werkzaamheden.

Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen vergunning noodzakelijk maar kan worden volstaan met een (digitale) melding vooraf. Na melding en verkregen toestemming kan in het algemeen binnen een termijn van drie werkdagen met de werkzaamheden gestart worden.

Voor spoedeisende werkzaamheden kan het zo zijn dat melden vooraf onmogelijk is. Alleen in dit uitzonderingsgeval is het toegestaan het werk achteraf te melden voor toestemming.

Echter, indien achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden (niet ingrijpende- en spoedeisende werkzaamheden) toch omvangrijk zijn geweest, niet spoedeisend zijn geweest en daarom vergunningsplichtig zijn, dient er achteraf alsnog een vergunning aangevraagd te worden.

Werkzaamheden

(Graaf)werkzaamheden in de openbare grond, inclusief het opbreken en herstel van de sleufverharding en sleufloze technieken in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen. Onder instandhouding van de

kabels en/of leidingen wordt verstaan het hebben, houden, onderhouden en exploiteren van de kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij dus niet alleen om het verrichten van onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden. Ook het enkel hebben en houden van de kabels en/of leidingen, zonder dat daaraan werkzaamheden worden verricht, geldt als instandhouding. Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt mede begrepen het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 12 van de AVOI en in de Telecommunicatiewet. De regels van de AVOI hebben betrekking op mechanische werkzaamheden en handmatige werkzaamheden. Deze laatste zijn vooral van toepassing op werken nabij bomen en andere groenvoorzieningen en bij spoedeisende werkzaamheden of niet ingrijpende werkzaamheden. De AVOI ziet voorts op werkzaamheden in verband met het bevorderen van medegebruik van voorzieningen, zoals dat van mantelbuizen, kabelgoten of geleidingen. Vanuit de te behartigen belangen kan het nastreven of voorschrijven van medegebruik door de gemeente gestimuleerd worden.

Werkzaamheden van niet ingrijpende aard

Het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet.

De definitie geeft op hoofdlijnen aan voor welke situaties deze lichtere procedure van toepassing kan zijn. Vaak gaat het om werkzaamheden aan reeds bestaande kabels en/of leidingen en betreft het een beperkte lengte of oppervlakte die niet of nauwelijks het normale gebruik van de openbare gronden beperkt. Daarbij wordt ook mede in de beoordeling betrokken of er rijbanen en andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen gekruist worden of dat boringen noodzakelijk zijn.

Een aansluiting is het gedeelte van de kabel en/of leiding dat een netwerk verbindt met een fysiek punt waarop een klant de toegang tot een openbaar netwerk wordt geboden. Een fysiek punt is bijvoorbeeld een netwerkaansluitpunt, gasmeter, watermeter of ISRA-punt. Dit betekent dat onder andere huisaansluitingen, zoals bedoeld in de WION, aansluitingen voor bedrijfspanden of windmolens hier ook onder vallen.

Aansluitingen (tot een bepaalde lengte) worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van een aantal algemene regels van de AVOI. Ook andere niet ingrijpende werkzaamheden, te denken valt daarbij aan werkzaamheden die slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht en waarvan de impact relatief beperkt en kortstondig is, worden aan een lichter regime onderworpen waarvoor nadere kaders zijn gesteld.

Een opbreking kan zijn het maken van een montagegat c.q. lasgat ten behoeve van de toegang tot een distributie- of mutatiepunt, het plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol ten behoeve van aansluitingen, het herstellen van kabel- c.q. leidingstoringen of voor inspectie- doeleinden. Het maken van twee montagegaten c.q. lasgaten tegelijk kan onder andere aan de orde zijn bij het inblazen van glasvezelkabels in bestaande HDPE-buizen.

Overige begripsbepalingen

Behoeven geen nadere toelichting.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze AVOI geeft invulling aan de wettelijke verplichting voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen voor werkzaamheden aan kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. De AVOI geldt voor netbeheerders en hun eventuele rechtsopvolger(s). Eventuele bepalingen in de AVOI, zoals artikel 14 en 16 van de AVOI, gelden niet voor deze kabels indien en voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet. Vooralsnog is er geen vergelijkbare wettelijke regeling voor andere kabels en leidingen, zoals elektriciteitskabels en waterleidingen. Regels en afspraken met betrekking tot deze netbeheerders werden steeds opgenomen in de APV of privaatrechtelijke overeenkomsten. Met deze verordening wordt voorzien in, zoveel mogelijk uniforme, regelgeving voor alle netbeheerders die binnen de gemeente werken.

Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt begrepen het hebben, houden, onderhouden en exploiteren van kabels en/of leidingen en het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 12 van de AVOI en in de Telecommunicatiewet.

Artikel 3 Nadere regels

Het college krijgt de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitwerking en uitvoering van deze verordening vast te stellen. Deze nadere regels kunnen worden opgenomen in onder meer een Nadeelcompensatieregeling, regeling voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer-, onderhoud- en degeneratiekosten en Handboek kabels en leidingen. In bijvoorbeeld het Handboek kabels en leidingen kunnen technische en procedurele voorwaarden worden opgenomen in verband met onder andere:

  • ·

    (Duitse) feest- of gedenkdagen en/of beperking van overlast voor belanghebbenden, bijvoorbeeld een winkelier;

  • ·

    de wijze van uitvoering;

  • ·

    het opstellen van voorschriften op het gebied van markering en afzetting;

  • ·

    het maken van proefsleuven;

  • ·

    opruimen van buiten gebruik zijnde kabels en/of leidingen.

Hoofdstuk 2: Aanvragen en melden van werkzaamheden

Artikel 4 Vereisten vergunning, instemmingsbesluit en toestemming

Uitgangspunt is dat werkzaamheden in de openbare ruimte verboden zijn, tenzij men

beschikt over een vergunning of instemmingsbesluit (dit geldt niet voor bovengrondse controlewerkzaamheden in of aan bovengrondse voorzieningen). De in de Telecommunicatiewet neergelegde verplichting dat instemming van het college is vereist, is opgenomen in de AVOI en is van toepassing op de werkzaamheden van netbeheerders van openbare elektronische communicatienetwerken. Het vergunningsvereiste in de AVOI is in lijn met de verplichting uit de Telecommunicatiewet en de vergunning of de toestemming die andere kabel- en leidingeigenaren voorheen dienden te hebben voor voorgenomen werkzaamheden in gemeentegrond. Conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet geldt dat de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.

In het artikel wordt aangegeven dat de aanvraag respectievelijk melding van de voorgenomen werkzaamheden bij het college moet worden gedaan. Dat kan bij het college of bij de daarvoor gemandateerde ambtenaren.

In dit artikel wordt voor de vergunnings- en instemmingsbesluitprocedure en de toestemmingsprocedure onderscheid gemaakt tussen reguliere werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden. Niet ingrijpende werkzaamheden zijn werkzaamheden waarvoor gedurende niet meer dan een korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een lengte van de kabels en/of leidingen tot 25 meter gehanteerd en daarbij mogen geen verhardingen, watergangen of groenvoorzieningen worden gekruist. Bij spoedeisende werkzaamheden kan het voorkomen dat, juist vanwege de urgentie, digitaal melden vooraf onmogelijk is.

In dit artikel wordt beschreven dat de voorgenomen werkzaamheden ook betrekking kunnen hebben op openbare gronden van andere gedoogplichtigen dan de gemeente. Omdat de gemeente een coördinerende rol heeft over alle openbare gronden binnen de gemeentelijke grenzen moet voor alle voorgenomen werkzaamheden in openbare grond een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit worden gedaan. Dit geldt dus ook in het geval dat voorgenomen werkzaamheden zich beperken tot bijvoorbeeld openbare gronden van de Provincie of het Waterschap.

Als de aanvrager daar om verzoekt kan de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De aanvrager blijft echter zelf verantwoordelijk voor de afstemming en toestemming van alle betrokken gedoogplichtigen en het aanvragen en verkrijgen van de benodigde vergunningen, ontheffingen, toestemmingen etc..

De uitzonderingsbepaling voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden geldt niet als werkzaamheden moeten worden verricht in gebieden die door de gemeenteraad op een vooraf bekend gemaakte kaart zijn aangegeven. Dit betekent dat in gebieden die op deze kaart staan geen werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden uitgevoerd mogen worden zonder voorafgaande vergunning of instemmingsbesluit.

Voorbeelden van dergelijke gebieden die op de kaart kunnen staan zijn:

  • ·

    Risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport met gevaarlijke stoffen;

  • ·

    Historische stadskernen of historische straten of natuurgebieden;

  • ·

    Toegangswegen van en naar gebouwen van hulpdiensten, brandweerkazernes, politie, en gemeentelijke gebouwen. De gemeente kan voor toegangswegen naar zulke gebouwen de doorgang altijd vereisen.

