Regeling vervallen per 22-03-2016

VERORDENING OP DE UITGANGSPUNTEN FINANCIEEL BELEID, FINANCIEEL BEHEER EN INRICHTING VAN DE FINANCIËLE ORGANISATIE

Geldend van 05-04-2005 t/m 21-03-2016

Intitulé

VERORDENING OP DE UITGANGSPUNTEN FINANCIEEL BELEID, FINANCIEEL BEHEER EN INRICHTING VAN DE FINANCIËLE ORGANISATIE

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Organisatie-eenheid: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft.

  • b.

    Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Venray en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van de gemeentelijke organisatie of van een organisatie eenheid daarbinnen, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • 1.

      de financieel-economische positie;

    • 2.

      het financiële beheer;

    • 3.

      de uitvoering van de begroting;

    • 4.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • 5.

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • d.

    Administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • e.

    Financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de Gemeente Venray.

  • f.

    Rechtmatigheid: handelen in overeenstemming met de begroting en van toepassing zijnde wettelijke regelingen.

  • g.

    Doelmatigheid: Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • h.

    Doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Titel 1. Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      de te leveren goederen en diensten;

    • c.

      de baten en lasten.

  • 3. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten.

  • 4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 5. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.

  • 2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt uiterlijk 1 juni van het begrotingsjaar een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2. De raad stelt deze nota uiterlijk 1 augustus vast.

Uitvoering

Artikel 5. Uitvoering begroting

  • 1. Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie.;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat het saldo van baten en lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6. Interne controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college biedt een nota aan inzake de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. De raad stelt deze nota vast binnen 2 maanden nadat deze is aangeboden.

  • 3. Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van één (aantal) organisatie-eenheden of onderdeel daarvan op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. Iedere organisatie-eenheid of onderdeel daarvan van de gemeente wordt minimaal eens in de 7 jaar getoetst.

  • 4. Bij de toetsing dient het college aan de volgende minimale eisen te voldoen: De jaarlijkse toetsingen moeten eenduidig en dus vergelijkbaar zijn;

    • -

      De uitvoering van de toetsing vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de concerncontroller met medewerking van de betreffende afdeling;

    • -

      Op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het tweede lid zal aan de rapportage door de afdeling onder verantwoordelijkheid van de concerncontroller een plan van verbetering worden toegevoegd.

  • 5. Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets zoals bedoeld in het derde lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen;

  • 6. De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste drie maanden en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar.

  • 2. De tussenrapportages worden aan de raad aangeboden op de volgende tijdstippen:

    • a.

      de driemaands rapportage vóór 1 juli van het lopende begrotingsjaar;

    • b.

      de achtmaands rapportage vóór 1 december van het lopende begrotingsjaar;

  • 3. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van:

    • a.

      inkomsten uit de algemene uitkering;

    • b.

      de rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt;

    • c.

      resultaten uit grondexploitatie;

    • d.

      realisatie op begrote subsidieverwachtingen.

  • 5. Onverkort de informatieplicht voortvloeiend uit artikel 169 lid 4 van de Gemeentewet informeert het college in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    • a.

      investeringen groter dan € 1.000.000;

    • b.

      aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 500.000;

    • c.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 1.000.000.

  • 6. Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 500.000.

Artikel 8. Jaarstukken

  • 1. Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de afdelingen naar de productenrealisatie en naar de programma verantwoording.

  • 2. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:

    • a.

      wat is bereikt;

    • b.

      welke goederen en diensten zijn geleverd;

    • c.

      wat de kosten zijn d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Titeldeel 2. Financiële positie

Artikel 9. Financiële positie

  • 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3. De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Het college draagt zorg dat de regelgeving omtrent de waardering en afschrijving vaste activa voldoet aan het Besluit Begroting Verantwoording gemeenten en provincies.

  • 2. Het college biedt indien de wijziging in de regelgeving of verandering van inzicht daartoe aanleiding geeft een nieuwe nota waardering & afschrijving vaste activa ter vaststelling aan de gemeenteraad aan.

  • 3. De nota waardering & afschrijving vaste activa dient minimaal in te gaan op de navolgende onderdelen:

    hoe om te gaan met activering en afschrijving op geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling en saldo agio en disagio;

    • -

      hoe om te gaan met de activeringen en afschrijvingen op materiele vaste activa met economisch nut bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

    • -

      hoe om te gaan met investeringen met een maatschappelijk nut. Onder investering met een maatschappelijk nut wordt conform artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten verstaan investeringen in aanleg en onderhoud: (inrichting) wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken.

    • -

      hoe om te gaan met de normering welke investeringen direct ten laste van de exploitatie worden gebracht, met uitzondering van de gronden en terreinen die altijd worden geactiveerd.

  • 4. De gemeenteraad stelt de nota binnen 2 maanden na aanbieding door het college vast.

Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1. Het college draagt zorg voor het opstellen van een beleidsnota “oninbare vorderingen”.

  • 2. Voor openstaande vorderingen betreffende:

    • a.

      Onroerende-zaakbelasting gebruikers;

    • b.

      Onroerende-zaakbelasting eigenaren;

    • c.

      Hondenbelasting;

    • d.

      Rioolrechten;

    • e.

      Afvalstoffenheffing;

    • f.

      Leges

    • g.

      overige vorderingen; worden regels opgesteld hoe een voorziening wegens oninbaarheid dient te worden gevormd.

  • 3. De gemeenteraad stelt de nota binnen 2 maanden na aanbieding door het college vast.

Artikel 12. Reserves en voorzieningen

  • 1. Indien de regelgeving (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) of verandering van inzichten daartoe aanleiding geven zal het college zorgdragen dat gelijktijdig met de in artikel 4 genoemde nota een bijgestelde nota reserves en voorzieningen wordt aangeboden.

