Reglement van Orde van de gemeenteraad van Vlagtwedde

Geldend van 01-04-2010 t/m heden

Intitulé

Reglement van Orde van de gemeenteraad van Vlagtwedde

De raad van de gemeente Vlagtwedde;

op voorstel van Burgemeester en Griffier d.d. 11 maart , no. ZA.10-4322/DR.10-98;

Gelet op artikel 16 Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen het:

Reglement van Orde van de gemeenteraad van Vlagtwedde per 1 april 2010.

30 maart 2010.

De raad van de gemeente Vlagtwedde, gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen het volgende reglement:

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    amendement:

  • voorstel tot wijziging op het voorstel dat aanhangig is, met betrekking tot een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • b.

    besluitvormende raadsvergadering:

  • de vergadering van de raad, zoals bedoeld in de Gemeentewet, waarin fracties hun definitieve standpunt innemen en via stemming tot een beslissing komen; eventueel met het inzetten van instrumenten zoals amendementen, moties, enz.

  • c.

    college:

  • burgemeester en wethouders van Vlagtwedde;

  • d.

    fractie:

  • het lid of de leden van een politieke groepering dat/die in de raad van de gemeente Vlagtwedde namens die groepering zitting heeft/hebben, dan wel een lid/leden die zich tijdens een raadsperiode heeft/hebben afgesplitst van een politieke groepering;

  • e.

    secretaris:

  • de gemeentesecretaris van Vlagtwedde zoals bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet;

  • f.

    griffier:

  • de griffier of diens vervanger;

  • g.

    hamerstukken:

  • stukken waarover niemand het woord wenst te voeren omdat ze al voldoende zijn behandeld in de meningsvormende raad;

  • h.

    hij:

  • waar in dit reglement wordt gesproken over “hij” of “zijn” moet ook gelezen worden “zij” of “haar”;

  • i.

    informatieve raadsbijeenkomst:

  • bijeenkomst waarin de raadsleden informatie vergaren door actief te luisteren, vragen te stellen en de dialoog aan te gaan met inwoners, belanghebbenden en experts;

  • j.

    initiatiefvoorstel:

  • een voorstel, ingediend door een of meer raadsleden, voor een verordening of een ander voorstel;

  • k.

    interpellatie:

  • een ingelast debat in de raadsvergadering, waarin het college of de burgemeester om inlichtingen wordt gevraagd over een onderwerp dat niet op de agenda staat;

  • l.

    lid:

  • een lid van de raad, tenzij anders aangegeven;

  • m.

    meningsvormende raad:

  • de vergadering van de raad waarin inhoudelijk informatief wordt doorgevraagd, meningen worden uitgewisseld, argumenten worden verzameld en een voorlopig standpunt wordt bepaald. Dit alles ter voorbereiding op de besluitvormende raad;

  • n.

    motie:

  • korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • o.

    portefeuillehouder:

  • het collegelid aan wie bepaalde aandachtsgebieden van het college zijn toegewezen;

  • p.

    stemverklaring:

  • in deze verklaring geeft de stemgerechtigde zeer kort (maximaal een ½ minuut) de motieven voor zijn stemgedrag;

  • q.

    subamendement:

  • voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;

  • r.

    voorstel van orde:

  • voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • s.

    voorzitter:

  • de voorzitter of diens vervanger;

Artikel 2 De voorzitter

De voorzitter is belast met:

  • 1.

    het leiden van de vergadering;

  • 2.

    het handhaven van de orde;

  • 3.

    het doen naleven van het reglement van orde;

  • 4.

    hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 3 De griffier

  • 1.

    De griffier is in elke vergadering van de meningsvormende raad en besluitvormende raadsvergadering aanwezig.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de plaatsvervangend griffier.

  • 3.

    De griffier kan, indien daartoe door de voorzitter uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Artikel 4 Het seniorenconvent

  • 1.

    De raad heeft een seniorenconvent.

  • 2.