In bovenstaande gevallen is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht van de gemeente wordt gegraven. Vaststelling van deze gebieden kan ook plaatsvinden na het vaststellen van de AVOI.

Voor werkzaamheden rond de kabels en/of leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening (en het daarin opgenomen breekverbod) niet van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit is het wel zeer wenselijk dat waar mogelijk binnen de gemeente afspraken en procedures worden gemaakt om de doelen van deze verordening ook intern zoveel mogelijk na te leven.

Artikel 5 Gegevensverstrekking

In dit artikel is verduidelijkt op welke wijze een aanvraag moet worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft informatie die de gemeente als beheerder van de openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te krijgen in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Zo dienen in het geval dat een netbeheerder opdracht geeft om de werkzaamheden te laten verrichten en daartoe een externe uitvoerder machtigt, behalve de gegevens van de externe partij ook die van de netbeheerder te worden verstrekt.

De aanvraag moet digitaal gebeuren door middel van het door het college gehanteerde registratiesysteem. Voor aanvragen voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden behoeft slechts een beperkt aantal gegevens verstrekt te worden. Voor reguliere aanvragen dienen meer gegevens verstrekt te worden.

Het college kan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4:5 lid 1 Awb.

Bij de aard van de kabels en/of leidingen gaat het erom of het openbare of niet-openbare kabels en/of leidingen betreft.

Het waarborgen van de blijvende bereikbaarheid van de kabels en/of leidingen kan bijvoorbeeld worden aangetoond door een opgave van de doorsnede van de kabel- en/of leidingsleuf of- goot waarin het ruimtebeslag van de aanwezige en de aan te brengen kabels en/of leidingen gezamenlijk is aangegeven. Indien de aanleg van kabels en/of leidingen (mogelijk) hinderlijke ligging teweeg zal brengen moet aan de gemeente overlegd worden wat de uitkomst is van overleg met andere netbeheerders en welke afspraken inzake de hinderlijke ligging er zijn gemaakt tussen netbeheerders. Indien het beoogde tracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen dient een alternatief tracé te worden gekozen.

Op grond van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) is er een elektronisch informatiesysteem waarmee informatie tussen beheerders enerzijds en opdrachtgevers, grondroerders en bestuursorganen anderzijds wordt uitgewisseld. Van de netbeheerders wordt verwacht dat zij hun kabels en/of leidingen zodanig registreren dat steeds inzicht daarin kan worden verkregen door de gemeente.

Er is samenhang tussen de WION en de AVOI van de gemeente. De WION heeft betrekking op het voorkomen van graafschade via een plicht tot zorgvuldig graven én een plicht tot zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. De WION bepaalt in artikel 44 dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven over werkzaamheden, waaronder het binden van graafwerkzaamheden aan het hebben van een vergunning of een instemmingsbesluit.

Artikel 6 Beslistermijnen

De beslistermijn (voor reguliere aanvragen) van het college is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Telecommunicatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van de Telecom-municatiewet en Awb deelt het college, indien een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven, dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

In navolging van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moet het college zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Het college kan onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen en een nieuwe termijn stellen.

De Lex Silencio Positivo is de rechtsfiguur waarbij er automatisch sprake is van een positieve beschikking (in het kader van deze AVOI wordt hiermee de vergunning, het instemmingsbesluit of de goedgekeurde melding bedoeld) als een bestuursorgaan niet binnen de voorgeschreven beslistermijn een besluit op een aanvraag heeft genomen, de zogenaamde van rechtswege verleende beschikking (geregeld in paragraaf 4.1.3.3. van de Awb). Het uitsluiten van de Lex Silencio Positivo is alleen mogelijk wanneer dit gerechtvaardigd kan worden door dwingende redenen van algemeen belang. In de AVOI wordt beschreven wat de procedure is om zaken grondig af te wegen, waarbij juist onderdelen van openbare veiligheid en verkeersveiligheid een grote rol spelen. Een Lex Silencio Positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang met name openbare orde, openbare veiligheid, verkeersveiligheid en volksgezondheid. Derhalve is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht in de AVOI niet van toepassing verklaard.

Artikel 7 Voorschriften en beperkingen

Op grond van de AVOI geldt een aantal verplichtingen voor degenen die werkzaamheden gaan verrichten. Daarnaast kan het college aan de vergunning of het instemmingsbesluit aanvullende voorschriften verbinden. In de verordening is geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften dit zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen.

