Organisatiebesluit

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Gemeentesecretaris:               

de ambtenaar die door het College van Burgemeester en Wethouders wordt benoemd, eindverantwoordelijk is voor het functioneren van de gehele ambtelijke organisatie en conform de Gemeentewet deel uit maakt van het College van Burgemeester en Wethouders;

Directeur                                

de ambtenaar, die door het College van Burgemeester en Wethouders wordt benoemd en medeverantwoordelijk is voor het functioneren van de gehele ambtelijke organisatie en tevens plaatsvervangend gemeentesecretaris en loco-secretaris is;

Directieberaad:                       

de gemeentesecretaris, directeur, adviserend leden en een secretaris, onder leiding van de gemeentesecretaris;

Staf Directie en Bestuur:         

het organisatieonderdeel dat  de gemeentesecretaris, de directeuren het College van Burgemeester en Wethouders ondersteunt en adviseert over strategisch beleid, coördinatie en control bij afdelingsoverstijgende vraagstukken. De medewerkers van de staf worden op voordracht van de directeur door de gemeentesecretaris benoemd.

Afdelingshoofd:                      

de ambtenaar die op voordracht van de directeur door de gemeentesecretaris wordt benoemd en verantwoordelijk is voor het functioneren van een afdeling.

Gebiedsmanager:                   

de ambtenaar die op voordracht van de directeur door de gemeentesecretaris wordt benoemd en verantwoordelijk is voor het opstellen en uitvoeren van gebiedsprogramma’s.

Sectiehoofd:                           

de ambtenaar die op voordracht van de directeur en van het  afdelingshoofd door de gemeentesecretaris wordt benoemd en verantwoordelijk is voor het functioneren van een sectie.

Gemeentecontroller:               

de ambtenaar, die door de gemeentesecretaris in overleg met het college van burgemeester en wethouders wordt benoemd en een oordeel vormt over de opzet en werking van een betrouwbaar en adequaat beleids- en beheerssysteem ten behoeve van de effectiviteit en efficiency van de gemeentelijke activiteiten door de totale gemeentelijke organisatie.

Artikel 2

1. Dit besluit regelt de structuur van de ambtelijke organisatie en de werkwijze ervan op hoofdlijnen;

2. De ambtelijke organisatie is opgebouwd volgens een matrixmodel, ingedeeld in afdelingen en gebiedsmanagement, en een staf directie en bestuur, waarbij de gemeentesecretaris en plaatsvervangend gemeentesecretaris / directeur vanuit gemeentebreed perspectief leiding geven aan afdelingen en gebieden en verantwoordelijk zijn voor de afdelingsoverstijgende vraagstukken;

Artikel 3

1. Het College van Burgemeester en Wethouders stelt de hoofdstructuur van de organisatie vast;

2. De gemeentesecretaris stelt op voordracht van de directeur de doelstellingen en hoofdtaken van de afdelingen en het gebiedsmanagementen van de Staf Directie en Bestuur vast;

3. De gemeentesecretaris stelt op voordracht van de directeur organisatiewijzigingen vast;

Artikel 4

1. De gemeentesecretaris is als hoofd van de ambtelijke organisatie direct verantwoording schuldig aan het College van Burgemeester en Wethouders;

2. De gemeentesecretaris is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de gehele ambtelijke organisatie;

3. Als secretaris van het College van Burgemeester en Wethouders is de gemeentesecretaris verantwoordelijk voor de verslaglegging van de collegevergaderingen en draagt hij bij aan het goed functioneren van dit orgaan;

4. De gemeentesecretaris draagt zorg voor een goede ondersteuning, informatievoorziening en advisering van de leden van het College van Burgemeester en Wethouders;

5. De gemeentesecretaris wordt, met inachtneming van het ter zake gestelde in de Gemeentewet, als secretaris van het College van Burgemeester en Wethouders bij afwezigheid vervangen door de loco-gemeentesecretaris;