  • 2. De nota behandelt minimaal:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot de nota weerstandsvermogen bedoeld in artikel 17.

  • 3. De raad stelt deze nota gelijktijdig met de in artikel 4 genoemde nota vast.

Artikel 13. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de Gemeente Venray wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Artikel 14. Financieringsfunctie

  • 1. Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren; het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s; het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen; het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • a.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een A – rating afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, of bij Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen waarvoor een solvabiliteitseis geldt van 0%;

    • b.

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is.

    • c.

      Derivaten worden uitsluitend gebruikt ter beperking van financiële risico’s;

    • d.

      voor het aantrekken van financieringen voor langer dan 1 jaar worden tenminste 3 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

    • e.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro;

    • f.

      voor de kasgeldlimiet en de renterisiconorm gelden de wettelijke waarden. Het college informeert de raad indien de kasgeldlimiet of de renterisiconorm dreigen te worden overschreden.

  • 3. Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties anders dan genoemd in het tweede lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

  • 4. Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met derde lid en legt deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een besluit Treasurystatuut gemeente Venray. Het college zendt het besluit treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad.

Artikel 15. Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1. Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen (registergoederen, bedrijfsmiddelen, waardepapieren). In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte. Het college stelt hiervoor een nota “bezittingen” op;

  • 2. Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-) vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 8 jaar. Indien hiervoor een nota “bezittingen” is opgesteld vindt actualisatie van deze nota achtjaarlijks plaats.

  • 3. Registratie en actualisatie van geactiveerde bezittingen en het vermogen geschiedt jaarlijks door uitvoering te geven aan de artikelen 5, 7 en 8 van deze verordening.

  • 4. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Titel 3. Paragrafen

Artikel 16. Lokale heffingen

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan. Deze nota behandelt in ieder geval:

    • -

      de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;

    • -

      de verdeling van de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden;

    • -

      de kostendekkendheid van de heffingen;

    • -

      de druk van de lokale belastingen en heffingen;

    • -

      het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.

  • 2. De nota bevat voorts een overzicht van de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd. Het college draagt er zorg voor dat er een actueel overzicht is van de tarieven, heffingen, prijzen en kosten per verstrekte dienst.

  • 3. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 4. Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

  • 5. Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.

Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1. Het college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de geactualiseerde risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen.

  • 2. Het college gaat in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken ook in op de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

  • 3. In de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken zullen aan de resultaten die uit de leden 1 en 2 voortvloeien, indien mogelijk vervolgacties worden opgenomen.

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college draagt zorg voor het opstellen van de benodigde beheersplannen riolering, wegen, watergangen, openbaar groen en gebouwen.

  • 2. De uit lid 1 voortvloeiende beheersplannen dienen minimaal één keer per vier jaar te worden geactualiseerd.

  • 3. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de beleidsuitgangspunten (beheersplannen) en de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering en gebouwen.

  • 4. In het verslag dient ook ingegaan te worden op de financiële beslaglegging van de afzonderlijke kapitaalgoederen in de begroting en jaarrekening.

Artikel 19. Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de renterisico norm;

  • c.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • d.

    de rentevisie en

  • e.

    de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 20. Bedrijfsvoering

  • 1. Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over

    de relatie tussen het gemeentelijke apparaat en de inwoners van de gemeente Venray.

  • 2. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen. Daarbij wordt tenminste aandacht gegeven aan:

    • -

      huisvesting

    • -

      informatisering en automatisering

    • -

      vernieuwing, uitbreiding, herstructurering, reorganisatie van het gemeentelijke apparaat

    • -

      bestuurlijke ontwikkelingen

    • -

      communicatie

    • -

      de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 21. Verbonden partijen

In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op:

  • -

    Condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbonden partijen;

  • -

    De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële voorwaarden;

  • -

    Bestaande, nieuwe, gewijzigde en beëindigde verbonden partijen;

  • -

    Van elk van de verbonden partijen wordt weergegeven het openbaar belang, het eigen vermogen, de solvabiliteit, het financieel resultaat en het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente.

Artikel 22. Grondbeleid

  • 1. Het college biedt ten minste eens in de acht jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      De relatie met de programma’s van de begroting;

    • b.

      De strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • c.

      Te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • d.

      De voorraadverwerving en uitgifte van gronden;

    • e.

      De uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

  • 2. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is ingediend.

  • 3. In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op:

    • -

      De uitvoering van de nota grondbeleid

    • -

      De belangrijkste ontwikkeling van projecten

    • -

      De belangrijkste financiële ontwikkelingen

    • -

      De relaties van het grondbeleid met de programma’s

Artikel 23. Verstrekking subsidies

  • 1. Het college biedt tenminste eens in de acht jaar een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke subsidies aan. De nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.

  • 2. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden na aanbieding van de nota door het college.

Titel 4. Financiële organisatie en administratie

Kader

Artikel 24. De administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de diensten;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 25. Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het gestelde in de wet Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV);

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 26. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt waar nodig in een apart besluit vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden aan de afdelingen en functionarissen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de afdelingen van de gemeente;

  • e.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de afdelingen.

Artikel 27. Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Artikel 28. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Venray.

Titel 5. Slotbepalingen

Artikel 29. Inwerkingtreding

  • 1. De 'Verordening op de uitgangspunten financieel beleid, financieel beheer en inrichting van de financiele organisatie Gemeente Venray' vastgesteld bij raadsbesluit van 25 november 2003, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van deze verordening;

  • 2. Deze verordening treedt in werking per 5 april 2005, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2004 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

Artikel 30. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening Gemeente Venray”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 april 2005
, voorzitter , raadsgriffier