Regeling vervallen per 01-01-2009

Regeling langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Vught

Geldend van 29-04-2004 t/m 31-12-2008 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2004

Intitulé

Regeling langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Vught

In het kader van de uitvoering van de langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36 Wet werk en bijstand de volgende beleidsregels vast te stellen.

Artikel 1.

De benadering van de doelgroep voor een langdurigheidstoeslag zal alleen plaatsvinden door adequate voorlichting.

Artikel 2.

Bij de beoordeling van de vraag of een belanghebbende voldoende heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden, geldt dat belanghebbende over een periode van 5 jaar voorafgaand aan de aanvraagdatum geen maatregel heeft opgelegd gekregen op grond van het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz dan wel, indien de reïntegratie- en de afstemmingsverordening in werking zijn getreden, op grond van de afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Vught; dan wel conform de door het UWV of SVB uit te voeren sociale verzekeringswetten. Dit geldt niet voor de volgende soort maatregelen:

  • -

    de bestuurlijke waarschuwing terzake van het niet-tijdig inleveren van het maandelijkse inkomstenformulier;

  • -

    de maatregel terzake van het niet-tijdig inleveren van het maandelijkse inkomstenformulier;

  • -

    de maatregel terzake van het verzuim van een belanghebbende om de inschrijving als werkzoekende bij het CWI tijdig te laten verlengen.

Artikel 3.

Onder het begrip ‘persoon’ wordt verstaan: een persoon of personen van 23 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, zijnde gehuwden en daarmee gelijkgestelde, een alleenstaande ouder of een alleenstaande die een inkomen hebben/heeft op bijstandsniveau en die overigens voldoe(t)n aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 36 WWB en deze beleidsregels.

Artikel 4.

Het recht op een langdurigheidstoeslag bestaat alleen voor Nederlanders dan wel aan Nederlanders gelijkgestelde vreemdelingen. Hiermee wordt aangesloten bij de kring van rechthebbenden als bedoeld in artikel 11 eerste en tweede lid WWB.

Artikel 5.

Bij gehuwden en samenwonenden (artikel 3 WWB) worden beide partners als één belanghebbende aangemerkt, namelijk de persoon zoals bedoeld wordt in artikel 36 eerste lid WWB. Dat impliceert dat gehuwden of samenwonenden slechts recht op de toeslag hebben, indien zij beiden aan alle voorwaarden voor verlening van de toeslag voldoen. Dat houdt tevens in dat beiden op de dag van aanvraag, 23 jaar of ouder moeten zijn, en beiden op de dag van aanvraag niet ouder zijn dan 65 jaar.

Artikel 6.

Bij de verlening van bijzondere bijstand wordt geen rekening gehouden met de verstrekking van de langdurigheidstoeslag.

Artikel 7.

Onder het begrip “zeer geringe duur van arbeid” als bedoeld in artikel 36 eerste lid sub b WWB wordt verstaan een periode van drie maanden binnen ieder afzonderlijk kalenderjaar waarbinnen een belanghebbende betaalde arbeid verricht.

Artikel 8.

Onder het begrip "zeer geringe hoogte van de inkomsten uit of in verband met arbeid" als bedoeld in artikel 36 eerste lid sub b WWB, wordt verstaan een geldelijk bedrag waarvan de hoogte gelijk is aan de hoogte van de langdurigheidstoeslag, zoals die geldt voor een belanghebbende per datum van zijn aanvraag.