Regeling vervallen per 01-03-2011

Reglement op de welstandscommissie Vlissingen

Geldend van 15-05-2004 t/m 28-02-2011

Intitulé

Reglement op de welstandscommise

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit reglement verstaat onder:

  • a.

    welstandscommissie: de commissie van onafhankelijke deskundigen als bedoeld in de artikelen 8, zesde lid, en 48, eerste lid, van de Woningwet;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen;

  • c.

    de raad: de gemeenteraad van Vlissingen;

  • d.

    gemeente: de gemeente Vlissingen;

  • e.

    commissie: de welstandscommissie.

Artikel 2 Taak

De welstandscommissie heeft tot taak, gevraagd of ongevraagd advies uit te brengen aan het college over:

  • a.

    De toepassing van voorschriften omtrent de welstand.

  • b.

    De vrijstellingen van bestemmingsplannen, met uitzondering van de bestemmingsplannen of gedeelten daarvan waarvoor een aanwijzing als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988 tot beschermd stads- of de toepassing van voorschriften omtrent de welstand, dorpsgezicht geldt.

  • c.

    De welstandsbepalingen van de Algemene plaatselijke verordening voor Vlissingen (APV).

  • d.

    Toetsing van vergunningplichtige bouwwerken. De commissie is bevoegd om het college te adviseren over de welstandsaspecten van reguliere en gefaseerde aanvragen om bouwvergunning als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de Woningwet. Regulier vergunningplichtige bouwaanvragen worden in de regel binnen twee dagen na behandeling van een welstandsadvies voorzien.

  • e.

    Toetsing van licht-vergunningplichtige bouwwerken. De commissie is bevoegd om het college te adviseren over de welstandsaspecten van aanvragen om een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 44, tweede lid, van de Woningwet. De licht-vergunningplichtige bouwaanvragen worden in de regel tijdens het commissieoverleg geadviseerd of bij voorkeur uiterlijk binnen twee dagen na behandeling. Gemandateerd door de commissie worden licht-vergunningplichtige bouwaanvragen door een bouwinspecteur van de afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving getoetst. De ambtenaar heeft alleen mandaat om positieve adviezen uit te brengen, Bij twijfel legt de gemandateerde het bouwplan voor aan de welstandscommissie.

  • f.

    De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden. In het verslag zet de commissie tenminste uiteen op welke wijze zij toepassing heeft gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota, de werkwijze van de welstandscommissie, op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen, de aard van de beoordeelde plannen en de bijzondere projecten. Tenminste eenmaal per jaar vindt, ten behoeve van het jaarverslag, een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de welstandscommissie.

  • g.

    De welstandscommissie krijgt de opdracht om naast de reguliere taken de volgende (niet wettelijke verplichte) taken uit te voeren:

    • ·

      Beoordeling van aanvragen voor reclamevergunningen als bedoeld in de APV.

    • ·

      Onder de regie van de gemeente, en op verzoek van de commissie, de gemeente of de aanvrager, noodzakelijk geacht overleg voeren met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen.

    • ·

      Desgevraagd adviezen uitbrengen aan het college over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde structuurplannen, bestemmingsplannen, beeldkwaliteitsplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken.

    • ·

      Desgevraagd adviseren over stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.

    • ·

      Desgevraagd adviseren in het geval van excessen: buitensporigheden in het uiterlijk van bouwwerken die ook voor niet deskundigen evident zijn.

    • ·

      Voorlichting inzake ruimtelijke kwaliteit aan de gemeenteraad, het college en burgers.

    • ·

      Desgevraagd beheren en actualiseren van de gemeentelijke welstandsnota.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De welstandscommissie bestaat uit minimaal twee onafhankelijke deskundige leden en een reserve lid. De leden mogen geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een van de bestuursorganen van de gemeente Vlissingen.

  • 2. De leden worden op voordracht van het college van burgemeester en wethouders benoemd door de raad. Voor deze benoeming kan de welstandscommissie een aanbeveling doen.