    Het seniorenconvent bestaat uit de voorzitter of diens vervanger en de fractievoorzitters. De griffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van het seniorenconvent aanwezig.

  • 3.

    De secretaris ontvangt een doorlopende uitnodiging om in de vergadering aanwezig te zijn.

  • 4.

    Elke fractievoorzitter wijst een lid van de raad aan, dat hem bij zijn afwezigheid in het seniorenconvent vervangt.

  • 5.

    Het seniorenconvent heeft als taak aanbevelingen te doen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad.

Artikel 5 De agendacommissie

  • 1.

    De raad heeft een agendacommissie.

  • 2.

    De agendacommissie bestaat uit de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de fractievoorzitters (of hun plaatsvervangers) van de twee grootste fracties in de raad.

  • 3.

    Is de plaatsvervangend voorzitter afkomstig uit één van de twee grootste fracties, dan neemt de fractievoorzitter van de daaropvolgende grootste raadsfractie zitting in de commissie.

  • 4.

    De agendacommissie heeft tot taak het voorlopig vaststellen van de agenda’s van de vergaderingen van de raad en de te verzenden bijbehorende stukken.

  • 5.

    De griffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van de agendacommissie aanwezig.

Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties; steunfractieleden

Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders

  • 1.

    Bij elke benoeming van nieuwe leden van de raad stelt de raad een commissie in bestaande uit drie leden van de raad. Op voorstel van de voorzitter onderzoekt de commissie de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en het proces-verbaal van het (centraal) stembureau. De commissie toetst de stukken aan de Gemeentewet, de Kieswet en de gedragscode van de gemeenteraad.

  • 2.

    De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt.

  • 3.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 4.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid van de raad op voor de vergadering van de raad waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid.

  • 6.

    Het onderzoek geloofsbrieven wordt eveneens toegepast voor de voorgedragen steunfractieleden.

  • 7.

    Raadsleden, wethouders en steunfractieleden leggen in handen van de voorzitter de eed of de verklaring en belofte af.

Artikel 7 Fractie

  • 1.

    De leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

  • 2.

    Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.

  • 3.

    De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4.
    • a.

      Indien:

      • -

        één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;

      • -

        twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;

      • -

        één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;

      wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

    • b.

      Met de onder a beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan.

Artikel 8 Steunfractieleden

  • 1.

    Raadsfracties kunnen, ter ondersteuning van hun werkzaamheden steunfractieleden voordragen, die namens de fractie kunnen deelnemen aan de informatieve- en meningsvormende raadsvergaderingen.

  • 2.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op het steunfractielid.

  • 3.

    Per fractie kunnen maximaal twee gekozen leden worden voorgedragen als steunfractielid.

  • 4.

    De voor te dragen steunfractieleden dienen tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van betreffende fractie.

  • 5.

    De steunfractieleden krijgen, na beëdiging, toegang tot alle beschikbare informatie over de geagendeerde onderwerpen, behoudens die waarover geheimhouding is opgelegd.

Lidmaatschap van andere organisaties

Artikel 9 Verantwoording lidmaatschap van andere organisaties

  • 1.

    Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Een door de raad gewenste bespreking hieromtrent kan de voorzitter verwijzen naar een informatieve raadsvergadering of een meningsvormende raadsvergadering.

  • 2.

    Ieder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgelegd in dit reglement, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgelegd in dit reglement, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd.

Procedure begroting en jaarrekening

Artikel 10 Procedure begroting

Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad, op voorstel van het seniorenconvent, vaststelt.

Artikel 11 Procedure jaarrekening

Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, evenals de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad, op voorstel van het seniorenconvent, vaststelt.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Algemeen

Artikel 12 Procedure om te komen tot raadsbesluiten

In de procedure die leidt tot een beslissing van de raad worden onderscheiden:

  • de voorbereiding van een beslissing (in een informatieve raadsvergadering en/of een meningsvormende raadsvergadering);

  • het nemen van een beslissing (in een besluitvormende raadsvergadering).

