Regeling vervallen per 25-07-2018

Mandaatbesluit griffiepersoneel

Geldend van 04-05-2016 t/m 24-07-2018

Intitulé

Mandaatbesluit griffiepersoneel

De werkgeverscommissie van de gemeente Vlaardingen;

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1, derde lid van de ‘Verordening werkgeverscommissie’;

besluit:

  • I

    • 1.

      De bevoegdheid tot het nemen van personele besluiten ten aanzien van de op de griffie werkzame ambtenaren, met uitzondering van de griffier, te mandateren aan de griffier.

    • 2.

      Tot het mandaat behoort mede het afdoen en voeren van correspondentie ter zake van de toegekende bevoegdheden, alsmede het (doen) treffen van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

  • II

    • 1.

      De in mandaat te nemen besluiten dienen in overeenstemming te zijn met alle ter zake geldende regelingen, het door de raad en werkgeverscommissie gevoerde beleid en mogen niet leiden tot een budgetoverschrijding.

    • 2.

      Indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, wordt de mandaatgever in de gelegenheid gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit, vergezeld van een advies van de gemandateerde, naar voren te brengen.

  • III

    • 1.

      Alle stukken verband houdende met de uitoefening van dit mandaat worden als volgt ondertekend:

      De werkgeverscommissie van de gemeente Vlaardingen:

      namens deze,

      (handtekening), drs. Eric Meurs

      griffier.

    • 2

      Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Mandaatbesluit griffiepersoneel’ en treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten door de werkgeverscommissie in zijn vergadering van 21 april 2016.
voorzitter,
P. A. Caljé

Toelichting mandaatbesluit griffiepersoneel:

De invulling van het werkgeverschap is door de raad gedelegeerd aan de Werkgeverscommissie, die is ingesteld op grond van artikel 83 van de Gemeentewet. De Werkgeverscommissie kan ervoor kiezen om de te nemen personele besluiten ten aanzien van het griffiepersoneel te mandateren aan de griffier. De griffier geeft als eindverantwoordelijke functionaris leiding aan de griffie en daarom ligt het voor de hand om de te nemen personele besluiten ten aanzien van het griffiepersoneel te mandateren aan hem.

Om zijn organisatie efficiënt en doelmatig te kunnen aansturen moet de griffier naar bevinden kunnen handelen en moet hij niet afhankelijk worden gemaakt van de Werkgeverscommissie. Ondanks dat de te nemen personele besluiten ten aanzien van het griffiepersoneel gemandateerd worden aan de griffier, blijft de formele bevoegdheid bij de Werkgeverscommissie. De Werkgeverscommissie kan altijd besluiten om de uitoefening van deze bevoegdheid aan zich te houden.

De griffier is bovendien verantwoording schuldig aan de Werkgeverscommissie over de besluiten die hij namens deze commissie heeft genomen ten aanzien van het griffiepersoneel. Indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, wordt de Werkgeverscommissie in de gelegenheid gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit, vergezeld van een advies van de griffier, naar voren te brengen. Dit is tevens geregeld in het bovenstaande mandaatbesluit, onder artikel II lid 2.

Dit mandaatbesluit betreft de volgende personele besluiten:

  • I

    Op de eerste plaats gaat het om besluiten die rechtstreeks voortvloeien uit de CAR-UWO.

    Daarbij gaat het om onder andere de volgende besluiten:

    • 1.

      het verlenen van (tijdelijke) aanstellingen;

    • 2.

      het aangaan van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • 3.

      het aangaan van stageovereenkomsten;

    • 4.

      het aangaan van detacheringovereenkomsten;

    • 5.

      het verlenen van waarnemingsvergoedingen;

    • 6.

      het verlenen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging;

    • 7.

      het verlenen van studiefaciliteiten;

    • 8.

      het verlenen van betaald ouderschapsverlof;

    • 9.

      het verlenen van zwangerschap- en bevallingsverlof;

    • 10.

      het verlenen van eervol ontslag wegens:

      • -

        eigen verzoek;

      • -

        ouderdomspensioen;

      • -

        arbeidsongeschiktheid;

      • -

        FPU;

      • -

        FLO;

      • -

        afloop van de aanstelling van rechtswege.

    • 11.

      het bevoorschotten/ berekenen/betaalbaar stellen van salarissen;

    • 12.

      wedden, wachtgelden, uitkeringen presentiegelden, suppleties;

    • 13.

      toelagen, reis-, verblijfs-, verplaatsingskosten, dan wel bijzondere vergoedingsregelingen;

    • 14.

      besluiten met betrekking tot verlof, overwerkvergoedingen en andere besluiten in het kader van een ‘cafetariaregeling’.

  • II

    Personele besluiten die voortvloeien uit op de CAR-UWO gebaseerde regelingen of andere lokale arbeidsvoorwaardenregelingen.