  • 3. Aan de welstandscommissie kan als adviseur worden toegevoegd het hoofd van de afdeling Ontwikkeling van de directie Grondgebied of diens vervanger.

  • 4. De voorzitter wordt door de raad uit de in het eerste lid bedoelde leden aangewezen, na overleg met de welstandscommissie.

  • 5. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door het langst zittende lid.

  • 6. De raad ontslaat de leden van de welstandscommissie:

    • a.

      op hun verzoek;

    • b.

      wanneer zij uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt zijn de functie te vervullen;

    • c.

      bij aanvaarding van een ambt of betrekking dat onverenigbaar is met het lidmaatschap van de welstandscommissie;

    • d.

      wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd, die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      wanneer zij ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld.

  • 7. De leden die op eigen verzoek tussentijds worden ontslagen, blijven de functie vervullen tot in de vacature een opvolger is benoemd.

Artikel 4 Secretariaat

  • 1. De welstandscommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris, daartoe aangewezen door de raad op voordracht van het college.

  • 2. De raad kan zo nodig op voordracht van het college één of meer ambtenaren als adjunct-secretaris aanwijzen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van de leden van de welstandscommissie bedraagt twee jaar. Deze termijn kan maximaal tweemaal verlengd worden met een zelfde termijn.

  • 2. Het lid dat in een tussentijdse vacature is benoemd, heeft zitting tot het tijdstip waarop degene in de plaats waarvan hij of zij is benoemd, zou moeten aftreden.

  • 3. Een benoemingsboekhouding wordt opgezet en bijgehouden door de secretaris van de welstandscommissie.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1. De welstandscommissie vergadert in het openbaar en wel ten minste eenmaal per drie weken en voorts zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of indien een van de andere leden het verlangen daartoe onder opgaaf van redenen aan de voorzitter van de welstandscommissie kenbaar maakt. Indien een vergadering is gevraagd wordt zij binnen een week gehouden.

  • 2. De welstandscommissie kan slechts beraadslagen en besluiten, indien ten minste twee leden aanwezig zijn.

  • 3. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel opnieuw een vergadering. Op deze vergadering is het tweede lid niet van toepassing.

  • 4. In de vergadering van de welstandscommissie hebben de leden elk een stem.

  • 5. De besluiten van de welstandscommissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Voor het tot stand komen van een besluit bij een stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen. Bij een schriftelijke stemming worden de leden, die blanco briefjes hebben ingeleverd, geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 6. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Indien hierbij de stemmen staken, vindt in de volgende vergadering van de welstandscommissie herstemming plaats. Bij wederom staken van de stemmen beslist terstond het lot.

  • 7. Over zaken wordt mondeling gestemd. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen van de leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. Bij staking van stemmen over zaken beslist de stem van de voorzitter.

  • 8. De secretaris draagt zorg voor oproeping van de leden onder mededeling van de voor de vergadering vastgestelde agenda. De agenda wordt ten minste twee werkdagen voor het houden van de vergadering aan de leden bezorgd.

  • 9. De vergadering van de welstandscommissie is, met inachtneming van artikel 9.4 van de Bouwverordening, openbaar. Indien de orde van de vergadering of het belang van de aanvrager van de vergunning, ontheffing of vrijstelling of degene die een melding heeft gedaan dit vergt, kan de welstandscommissie besluiten achter gesloten deuren te vergaderen.

  • 10. De welstandscommissie kan en moet voor zover artikel 9.6 van de Bouwverordening van toepassing is, de aanvrager van een vergunning, ontheffing of vrijstelling of de ontwerper van een te beoordelen plan in de gelegenheid stellen dit ten overstaan van de welstandscommissie toe te lichten. Indien opdrachtgevers/ontwerpers bij de behandeling aanwezig willen zijn en gebruik willen maken van het spreekrecht, vermelden ze dit op het daarvoor bestemde formulier of rechtstreeks bij Bouw- en woningtoezicht. De secretaris zorgt voor de uitnodigingen.

