Instructie voor de leerplichtconsulent(e)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze instructie wordt verstaan onder:

• a.

  ambtenaar/consulent: de leerplichtconsulent(e) leerplichtzaken, bedoeld in artikel 16 van de leerplichtwet;

• b.

  directeur/hoofd: degene, die met de leiding van de school of instelling belast;

• c.

  jongere: de jongere als bedoeld in de Leerplichtwet 1969;

• d.

  school:

  • 1.

    een openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere dagschool voor basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs;

  • 2.

    een in gevolge artikel 56 van de Wet op het voortgezet onderwijs aangewezen dagschool voor voortgezet onderwijs;

  • 3.

    een andere dagschool die, wat inrichting van het onderwijs en de bevoegdheden van de leraren betreft, overeenkomt met een van de onder 1 bedoelde scholen;

  • 4.

    een andere krachtens 1a, sub a van de leerplichtwet voor toepassing van deze wet als school aangewezen onderwijsinstelling;

• e.

  instelling:

  • 1.

    een krachtens artikel 61 van de Wet op het voortgezet onderwijs uit s’Rijks kas bekostigd vormingsinstituut voor jeugdigen;

  • 2.

    een school voor beroepsbegeleidend onderwijs in de zin van de Wet op cursorisch beroepsonderwijs;

  • 3.

    een andere krachtens artikel 1a, sub b van de leerplichtwet voor toepassing van deze wet als instelling aangewezen cursus of instelling, waar onderwijs of vorming wordt gegeven;

• f.

  leerplichtwet (LPW): de leerplichtwet 1969 zoals deze is gewijzigd bij Staatsblad 1994, 255 en in werking is getreden bij staatsblad 1994, 469.

Artikel 2 Verlof

• 1.

  Indien verlof als bedoeld in artikel 14 Leerplichtwetwordt gevraagd voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar, beslist de leerplichtconsulent(e) van de woongemeente van de jongere.

• 2.

  Alvorens te beslissen stelt de leerplichtconsulent(e) de directeur van de school waarbij de jongere staat ingeschreven, in de gelegenheid om zijn gevoelens kenbaar te maken.

• 3.

  Alvorens te beslissen stelt de leerplichtconsulent(e) degene die de aanvraag heeft ingediend in de gelegenheid zijn gevoelens kenbaar te maken.

Artikel 14 van de Leerplichtwet bepaalt dat de directeuren van de scholen zonder goedkeuring van de leerplichtconsulent(e) maximaal 10 schooldagen per schooljaar verlof kunnen verlenen, waardoor de leerling van de school weg mag blijven. Staat de directeur meer dan 10 dagen verlof toe zonder goedkeuring van de leerplichtconsulent(e), is de directeur of instelling strafbaar op grond van artikel 27 van diezelfde Leerplichtwet.

Het derde lid van artikel 14 bepaalt dat over een verlof van meer dan 10 dagen de leerplichtconsulent(e) van de woongemeente van de jongere beslist. Bij leerplichtige leerlingen moeten ouders en of verzorgers de directeur dan wel de leerplichtconsulent(e) om verlof vragen. Partieel leerplichtigen kunnen een dergelijk verzoek zelf indienen.

In het kader van artikel 2 ‘verlof’ spreken wij de volgende werkwijze met de directeuren af:

Vakantieverlof tot en met 10 schooldagen per jaar:

• -

  de beslissingsbevoegdheid ligt bij het hoofd (hieronder wordt verstaan hij/zij die met de leiding van de school/instelling is belast, c.q. de rector of directeur, en bij diens afwezigheid het waarnemend hoofd, c.q. conrector of adjunct-directeur);

• -

  hoe aan de uitvoering vorm wordt gegeven is ter beoordeling van het hoofd. Met andere woorden het is aan de school te bepalen hoe met verlof wordt omgegaan. de school bepaalt of aanvragen mondeling of schriftelijk ingediend, met of zonder bewijsstukken. Om inzicht te krijgen in omvang en duur van dit verlof is het hoofd gehouden hier melding van te doen bij de leerplichtconsulent(e);

• -

  vakantieverlof gedurende de eerste twee lesweken van het schooljaar is uitgesloten;

• -

  de regeling "eenmaal in de twee jaar 10 schooldagen voor allochtonen" is met de inwerkingtreding van de herziening van de Leerplichtwet komen te vervallen;

• -

  de 10 dagen zoals bedoeld in artikel 14 van de Leerplichtwet zijn niet bedoeld voor een extra vakantie (b.v. wintersport) dan wel verlenging van de zomervakantie;

• -

  een aanvraag voor dient in principe twee maanden van tevoren te worden ingediend. Dit in verband met eventueel in te dienen bezwaarschrift en/of in te stellen beroepsprocedure;

• -

  de leerplichtconsulent(e) blijft beschikbaar voor advies;

• -

  ouders kunnen een bezwaarschrift indienen bij het hoofd.

