Regeling vervallen per 01-01-2012

Telecommunicatieverordening Venlo

Geldend van 04-01-2001 t/m 31-12-2011

Intitulé

Telecommunicatieverordening Venlo

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college.

  • 2.

    Het college bevestigt de ontvangst van de melding schriftelijk.

Artikel 3 Melding werkzaamheden

  • 1.

    Voor de melding maakt de aanbieder gebruik van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit afgegeven registratie;

    • b.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel in eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert;

    • d.

      een opgave van de soort kabel en het beoogde gebruik;

    • e.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        een opgave van het gewenste tracé;

      • -

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, van de situering daarvan, alsmede van het gebruik daarvan;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen;

      • -

        de doorsnede van de kabelgoot of kabelsleuf;

      • -

        de lengte en breedte van de kabelsleuf;

      • -

        de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      • -

        naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4.

    Indien het college overleg ten behoeve van het nemen van het instemmingsbesluit noodzakelijk acht, nodigt zij de aanbieder en de andere gedoogplichtige(n) zo spoedig mogelijk na ontvangst van de in lid 3 bedoelde uitkomsten uit voor overleg.

  • 5.

    Het nemen van het instemmingsbesluit wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het college de aanbieder en de andere gedoogplichtige(n) uitnodigt voor overleg, tot de dag waarop dit overleg is afgerond.

  • 6.

    Het college kan nadere regels stellen inzake de gegeven die bij de melding worden verstrekt.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • c.

      de bruikbaarheid van de openbare gronden;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • f.

      de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • g.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen.

  • 2.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

  • 3.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de Algemene Bepalingen, behorende bij deze Telecommunicatieverordening.

Artikel 5 Zakelijk karakter instemmingsbesluit

Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.

Artikel 6 Melding wijziging

De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 7 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Instemmingsbesluiten, verleend krachtens een verordening bedoeld in artikel 8, tweede lid, worden geacht instemmingsbesluiten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding voor het verkrijgen van een instemmingsbesluit op grond van een verordening bedoeld in artikel 8, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog geen instemmingsbesluit is genomen, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 3.

    De aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, dient door de aanbieders binnen een jaar na inwerkingtreding van deze verordening te worden geregistreerd bij de “Stichting Kabel- en Leidinginformatiecentrum Zuid-Nederland”, genaamd KLIC-Zuid, Bunderstraat 22, 5481 KD Schijndel (telefoonnummer 06-8212313.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op dat tijdstip worden ingetrokken:

    • a.

      de Telecommunicatieverordening gemeente Venlo, vastgesteld door de gemeenteraad van Venlo;

    • b.

      de Telecommunicatieverordening Tegelen 1999, vastgesteld door de gemeenteraad van Tegelen.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Telecommunicatieverordening Venlo”.

Algemene bepalingen behorende bij de Telecommunicatieverordening Venlo

Voor werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare grond, waarmede tijdens de uitvoering van de werkzaamheden rekening dient te worden gehouden:

Paragraaf 1 Algemeen

  • 1.

    Vijf dagen voordat door aanbieder met de werkzaamheden wordt begonnen, moet hiervan schriftelijk mededeling worden gedaan bij de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken, Postbus 1900, 5900 BX Venlo.

  • 2.

    De aanbieder is verplicht om minimaal 5 dagen voor de uitvoering de bewoners/eigenaars van de panden in de betreffende straat (straten) door middel van een bewonersbrief in kennis te stellen van de aard der werkzaamheden, tijdstip en tijdsduur van de werkzaamheden en het mogelijke ongemak dat zij daarvan ondervinden. Een afschrift van deze bewonersbrief dient gestuurd te worden naar het Gemeentelijk Informatiecentrum, Kwietheuvel 28 te Venlo en aan de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken, Postbus 1900, 5900 BX Venlo.

  • 3.

    De aanbieder zal zich voor de aanvang van de werkzaamheden op de hoogte stellen van de juiste ligging van de ter plaatse reeds aanwezige kabels en/of leidingen.

  • 4.

    De aanbieder dient zich ervan te vergewissen dat door de door hem uit te voeren werkzaamheden geen schade wordt toegebracht aan andere, in het betreffende tracé gelegen, kabels en leidingen.