De belangen, het handhaven van de openbare orde en het waarborgen van de veiligheid, spreken voor zich. Het college kan ook voorschriften stellen ter beperking of voorkoming van overlast. Indien er meerdere voornemens worden gemeld, kan het college besluiten deze werkzaamheden qua tijdstip op elkaar af te stemmen om hiermee de overlast te beperken. Ook kunnen zij indien bekend is dat er andere werkzaamheden dan de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van elektronische communicatiekabels zullen plaatsvinden, deze werkzaamheden op elkaar afstemmen, dan wel het voorschrift stellen dat er onderling overleg plaatsvindt. In geval van (grootschalige) werkzaamheden kan gedacht worden aan het stellen van voorschriften met betrekking tot het bereikbaar houden van de desbetreffende en omringende gronden. Ook de doorstroming van het verkeer en het openhouden van een verkeersweg voor ambulance, politie of brandweer kunnen bij het stellen van deze voorschriften een rol spelen.

Verder wordt het belang van de ondergrondse ordening genoemd. Op deze wijze kan worden voorkomen dat de ondergrond onnodig vol raakt. Voorts kan bij ondergrondse ordening gedacht worden aan bescherming van reeds in de grond aanwezige werken, zoals werken ten behoeve van de riolering en het transport of de levering van gas, water en elektriciteit, of aan de bescherming van andere in de grond aanwezige zaken zoals objecten van archeologische waarde.

Bescherming van deze werken betekent onder meer het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken. Voorts kan dit (indirect) met zich meebrengen dat deze werken zo min mogelijk worden gehinderd in hun ligging.

Daarnaast kunnen door het college lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard als die er ten aanzien van de aanleg van kabels en/of leidingen zijn.

Met betrekking tot de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels ten behoeve van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk is een aantal voorschriften en beperkingen geregeld in de Telecommunicatiewet. Echter, alle grondroerders moeten aan een aantal verplichtingen voldoen als zij werkzaamheden gaan verrichten zoals bedoeld in de AVOI. Daarnaast kan het college aan het instemmingsbesluit of de vergunning aanvullende voorschriften of beperkingen verbinden. Omwille van de uniformiteit is in de verordening geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften en beperkingen dit zijn.

De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen. Daarnaast kunnen door het college lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard als die er ten aanzien van de aanleg van kabels en/of leidingen zijn.

Dit artikel benadrukt dat belanghebbenden van percelen langs het tracé, maar ook de bedrijfsmatige gebruikers worden geïnformeerd. Hieronder vallen o.a. winkeliers en gebruikers van kantoorpanden, (zorg)instellingen en scholen die als bewoners behandeld moeten worden.

De wijze van uitvoering bij de aanleg, instandhouding (inclusief het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen) en opruiming van kabels en/of leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform de in de gemeente van toepassing zijnde nadere regels zoals bedoeld in artikel 3.

De grondroerder moet eventuele verhardingen en groenvoorziening terugbrengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hiervoor zelf zorg te dragen.

Als burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven zelf zorg te dragen voor het in de oude staat terugbrengen van verhardingen en groenvoorzieningen dient de netbeheerder de marktconforme kosten daarvan aan de gemeente te vergoeden.

Artikel 8 Weigeringsgronden vergunning, toestemming

Dit artikel somt de weigeringsgronden voor het verlenen van de vergunning en toestemming (uitgezonderd voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk) op.

Artikel 9 Naleving

De vergunninghouder of de houder van een instemmingsbesluit of toestemming zijn belangrijke rechtspersonen. Zij zijn degenen die ervoor moeten zorgen dat de aan de vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming verbonden voorschriften (en de algemene voorschriften) en beperkingen en de verplichtingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening worden nageleefd. Doorgaans zal het om een rechtspersoon gaan die de zeggenschap heeft over de infrastructuur. Uiteraard handelt die rechtspersoon niet zelf doch laat ze zich door natuurlijke personen vertegenwoordigen. Indien bijvoorbeeld een medewerker van een telecommunicatiebedrijf werkzaamheden verricht, doet hij dat namens de rechtspersoon. Bij geschillen wordt dan ook niet de medewerker, maar de vergunninghouder of de houder van een instemmingsbesluit of toestemming aangesproken. Indien een voorschrift van een vergunning, instemmingsbesluit of toestemming wordt overtreden, kan naast de vergunninghouder of de houder van een instemmingsbesluit of toestemming ook de feitelijke overtreder aangesproken worden. Wie als overtreder kan worden aangemerkt is afhankelijk van de omschrijving van de geschonden norm. Artikel 9 richt zich specifiek tot de vergunninghouder of de houder van een instemmingsbesluit of toestemming.

