Regeling vervallen per 10-03-2018

Gedragscode bestuurlijke integriteit raads- en commissieleden 2006

Geldend van 28-04-2006 t/m 09-03-2018

Intitulé

Gedragscode bestuurlijke integriteit raads- en commissieleden 2006

De raad der gemeente Voorschoten;

gezien het voorstel van zijn voorzitter dd. 30 maart 2006, nr. 023 ;

gelet op artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet alsmede op de Verordening voorzieningen Raads- en commissieleden;

besluit :

I. vast te stellen de navolgende Gedragscode bestuurlijke integriteit raads- en commissieleden 2006;

II. in te trekken de Gedragscode bestuurlijke integriteit raadsleden, zoals vastgesteld op 24 april 2003.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.1

    Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

  • 1.2

    Onder raadslid wordt verstaan: een lid van de gemeenteraad van Voorschoten.

  • 1.3

    Onder commissielid wordt verstaan: een lid van een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet, niet zijnde een raadslid.

  • 1.4

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raad.

  • 1.5

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.6

    De raads- en commissieleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1

    Een raads- of commissielid doet opgave van zijn substantiële financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt of waarin de gemeente een financieel belang heeft. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.2

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raads- of commissielid bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3

    Een raads- of commissielid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.4

    Een raads- of commissielid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 3.1

    Een raads- of commissielid onthoudt zich tijdens de uitoefening van werkzaamheden van handelingen die conflicteren met het belang van de gemeente.

  • 3.2

    De kosten die een raads- of commissielid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • 3.3

    Een raads- of commissielid dat een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het raadslidmaatschap, meldt dit voornemen aan de voorzitter van de raad.

Artikel 4 Informatie

  • 4.1

    Een raads- of commissielid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 4.2

    Een raads- of commissielid maakt niet ten eigen bate of in zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het raadslidmaatschap verkregen geheime of vertrouwelijke informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken

  • 5.1

    Geschenken en giften – waaronder begrepen uitnodigingen voor diners, uitgaansactiviteiten e.d. - die een raads- of commissielid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd.

  • 5.2

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, is het onder 5.1 bepaalde van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Bestuurlijke uitgaven

  • 6.1

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 6.2

    Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd.

    - Met de uitgave is het belang van de gemeente gediend,

    en

    - De uitgave vloeit voort uit de functie.

  • 6.3

    Voor wat betreft de voor vergoeding in aanmerking komende bestuurlijke uitgaven van raads- en commissieleden is bepalend de “Verordening voorzieningen Raads- en commissieleden”.

Artikel 7 Declaraties

  • 7.1

    Het raads- of commissielid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 7.2

    Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe door het college vastgestelde administratieve procedure.

  • 7.3

    Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe door het college vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 7.4

    Gemaakte kosten worden uiterlijk voor het einde van het kalenderjaar, waarop zij betrekking hebben, gedeclareerd.

  • 7.5

    De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van raadsleden worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 7.6

    In geval van twijfel omtrent een declaratie wordt deze ter besluitvorming aan de voorzitter van de raad voorgelegd.

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 8.1

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen – anders dan die bedoeld in artikel 8.2 – voor privé-doeleinden is niet gewenst.

  • 8.2

    Aan raadsleden wordt – op de wijze en onder de voorwaarden zoals bepaald in de “Verordening voorzieningen raads- en commissieleden” – de mogelijkheid geboden de beschikking te krijgen over een computer of laptop.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Voorschoten,
gehouden op 27 april 2006.
de griffier, de voorzitter,