Vakantieverlof meer dan 10 schooldagen per jaar:

• -

  het aanvraagformulier is op school en bij de leerplichtconsulent(e) verkrijgbaar;

• -

  dit wordt door de ouders ingevuld en naar de leerplichtconsulent(e) gestuurd;

• -

  een aanvraag dient in principe minimaal twee maanden van tevoren te worden ingediend. Dit in verband met een eventueel in te dienen bezwaarschrift en/of in te stellen beroepsprocedure;

• -

  de leerplichtconsulent(e) hoort de ouders/verzorgers en neemt vervolgens contact op met het hoofd om diens standpunt te vernemen;

• -

  vervolgens beslist hij/zij en stelt de ouders/verzorgers en hoofd van zijn besluit schriftelijk op de hoogte;

• -

  tegen deze beslissing kunnen ouders/verzorgers een bezwaarschrift indienen bij de commissie voor beroep- en bezwaarschriften van de gemeente Venlo;

• -

  verlof voor extra vakanties dan wel verlenging van de reguliere schoolvakanties wordt altijd afgewezen.

Proces-verbaal:

• -

  tegen het hoofd dat voor meer dan 10 dagen verlof verleent zal proces-verbaal worden opgemaakt. Dit geldt indien het hoofd verlof verleent in het kader van artikel 13a van de Leerplichtwet (specifieke aard van het beroep van ouder(s)) voor meer dan 10 schooldagen;

• -

  bij overtreding zal tegen de in artikel 2 van de Leerplichtwet genoemde verantwoordelijke personen (ouders, feitelijke verzorgers, jongere) proces-verbaal worden opgemaakt;

• -

  in twijfel gevallen zal overleg plaats vinden met de parketsecretarie van het arrondissementsparket;

• -

  hoofden zullen van de ontwikkeling en afloop van een onderzoek op de hoogte worden gesteld.

Bestrijding luxe verzuim

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen eist dat tegen het zogenaamde luxe verzuim (verlof ten behoeve van extra vakantie en of verlenging ervan) streng wordt opgetreden. Een aanvraag voor 'verlof' voor een extra vakantie (wintersport e.d.) dat binnen de 10 schooldagen blijft moet door het hoofd worden afgewezen.

Vakantieverlof

Artikel 11 sub f van de Leerplichtwet stelt een jongere in staat om vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers buiten de schoolvakantie met hen op vakantie te gaan. De Leerplichtwet stelt echter twee beperkingen:

• 1.

  het verlof mag niet vallen in de eerste twee lesweken van het schooljaar;

• 2.

  het verlof kan slechts één keer voor niet meer dan 10 schooldagen per schooljaar worden verleend. Een splitsing naar bijvoorbeeld tweemaal een verlof van een week (5 schooldagen) is niet toegestaan.

De beslissingsbevoegdheid hiervoor ligt bij het hoofd. Toestemming voor verlof dat langer duurt dan 10 dagen is uitgesloten. Het heeft dus geen zin als hoofden ouders doorsturen naar de leerplichtconsulent(e).

Het hoofd kan toestemming verlenen voor maximaal 10 schooldagen. Blijkt dat ouders/verzorgers toch langer op vakantie gaan, dan is het hoofd verplicht de afwezigheid als ongeoorloofd verzuim te melden bij leerplichtconsulent(e). Indien het hoofd over gaat tot het verlenen van vakantieverlof dient hij daar melding van te maken. In dit geval dienen de volgende gegevens aan de leerplichtconsulent(e) te worden verstrekt: naam, geboortedatum van de leerlingen, adres van de aanvrager (ouders/verzorgers), en de duur van het verleende vakantieverlof.

Extra verlof voor allochtonen

De regeling die de allochtone ouders in de voorgaande jaren in staat stelde eenmaal in de twee jaren maximaal 10 schooldagen voor aanvang van de zomervakantie met vakantie te gaan, is met ingang van het schooljaar 1995-1996 komen te vervallen.

