Subsidieregel Jeugdactiviteiten 2021

2. Grondslag art. 3, AsV2020/overwegingen/aanleiding

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

Overwegende

• •

  Dat ten gevolge van landelijke ontwikkelingen (zoals de decentralisaties jeugdzorg, Participatiewet en de nieuwe Wet maatschappelijk ondersteuning) en lokale ontwikkelingen een herijking van de subsidieregels noodzakelijk is;

• •

  Dat in het kader van de nieuwe subsidieregels de gemeente wil sturen op maatschappelijke doelstellingen op de gemeentelijke beleidsterreinen;

• •

  Dat de gemeente met dit subsidiebeleid wil bijdragen aan het realiseren van de transformatie naar een zelfredzame en samen redzame samenleving;

• •

  Gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Venlo 2020 (verder ASV), zoals vastgesteld tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 11 januari 2020;

• •

  Gelet op titel 4.2 en 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht/

3. Beleidskader/-doelstellingen

Doel van deze subsidieregel is het stimuleren van stichtingen en verenigingen om activiteiten voor jeugdigen te ontwikkelen of voort te zetten om deze doelgroep te laten participeren in een inclusieve samenleving waar ze gelijk worden behandeld, eigen regie kunnen voeren en elkaar kunnen ondersteunen daar waar nodig. Samenwerking met andere verenigingen/stichtingen of andersoortig aanbieders van voorliggende voorzieningen met als doel een dekkend netwerk voor jeugdigen in de wijk worden gestimuleerd en ondersteunt. Activiteiten zijn gericht op het bevorderen van meedoen en participeren in de wijk, dorp of stad. Er wordt een veilige plek geboden om te tot rust te kunnen komen en een vertrouwensband op te bouwen. Een plek waar problemen kunnen worden besproken en de aanwezige verantwoordelijke enige vorm van ondersteuning kunnen bieden en/of de juiste weg naar eventuele hulpverlening kennen en verwijzen.

Verenigingen en stichtingen die bewust en georganiseerd mee werken aan de doelen van gemeente Venlo om preventief jeugdigen te laten participeren kunnen rekenen op ondersteuning bij het opzetten van deze programma’s of activiteiten.

4. Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

• a.

  Jeugdactiviteiten: activiteiten in georganiseerd verband voor jeugdigen van 0 tot 23 jaar met als doel ontspanning of ontwikkeling van de jeugdigen. De activiteiten worden onder leiding van een volwassenen uitgevoerd. Het werk is niet verplicht, wordt niet betaald, draagt bij aan de ontwikkeling van de jeugdigen en is voor alle jeugdigen in Venlo toegankelijk;

• b.

  Zelfredzaamheid: het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen. Men kan eigen problemen oplossen en gaat zelfstadig door het leven, ofwel weet zichzelf te redden;

• c.

  Inclusieve samenleving: een samenleving waar iedereen kan en mag meedoen ongeacht geslacht, afkomst, religie of geaardheid;

• d.

  (Vrijwilligers)organisatie: rechtspersoon of rechtspersoon in oprichting met volledige rechtsbevoegdheid die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

5. Doelgroep subsidie

Voor subsidie komen slechts in aanmerking vrijwilligersorganisaties die vraaggericht, werkt inclusief en zoveel mogelijk samen met andere vrijwilligers- en/of welzijnsorganisaties uit de wijk of gemeente werken.

De subsidie kan worden verleend aan organisaties die in gemeente Venlo:

• a.

  scouting activiteiten aanbieden;

• b.

  speeltuinen exploiteren;

• c.

  jeugdactiviteiten aanbieden in georganiseerd verband;

• d.

  die kindervakantiewerk aanbieden.

6. Aanvraagprocedure

De aanvraag ingediend aan de hand van een vastgesteld web-aanvraagformulier.

7. Subsidiesoorten

Het betreft een structurele subsidie.

8. Voorwaarden/verplichtingen om voor subsidie in aanmerking te komen

Om in aanmerking te komen voor een subsidie dient de organisatie aan de volgende voorwaarden te voldoen:

• 1.

  De activiteiten voldoen aan een of meer van de geformuleerde doelstellingen als beschreven in de doelstelling van de subsidieregel.

• 2.

  De organisatie werkt actief samen met andere organisaties die als doelstelling hebben om jeugdigen te activeren, ontwikkelen en ontplooien.

• 3.