Artikel 13 Meningsvormende- en besluitvormende raadsvergadering

  • 1.

    Beslissingen van de raad worden voorbereid in een daartoe georganiseerde overlegsituatie, genaamd de meningsvormende raadsvergadering. In de meningsvormende raadsvergadering kan de raad tevens overleggen met het college. Voor de meningsvormende raadsvergadering zijn specifieke artikelen opgenomen in dit reglement.

  • 2.

    Beslissingen van de raad worden genomen in een besluitvormende raadsvergadering. Voor de besluitvormende raadsvergadering zijn specifieke artikelen op genomen in dit reglement. In de regel moeten onderwerpen eerst in de meningsvormende raad worden besproken voordat ze op de agenda van de besluitvormende raadsvergadering komen.

Artikel 14 Informatieve raadsvergadering

De informatieve raadsvergadering is bedoeld voor oriënterende bijeenkomsten die verschillend van opzet kunnen zijn. Doel is om op informele wijze te worden geïnformeerd en te discussiëren over uitgangspunten van beleid en/of actuele gemeentelijke vraagstukken. Er worden in deze bijeenkomsten geen standpunten ingenomen en geen besluiten genomen door de raad. Voor de informatieve raadsvergadering zijn specifieke artikelen opgenomen in dit reglement.

Artikel 15 Frequentie van de bijeenkomsten

  • 1.

    De bijeenkomsten van de raad vinden in de regel plaats op een dinsdag volgens een door de raad vastgesteld vergaderschema, vangen aan om 20.00 uur en worden in principe gehouden in de raadszaal van het gemeentehuis te Sellingen.

  • 2.

    Het vergaderschema is zo opgesteld dat er een keer per maand eerst een meningsvormende en daarna een besluitvormende raadsvergadering plaatsvindt, met aansluitend aan de besluitvormende raadsvergadering eventueel een informatieve raadsvergadering. Tussen het tijdstip van de meningsvormende en de besluitvormende raadsvergadering zit in de regel twee weken.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangstijdstip bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie, overleg in de Agendacommissie.

  • 4.

    De raad vergadert ook indien de burgemeester het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal raadsleden hier om verzoekt. Dit verzoek dient schriftelijk en met opgave van reden bij de voorzitter te worden ingediend. In overleg met de agendacommissie wordt, binnen een maximum van 5 werkdagen, een datum vastgesteld.

Artikel 16 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt tenminste 10 dagen voor een vergadering de leden van de raadsvergadering een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

Artikel 17 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, evenals de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de vergadering behorende stukken kan inzien.

  • 3.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 18 Agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de (steunfractie-)leden van de raad verzonden, en openbaar gemaakt.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3.

    Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar een informatieve raadsvergadering of een meningsvormende raadsvergadering of aan het college nadere inlichtingen of advies vragen over het onderwerp.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 19 Aanwezigheid wethouders, secretaris en anderen

  • 1.

    De wethouders hebben toegang tot de meningsvormende- en besluitvormende raadsvergaderingen en kunnen aan de beraadslaging deelnemen.

  • 2.

    De secretaris is uitgenodigd om bij de meningsvormende- en besluitvormende raadsvergadering aanwezig te zijn en kan, indien daartoe door de voorzitter tijdens de vergadering uitgenodigd, aan de beraadslaging deelnemen.

  • 3.

    De Agendacommissie bespreekt bij de bepaling van de voorlopige agenda van de informatieve raadsvergadering of deelname vanuit het college gewenst is.

  • 4.

    De Agendacommissie kan de accountant en/of de leden van de Rekenkamercommissie uitnodigen om in een vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 20 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    Indien met betrekking tot stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de raadsleden inzage.

Artikel 21 Collegevoorstel of voorstel van de burgemeester

  • 1.

    Een voorstel van het college of de burgemeester aan de raad, dat vermeld staat op de agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Indien de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college moet worden gezonden, bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 22 Actieve en passieve informatieplicht

  • 1.

