Verordening Versterking Praktijkonderwijs in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs

1. Onder voorziening wordt in deze regeling verstaan:

Bouwkundige aanpassing van het lesgebouw en/of de inrichting van het lesgebouw om het gebouw en de inrichting ervan (beter) geschikt te maken voor het geven van praktijkgericht onderwijs.

2. Om voor een voorziening als omschreven in artikel 2, eerste lid, in aanmerking te komen moet voldaan worden aan de volgende toekennigscriteria:

• 1.

  het moet gaan om een structurele en fysieke voorziening in de onderwijshuisvesting:

  • a.

    het kan hierbij gaan om een uitbreiding dan wel om een interne aanpassing van het gebouw en/of de inrichting daarvan;

  • b.

    de voorziening moet nu en op termijn direct ten goede komen aan scholen die in de gemeente Vught gevestigd zijn. Lesgebouwen waarvan reeds nu wordt voorzien dat binnen vijf jaar na het aanvragen van de voorziening het lesgebouw blijvend zal ophouden te bestaan voor de betreffende school, zijn uitgesloten;

• 2.

  het karakter van de aangevraagde voorziening moet aansluiten op de doelgroep van de school en gemotiveerd moet worden op welke wijze dit bijdraagt aan de versterking van de positie van de leerlingen van de betreffende school.

3. Advieskosten, begeleidingskosten en overige kosten in verband met de levering van diensten, ongeacht of zij verband houden met voorzieningen als genoemd in dit artikel, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

4. Kosten die zijn gemaakt op basis van een opdracht verstrekt voorafgaand aan het besluit tot subsidieverlening, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

1. Een aanvraag voor een voorziening als bedoeld in artikel 3 moet:

• 1.

  ingediend worden door het schoolbestuur;

• 2.

  uiterlijk 1 november 2007 worden ingediend bij het college;

• 3.

  ten minste de volgende gegevens bevatten:

  • a.

    het adres van het betreffende schoolgebouw;

  • b.

    het jaar van uitvoering van de voorziening;

  • c.

    een nadere onderbouwing bevatten van de gewenste aanpassing(en) bestaande uit tekeningen van de huidige en toekomstige situatie indien het een bouwkundige aanpassing betreft en een overzicht van de aanschaffingen indien het de inrichting van een lesgebouw betreft;

  • d.

    een nadere onderbouwing bevatten waaruit blijkt dat de leerlingen gemiddeld langer dan een half jaar onderwijs volgen aan de school die de voorziening aanvraagt;

  • e.

    een nadere onderbouwing bevatten waaruit blijkt dat de voorziening aansluit op de doelgroep van de school en waaruit blijkt op welke wijze de voorziening bijdraagt aan de versterking van de positie van de leerlingen van de betreffende school.

2. Aanvragen voor genoemde voorzieningen die worden ontvangen na het verstrijken van de termijn genoemd in het eerste lid, onder 2. van dit artikel worden afgewezen.

1. Het subsidieplafond voor deze regeling is vastgesteld op € 152.000,-.

2. Als berekeningsgrondslag voor een vergoeding geldt een bijdrage van € 1.000,- per leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs die ouder is dan 12 jaar, waarbij als peildatum wordt gehanteerd het aantal leerlingen per wettelijke teldatum 1 oktober 2005.

3. Indien de aanvragen voor voorzieningen als bedoeld in artikel 3 het subsidieplafond overschrijden, wordt de bijdrage naar rato van het aantal leerlingen per wettelijke teldatum van 1 oktober 2005 over de scholen aan wie een voorziening is toegekend, verdeeld.

1. De beschikking tot subsidieverlening wordt door het college vastgesteld.

2. De beschikking tot subsidieverlening bevat een omschrijving van de voorziening(en) waarvoor het subsidie wordt verleend.

3. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het bedrag waarop ten hoogste aanspraak gemaakt kan worden.

4. Aan de beschikking tot subsidieverlening kunnen voorwaarden worden verbonden.

1. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op het vastgestelde bedrag.

2. De beschikking tot subsidievaststelling wordt door het college vastgesteld.

3. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk 31 december 2008 ingediend. Op genoemde datum dient de aanvraag door het college te zijn ontvangen. De aanvraag betreft alle voorzieningen voor de desbetreffende school waarvoor op grond van deze regeling subsidie is verleend. De aanvraag omvat een overzicht van de voorzieningen die zijn gerealiseerd en een overzicht van de kosten.

4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet tijdig is ingediend, wordt de subsidie met toepassing van artikel 4:46, tweede lid, van de Awb op grond van artikel 4:47, aanhef en onder b, Awb ambtshalve door het college vastgesteld.

5. De subsidie wordt lager vastgesteld dan de subsidieverlening indien één der gevallen als bedoeld in artikel 4:46, tweede lid, van de Awb zich voordoet.

6. De aanspraak op bekostiging van de toegekende voorziening vervalt indien deze niet op uiterlijk 31 december 2008 is gerealiseerd.

1. Het college beslist op welke wijze de betaling voor een aangevraagde voorziening betaalbaar wordt gesteld.

2. In de beschikking tot subsidieverlening wordt de aanvrager in kennis gesteld van de wijze van betaling.

1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Versterking Praktijkonderwijs in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs”.

2. Zij treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

3. Met ingang van 31 december 2008 vervalt deze verordening