Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige/WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

Geldend van 03-01-2008 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige/WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught;

gelet op het bepaalde in:

  • -

    artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;

  • -

    artikel 2 van de verordening hondenbelasting;

  • -

    artikel 2 van de verordening rioolrechten;

  • -

    artikel 2 van de verordening reinigingsheffingen;

  • -

    hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ);

besluit vast te stellen de volgende:

"Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige/WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie"

Algemeen

  • -

    In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Vught een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

  • -

    In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor één eigendom meer personen als (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen mag de gemeente op grond van artikel 24 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden verzenden. De gemeente Vught hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

A. Voorkeursvolgorde belastingplichtige

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    1.1 de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

    1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

    1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

    1.1.3 de erfpachter;

    1.2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    1.3 degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    2.1 indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Vught wonen of gevestigd zijn:

    2.1.1 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

    2.1.2 degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

    2.1.3 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    2.1.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    2.1.5 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    2.1.6 degene die bij het onderdeel belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

    2.1.7 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    2.2 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Vught wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

    2.2.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    2.2.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    2.2.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    2.2.4 degene die bij het onderdeel belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

    2.2.5 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    2.3 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

    2.3.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    2.3.2 degene die bij het onderdeel belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

    2.3.3 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    3.1 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    3.2 degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    3.3 de oudste in leeftijd;

    3.4 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de hondenbelasting, het rioolrecht van gebruikers (afvoerrecht) en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    4.1 degene die de nutsvoorziening van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, op naam heeft;

    4.2 degene die de huur van het hele belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, betaalt aan een elders wonende verhuurder;

    4.3 degene die het grootste deel van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, gebruikt;

    4.4 degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;

    4.5 degene die het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, het langst gebruikt;

    4.6 de oudste, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden;

    4.7 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.

  • 5.

    Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die: 5.1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

    5.2 ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

    5.3 ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

  • 6.

    De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

    6.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    6.2 bij het onderdeel belastingen bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 7.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 8.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 9.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 10.

    Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (Beroep bij de rechter is mogelijk.)

  • 11.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

B. Voorkeursvolgorde WOZ-belanghebbende

In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, is het bepaalde onder A. Voorkeursvolgorde belastingplichtige, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen van overeenkomstige toepassing.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn vergadering van 18 december 2007.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Vught,
de secretaris,
mr. drs. A.P.M. ter Voert
de burgemeester,
R.J. van de Mortel