Andere gewichtige omstandigheden

De uitvoering van artikel 11, onder g van de Leerplichtwet is ter beoordeling van het hoofd en de leerplichtconsulent(e) ingeval de aanvraag meer dan 10 schooldagen betreft. Bij de afweging staat het belang van de jongere voorop. Bij de behandeling van een dergelijke aanvraag kunnen het hoofd en leerplichtconsulent deze instructie te raadplegen.

Aanvraagformulieren

Voor het aanvragen van verlof zijn aanvraagformulieren beschikbaar. Voor verlof van minder dan 10 schooldagen kunnen scholen het formulier A gebruiken. Voor het aanvragen van verlof langer dan 10 dagen moet het formulier B worden gebruikt.

Artikel 3 Relatief schoolverzuim

Er is sprake van relatief schoolverzuim als de jongere wel staat ingeschreven als leerling op een school maar de lessen niet geregeld bezoekt. Als gevolg van de herziening van de Leerplichtwet zijn jongeren vanaf 12 jaar medeverantwoordelijk voor geregeld schoolbezoek. Naast ouders/verzorgers kunnen zij nu ook strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld.

De aanpak van het relatief schoolverzuim is in eerste instantie een taak van de school zelf. De minister heeft dan ook tegelijk met de wijziging van de Leerplichtwet andere wetten aangepast. de school moet zelf beleid ontwikkelen over hoe zij denkt het ongeoorloofd verzuim te kunnen voorkomen. Als gevolg van de wijziging van de Wet op het Basisonderwijs, de wet op het Voortgezet Onderwijs en de Interimwet op het Speciaal Onderwijs en het Voortgezet Speciaal Onderwijs worden scholen verplicht om in het schoolwerkplan aandacht te besteden aan de wijze waarop zij met schoolverzuim omgaan. Tevens dienen scholen aan te geven welke maatregelen treffen zij bij gesignaleerd schoolverzuim. Het is de taak van de Rijksinspectie te controleren in hoeverre scholen aandacht aan schoolverzuim besteden.

Vervolgens gaat er jaarlijks een opgave van de omvang van het schoolverzuim van de school of instelling naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Handelwijze van de leerplichtconsulent bij relatief verzuim

• 1.

  Blijkt aan de leerplichtconsulent(e) dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of partieel leerplichtige jongere het onderwijs aan de instelling niet geregeld volgt, zonder dat hij op grond van artikel 11 van de Leerplichtwet van deze verplichting is vrijgesteld, dan stelt hij/zij de jongere in de gelegenheid zijn/haar gevoelens kenbaar te maken en tracht hem/haar ertoe te bewegen zijn/haar verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de jongere maakt de leerplichtconsulent(e) een verslag.

• 2.

  In de door hem/haar te bepalen gevallen wordt door de leerplichtconsulent(e) huisbezoek afgelegd.

• 3.

  Zo nodig raadpleegt de leerplichtconsulent(e) een of meer aangewezen diensten of instellingen zoals bedoeld in artikel 7 van deze instructie.

• 4.

  Blijkt aan de leerplichtconsulent dat de in artikel 2, lid 1 van de Leerplichtwet bedoelde personen niet zorgen dat de leerplichtige jongere de school geregeld bezoekt, zonder dat zij op grond van artikel 11 van de Leerplichtwet van deze verplichting zijn vrijgesteld, dan zendt hij/zij proces-verbaal van zijn/haar bevindingen aan de officier van justitie.

• 5.

  Indien blijkt dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of de partieel leerplichtige jongere weigert de verplichting als bedoeld in artikel 22, lid 3 van de Leerplichtwet na te komen, zendt de leerplichtconsulent(e) het proces-verbaal van zijn/ haar bevindingen aan de officier van justitie.

• 6.

  Voor de afwikkeling van de verzuimkwestie worden de ouders of verzorgers en de betrokken school of instelling door de leerplichtconsulent(e) geïnformeerd.

Effectieve bestrijding van relatief schoolverzuim

Het effectief bestrijden en het voorkomen van ongeoorloofd schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten begint op school. Als een jongere zonder reden afwezig is, dient de school te onderzoeken wat de reden hiervan is. Hoe sneller de school reageert hoe meer grip zij krijgt op verzuim. Bovendien merken ouders en de jongere zelf dat ongeoorloofd verzuim niet geaccepteerd wordt. Belangrijk is dat de school zelf onderzoek doet en achterhaalt waarom de jongere verzuimt. In gevallen waar vragen gesteld kunnen worden bij de reden van verzuim kan hierover de leerplicht consulent(e) worden geraadpleegd dan wel ingeschakeld.