  • 5.

    Alle beschadigingen toegebracht aan reeds aanwezige kabel(s) en/of leiding(en), zullen direct worden gemeld aan de eigenaar of beheerder van de beschadigde kabel(s) en/of leiding(en).

  • 6.

    De aanbieder is verplicht de schade, die hij door het gebruik van het instemmingsbesluit toebrengt te vergoeden en voorts de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen, dat de gemeente, dan wel derden, ten gevolge van het gebruik van het instemmingsbesluit schade lijden.

  • 7.

    De aanbieder vrijwaart de gemeente tegen alle aanspraken van derden die rechtstreeks voortvloeien uit het gebruik door de aanbieder van dit instemmingsbesluit.

  • 8.

    Om schade aan kabels en leidingen (directe schade en gevolgschade), als gevolg van uitvoering van werkzaamheden door derden ter plaatse in het tracé, zoveel mogelijk te voorkomen, dient u zich als kabel- en leidingbeheerder laat registreren bij de “Stichting Kabel- en Leidinginformatiecentrum Zuid-Nederland”, genaamd KLIC-Zuid, Bunderstraat 22, 5481 KD Schijndel (telefoon 06-8212313).

  • 9.

    Bij gebruikmaking van het instemmingsbesluit dient dit ter plaatse aanwezig te zijn en op eerste vordering van een opsporingsambtenaar te worden getoond.

  • 10.

    Alle in het belang van de openbare orde en veiligheid en in het belang van het milieu door een of meerdere opsporingsambtenaren gegeven aanwijzingen moeten stipt en onverwijld worden opgevolgd.

Paragraaf 2 Uitvoering van werkzaamheden

  • 11.

    Betreffende de uitvoering van de werkzaamheden moet overleg worden gepleegd met de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken, telefoon 077-3596615.

  • 12.

    De juiste diepte en plaats waar kabels en/of leidingen in de openbare grond worden gelegd, dient te worden bepaald in overleg met en met instemming van de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken.

  • 13.

    Bij kruisingen met kabels en leidingen van gemeente of derden moeten op kosten van de aanbieder de door de betreffende instantie verlangde voorzieningen worden getroffen.

  • 14.

    Bij kruisingen met gesloten wegdekken of klinkerwegenmag voor een te leggen kabel of leiding het wegdek niet worden opengebroken, doch moet door middel van boring een buis onder het wegdek worden gebracht, waardoor de kabel of leiding kan worden gevoerd.

  • 15.

    Indien de aanbieder gebruik wil (laten) maken van mechanische werktuigen voor het graven van sleuven is hiervoor toestemming nodig van de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken en/of van de betrokken nutsbedrijven of andere leidingbeheerders. Het risico dat aan deze werkwijze verbonden is, blijft echter bij de aanbieder rusten. De gemeente is derhalve op generlei wijze aansprakelijk voor eventueel toegebrachte schade.

  • 16.

    Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden moeten ten behoeve van de aangrenzende percelen door aanbieder loopplanken over de gemaakte sleuven worden gelegd; deze loopplanken moeten van voldoende afmetingen zijn en voldoende draagkracht hebben.

  • 17.

    De sleuven moeten van zonsondergang tot zonsopgangzijn voorzien van de wettelijk voorgeschreven obstakellichten en afzettingen.

  • 18.

    De uitvoering van de werkzaamheden moet zodanig worden geregeld, dat nooit meer lengte sleuf openligt dan strikt nodig is, waarbij nooit meer dan 200 m¹ (strekkende meter) sleuf open mag liggen.

  • 19.

    Vanaf vrijdagmiddag 12.00 uur tot maandagmorgen mag geen bestrating worden opengebroken en mogen geen sleuven worden gegraven, tenzij anders bepaald in overleg met de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken.

  • 20.

    De te ontgraven sleuf zal zodanig breed zijn, dat met mechanische verdichtingsapparatuur verdicht kan worden.

  • 21.

