Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Geldend van 01-01-2003 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Gelet op het bepaalde in artikel 33 van de Gemeentewet.

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2.

    Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie, bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 3.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 4.

    De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

  • 1.

    Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand, tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      de hoeveelheid bijstand ten behoeve van het raadslid de grenzen van het redelijke overschrijdt.

  • 2.

    De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3.

    Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de secretaris dit schriftelijk met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid, dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand aan een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd, kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester.

De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over de verleende bijstand, kan hij de zaak aan de griffier voorleggen.

  • 2.

    Indien het bijstand betreft, die door een ambtenaar is gegeven, bespreekt de griffier de zaak met de secretaris en deelt hij de uitkomst van het overleg aan het raadslid mee.

  • 3.

    Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing, leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

  • 1.

    Elk raadslid heeft recht op ambtelijke bijstand, als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De secretaris houdt een register van de verleende ambtelijke bijstand, als bedoeld in artikel 1, derde lid, bij, waarin per verzoek om bijstand aan de reguliere ambtelijke organisatie wordt opgenomen:

    • a.

      welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

    • b.

      over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

    • c.

      welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

    • d.

      hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

    • e.

      de reden waarom een verzoek is geweigerd.

Artikel 6

De secretaris verstrekt de desbetreffende portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek uit het register.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 8

Vervallen.

Artikel 9

Vervallen.

Artikel 10

Vervallen.

Artikel 11

Vervallen.

Artikel 12

Vervallen.

Artikel 13

Vervallen.

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003.