Regeling vervallen per 05-04-2018

Werktijdenregeling gemeente Vlissingen

Geldend van 05-04-2018 t/m 04-04-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2015

Intitulé

Werktijdenregeling gemeente Vlissingen

Werktijdenregeling gemeente Vlissingen

Vastgesteld door het college van B&W te Vlissingen op 13 januari 2015

Burgemeester en wethouders van Vlissingen;

  • ·

    Overwegende dat het gewenst is een nadere regeling vast te stellen omtrent de werktijden als bedoeld in artikel 4:2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling;

  • ·

    Gelet op het bepaalde in hoofdstuk 4 van de CAR/UWO omtrent werktijden en gelet op het bepaalde in de Arbeidstijdenwet;

  • ·

    Gehoord de commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken en met instemming van de Ondernemingsraad in de gemeente Vlissingen;

besluiten:

vast te stellen het navolgend Werktijdenregeling gemeente Vlissingen

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  • 1.

    College: burgemeester en wethouders van Vlissingen;

  • 2.

    Algemeen directeur: de functionaris als bedoeld in het “Organisatiebesluit gemeente Vlissingen 2009” dan wel zijn plaatsvervanger;

  • 3.

    Afdeling: de organisatorische eenheid zoals bedoeld in het “Organisatiebesluit gemeente Vlissingen 2009“;

  • 4.

    Medewerker: degene die op grond van de CAR/UWO in tijdelijke of vaste dienst bij de gemeente Vlissingen is aangesteld;

Artikel 2 Toepassing

  • 1. De werktijdenregeling is van toepassing op alle medewerkers. De regeling bestaat uit een standaard- en een bijzondere regeling.

  • 2. De standaardregeling geldt voor de medewerkers die zelf regelruimte hebben voor het bepalen van hun werktijden.

  • 3. De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. Het college bepaalt welke functiegroep(en) onder de bijzondere regeling vallen. Deze functiegroep(en) en functies zijn opgenomen in bijlage 1 van deze regeling.

Artikel 3 Arbeidsduur

  • 1. De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband gemiddeld 36 uur per week.

  • 2. Bij een deeltijd dienstverband is de formele arbeidsduur per week het aantal uren dat in de aanstelling is vermeld.

  • 3. De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen uit hoofdstuk 4 van de CAR-UWO.

Artikel 4 Werk- en pauze tijden

  • 1. Op grond van de arbeidstijdenwet mag maximaal 11 uur per dag en nooit langer dan 5½ uur achtereen worden gewerkt.

  • 2. Tussen 12.00 en 14.00 uur moet het werk worden onderbroken door een pauze van minimaal 15 minuten.

  • 3. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 50 uren per week.

Artikel 5

Bezoek aan medische instanties

  • 1.

    Incidenteel doktersbezoek, tandartsbezoek, ziekenhuisbezoek, e.d. dient in beginsel in eigen tijd plaats te vinden.

  • 2.

    Wanneer het niet mogelijk is om een bezoek als bedoeld in het eerste lid buiten de werktijden plaats te laten vinden, treden leidinggevende en medewerker in overleg om tot een passende oplossing te komen.

Artikel 6 Evaluatie en borging

Jaarlijks evalueert de Ondernemingsraad (OR) de toepassing van de werktijdenregeling en kan de OR verbetervoorstellen doen aan de WOR-bestuurder.

Hoofdstuk 2 De Standaardregeling

Artikel 7 Bezetting en basisafspraken

  • 1. Medewerkers kunnen werkzaamheden verrichten binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 uur en 22.00 uur.

  • 2. Het kantoorpand is geopend van 7.00 uur tot 19.00 uur.

  • 3. Eenmaal per jaar, tijdens het planningsgesprek, worden basisafspraken gemaakt tussen de leidinggevende en de medewerker over de werktijden, verlof en werkplanning. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd en zijn vast onderwerp in de jaargesprekken.

  • 4. Bij het gebruikmaken van deze regeling staat de ongestoorde voortgang van het werk en de dienstverlening aan de burgers voorop.

  • 5. De bloktijden, dat wil zeggen de tijden dat het wenselijk is dat medewerkers aanwezig zijn, liggen van 09.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 16.00 uur. Op individueel niveau kunnen hier afspraken over worden gemaakt.

  • 6. De medewerker heeft de mogelijkheid om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken, met in achtneming van het bepaalde in lid 4. De leidinggevende en de medewerker maken hierover duidelijke afspraken.

  • 7. Het management ziet toe op de juiste toepassing van deze regeling. Er geldt een gedeelde verantwoordelijkheid van het management en de medewerker voor de ongestoorde voortgang van de werkzaamheden en de dienstverlening aan de burgers.

  • 8. Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en de medewerker maken samen afspraken om de tijd op korte termijn te compenseren.

Artikel 8 Tijdregistratie

  • 1. Voor de registratie van de werktijden maakt de medewerker gebruik van een voorgeschreven geautomatiseerd systeem. Voor het gebruik van dit systeem wordt een handleiding vastgesteld en aan de medewerker ter beschikking gesteld.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde systeem gaat uit van een gemiddelde arbeidsduur per week, in combinatie met de feitelijke gewerkte tijd leidt dit tot een saldo.

  • 3. Het saldo aan variabele uren plus het gewone verlofsaldo mag aan het eind van het kalenderjaar niet minder zijn dan 10 uur negatief en maximaal 60 uur bedragen. Indien de medewerker meer uren wil meenemen naar het volgend kalenderjaar is daar conform artikel 6:2:6 van de CAR/UWO toestemming van het college voor nodig.

Artikel 9 Buitendagvenstervergoeding

Indien de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR-UWO.

Artikel 10 Beschikbaarheidsdiensten

  • 1. De medewerker die aangewezen is voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten kan recht hebben op de vergoeding zoals opgenomen in de Algemene regeling wachtdienstvergoeding Vlissingen 1992.

  • 2. Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht binnen het dagvenster, heeft de medewerker recht op compensatie in tijd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

  • 3. Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht buiten het dagvenster, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR/UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden daarnaast in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

Hoofdstuk 3 De Bijzondere regeling

Artikel 11 Bijzondere regeling

  • 1. De bijzondere regeling is van toepassing op de in bijlage 1 opgenomen functiegroep(en) en functies.

  • 2. Het college stelt voor deze groep eenzijdig de individuele werktijden vast conform artikel 4:4 CAR-UWO.

  • 3. Het college kan de in bijlage 1 genoemde functies/functiegroep(en) wijzigen indien daar aanleiding toe bestaat.

  • 4. Medewerkers in de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR/UWO aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3:2 CAR/UWO), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:3), beschikbaarheidsvergoeding (artikel 3:3A CAR/UWO) en verschuivingsvergoeding (artikel 3:4 CAR-UWO).

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als 'Werktijdenregeling gemeente Vlissingen' en treedt in werking met ingang van 1 mei 2015.

  • 2.

    De 'Regeling variabele werktijden in de gemeente Vlissingen' vastgesteld door het college op 18 maart 2008, wordt met ingang van 1 mei 2015 ingetrokken.

Vlissingen, 23 maart 2015

Burgemeester en wethouders van Vlissingen

de secretaris,

de burgemeester,

mr.drs.ing. M. (Martin) van Vliet

A.M. Demmers-van der Geest