Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Gemeente Voorst 2015

1. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

2. Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:

• a.

  een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;

• b.

  die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en

• c.

  die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

1. Het college past een loonwaarde methodiek toe om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.

2. Over de loonwaarde methodiek maakt het college met regiogemeenten, UWV en regionale sociale partners afspraken in het regionale werkbedrijf.

3. De methodiek moet voldoen aan een aantal kwaliteitseisen:

• a.

  de loonwaarde mag niet afhangen van degene die de loonwaarde bepaalt;

• b.

  het moet transparant zijn hoe de loonwaarde tot stand is gekomen;

• c.

  de methode moet inzichtelijk zijn beschreven;

• d.

  de methode moet betrouwbaar zijn;

• e.

  de methode moet richtlijnen bevatten om te komen tot de loonwaarde van een werknemer op een werkplek, die de prestatie van de werknemer weergeeft.

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Gemeente Voorst 2015.