Beleidsregel subsidieverlening amateurkunsten

Beleidsinhoud

Het stimuleren van amateurkunstbeoefening in verenigingsverband.

Subsidiecriteria

• 1.

  De vereniging bestaat ten minste 1 jaar en is werkzaam in de gemeente Venlo.

• 2.

  De vereniging beschikt over een vakbekwame dirigent, instructeur danwel regisseur.

• 3.

  Het aantal actieve leden bedraagt minimaal 20.

• 4.

  De vereniging is niet uitsluitend of in hoofdzaak gericht op het opluisteren van godsdienstige plechtigheden.

• 5.

  De vereniging is aangesloten bij een landelijke, provinciale, regionale of lokale ondersteuningsorganisatie, voor zover voor de betreffende tak van kunst aanwezig.

• 6.

  De vereniging verzorgt met enige regelmaat openbare activiteiten die vallen binnen haar doelstelling.

• 7.

  Op verzoek van de gemeente treedt de vereniging tot maximaal 3x per jaar in het openbaar op zonder afzonderlijke vergoeding van de gemeente.

Soort subsidie

Exploitatiesubsidie (Hoofdstuk 4 Subsidieverordening).

Subsidiemethode

Verenigingen die voldoen aan de criteria worden als volgt gesubsidieerd:

• •

  50% van de personeelskosten tot een maximum van € 7.500;

• •

  50% van de huisvestingkosten tot een maximum van € 2.500;

• •

  50% van de opleidings- en kaderkosten tot een maximum € 7.500;

• •

  15% van de organisatiekosten tot een maximum van € 1.200;

• •

  15% van kosten van onderhoud en afschrijving tot een maximum van € 500, met uitzondering van verenigingen waarvan de leden uniformen dragen en/of instrumenten bespelen, deze ontvangen per actief lid een bedrag van € 5,00 voor uniformen en € 15,00 voor instrumenten.

Voorts gelden de volgende bepalingen:

• 1.

  verenigingen waarvan het ledenbestand voor meer dan 60% uit jeugdleden (jonger dan 18 jaar) bestaat ontvangen een basissubsidie van € 700;

• 2.

  indien meer dan 25% van de leden afkomstig is uit een andere gemeente wordt de subsidie evenredig gekort;

• 3.

  subsidie wordt verleend naar rato van evenredigheid indien het totaalbedrag voor de subsidies hoger is dan het daarvoor begrote bedrag;

• 4.

  bij toe- of afname van het aantal leden met 20% of meer wordt de subsidie naar rato aangepast in het daaropvolgende jaar;

• 5.

  subsidiëring van activiteiten, concertreizen, concoursen, (jubileum)uitvoeringen vervalt, deze vallen binnen de doelstelling van de organisatie en dienen binnen de eigen begroting te worden opgevangen. In geval van bijzondere kunstactiviteiten bestaat de mogelijkheid een eenmalige subsidie aan te vragen volgens de beleidsregel eenmalige subsidies cultuur;

• 6.

  verenigingen dienen zich aan te sluiten bij een landelijke, provinciale, regionale òf lokale ondersteuningsorganisatie;

• 7.

  de voor 2007 vastgestelde subsidie geldt tevens voor de jaren t/m 2010.