    Het college verstrekt de raad in het kader van zijn actieve en passieve informatieplicht alle informatie die de raad nodig heeft om zijn taken naar behoren uit te kunnen voeren.

  • 2.

    De bij raadsbesluit van 11 september 2006 vastgestelde Notitie Actieve Informatieplicht in de gemeente Vlagtwedde is van toepassing.

Orde der vergaderingen; algemeen

Artikel 23 Spreektijd

Een lid van de vergadering kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.

Artikel 24 Voorstel van orde

  • 1.

    De voorzitter of een (steunfractie-) lid van de raad kan tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raad terstond.

Artikel 25 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin dat plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en -indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord -de vergadering sluiten.

Artikel 26 Beraadslaging

  • 1.

    De raad kan op voorstel van de voorzitter of een (steunfractie-) lid van de raad beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op verzoek van een (steunfractie-) lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 27 Zitplaatsen

  • 1.

    De voorzitter, de (steunfractie-)leden van de raad en de griffier hebben een vaste zitplaats, door de voorzitter na overleg in het seniorenconvent bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen.

  • 2.

    Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de voorzitter de indeling herzien na overleg in het seniorenconvent.

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de wethouders, secretaris en overige personen, die voor de vergadering zijn uitgenodigd.

Artikel 28 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

Artikel 29 Geluid-en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 30 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, evenals het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.

Besloten vergadering

Artikel 31 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 32 Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden van de raad ter inzage.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besluitvormende raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Na het openbare gedeelte van de besluitvormende raadsvergadering volgt dan een besloten gedeelte waarin het verslag wordt vastgesteld. Indien een lid voor de vaststelling een opmerking wil maken of een kanttekening wil plaatsen, wordt dit feit gemeld.

  • 3.

    Bij het vaststellen van het verslag neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 33 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of over de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 34 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Besluitvormende raadsvergadering

Artikel 35 Doel van de besluitvormende raadsvergadering

De vergadering van de raad waarin de fracties hun definitieve standpunt innemen en via stemming tot een beslissing komen. Eventueel met het inzetten van instrumenten zoals amendementen, moties, enz.

Artikel 36 Samenstelling

Alleen gekozen leden, niet zijnde steunfractieleden van de raad, kunnen bijgestaan door de voorzitter van de raad en de griffier, deelnemen aan de besluitvormende raadsvergadering.

Artikel 37 Presentielijst

  • 1.

    Ieder lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan zo spoedig mogelijk voor de aanvang van de vergadering kennis aan de griffier.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 38 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde tijdstip, indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden blijkens de presentielijst aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en tijdstip van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.

Artikel 39 Primus bij hoofdelijke stemming

Indien er hoofdelijke stemming wordt gevraagd, wordt bij loting een volgnummer op de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid (de primus) begint de hoofdelijke stemming.

Artikel 40 Vastlegging besluitvormende raadsvergadering

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst, een besluitenlijst en de digitale opname van de vergadering. Indien digitale opname niet mogelijk is, draagt de griffier zorg voor een uitgebreid verslag.

  • 2.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de (concept) besluitenlijst met de digitale opname van de vergadering zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt door plaatsing op de gemeentelijke website.

  • 3.

    De besluitenlijst wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

  • 4.

    De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend. De voorzitter kan toestaan dat kleine wijzigingen tijdens de vergadering worden ingebracht.

  • 5.

    De besluitenlijst omvat naast de genomen besluiten:

    • a.

      een overzicht van de ter vergadering aan- en afwezigen, voorzover onderdeel zijnde van de beraadslagingen;

    • b.

      vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      gedane toezeggingen en gemaakte afspraken;

    • d.

      een overzicht van het verloop van stemmingen, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • e.

      een kennisgeving van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

  • 6.

    De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna dit door de voorzitter en de griffier wordt ondertekend.

Artikel 41 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op:

    • a.

      de rapporteur van een commissie;

    • b.

      het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel;

    • c.

      interrupties.

