Verordening Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand en Wet Investeren in Jongeren gemeente Voorschoten 2010

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  WWB: de Wet werk en bijstand. In deze verordening wordt onder de WWB tevens verstaan de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK);

• b.

  WIJ: Wet Investeren in Jongeren;

• c.

  Cliënt(en): de persoon die een uitkering ontvangt van de gemeente Voorschoten op grond van de WWB of WIJ, als bedoeld in het eerste lid, alsmede de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder a. van de WWB of artikel 2 van de WIJ;

• d.

  Belangenorganisaties: organisaties van cliënten, alsmede organisaties die mede de belangen van cliënten behartigen, werknemersorganisaties daaronder begrepen;

• e.

  Cliëntenraad: een uit vertegenwoordigers van cliënten bestaand gremium met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

• f.

  College: het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten.

2. Voor zover niet anders bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

1. In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert de Cliëntenraad over het gemeentelijk beleid op het terrein van de Wet werk en bijstand en Wet Investeren in Jongeren;

2. De Cliëntenraad houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele cliëntzaken.

1. De Cliëntenraad bestaat uit cliënten van de afdeling Sociale dienstverlening (SDZ) en vertegenwoordigers van belangenorganisaties, waarbij de rol van de voorzitter kan worden bekleed door een persoon die tot de doelgroep van de WWB/WIJ behoort en die ingeschreven staat bij het UWV/WERKbedrijf.

2. De Cliëntenraad bestaat uit minimaal 4 en maximaal 8 personen.

3. Het College streeft naar een gelijke verdeling tussen het aantal cliënten en het aantal vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in het cliëntenplatform.

4. Voor de cliëntenraadsvergaderingen voorzien de leden zelf in het voorzitterschap.

5. Nieuwe leden van de Cliëntenraad worden door het College benoemd op voordracht van de leden van de Cliëntenraad.

6. De zittingsduur van de leden van cliëntenraad is vier jaar.

7. De leden zijn voor één zittingsduur herbenoembaar.

8. Het lidmaatschap van de Cliëntenraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Gemeenteraad, dan wel raadscommissies, het College van burgemeester en wethouders en als ambtenaar in dienst van de gemeente Voorschoten.

1. Het lidmaatschap van de Cliëntenraad eindigt indien het lid geen belanghebbende of vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisaties meer is.

2. Het lidmaatschap van de Cliëntenraad eindigt indien het lid aftreedt.

3. Het lidmaatschap van de Cliëntenraad eindigt indien de zittingsduur als bedoeld in artikel 4, zesde lid is verlopen.

4. In de gevallen, bedoeld in het eerste en derde lid, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden.

5. De Cliëntenraad is verantwoordelijk voor een tijdige voordracht van nieuwe leden van de Cliëntenraad en wordt daarbij ondersteund/geadviseerd door de klantmanagers die direct contact hebben met de doelgroep.

1. In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het College van burgemeester en wethouders de Cliëntenraad om advies. Het advies wordt gevraagd in een zodanig stadium van het beleidsvoorbereidingproces dat het kan worden betrokken bij de besluitvorming.

2. Het College vraagt de Cliëntenraad in ieder geval advies inzake het gemeentelijk beleid inzake de uitvoering van de WWB/WIJ.

3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het uitgebrachte advies toegevoegd kan worden aan de Gemeenteraad ter beschikking te stellen stukken.

4. Onverminderd het hiervoor bepaalde kan de Cliëntenraad ook ongevraagd adviezen aan het College geven ter bevordering van een evenwichtig integraal beleid op het gebied van de WWB/WIJ.

5. De wethouder van Sociale zaken, dan wel door het College aangewezen ambtenaar voert minimaal tweemaal per jaar overleg met de Cliëntenraad, waarbij een gemeentelijke vertegenwoordiger zorg draagt voor het vastleggen van de gemaakte afspraken, die voortvloeien uit het overleg.

6. De wethouder dan wel de aangewezen ambtenaar en de Cliëntenraad hebben de mogelijkheid derden uit te nodigen in verband met een van de agendapunten van het overleg.

7. Het College draagt er zorg voor dat aan de Cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Cliëntenraad.

8. Het College stelt nadere regels vast over de procedures en de contacten met de Cliëntenraad.

1. De cliëntenraadsvergaderingen zijn openbaar en vinden éénmaal per kwartaal plaats.

2. Op verzoek van een meerderheid van de leden van de Cliëntenraad, kan er tussentijds een vergadering plaatsvinden.

3. Het overleg met de wethouder van Sociale zaken, dan wel door het College aangewezen ambtenaar vindt minimaal twee maal per jaar plaats.

4. Een vergadering als bedoeld in het eerste en derde lid wordt minimaal 4 weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

5. Een vergadering als bedoeld in het tweede lid wordt minimaal 2 weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

6. De leden van de Cliëntenraad, alsmede de wethouder Sociale Zaken dan wel de aangewezen ambtenaar, kunnen tot twee weken voor het overleg genoemd in lid 3 onderwerpen op de agenda plaatsen.

7. Indiening van agendapunten voor het overleg, zoals genoemd in lid 3 van dit artikel, geschiedt schriftelijk bij een medewerker van de Sociale dienstverlening die voorziet in het samenstellen van de agenda van het overleg.

1. Het College stelt een budget beschikbaar ten behoeve van de werkzaamheden van de Cliëntenraad.

2. Ten behoeve van de Cliëntenraad wordt jaarlijks in de begroting een budget van € 1.500,--(zegge: eenduizend en vijfhonderd euro) opgenomen.

3. Onkosten, waaronder secretariaatswerkzaamheden, abonnementen, werkbezoeken, faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en pr, etcetera gemaakt door de leden van de Cliëntenraad ten behoeve van de werkzaamheden voor de Cliëntenraad, komen ten laste van het in het tweede lid genoemde budget.

4. Tevens kunnen ten laste hiervan, ter beoordeling van het College van burgemeester en wethouders, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering en organisatiekosten.

5. Voor het bijwonen van de vergadering wordt geen presentiegeld verstrekt. De leden van de Cliëntenraad met een minimuminkomen ontvangen een vrijwilligersvergoeding van € voor hun werkzaamheden.

6. De gemeente stelt voor maximaal 2 uur per week kantoor-, vergader- en spreekuurruimte, kopieerfaciliteiten, PC en telefoon beschikbaar, ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Cliëntenraad. Bij behoefte van de Cliëntenraad voor uitbreiding van het gebruik van de fractiekamer wordt overleg gepleegd met de receptie.

1. Het College van burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als:” Verordening Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand en Wet Investeren in Jongeren gemeente Voorschoten 2010”.

3. Deze verordening treedt in werking één dag na bekendmaking waarmee de Verordening Cliëntenparticipatie 2009 komt te vervallen.