Verzuim op medische indicatie

In die gevallen waarin de school is medegedeeld dat een jongere onder medische of psychische behandeling is, wil dat niet zeggen dat verzuim gerechtvaardigd is. De school moet hier duidelijkheid over hebben en kan hierover contact opnemen met de leerplichtconsulent(e), die op zijn/haar beurt via (school)arts probeert te achterhalen of de absentie terecht is.

Schoolverzuim volledig leerplichtigen

Schoolverzuim van de volledig leerplichtige leerlingen moet direct worden gemeld bij het college van burgemeester en wethouders in de woonplaats van de betreffende jongere, indien dit verzuim plaats vond op drie achtereenvolgende schooldagen, dan wel het verzuim binnen een periode van vier opeenvolgende lesweken meer dan 1/8 deel van het uren les- of praktijktijd bedraagt.

Schoolverzuim partieel leerplichtigen

Het verzuim van partieel leerplichtigen moet direct worden gemeld indien dit verzuim binnen een periode van vier opeenvolgende lesweken meer dan 1/8 deel van de lestijd bedraagt.

Behandeling van de verzuim melding

De leerplichtconsulent(e) onderzoekt de verzuimmeldingen om op deze wijze inzicht te krijgen in de redenen of oorzaken van het verzuim. Tegelijkertijd neemt hij maatregelen om een einde aan het verzuim te maken. Dit laatste kan op verschillende manieren worden geprobeerd uiteenlopend van eenvoudige strafmaatregelen, verandering van school, tot het op vrijwillige of op gedwongen wijze inschakelen van deskundige hulp voor de jongere en/of ouders/verzorgers of het hele gezin, een proces-verbaal en/of melding bij de Raad voor de kinderbescherming.

Artikel 4 Absoluut schoolverzuim

Er is sprake van absoluut schoolverzuim als de jongere niet als leerling staat ingeschreven op een school. Zowel bij volledige als bij partiële leerplicht berust de verplichting tot inschrijving bij de ouders/verzorgers. Bij meerderjarige, leerplichtige jongeren berusten de bevoegdheden en verplichtingen toebedeeld aan de ouders/verzorgers bij henzelf.

Binnen de leerplichtadministratie van de gemeente Venlo vindt er een regelmatige controle plaats. Ontbrekende schoolgegevens in de administratie worden door middel van een brief bij de ouders opgevraagd.

Tegen degene die het gezag over de jongere uitoefent dan wel belast met de feitelijke verzorging van een jongere wordt proces-verbaal opgemaakt indien zij zich onttrekken aan hun inschrijvingsverplichting. Dit kan worden herhaald, waarna een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de kinderbescherming wordt verstuurd. In bepaalde gevallen kan ook de jongere zelf worden verbaliseerd.

Bij gebleken absoluut schoolverzuim handelt de leerplichtconsulent(e) als volgt:

• 1.

  Indien blijkt dat een leerplichtige of partieel leerplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven, zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, stelt de leerplichtconsulent(e) vanwege burgemeester en wethouders een onderzoek in en legt hiervan een dossier aan. Hij hoort de in artikel 2, lid 1 van de leerplichtwet bedoelde personen en tracht hen ertoe te bewegen hun verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met deze eerdergenoemde personen maakt de leerplichtconsulent(e) een verslag.

• 2.

  In de door de leerplichtconsulent(e) te bepalen gevallen kan door hen/haar een huisbezoek worden afgelegd.

• 3.

  Zo nodig raadpleegt de leerplichtconsulent(e) een of meer aangewezen diensten of instellingen als bedoeld in artikel 7 van deze instructie.

• 4.

  Blijkt aan de leerplichtconsulent(e) dat de in artikel 2, lid 1 van Leerplichtwet bedoelde personen weigeren de jongere als leerling van een school, onderscheidelijk een onderwijsinstelling te laten inschrijven, zonder dat de jongere op grond van artikel 5, 5a of 15 van de Leerplichtwet van deze verplichting is vrijgesteld, dan zendt hij/zij proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie.

