Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening op de fractieondersteuning gemeente Venlo 2008

Geldend van 30-01-2008 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening op de fractieondersteuning gemeente Venlo 2008

Fractieondersteuning

Artikel 1 Vergoeding

  • 1.

    Aan elke fractie gevormd op grond van de laatst gehouden verkiezing van de leden van de raad, wordt van gemeentewege jaarlijkse een financiële tegemoetkoming verleend in de kosten, die de fractie maakt voor ondersteuning bij haar werkzaamheden, waaronder de kosten van de commissieleden- niet raadsleden ex artikel 96, lid 1 Gemeentewet en met inachtneming van het bepaalde in artikel 99 Gemeentewet.

  • 2.

    Bij raadsbesluit van 30 januari 2008 is per amendement de vergoeding vastgesteld per fractie en per raadszetel van de betrokken fractie. Daarbij is gekozen voor een maximale vergoeding per zetel en theoretisch aantal commissieleden, niet-raadsleden. Dat levert het volgende plaatje op:

    Fractie

    Totaal

    PvdA

    € 9.297

    CDA

    € 8.522

    VVD

    € 8.522

    LokaleDemocraten

    € 7.747

    GroenLinks

    € 7.747

    SAMEN

    € 3.100

    Realisten ‘82

    € 3.100

  • 3.

    Onder fractieondersteuning wordt eveneens commissieleden- niet raadsleden verstaan.

  • 4.

    Buiten het bepaalde in artikel 3, lid 1 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden kan het commissielid niet-raadslid als aangewezen fractieondersteuner een afzonderlijke vergoeding worden toegekend.

Artikel 2 Besteding

  • 1.

    De fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      uitgaven ten behoeve van bedrijven en instellingen waarover raadsleden middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben;

    • c.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) op basis van een gespecificeerde declaratie;

    • d.

      giften en leningen;

    • e.

      uitgaven welke dienen te worden bestreden uit vergoedingen die de raadsleden ingevolge het Rechtspositiebesluit raadsleden en -commissieleden toekomen;

    • f.

      opleidingen voor raadsleden;

    • g.

      (her)verkiezing van raadsleden.

Artikel 3 Voorschot

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, in 2008 voor 29 februari en de volgende jaren vóór 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bijdragen heeft vastgesteld.

Artikel 4 Wijzigingen

  • 1.

    Indien het zetelaantal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage;

  • 2.

    Bij vermindering van het zetelaantal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 3.

    Bij vermeerdering van het zetelaantal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 4.

    Bij splitsing van de fractie wordt de op grond van artikel 1, lid 2 vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 5.

    Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 5 Reserve

  • 1.

    De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomende aan een fractie ter besteding door die fractie in de volgende jaren;

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam. Bedragen hoger dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar is toegekomen, worden verrekend met het voorschot.

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in het verslag als bedoeld in artikel 6 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 6 Controle

  • 1.

    De fracties leggen binnen 3 maanden na het einde van een kalenderjaar aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor de fractieondersteuning onder overlegging van een gespecificeerd verslag dat in elk geval een specificatie bevat van de gemaakte kosten en van de niet-bestede middelen, waaronder begrepen ontvangen rente.

  • 2.

    De raad kan fracties te allen tijde ook tussentijds om informatie over de besteding van de fractieondersteuning verzoeken.

  • 3.

    Controle van het verslag vindt plaats door de griffie. De fractie is te allen tijde verplicht desgevraagd de griffie inzage te verschaffen in de aan het verslag ten grondslag liggende bescheiden en fractieadministratie. De griffie brengt vervolgens advies uit aan het presidium en de raad [1]

  • 4.

    De raad stelt na ontvangst van het advies van het presidium [2] de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorig kalenderjaar bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. vermelde bedragen en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van de ontvangen voorschotten.

  • 5.

    Indien een fractie niet voldoet aan het bepaalde in het derde lid, kan de raad besluiten dat de uitkering in het nieuwe jaar wordt stopgezet totdat wel aan de verplichting is voldaan en de verplichting wordt opgelegd tot terugbetaling van het niet verantwoorde bedrag.

Artikel 7 In werking treden

Deze verordening treedt in werking met ingang van 30 januari 2008.

[1] Controle van het verslag wordt in het eerste jaar eenmalig uitgevoerd door een accountant.

Terug naar de verwijzing naar voetnoot [1] in de tekst

Terug naar de verwijzing naar voetnoot [2] in de tekst