  De activiteiten zijn toegankelijk voor alle jeugdigen van Venlo ongeacht afkomst, religie of geaardheid.

• 4.

  Een organisatie moet minimaal 40 unieke deelnemers aan hun activiteiten per jaar hebben;

• 5.

  Deelnemers betalen een eigen bijdrage.

• 6.

  De activiteiten worden door vrijwilligers uitgevoerd.

• 7.

  De organisatie levert een sluitende exploitatiebegroting aan.

• 8.

  De organisatie beschikt over een protocol ten aanzien van veiligheid en voorkomen van kindermisbruik en ongewenst gedrag.

• 9.

  De subsidieaanvrager staat de gemeente toe om hen te ondersteunen met als doel een effectievere en efficiëntere organisatie te ontwikkelen.

• 10.

  Ten aanzien van de huisvestingskosten moet er sprake zijn van een in maatschappelijk verkeer gangbare huursom of huisvestingslasten.

9. Liquidatie, splitsing, fusie of faillissement

• 1.

  Een subsidieontvanger informeert het college terstond over het voornemen een fusie aan te gaan, dan wel de organisatie te liquideren of te splitsen. Deze informatieplicht geldt ook als surseance van betaling of een faillissement aanstaande is.

• 2.

  Verleende subsidies worden bij liquidatie, splitsing of fusie voor het nog niet gerealiseerde deel van het doel waarvoor subsidie is verleend terugbetaald aan de gemeente.

• 3.

  Bij liquidatie worden het batig saldo van de liquidatierekening en een overblijvend eigen vermogen, voor zover deze direct of indirect gevormd zijn met subsidies van de gemeente Venlo, door het college teruggevorderd.

• 4.

  Bij splitsing of fusie besluit het college, na overleg met de betrokken instellingen, over de bestemming van het eigen vermogen voor zover dat direct of indirect gevormd is met subsidies van de gemeente.

• 5.

  Het is de subsidieontvanger niet toegestaan om vrije reserves te vervreemden of onder te brengen bij gelieerde instellingen, behoudens voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het college.

10. De berekeningswijze van de subsidie(s)

Op basis van de ingediende exploitatiebegroting wordt bepaald welk deel daarvan subsidiabel is.

De aanvragers kunnen op de gehele begroting een subsidie aanvragen. Met onderstaande regelingen in achtneming;

• 1.

  Het subsidiebedrag voor de activiteit Scouting, zoals bedoeld in art. 4 eerste lid onderdeel a, wordt als volgt berekend;

  • a.

    Als grondslag voor de berekening wordt gehanteerd dat de organisatie aantoonbaar minimaal 70% van zijn inkomsten zelf moet genereren;

  • b.

    Bovenop elke euro die de stichting/vereniging zelf aan inkomsten genereert zal de gemeente maximaal 40 cent aan subsidie verstrekken;

  • c.

    Het subsidiebedrag per jaar is vastgesteld op maximaal €14.395,- per organisatie;

  • d.

    Het eigen vermogen van de organisatie mag maximaal 100% van de eigen begroting zijn, inclusief het aangevraagde subsidiebedrag. Het meerdere wordt op de subsidie ingehouden/ gecorrigeerd. Een uitzondering hierop zijn vermogensbestanddelen waarvoor expliciet een duidelijk vastgestelde bestemming is aangegeven inclusief een realistisch door het bestuur van de organisatie vastgesteld plan en tijdsplanning.

• 2.

  Het subsidiebedrag voor de activiteit Speeltuinen, zoals bedoeld in art. 4 eerste lid onderdeel b, wordt als volgt berekend;

  • a.

    Als grondslag voor de berekening wordt gehanteerd dat de organisatie aantoonbaar minimaal 85% van zijn inkomsten zelf moet genereren;

  • b.

    Bovenop elke euro die de organisatie zelf aan inkomsten genereert zal de gemeente maximaal 20 cent aan subsidie verstrekken;

  • c.

    Het subsidiebedrag per jaar is vastgesteld op maximaal €2.762,- per organisatie;

  • d.

    Het eigen vermogen van de organisatie mag maximaal 100% van de eigen begroting zijn, inclusief het aangevraagde subsidiebedrag. Het meerdere wordt op de subsidie ingehouden/ gecorrigeerd. Een uitzondering hierop zijn vermogensbestanddelen waarvoor expliciet een duidelijk vastgestelde bestemming is aangegeven inclusief een realistisch door het bestuur van de organisatie vastgesteld plan en tijdsplanning.