  • 5.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Rechten van raadsleden

Artikel 42 Amendementen

  • 1.

    Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2.

    Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3.

    Elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk en ondertekend bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter -met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde -oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4.

    Intrekking, door de indiener(s), van het (sub)amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.

Artikel 43 Moties

  • 1.

    Ieder lid kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2.

    Een motie moet, wil het in behandeling genomen kunnen worden, schriftelijk en ondertekend bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een geagendeerd onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats.

  • 4.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 5.

    Intrekking, door de indiener(s), van de motie is mogelijk tot het moment dat wordt overgegaan tot het in stemming brengen van de motie.

Artikel 44 Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Ieder lid heeft het recht voorstellen aan de raad te doen, die buiten de agenda vallen.

  • 2.

    Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk en ondertekend in de vorm van een ontwerpraadsvoorstel bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3.

    Het voorstel wordt via de Agendacommissie op de agenda van de eerstvolgende meningsvormende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor al verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende meningsvormende raad geplaatst.

  • 4.

    Tijdens de behandeling in de meningsvormende raad wordt het voorstel besproken door de fracties en het college. Het voorstel wordt vervolgens in de eerstvolgende besluitvormende raadsvergadering ter besluitvorming voorgelegd, tenzij de leden van de meningsvormende raad, al dan niet op voorstel van het college, tot een andere termijn besluit. Eventuele aanpassing van het voorstel geschiedt door de indiener(s) voor behandeling in de raad. Tijdens de behandeling in de besluitvormende raad wordt het ontwerpraadsvoorstel, voorzien van een reactie van het college besproken, waarna het in stemming wordt gebracht.

  • 5.

    De raad kan voorwaarden stellen aan de behandeling van een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening.

  • 6.

    Een voorstel kan te allen tijde worden ingetrokken door de indiener(s).

  • 7.

    Op een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een wethouder, zijn bepalingen in dit artikel niet van toepassing. Een dergelijk voorstel kan na instemming van de raad terstond aan de agenda van de besluitvormende raad worden toegevoegd.

Artikel 45 Interpellatie

  • 1.

    Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd evenals de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.

  • 3.

    De interpellatie geschiedt in twee termijnen voor zowel de interpellant als de overige leden van de raad, de burgemeester en de wethouders.

Artikel 46 Schriftelijke vragen

  • 1.

    Schriftelijke vragen, die in principe te allen tijde aan het college of de burgemeester kunnen worden gesteld, worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen worden voorzien van een korte toelichting. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.

  • 2.

    De vragen worden bij de voorzitter ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de leden en het college worden gebracht.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. De antwoorden worden per vraag gegeven. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.

  • 4.

    De antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de leden toegezonden.

  • 5.

    Vragen en antwoorden worden geplaatst op de lijst “Ingekomen stukken”.

  • 6.

    De vragensteller of een ander lid kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 47 Inlichtingen

  • 1.

    Indien een lid over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe, door tussenkomst van de griffier schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester.

  • 2.

    De griffier draagt er zorg voor dat de overige leden een afschrift van dit verzoek krijgen.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven.

  • 4.

    De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

Artikel 48 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag kort te motiveren. De stemverklaring moet kort zijn (maximaal ½ minuut) en mag niet het karakter krijgen van een derde termijn, als laatste reactie op de vorige spreker.

Artikel 49 Stemverklaring bij hamerstukken

  • 1.

    Indien de voorzitter vaststelt dat geen van de leden over een geagendeerd voorstel het woord wenst te voeren, wordt het voorstel geacht zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming te zijn aangenomen.

  • 2.

    Voordat in de raadsvergadering de hamer valt, kan een lid over een hamerstuk nog het woord vragen voor het afleggen van een stemverklaring.

Artikel 50 Beslissing

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, kan er geen discussie meer plaatsvinden anders dan een vraag over de orde. Vervolgens vindt na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel tenzij geen stemming wordt gevraagd.