Artikel 5 Kennisgeving aan de Raad voor de kinderbescherming

Indien ouders of verzorgers reeds eerder veroordeeld zijn wegens het niet nakomen van de verplichtingen, vastgelegd in artikel 2, lid 1 of artikel 4a van Leerplichtwet, zendt de leerplichtconsulent(e) een afschrift van het proces-verbaal aan de Raad van de kinderbescherming.

Met deze maatregelen beogen wij te bevorderen dat de Raad van de kinderbescherming in kennis wordt gesteld van het feit dat er sprake is van een herhaaldelijk overtreding van de Leerplichtwet en dat wellicht maatregelen van zijn kant gewenst zijn.

Het is de bedoeling dat de leerplichtconsulent(e) in de toekomst een afstemmingsoverleg met de Raad voor de kinderbescherming tot stand brengt. In dit overleg informeren de beide partijen elkaar van de ontwikkelingen met betrekking tot de zaken die in behandeling zijn en of de ondernomen acties. Op deze manier hopen wij te komen tot een gecoördineerd actie richting ouders dan wel jongeren.

Artikel 6 Kennisgeving aan de Arbeidsinspectie

Indien aan het hoofd of leerplichtconsulent blijkt, dat een jongere in strijd met de voorschriften van de Arbeidswet 1919 arbeid verricht, geven zij terstond kennis van aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie.

Indien uit een melding van het hoofd of uit een gesprek met de jongere en/of ouders blijkt dat de jongere niet aan zijn verplichtingen voldoet en werkzaam is, dan zal aan de ouders/verzorgers, aan de jongere en aan de werkgever worden medegedeeld dat dit niet toegestaan is. Ouders worden gedurende een week in de gelegenheid gesteld hun kind alsnog aan te melden op een school of bij een instelling. Doen zij dit niet, dan wordt de arbeidsinspectie hiervan op de hoogte gesteld.

De arbeidsinspectie moet haar toestemming verlenen aan het plan van aanpak dat voor de jongere in het kader van de duale trajecten (leerlingwezen, alternatieve leerroutes e.d.) ontwikkeld wordt.

Artikel 7 Aanwijzing van diensten en instellingen

De leerplichtconsulent(e) werkt samen met de volgende instanties samen:

Overheid:

• -

  collega’s van de afdeling Onderwijs;

• -

  collega's leerplichtzaken van de regiogemeenten;

• -

  de gemeentelijke Sociale Denst v.w.b. arbeidsinpassing;

• -

  afdeling Burgerzaken.

Onderwijsveld:

• -

  scholen/onderwijsinstellingen, vormingswerk (unit levensschool);

• -

  scholingsinstituten waar jongeren in het kader van de partiële leerplicht aan kunnen deelnemen;

• -

  inspecteur voor het onderwijs;

• -

  Regionale diensten centrum (RDC);

• -

  Onderwijsbegeleidingsdienst (OBD);

• -

  Stichting adviesdienst voor het speciaal onderwijs (SABO).

Jeugdhulpverlening:

• -

  Raad voor de kinderbescherming;

• -

  Stichting voor de jeugdhulpverlening;

• -

  RIAGG;

• -

  Halt-bureau i.c. project opvang allochtone jongeren;

• -

  "jeugd" reclassering.

Justitie:

• -

  arrondissementsparket te Roermond;

• -

  politie;

• -

  instellingen en projecten op het terrein van criminaliteitspreventie.

Maatschappelijk zorg:

- Stichting welzijn Venlo (jeugd en jongerenwerk, buurtwerk, algemeen maatschappelijk werk).

Gezondheidszorg:

• -

  afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD;

• -

  bureau vertrouwensarts;

• -

  schoolarts(en).

Arbeid:

• -

  arbeidsinspectie;

• -

  diverse bedrijven in de regio Venlo.

Artikel 8 Samenwerking met ambtgenoten

• 1.

  De leerplichtconsulent(e) pleegt zo vaak als noodzakelijk is overleg met ambtgenoten uit andere gemeenten;

• 2.

  Hij/zij werkt samen met zijn/haar ambtgenoten in de omliggende gemeenten. De samenwerking strekt zich in ieder geval uit tot het maken van afspraken over:

  • -

    de toepassing van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet te weten: indien het verlof ten aanzien van de jongere wordt aangevraagd voor meer dan 10 dagen per schooljaar, beslist de ambtenaar van de woongemeente van de jongere het hoofd gehoord; de wijze waarop contact wordt onderhouden met de officier van justitie in het kader van de toepassing van artikel 22 van de Leerplichtwet.