• 3.

  Het subsidiebedrag voor de activiteit Jeugdactiviteiten, zoals bedoeld in art. 4 eerste lid onderdeel c, wordt als volgt berekend;

  • a.

    Als grondslag voor de berekening wordt gehanteerd dat de organisatie aantoonbaar minimaal 70% van zijn inkomsten zelf moet genereren;

  • b.

    Bovenop elke euro die de organisatie zelf aan inkomsten genereert zal de gemeente maximaal 40 cent aan subsidie verstrekken;

  • c.

    Het subsidiebedrag per jaar is vastgesteld op maximaal €6.783,- per organisatie;

  • d.

    Het eigen vermogen van de organisatie mag maximaal 100% van de eigen begroting zijn, inclusief het aangevraagde subsidiebedrag. Het meerdere wordt op de subsidie ingehouden/ gecorrigeerd. Een uitzondering hierop zijn vermogensbestanddelen waarvoor expliciet een duidelijk vastgestelde bestemming is aangegeven inclusief een realistisch door het bestuur van de organisatie vastgesteld plan en tijdsplanning.

• 4.

  Het subsidiebedrag voor de activiteit Kindervakantiewerk, zoals bedoeld in art. 4 eerste lid 1 onderdeel d, wordt als volgt berekend;

  • a.

    Als grondslag voor de berekening wordt gehanteerd dat de organisatie aantoonbaar minimaal 70% van zijn inkomsten zelf moet genereren;

  • b.

    Bovenop elke euro die de organisatie zelf aan inkomsten genereert zal de gemeente maximaal 40 cent aan subsidie verstrekken;

  • c.

    Het subsidiebedrag per jaar is vastgesteld op maximaal €3.072,- per organisatie;

  • d.

    Het eigen vermogen van de organisatie mag maximaal 100% van de eigen begroting zijn, inclusief het aangevraagde subsidiebedrag. Het meerdere wordt op de subsidie ingehouden/ gecorrigeerd. Een uitzondering hierop zijn vermogensbestanddelen waarvoor expliciet een duidelijk vastgestelde bestemming is aangegeven inclusief een realistisch door het bestuur van de organisatie vastgesteld plan en tijdsplanning.

11. Wijze van uitbetaling/wijze bevoorschotting

• 1.

  Subsidies boven €5.000,- worden in 2 termijnen bevoorschot en wel voor 1 februari en 1 juli van het betreffende subsidiejaar.

• 2.

  Subsidies onder €5.000,- worden in een keer bevoorschot en wel voor 1 februari van het betreffende subsidiejaar.

12. Subsidieplafond en de wijze van verdeling van de subsidie in het geval van overschrijding

• 1.

  Voor subsidies op basis van deze subsidieregel stellen wij jaarlijks een subsidieplafond vast.

• 2.

  Het subsidieplafond wordt verdeeld onder de 4 subcategorieën zoals beschreven in art. 4 eerste lid. De verdeling per subcategorie is:

  • •

    Scoutingclubs, maximaal 53% van het subsidieplafond

  • •

    Jeugdactiviteiten club, maximaal 35% van het subsidieplafond.

  • •

    Speeltuinen, maximaal 3% van het subsidieplafond.

  • •

    Kindervakantiewerk, maximaal 9% van het subsidieplafond.

• 3.

  Indien het bedrag waarvoor op grond van deze subsidieregeling jaarlijkse subsidie zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe een ontvankelijke aanvraag hebben ingediend groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde subsidieplafond, worden de betrokken subsidies naar rato van het subsidiabele bedrag over de organisaties verdeeld Het feitelijke subsidiebedrag wordt derhalve bepaald aan de hand van het totaal als subsidiabel beoordeelde aanvragen in relatie tot het subsidieplafond.

13. Overgangsrecht

Indien deze regeling tot een sterke afname van de subsidie leidt zal de gemeente met de aanvrager in gesprek gaan over een eventuele afbouwregeling.

14. Slotbepaling inhoudende inwerkingtreding regel, intrekken oude en citeertitel

• 1.

  Deze subsidieregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. De regel wordt aangehaald als “Subsidieregel Jeugdactiviteiten 2021”.

• 2.

  Met inwerkingtreding komt de Subsidieregel Jeugdactiviteiten in werking getreden op 25 juni 2013 te vervallen.

15. Ondertekening college en besluitdatum