Uitvoeringsbesluit/Reglement voor de algemene begraafplaats gemeente Voerendaal 2006

Geldend van 18-05-2006 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit/Reglement voor de algemene begraafplaats gemeente Voerendaal 2006

Burgemeester en wethouders van de gemeente Voerendaal;

gelet op het bepaalde in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Voerendaal 2004;

besluiten:

vast te stellen het volgende

Uitvoeringsbesluit/Reglement voor de algemene begraafplaats gemeente Voerendaal 2006

BEHEER

Artikel 1

Het administratieve beheer van de begraafplaats wordt gevoerd door de Afdeling Klantcontacten. De Afdeling Beheer is belast met het technisch beheer.

Artikel 2

  • 1.

    Ten behoeve van het administratieve beheer worden gehouden:

    • a.

      een dagregister, bevattende alle begravingen in chronologische volgorde;

    • b.

      een kaartregister, betreffende de uitgegeven eigen graven;

    • c.

      een plattegrondt ekening van de begraafplaatsen, aangevende nummering en indeling der graven.

  • 2.

    De Afdeling Klantcontacten draagt er zorg voor, dat de nodige gegevens omtrent het begraven van lijken op de algemene begraafplaats met spoed worden gezonden aan de Afdeling Beheer, die de hiermede verband houdende werkzaamheden op de begraafplaats tijdig doet uitvoeren.

Artikel 3

  • 1.

    Bij elke begraving doet de met het dagelijks toezicht op de begraafplaatsen belaste ambtenaar, alvorens hij tot de teraardestelling van een lijk laat overgaan, zich ter hand stellen het door de ambtenaar van de burgerlijke stand afgegeven verlof tot het begraven van dat lijk, dan wel wanneer het betreft bijzetting van een asbus in een graf, de daartoe nodig verklaring van het crematorium.

  • 2.

    Deze bewijsstuk ken worden door de genoemde ambtenaar, aangevuld met de nodige gegevens, zo spoedig mogelijk bezorgd op de Afdeling Klantcontacten.

OPENSTELLING

Artikel 4

  • 1. De begraafplaats te Voerendaal is dagelijks voor het publiek opengesteld.

  • 2. In afwijking van het bep aalde in het eerste lid, kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat de toegangen tot de begraafplaats in uitzonderingsgevallen, zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders, worden gesloten. In spoedeisende gevallen is de met het dagelijks toezicht op de begraafplaats belaste ambtenaar hiertoe gerechtigd. Van zijn besluit geeft deze ambtenaar binnen 24 uur na uitvoering bericht aan burgemeester en wethouders.

    INDELING BEGRAAFPLAATSEN

Artikel 5

  • 1. Op de bij dit besluit behorende plattegrondtekening van de begraafplaats wordt aangegeven het gedeelte van de begraafplaats bestemd voor het begraven van lijken van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar. Te zijner tijd zal het terrein voor het begraven van bij ruiming aangetroffen overblijfsele n van lijken en kisten eveneens worden aangewezen.

  • 2. Op deze tekening wordt tevens nader aangegeven in welke begraafvakken staande of liggende graftekens mogen worden geplaatst.

    VERGUNNING

Artikel 6

De verordening verstaat onder:

  • 1.

    grafbedekking: gedenktek en en winterharde grafbeplanting;

  • 2.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • 3.

    grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht.

Artikel 7

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werktekening in tweevoud op schaal van tenminste 1:20 dienen ten minste voor te komen:

  • a.

    een boven -, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

  • b.

    de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

  • c.

    de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuraties;

  • d.

    vermelding van de persoon door wie het werk wordt uitgevoerd.

Indien zulks nodig wordt geacht , dient aan het Hoofd Buitendienst of diens vervanger, een monster van het te verwerken materiaal te worden getoond.

  • 3.

    De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

  • 4.

    De plaatsingsvergunning en goedgekeurde tekening moeten bij de uitvoering der werkzaamheden kunnen worden getoond.

AFMETINGEN VAN DE GEDENKTEKENS

Artikel 8

  • 1. De graftekens moeten voldoen aan de navolgende voorwaarden:

    Staandegraftekens

    Een hoogte boven het maaiveld van 0,90 meter Een breedte va n 0,60 meter Een dikte van 0,10 meter

    Liggendegraftekens

    Een diepte van max. 0,45 meter

    Een breedte van 0,60 meter

    Een dikte van 0,10 meter

    Graftekensopkindergraven

    Een hoogte boven het maaiveld van 0,60 meter Een breedte van 0,45 meter Een dikte van 0,10 meter

  • 2. Voor een houten kruis gelden de hoogte- en breedtematen van staande graftekens en een dikte van 0,10 meter.

Artikel 9

De grafstenen dienen aan de rechterzijkant te worden voorzien van grafnummers, die op een hoogte van 0,50 meter boven het maaiveld in de steen moeten worden ingehakt, opgehakt of van metaal zijn.

VORMGEVING EN MATERIAALKEUZE

Artikel 10

Behoudens het bepaalde in artikel 11 is de vormgeving en keuze van het materiaal der stenen vrij, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat de ontworpen grafsteen in vorm, materiaalkeuzen, kleur, oppervlaktebehandeling en kwaliteit storend zal werken.

In verband daarmede zal bij ieder in te dienen ontwerp afzonderlijk worden beoordeeld of de

vormgeving, de materiaalkeuze en de kleur verantwoord kunnen worden geacht tussen de reeds geplaatste grafwerken, dan wel naar verwachting niet storend zullen werken, voor de in de toekomst te plaatsen stenen.