    De aanvulling van de sleuven moet geschieden in lagen van ten hoogste 30 centimeter dikte, terwijl iedere laag mechanisch voldoende moet worden verdicht; ter plaatse van bestratingen dienen de bovenste 10 centimeter te worden voorzien van zuiver straatzand; in de openbare groenvoorzieningen dienen de sleuven zodanig te worden gegraven, dat de bovengrond gescheiden van de (van mindere kwaliteit) ondergrond, wordt opgeslagen en bij het dichten van de sleuf weer bovenin wordt verwerkt.

  • 22.

    Na aanvullen van de sleuf dient de omgeving in de directe nabijheid van de sleuf vrij van verontreinigingen als gevolg van de uitvoerende werkzaamheden te worden achtergelaten.

  • 23.

    Verstoringen ten gevolge van de kabel- en/of leidingaanleg aan punten aangegeven door KAD-stenen, markeringsstenen of buizen, zullen moeten worden gemeld aan de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken, Kwietheuvel 28, Venlo. De meetkosten voor herstel van deze vaste punten zijn voor rekening van de aanbieder.

  • 24.

    Aanbieder meldt de opleveringsdatum van het werk aan de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werkenin verband met de door de gemeente uit te voeren werkzaamheden van het dichtstraten van sleuven of noodzakelijke werkzaamheden in groenvoorzieningen.

  • 25.

    Op de dag dat de werkzaamheden worden beëindigd moet de zogenaamde opdrachtbon voor het herstraten via het bij het instemmingsbesluit verkregen formulier ‘s morgens om 09.00 uur bij de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken, Kwietheuvel 28, Venlo worden ingediend, zodat deze dienst ervoor kan zorgdragen dat het herstraten zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd.

Paragraaf 3 Bouwstoffen en overtollige grond

  • 26.

    De aanbieder draagt zorg voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen is voor rekening van aanbieder tot het tijdstip van oplevering.

  • 27.

    Indien door de uitvoeringsmethode of door het leggen van kabels en leidingen grond overblijft, moet die op kosten van de aanbieder worden afgevoerd.

Paragraaf 4 Revisietekening

  • 28.

    Uiterlijk een week na voltooiing van de werkzaamheden dient een duidelijke revisietekening op een actuele topografische kaart (schaal 1:1000 of 1:500) in drievoud aan de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken, te worden toegezonden.

Paragraaf 5

  • 29.

    Aanbieder meldt werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om een storing, een beschadiging of een andere onvoorziene gebeurtenis te verhelpen vooraf aan de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken, faxnummer 077-3596881, via het bij het instemmingsbesluit verkregen formulier.

  • 30.

    Indien onmiddellijk optreden van de aanbieder noodzakelijk is in verband met werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om een storing, een beschadiging of een andere onvoorziene gebeurtenis te verhelpen, dan is aanbieder daartoe gerechtigd. Melding van deze werkzaamheden vindt zo spoedig mogelijk achteraf plaats, maar uiterlijk binnen 48 uur op de in bepaling 29 genoemde wijze.

  • 31.

    Indien onmiddellijk optreden van de aanbieder noodzakelijk is, zodat melding van de werkzaamheden achteraf plaatsvindt, dient de aanbieder de sleuven tijdelijk dicht te straten, hetgeen bij de melding als bedoeld in bepaling 30 uitdrukkelijk moet worden vermeld. De aanbieder is aansprakelijk voor alle schade die ontstaat als gevolg van de tijdelijke dichtstrating.

  • 32.

    Aanbieder meldt werkzaamheden aan een moedertracé - dat in het instemmingsbesluit uitdrukkelijk als zodanig is aangewezen - ten behoeve van een huisaansluiting minimaal vijf dagen van te voren aan de Dienst Stadsbeheer, Ingenieursbureau, sectie Onderhoud Civieltechnische Werken, faxnummer 077-3596881, via het bij het instemmingsbesluit verkregen formulier.

  • 33.

    Indien de Algemene Voorwaarden tussen Gemeenten en Nutsbedrijven in de provincie Limburg 1993 en de daarbijbehorende Technische Bepalingen 1993 op de rechtsverhouding tussen de gemeente en de aanbieder van toepassing zijn, en deze wijken af van de onderhavige Algemene Bepalingen, gaan de eerstgenoemde voor.