Artikel 10 Intrekkings- en wijzigingsgronden

Dit artikel bevat de gronden waarop een vergunning, een instemmingsbesluit of een toestemming ingetrokken of gewijzigd kan worden. Bij een wijziging in omstandigheden moet men denken aan zeldzame, onverwachte en ingrijpende zaken. Dit zal dus nauwelijks voorkomen.

Artikel 11 (Mede)gebruik van voorzieningen

Dit artikel beschrijft dat een grondroerder op verzoek van een gedoogplichtige gebruik moet maken van reeds aanwezige voorzieningen als deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond of overige voorzieningen in de openbare ruimte.

Het college kan (die bevoegdheid wordt in de Telecommunicatiewet gegeven) bevorderen dat voorzieningen mede gebruikt worden (op grond van artikel 5.4, vierde lid 4, onder d, van de Tw, bevat de verordening regels met betrekking tot het bevorderen van het medegebruik). Voor het onderzoeken van het medegebruik kan degene die voornemens is werkzaamheden uit te voeren gebruik maken van reeds aanwezige informatie bij de gemeente. Indien het voornemen tot werkzaamheden voldoende uitgewerkt is – bekend is bijvoorbeeld langs welk tracé de kabels zullen lopen – dan kan de gemeente naar degene die over de voorziening beschikt door verwijzen of indien de gemeente zelf degene is die de voorziening ter beschikking kan stellen daarover in gesprek gaan.

Parallel aan het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen voor wat betreft de kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk, geldt dit artikel ook voor wat betreft de overige kabels en leidingen.

Hoofdstuk 3: Overige bepalingen

Artikel 12 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie

Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente, zijn de wettelijke regels conform artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet van toepassing.

Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen die bijvoorbeeld ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van water- of energievoorzieningen in, op of boven openbare gronden gelden de geformuleerde bepalingen, in samenhang met eventuele geldende privaatrechtelijke overeenkomsten met de netbeheerder(s). Een netbeheerder is verplicht maatregelen, waaronder het verplaatsen, te nemen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. De gemeente zal dus de noodzakelijkheid moeten aantonen. De eventuele compensatie van kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, worden berekend aan de hand van de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen.

Alle hierboven bedoelde kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen, op verzoek van de gemeente zijn onvermijdelijke maatschappelijke kosten die zo laag mogelijk gehouden dienen te worden. Dat is een van de redenen waarom op initiatief van de gemeente proactieve regie wordt gevoerd. Hierbij worden de plannen van de gemeente én van de netbeheerders vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.

Artikel 13 Breekverbod

Het college is bevoegd een breekverbod in te stellen. Dat wil zeggen dat er niet in de grond gegraven mag worden zolang het breekverbod geldt. Bijvoorbeeld ten behoeve van overlastbeperking, tijdens door de gemeente vergunde evenementen, tijdens (Duitse) feest- of gedenkdagen of als er naar het oordeel van de gemeente sprake is van extreme weersomstandigheden zoals een gesloten sneeuw-dek en/of vorst in de grond. Een afweging die gemaakt wordt is de kans op overlast of schade en de omvang hiervan aan de openbare gronden als er gegraven wordt.

Het breekverbod ten gevolge van extreme weersomstandigheden wordt op de dag dat het breekverbod ingaat, tijdig gecommuniceerd naar de betrokken grondroerders. Het beëindigen van het breekverbod wordt ook tijdig meegedeeld aan de betrokken grondroerders.

Ten tijde van het breekverbod mogen er op geen enkele wijze werkzaamheden plaatsvinden in de openbare grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Overtreding van het breekverbod leidt tot (volledige) stillegging van het werk.

Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen. De geldigheidsduur van het instemmingsbesluit of de vergunning wordt automatisch verlengd met de periode van het breekverbod.

Artikel 14 Eigendom e.a. van kabels en/of leidingen

Het zakelijk karakter van de verkregen vergunning, het instemmingsbesluit of de toestemming is gewenst, opdat de nieuwe netbeheerder die gebruik maakt van de kabel en/of leiding de betreffende graafrechten heeft en tevens gehouden is aan de geldende voorschriften.

Het college moet op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. De wettelijke bepalingen zijn van toepassing op het eigendom van netwerken in grond van anderen.