  • 3.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

Procedures bij stemmingen

Artikel 51 Algemene bepalingen over stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt, of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 2.

    In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 28 Gemeentewet van stemming hebben onthouden.

  • 3.

    Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling.

  • 4.

    De voorzitter roept de leden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 39 van dit reglement als primus bij hoofdelijke stemming is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming op grond van artikel 28 Gemeentewet moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 6.

    De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 7.

    Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

  • 8.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 52 Stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2.

    Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3.

    Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4.

    Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 53 Stemming over personen

  • 1.

    Een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, geschiedt via de door de voorzitter verstrekte stembriefjes.

  • 2.

    Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    De voorzitter onderzoekt samen met de griffier of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat als gevolg van het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5.

    Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.

  • 6.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van de voorzitter.

  • 7.

    Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd, tenzij een lid protest tegen de stemming aantekent.

Artikel 54 Herstemming over personen

  • 1.

    Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2.

    Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 3.

    Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist direct het lot.

Artikel 55 Beslissing door het lot

  • 1.

    Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.

  • 2.

    Deze briefjes worden, nadat zij door de griffier zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.

  • 3.

    Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Meningsvormende raad

Artikel 56 Doel van de meningsvormende raad

De vergadering van de raad waarin inhoudelijk informatief wordt doorgevraagd, meningen worden uitgewisseld, argumenten verzameld en voorlopige standpunten bepaald. Dit alles ter voorbereiding op de definitieve standpuntbepaling en besluitvorming in de besluitvormende raadsvergadering. In de meningsvormende raad wordt daarnaast besloten over de verdere procedure voor behandeling van stukken.

Artikel 57 Indeling van de agenda

De indeling van de agenda wordt in principe gemaakt op basis van de portefeuilles van de wethouders en burgemeester. De agendacommissie stelt de agenda op en doet een voorstel van afhandeling van de aangeleverde raadsvoorstellen.

Artikel 58 Deelnemers aan de meningsvormende raad

Aan de meningsvormende raad kunnen zowel raads- als steunfractieleden deelnemen. Echter aan de vergadertafel mogen nooit meer personen zitten dan de fractie groot is. Indien bij een agendapunt een steunfractielid de plaats in neemt van een raadslid wordt dit bij aanvang van de vergadering als mededeling gemeld

Artikel 58a Presentielijst

  • 1.

    Ieder lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan zo spoedig mogelijk voor de aanvang van de vergadering kennis aan de griffier.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Dit geldt ook voor een steunfractielid die, bij een of meerdere agendapunten, een raadslid vervangt. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 59 De procedure

  • 1.

    De vergadering kent een informatief deel en een meningsvormend deel. Voorafgaand aan twee debattermijnen kunnen verduidelijkende vragen worden gesteld. De eerste debattermijn bestaat uit het verhelderen van de standpunten, de tweede termijn dient te leiden tot conclusies omtrent (in te nemen voorlopige) inhoudelijke en procedurele standpunten ten aanzien van betreffende voorstel.

  • 2.

    De leden hebben de gelegenheid in het gesprek relevante informatie, ideeën en meningen naar voren te brengen.

  • 3.

    Het college heeft de gelegenheid in het gesprek een beknopte toelichting op aan de orde zijnde stukken te geven en te reageren op de inbreng van andere deelnemers in de vergadering.

  • 4.

    De leden hebben de gelegenheid beknopt aan de andere deelnemers een (nadere) toelichting te vragen op ingebrachte stukken of de in de vergadering naar voren gebrachte zaken.

  • 5.

    De leden formuleren bij meerderheid een aanbeveling aan de raad betreffende de geagendeerde voorstellen. Deze aanbeveling kan inhouden dat;

    • -

      het onderwerp voldoende behandeld is voor agendering in de besluitvormende raadsvergadering (als hamerstuk of bespreekstuk),

    • -

      het onderwerp of voorstel wordt aangehouden,

    • -

      het onderwerp of voorstel niet op de agenda van de raad wordt geplaatst.