De samenwerking van ambtgenoten geschiedt door:

• 1.

  de samenwerking door middel van de landelijke vereniging van Leerplichtconsulenten;

• 2.

  de samenwerking met gemeenten in het gewest Noord-Limburg;

• 3.

  ambtgenoten van gemeenten die participeren in het Regionale Meld en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaters.

Artikel 9 Jaarverslag

De leerplichtconsulent(e) levert de noodzakelijke gegevens aan het college in verband met het jaarlijks, voor 1 oktober uit te brengen verslag aan de gemeenteraad. Het betreft hier een jaarverslag over het daaraan voorafgaande schooljaar waarvan het college in hoofdlijnen verslag doen aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Dit jaarverslag bevat naast een omschrijving van het bureau onderwijs die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de leerplichttaak (formatie-uren, middelen, voorlichting ed.) relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over het door het college gevoerde leerplichtbeleid waaronder:

• -

  totaal aantal leerlingen (volledig en partieel leerplichtig) in de gemeente Venlo;

• -

  aantal scholen in Venlo verdeeld naar schoolsoort;

• -

  aantal leerlingen per schoolsoort;

• -

  aantal door de leerplichtconsulent(e) in behandeling genomen jongeren uitgesplitst naar "relatief" en "absoluut" verzuim;

• -

  aantal jongeren die een toekenning hebben ontvangen in verband met vervangende leerplicht;

• -

  het aantal vrijstellingen uitgesplitst naar de diverse gronden voor vrijstelling;

• -

  het aantal leerovereenkomsten die gemeld zijn door de directeuren van de scholen en onderwijsinstellingen;

• -

  het aantal opgemaakte processen-verbaal;

• -

  een overzicht van het relatief en absoluut schoolverzuim waarin is aangegeven wat de achtergrond is geweest van het verzuim, wat de leerplichtconsulent(e) heeft ondernomen en wat de resultaten zijn geweest van het ingrijpen van de leerplichtconsulent(e);

• -

  welke acties de leerplichtconsulent(e) ondernomen heeft in het kader van het verlenen van de verschillende vrijstellingen.

Verder gaat het jaarverslag in op de samenwerking en de gemaakte afspraken met de scholen, andere gemeenten, diensten en instellingen zoals vastgelegd in de artikelen 7 en 8 van deze instructie en de beleidsnota "Leerplicht en schoolverzuim".

In een apart onderdeel wordt stilgestaan bij de relatie tussen leerplicht en welzijns-/jeugdbeleid.

Tevens bevat het jaarverslag conclusies en aanbevelingen. De conclusies en aanbevelingen worden gepresenteerd in de vorm van beslispunten aan de gemeenteraad.

Artikel 10 Slotbepaling

Met betrekking tot de Leerplichtwet is de Algemene Wet Bestuursrecht op de volgende aanvragen voor de beschikkingen van toepassing:

• 1.

  de beschikking van burgemeester en wethouders op de aanvraag om de toepassing van de vervangende leerplicht krachtens artikel 3a, eerste lid;

• 2.

  de beschikking van burgemeester en wethouders op de aanvraag om voortzetting van de vervangende leerplicht krachtens artikel 3a, vijfde lid;

• 3.

  de beschikking van burgemeester en wethouders op de aanvraag om toepassing van de vervangende leerplicht in het laatste jaar van de volledige leerplicht, krachtens artikel 3b, eerste lid;

• 4.

  de beschikking van de leerplichtconsulent op de aanvraag voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor meer dan tien dagen per schooljaar krachtens artikel 14, derde lid;

• 5.

  de beschikking van burgemeester en wethouders op de aanvraag voor vrijstelling wegens het op andere wijze genieten van voldoende onderwijs door een leerplichtige krachtens artikel 15.

Artikel 12 Inwerkingtreding

• 1.

  Deze instructie treedt in werking op de dag volgende op die waarop zij is bekendgemaakt.

• 2.

  Op dat tijdstip worden ingetrokken:

  • a.

    de Instructie voor de leerplichtconsulent(e), vastgesteld door de gemeenteraad van Venlo;

  • b.

    de Instructie voor de leerplichtambtenaar van de gemeente Tegelen, vastgesteld door burgemeester en wethouders van Tegelen;

  • c.

    de Instructie voor de leerplichtconsulent(e), vastgesteld door burgemeester en wethouders van Belfeld.

Artikel 13 Citeertitel

Deze instructie kan worden aangehaald als “Instructie voor de leerplichtconsulent(e)”.