Beleidsregels terugdringen loze brandmeldingen 2012

Geldend van 08-03-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels terugdringen loze brandmeldingen 2012

Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, Gelet op artikel 4:81 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.6.1 van de Bouwverordening, NEN 2535 en NEN 2654; Gelet op de brief aan het college van de waarnemend directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond van 21 juli 2011 over het terugdringen van het nodeloos uitrukken; Overwegende dat artikel 2.6.1. van de Bouwverordening eist dat bepaalde categorieën bouwwerken voorzien worden van brandmeldinstallaties die zijn aangesloten op de Gemeenschappelijke meldkamer van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond; Overwegende dat loze meldingen afkomstig van voormelde brandmeldinstallaties veel ergernis en onnodige kosten veroorzaken; Overwegende dat het college zich ten doel heeft gesteld het aantal loze brandmeldingen te verminderen en daartoe onderstaande beleidsregels heeft opgesteld; Besluit vast te stellen: ‘Beleidsregels terugdringen loze brandmeldingen 2012’

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder loze meldingen:

a. een brandmelding die veroorzaakt is door aanwezigheid van op brand lijkende verschijnselen die niet het gevolg zijn van brand;

b. brandmeldingen die niet het gevolg zijn van een brand of een op brand lijkend verschijnsel.Begripsbepalingen

Artikel 2 Procedure bij loze meldingen

1.  Bij een automatische brandmelding rukt de brandweer uit naar de opgegeven locatie.

2.  De oorzaak van de melding wordt door de ter plaatse zijnde bevelvoerder onderzocht. De uitkomst van dit onderzoek is bepalend voor het vervolgtraject.

3.  De volgende uitkomsten naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek zijn mogelijk:

a.   de installatie heeft gedaan waarvoor hij bedoeld is en heeft de brandweer gealarmeerd omdat er daadwerkelijk gevaar/brand is. De brandweer zet zich in geval in om de situatie weer normaal te krijgen;

b. de installatie heeft een melding gegenereerd waar een verwijtbaar menselijk handelen (of het nalaten van een handeling) aan ten grondslag ligt.

4.  In het geval van lid 3 onder a wordt geen verdere actie ondernomen.

5.  In het geval van lid 3 onder b maakt de bevelvoerder het uitrukrapport op en geeft dit door aan een medewerker van de afdeling Preventie van de VRR.

6.  Een medewerker van de afdeling Preventie van de VRR beoordeelt de melding. Als sprake is van een verwijtbare loze melding ontvangt de (hoofd)gebruiker van de brandmeldinstallatie een waarschuwing van het Hoofd van de afdeling Brandveiligheid district Waterweg.

7.  Elke volgende verwijtbare loze brandmelding kan leiden tot het opleggen van een dwangsom door of namens het college. De hoogte van de dwangsom is € 800 per overtreding.

Artikel 3 Gelijkwaardige bewaking

Indien de deugdelijkheid van de brandmeldinstallatie zodanig is dat een onverantwoordelijke situatie ontstaat en direct handelen noodzakelijk is, wordt in overleg met het Hoofd van de afdeling Brandveiligheid district Waterweg gelijkwaardige bewaking van het bouwwerk aan de gebruiker opgelegd tot de brandmeldinstallatie weer deugdelijk functioneert.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels terugdringen loze brandmeldingen 2012.

Ondertekening

Aldus op 29 februari 2012 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Vlaardingen. de secretaris,        de burgemeester,   ir. C. Kruyt        mr.T.P.J. Bruinsma