Artikel 60 De voorzitter

  • 1.

    De burgemeester is de voorzitter van de meningsvormende raad en die hoedanigheid belast met de taken genoemd in artikel 2 van dit reglement.

  • 2.

    Indien de voorzitter vanuit zijn portefeuille en collegeverantwoordelijkheid gevraagd wordt deel te nemen aan de beraadslagingen, kan de vicevoorzitter van de raad op verzoek van de burgemeester het voorzitterschap van de meningsvormende raadsvergadering overnemen.

  • 3.

    De voorzitter geeft in de regel een korte introductie op de agendapunten.

  • 4.

    De voorzitter verleent het woord.

  • 5.

    De voorzitter sluit het agendapunt met het verwoorden van een conclusie ten aanzien van de gevoerde discussie, de voorlopige standpuntbepaling en de procedurele vervolgstappen ten aanzien van het voorstel.

Artikel 61 Spreekrecht burgers geagendeerde onderwerpen

  • 1.

    Burgers, die van het spreekrecht voor geagendeerde onderwerpen gebruik wil maken, kunnen dit voor aanvang van de vergadering, onder vermelding van naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp (agendapunt) waarover men het woord wenst te voeren, melden aan de griffier.

  • 2.

    Per spreker wordt een maximum spreektijd van vijf minuten gehanteerd.

  • 3.

    Het woord kan niet gevoerd worden;

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 4.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 5.

    De spreker voert het woord bij behandeling van het agendapunt, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan aan de leden toestaan aan insprekers korte verhelderende vragen te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen inspreker en de leden en insprekers nemen geen deel in het meningsvormende deel van de vergadering.

  • 6.

    De voorzitter doet een procedurevoorstel over de afhandeling van de inbreng van de burger. Daarbij kan de keuze zijn; meenemen in de discussie rond het agendapunt of be- c.q. afhandeling door het college.

Artikel 62 Spreekrecht burgers niet-geagendeerde onderwerpen

  • 1.

    Voorafgaand aan de vaststelling van de agenda van de vergadering is er een spreekronde voor burgers over niet-geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Diegene die van dit spreekrecht gebruik willen meldt dit voor aanvang van de vergadering, onder vermelding van naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp waarover men het woord wenst te voeren, aan de griffier.

  • 3.

    Per spreker wordt een maximum spreektijd van vijf minuten gehanteerd.

  • 4.

    De voorzitter stelt de leden in één spreekronde in de gelegenheid om verduidelijkende vragen te stellen aan de steller.

Artikel 63 Vragenronde raadsleden

  • 1.

    Bij aanvang van iedere meningsvormende raadsvergadering is er direct volgend op het spreekrecht voor burgers over niet-geagendeerde onderwerpen, een vragenronde voor de leden, tenzij er geen vragen zijn ingediend.

  • 2.

    Het lid dat van de vragenronde gebruik wil maken meldt dit, onder aanduiding van het onderwerp uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 12.00 uur aan de griffier.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt op welk tijdstip de vragenronde eindigt.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt de volgorde, waarin aangemelde onderwerpen tijdens de vragenronde aan de orde worden gesteld.

  • 5.

    De vraagsteller krijgt maximaal vijf minuten om zijn vraag toe te lichten.

  • 6.

    Na beantwoording door het college, burgemeester of lid, krijgt de vragensteller desgewenst nog éénmaal het woord om een aanvullende vraag te stellen.

  • 7.

    Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester (aanvullende) vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 8.

    Tijdens de vragenronde kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

Artikel 63 a Rondvraag

Bij de besluitvormende raadsvergadering wordt een rondvraag als agendapunt opgenomen.

Artikel 64 Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt verzonden met de stukken voor de meningsvormende raadsvergadering en met de ingekomen stukken ter inzage gelegd. Schriftelijke mededelingen van het college worden tevens toegezonden aan de raad.

  • 2.

    In de meningsvormende raadsvergadering wordt de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vastgesteld.

  • 3.