Artikel 11

Geen vergunning zal worden verleend voor:

  • 1.

    het aanbrengen van marmerslag e.d. op graven;

  • 2.

    bakstenen, kunststenen, kunststoffen, houten, gietijzeren en geëmailleerd grafwerk, uitgezonderd blankgelakte houten kruisen;

  • 3.

    ijzeren hekjes, houten palen of planken, betonnen of natuurstenen banden ter aanduiding van de grootte van het graf;

4. steenhouwwerk met opschrift van verheven letters of onderdelen daarvan, die elk minder dan 3 mm boven de ondergrond uitsteken;

  • 5.

    steenhouwwerk met een inscriptie van ingebeitelde letters of onderdelen daarvan, die minder dan 3 mm zijn ingehakt;

  • 6.

    steenhouwwerken, waarop of waarin verfstof of enig ander preparaat is aangebracht;

  • 7.

    steenhouwwerk, waarop één inscriptie is bevestigd;

  • 8.

    graftekens, welke niet aan redelijke kwaliteitseisen voldoen (bijvoorbeeld niet weerbestendig zijn).

Artikel 12

Het plaatsen van een firmanaam of enige andere reclame of graftekens of een onderdeel daarvan is verboden.

UITVOERING VAN DE WERKZAAMHEDEN

Artikel 13

  • 1. Het grafteken moet ten genoegen van het Hoofd Buitendienst of diens plaats vervanger op de aanwezige onderbouw worden geplaatst. Het dookgat moet worden aangebracht in het midden van de onderkant van het grafteken op 0,05 meter van de achterzijde daarvan.

  • 2. Het plaatsen en wegnemen van gedenktekens op de graven geschiedt door en voor rekening en risico van de rechthebbende; een en ander volgens de door of namens het Hoofd Buitendienst te geven instructies, zulks met inachtneming van het ter zake gestelde in de Beheersverordening algemene begraafplaats gemeente Voerendaal 2004.

  • 3. Indien het liggend grafteken onder het staande grafteken is geplaatst, dan moet de rechthebbende het grafteken vóór 08.00 uur op de dag voorafgaande aan de bijbegraving op zijn kosten verwijderen of laten verwijderen, zodat het liggende grafteken geen obstakel vormt voor het aanbrengen van de grafbekisting.

  • 4. De werkzaamheden, als bedoeld in lid 2 en 3, moeten zodanig worden uitgevoerd, dat zij de diensten tijdens een teraardebestelling niet storen.

  • 5. Zodra de werkzaamheden zijn beëindigd of vanwege het einde van de werkdag worden opgeschort, is de uitvoerder verplicht onmiddellijk de graven en de wegen van alle materialen, hulpmateriaal en afval te zuiveren en dit af te voeren. Indien zulks niet binnen 24 uur is geschied, zal dit van gemeentewege op zijn kosten plaatshebben.

Artikel 14

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, wanneer naar hun oordeel het uitgevoerde of in uitvoering zijnde ontwerp van het graf niet overeenkomt met de oorspronkelijke goedgekeurde tekening, het grafwerk op kosten van de rechthebbende en zonder dat deze recht heeft op vergoeding van

eventuele schade, te doen verwijderen.

BEPLANTING

Artikel 15

  • 1. Aan een rechthebbende op een graf wordt toegestaan een gedeelte van het grafoppervlak te

    gebruiken voor het aanbrengen en/of hebben van bloemen en/of blijvende planten

  • 2. Voor plantenvakken als bedoeld in lid 1, gelden de volgende afmetingen:

    • -

      een maximumdiepte vanaf de achterkant van de steen van 0,85 meter;

    • -

      voor kindergraven eveneens een maximumdiepte vanaf de achterkant van de steen 0,70 meter;

    • -

      een maximumbreedte van 130 cm in gelijke delen verdeeld naar links en rechts gemeten vanuit het hart van het gedenkteken.

Artikel 16

Geen toestemming zal worden verleend voor:

  • 1.

    het aanbrengen en/of hebben van bloemen en/of beplantingen op het graf, anders dan in de daarvoor bestemde ruimte, met uitzondering van bloemwerken en kransen gedurende de eerste maand na de begrafenis. Na dat tijdstip heeft de gemeente het recht deze zonder aanzegging van het graf te doen verwijderen.

  • 2.

    planten, welke een groter oppe rvlak begroeien dan de daarvoor bestemde ruimte;

  • 3.

    planten, welke hoger groeien dan 0,90 meter.

URNENMUUR

Artikel 17

  • 1. Het is toegestaan om op het planchet voor de urnennis bloemen, planten of andere niet -breekbare losse voorwerpen neer te zetten. Ter voorkoming van diefstal is het eveneens toegestaan om kaarshouders op deugdelijke en nette wijze vast te zetten middels lijm of kit.

  • 2. Het is niet toegestaan om op de grond voorde urnenmuur losse voorwerpen, bloemen, planten e.d. neer te zetten, met uitzondering van bloemwerken en kransen gedurende de eerste maand na de bijzetting.

  • 3. Het is niet toegestaan om op de urnenmuur losse voorwerpen, bloemen, planten e.d. neer te zetten.

  • 4. Het is niet toegestaan om voorwerpen in de muur, op de planchets dan wel de gedenkplaat vast te schroeven, te lijmen, te plakken of te kitten o.i.d. (met uitzondering van kaarshouders op de planchets, zie lid 1).

  • 5. Het is niet toegestaan om de muur dan wel het planchet te behandelen met verf, lak of was.

  • 6. De gemeente heeft het recht niet -toegestane voorwerpen zonder aanzegging te verwijderen.

Artikel 18

Dit besluit kan worden aangehaald als het “Uitvoeringsbesluit/Reglement voor de algemene begraafplaats gemeente Voerendaal 2006 en in treedt in werking op 18 mei 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Voerendaal d.d. 2 mei 2006.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VOERE NDAAL,
de secretaris, de burgemeester,