Artikel 15 Niet-openbare kabels en/of leidingen

Met niet-openbare kabels en/of leidingen worden kabels en/of leidingen bedoeld die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden. Een voorbeeld hiervan is een point-to-point glasvezelverbinding tussen twee bankgebouwen als deze (gedeeltelijk) in openbare grond is aangelegd door de bankinstelling zelf. De gemeente gedoogt (onder voorwaarden) kabels en/of leidingen met een publieke of openbare functie in de openbare ruimte. De gemeente kan echter ook aanvragen krijgen van partijen die niet-openbare kabels en/of leidingen wensen aan te leggen. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s is de tendens dat in het algemeen geen toestemming wordt verleend voor de aanleg van niet-openbare kabels en/of leidingen van particulieren en/of bedrijven. Particulieren die een eigen verbinding wensen, dienen bij voorkeur gebruik te maken van openbare netstructuren. Toch zijn er uitzonderingssituaties en indien de beschikbare (ondergrondse) ruimte het toestaat kan de gemeente onder strikte voorwaarden daarvoor toestemming geven.

Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de AVOI van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar wordt bedoeld openbare kabels en/of leidingen daar moet worden gelezen niet-openbare kabels en/of leidingen. Dat betekent echter niet dat de gemeente daarmee een gedoogplicht voor deze kabels en/of leidingen heeft.

Artikel 16 Informatieplicht

Wettelijk is voor wat betreft openbare elektronische communicatienetwerken voorzien in regels ten aanzien van kabels (en bijbehorende voorzieningen) voor wat betreft de duur van de gedoogplicht. Het is van groot belang om inzichtelijk te hebben of kabels en/of leidingen nog deel uitmaken van een netwerk. Ook gezien de mogelijkheden tot medegebruik van al bestaande voorzieningen.

Op basis van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) is de netbeheerder verplicht kabels en/of leidingen te registreren.

Netbeheerders zijn verplicht het college te informeren over het al dan niet in gebruik zijn van bepaalde voorzieningen. Op verzoek van het college moeten zij gegevens kunnen overleggen van alle al dan niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij om gegevens over de status van de kabels en/of leidingen, bijvoorbeeld dat deze (tijdelijk) niet in gebruik zijn, maar op enig moment wel weer in gebruik kunnen worden genomen, of dat deze verlaten worden en op een geschikt moment worden opgeruimd. De bewijslast van ingebruikname en het in gebruik hebben, ligt bij de netbeheerder.

Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden. Dit heeft ook gevolgen voor het al dan niet mogen hebben en houden van kabels en/of leidingen in deze gronden.

Artikel 17 Overleg

Ter afstemming van allerlei zaken en het voeren van proactieve regie wordt er regelmatig een periodiek (lange termijn) overleg gepland tussen de gemeente en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit gebeurt op initiatief van de gemeente. Het kan ook in samenwerking met andere gemeenten of overheden gebeuren.

Hoofdstuk 4: Toezicht- en handhavingsbepalingen

Artikel 18 Toezicht en handhaving

De gemeente is belast met de handhaving van hetgeen in de verordening is opgenomen en ten aanzien van het instemmingsbesluit en de vergunning. Dit artikel geeft aan dat het college ambtenaren kan aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze AVOI. Als één of meer partijen zich niet houden aan de voorschriften bij of krachtens deze AVOI behoudt het college zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van de haar toekomende bevoegdheden en mogelijkheden zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk en eventueel strafrechtelijk.

Bestuursrechtelijk zijn met name de Awb en de Gemeentewet van belang met de huidige bepalingen inzake bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Civielrechtelijk blijven de opties van onrechtmatige daad van toepassing. Strafrechtelijk is naast het wetboek van Strafrecht in algemene zin ook de Wet op de economische delicten relevant, omdat daarin rechtstreeks bepalingen uit de Telecommunicatiewet van toepassing zijn verklaard.

Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kan het college in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan. Bijvoorbeeld bij overtreding van het breekverbod.

Artikel 19 Strafbepaling

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 21 Overgangsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 22 Hardheidsclausule

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 23 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.


Noot
1

Op initiatief van de gemeente wordt proactieve regie gevoerd. Dit heeft als doel om de overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte te minimaliseren. Het voeren van proactieve regie in de ondergrond bevordert de graafrust en bespaart kosten, een win-win situatie.

Rode draad van proactieve regie is informatie-uitwisseling tussen alle belanghebbenden. Partijen (gemeenten, netbeheerders en uitvoerende partijen) betrekken elkaar vroegtijdig en in de juiste fase bij projecten. De plannen van de gemeente én van de netbeheerders worden vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.