  • 11 Alle opdrachtgevers/ontwerpers hebben spreekrecht tijdens de vergadering.

  • 12 De leden van de welstandscommissie onthouden zich van deelneming aan de beraadslagingen en aan de besluitvorming omtrent enige zaak, indien er hunnen aanzien feiten of omstandigheden bestaan waardoor hun onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

  • 13 De gemeente biedt de aanvrager de mogelijkheid om een nog niet formeel aangevraagd bouwplan in een vooroverleg met de welstandscommissie toe te lichten en te bespreken. De secretaris maakt altijd een verslag van het vooroverleg. Dit verslag wordt openbaar als het bouwplan formeel aan de commissie wordt voorgelegd. Vooroverleg vindt in principe in het openbaar plaats. Hiervan kan worden afgeweken na overleg tussen de gemeente, de aanvrager en de welstandscommissie.

Artikel 7 Mandatering

Ten aanzien van het mandateren van de advisering over een bouwvergunningsaanvraag aan een van de leden van de welstandscommissie of aan een subcommissie, is artikel 9.5 van de Bouwverordening van toepassing.

Artikel 8 Verslaglegging

  • 1. De secretaris maakt aantekeningen van het verhandelde in de vergadering van de welstandscommissie en maakt een verslag op.

  • 2. Het verslag vermeldt:

    • a.

      de namen van de leden van de welstandscommissie, die aanwezig zijn;

    • b.

      de namen van ter vergadering verschenen adviseurs en belanghebbenden;

    • c.

      een zakelijke weergave van het in de vergadering behandelde;

    • d.

      het door de commissie uitgebrachte advies.

  • 3. Het verslag wordt voor de eerstvolgende vergadering aan de leden van de welstandscommissie toegezonden.

  • 4. Het verslag wordt in deze vergadering van de welstandscommissie aan de orde gesteld en, na vaststelling wordt een exemplaar aan de raad en het college toegezonden.

Artikel 9 Advisering

  • 1. De welstandscommissie stelt zoveel mogelijk over de haar om adviesvoorgelegde zaken in haar eerstvolgende vergadering een advies op. De welstandscommissie brengt in ieder geval binnen een zodanig termijn advies uit, dat het college binnen de termijnen genoemd in de Woningwet, de bouwverordening en de Algemene wet bestuursrecht tijdig een beslissing kan nemen.

  • 2. De welstandscommissie brengt haar adviezen schriftelijk uit aan het college.

  • 3. De uit te brengen adviezen zijn met redenen omkleed, tenzij zij strekken tot onvoorwaardelijke goedkeuring van een aan de welstandscommissie voorgelegd plan. Bij niet (geheel)positieve adviezen geeft de commissie de richting aan waarin het bouwplan aangepast moet worden om wel voor een positieve beoordeling in aanmerking te kunnen komen.

  • 4. De aan het college uit te brengen adviezen zijn met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.7, tweede lid, van de Bouwverordening openbaar.

  • 5. Indien de minderheid dit verlangt, maakt de welstandscommissie bij het uitbrengen van adviezen tevens de opvatting van de minderheid kenbaar.

Artikel 10 Toezicht

  • 1. Het college is belast met het toezicht op het functioneren van de welstandscommissie.

  • 2. De welstandscommissie verstrekt alle door het college verlangde inlichtingen betreffende haar werkzaamheden.

Artikel 11 Wijziging reglement

Dit reglement wordt niet gewijzigd dan nadat de welstandscommissie over het voorstel haar zienswijze heeft gegeven.

Artikel 12 Citeertitel

  • 1. Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement welstandscommissie Vlissingen 2004”.

  • 2. Dit reglement treedt in werking zes weken na de bekendmaking van de wijziging van de Bouwverordening van de gemeente Vlissingen waarvan het als bijlage onderdeel uitmaakt.

Ondertekening

Vlissingen, 3 maart 2004,
de raad van de gemeente Vlissingen,
de griffier, de voorzitter,
C.M. Sturm A. van Dok-van Weele