    De griffier kan spoedeisende ingekomen stukken tot 48 uur voor de meningsvormende vergadering met een eigen advies voor de wijze van afdoening aan de lijst toevoegen. Deze nieuwe lijst wordt ook aan de leden toegezonden en de extra stukken worden ter inzage gelegd.

  • 4.

    Anonieme ingekomen stukken worden niet in behandeling genomen en dus niet op de lijst geplaatst.

  • 5.

    De raad gaat in beginsel niet reageren op algemene adhesie verzoeken van andere gemeenten; bijvoorbeeld een aangenomen motie.

Artikel 65 Verslaglegging

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst, een actielijst en de digitale opname van de vergadering. Indien digitale opname niet mogelijk is, draagt de griffier zorg voor een uitgebreid verslag

  • 2.

    De geluidsopnamen worden zo spoedig mogelijk op de gemeentelijke website geplaatst. Geluidsopnamen en actielijst zijn ruim voor de besluitvormende raadsvergadering beschikbaar.

  • 3.

    De actielijst bevat:

    • a.

      de namen van de ter vergadering aanwezige leden en overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      de (voorlopige) standpunten, het voorstel van be- c.q. afhandeling, gedane toezeggingen, afspraken en/of acties.

  • 4.

    De actielijst wordt ter vaststelling aangeboden voor de eerstvolgende meningsvormende raadsvergadering

Informatieve raadsvergaderingen

Artikel 66 Doel van de informatieve raadsvergadering

  • 1.

    Doel van deze bijeenkomst is beeldvorming en oriëntatie op een (toekomstig) actueel onderwerp ter verkrijging van inzicht in belangen, feiten en meningen.

  • 2.

    Er is tevens ruimte voor inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven om hun mening te geven en ideeën in te brengen over op de agenda vermelde onderwerpen.

  • 3.

    In de vergadering is geen gelegenheid om leden van het college politiek ter verantwoording te roepen.

  • 4.

    De vergaderingen zijn in principe openbaar.

  • 5.

    De agendacommissie bepaalt of en in hoeverre openbare aankondiging plaatsvindt.

  • 6.

    De vorm van de vergadering is niet vastgelegd.

  • 7.

    De vergadering vindt in de regel aansluitend aan de besluitvormende raadsvergadering plaats. De agendacommissie kan een afwijkende dag aanwijzen.

Artikel 67 De agendacommissie

  • 1.

    De agendacommissie stelt de agenda voor de vergadering vast, op basis van de termijnagenda van de raad, een voorstel van het seniorenconvent of het college.

  • 2.

    De agendacommissie geeft aan of en welke (ambtelijke) ondersteuning vanuit de raad gewenst is bij de voorbereiding en organisatie van de informatieve raadsvergaderingen.

  • 3.

    De agenda wordt samen met de verzending van de stukken voor de besluitvormende raadsvergadering verstuurd, inclusief bijbehorende stukken.

Artikel 68 Deelnemers aan de vergadering

  • 1.

    Aan de vergadering kunnen deelnemen raads- en steunfractieleden, een vertegenwoordiging van het college, (belanghebbende) burgers, instellingen en (ambtelijke) deskundigen.

Artikel 69 De voorzitter

  • 1.

    De burgemeester is voorzitter van de informatieve raadsvergadering en in deze hoedanigheid belast met taken genoemd in artikel 2 van dit reglement.

Artikel 70 De griffier

De griffier is in principe bij iedere informatieve raadsvergadering aanwezig en kan aan het gesprek deelnemen.

Artikel 71 Verslag

Er wordt geen verslag gemaakt van deze vergaderingen. Het tijdens de vergadering beschikbaar gestelde materiaal wordt zoveel mogelijk schriftelijk en/of digitaal beschikbaar gesteld voor de leden.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 72 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 73 In werking treden

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2010. Hiermee vervalt het reglement van orde van de raad 1 januari 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 30 maart 2010
L.A.M. Kompier F.Wilts
voorzitter griffier