6. De gemeentesecretaris is bevoegd tot het nemen van besluiten die voor de organisatie bindend zijn;

7. De gemeentesecretaris is bevoegd om aan alle medewerkers in dienst van de gemeente Vlaardingen alle inlichtingen te vragen die hij voor een goede vervulling van zijn taken nodig acht;

Artikel 5

1. Het directieberaad adviseert de gemeentesecretaris ten aanzien van het functioneren van de ambtelijke organisatie;

2. Het directieberaad wordt gevormd door de gemeentesecretaris., de directeur en de directiesecretaris. De gemeentesecretaris benoemt op voordracht van de directeur adviserende leden.

3. De gemeentesecretaris is voorzitter van het directieberaad en als zodanig verantwoordelijk voor het goed functioneren van het directieberaad. De directeur is plaatsvervangend voorzitter;

4. Binnen het directieberaad vindt door de gemeentesecretaris besluitvorming plaats over de toedeling van afdelingen, gebiedsmanagement en afdelingsoverstijgende vraagstukken; het college van burgemeester en wethouders wordt hierover geïnformeerd;

5. Het directieberaad is verantwoordelijk voor de middelenkaders, inclusief de wijze van implementatie en toetsing;

6. Het directieberaad ziet erop toe dat de activiteiten van de afdelingen en gebiedsmanagement, passen binnen de vastgestelde kaders;

Artikel 6

1. De directeur is plaatsvervangend gemeentesecretaris en loco-secretaris en is medeverantwoordelijk voor het functioneren van de ambtelijke organisatie;

2. De directeur levert een bijdrage aan het goed functioneren van het directieberaad;

Artikel 7

1. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor het functioneren van een afdeling;

2. Het afdelingshoofd geeft leiding aan een aantal sectiehoofden, bevordert de integraliteit van beleid en is ervoor verantwoordelijk dat de activiteiten die door zijn afdeling worden verricht passen binnen vastgestelde kaders, en voldoende zijn afgestemd met andere afdelingen, secties en gebieden;

Artikel 8

1. de gebiedsmanager is verantwoordelijk voor zijn medewerkers en het opstellen en uitvoeren van het gebiedsprogramma;

2. de gebiedsmanager is ervoor verantwoordelijk dat de projecten en activiteiten die door zijn medewerkers worden uitgevoerd passen binnen vastgestelde kaders en voldoende zijn afgestemd met andere secties, afdelingen en gebieden;

Artikel 9

1. het sectiehoofd is verantwoordelijk voor het functioneren van een sectie;

2. het sectiehoofd geeft leiding aan de medewerkers van de sectie en is ervoor verantwoordelijk dat de activiteiten die door zijn sectie worden verricht passen binnen vastgestelde kaders en voldoende zijn afgestemd met andere secties, afdelingen en gebieden;

Artikel 10

1. De functie van gemeentecontroller wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris;

2. De gemeentecontroller kan, indien hij dit nodig acht, te allen tijde het College van Burgemeester en Wethouders gevraagd en ongevraagd adviseren over de effectiviteit en efficiency van de bedrijfsvoering.

Artikel 11

Het College van Burgemeester en Wethouders is bevoegd nadere regels vast te stellen ten aanzien van de structuur en werkwijze van de ambtelijke organisatie, voor zover dit besluit hierin niet voorziet, gehoord het advies van de gemeentesecretaris en zijn plaatsvervanger;

Artikel 12

1. Dit besluit kan worden aangehaald als “Organisatiebesluit gemeente Vlaardingen”;

2. Dit besluit treedt in werking op 17 maart 2009;

3. Dit besluit vervangt het organisatiebesluit zoals vastgesteld bij besluit d.d. 5 december 2006 (en in werking getreden op 1 januari 2007);

4. De in de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet bedoelde regels zijn in een afzonderlijke verordening vastgesteld;