Regeling vervallen per 01-01-2020

Inconveniëntenregeling 2004

Geldend van 13-05-2004 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2004

Intitulé

Inconveniëntenregeling 2004

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vught,

gehoord de Ondernemingsraad;

gelet op artikel 3:1 lid 1 van de CAR/UWO en artikel 23 van de

Bezoldigingsverordening 2004;

B E S L U I T E N :

Vast te stellen de navolgende verordening:

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a functionaris:

de ambtenaar in de zin van artikel 23 van de Bezoldigingsverordening 2004;

b functie:

het geheel van werkzaamheden dat blijkens een beschrijving door de functionaris is te verrichten;

c inconveniënt:

één of meerdere omstandigheden, voortvloeiende uit de uitoefening van de functie die – afhankelijk van algemeen maatschappelijke factoren – als extra bezwarend worden ervaren, die in redelijkheid niet vermijdbaar zijn en die een beroep doen op de bereidheid onder een dergelijke omstandigheid te werken;

d inconveniëntenbeschrijving:

de beschrijving van het inconveniënt, met gebruikmaking van een daartoe ontworpen formulier;

e functiedeskundige:

de door burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon die met de uitvoering van het in deze regeling bepaalde is belast;

f leidinggevende:

de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie en personele bezetting van de eenheid waartoe de functionaris behoort;

g conversie:

de vertaling van de resultaten van de gradering naar een compensatieniveau;

h conversietabel:

de tabel die de vertaling van de resultaten van de gradering naar een compensatieniveau regelt en die op basis van deze regeling is vastgesteld;

Algemene bepaling

Artikel 2

  • 1.

    De zwaarte van het bij de uitoefening van een functie ondervonden inconveniënt wordt vastgesteld met toepassing van een systeem van inconveniëntenwaardering, dat als bijlage I bij deze regeling is gevoegd en daarvan onverbrekelijk deel uitmaakt (INCO-systeem).

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt slechts ten aanzien van door burgemeester en wethouders aangewezen functies, waarvoor een bezoldiging van gemeentewege wordt vastgesteld en waarvoor niet uit andere hoofde een compensatie voor inconveniënten wordt verkregen.

Inconveniëntenbeschrijving

Artikel 3

  • 1.

    Ten aanzien van de ingevolge het tweede lid van artikel 2 aangewezen functies worden inconveniëntenbeschrijvingen opgemaakt.

  • 2.

    De inconveniëntenbeschrijving wordt opgesteld door de leidinggevende, gehoord de functionaris, waartoe gebruik wordt gemaakt van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen de inconveniëntenbeschrijving vast.

  • 4.

    De inconveniëntenbeschrijving kan in daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen worden herzien.

Gradering

Artikel 4

  • 1.

    De vastgestelde of herziene inconveniëntenbeschrijving wordt ter gradering voorgelegd aan de functiedeskundige, die aan de hand daarvan een waarderingsadvies opstelt.

  • 2.

    Het waarderingsadvies wordt ter advisering voorgelegd aan een door burgemeester en wethouders in te stellen waarderingscommissie.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen, rekening houdend met het advies van de waarderingscommissie, het niveau van het inconveniënt vast.

  • 4.

    Een besluit als bedoeld in het derde lid wordt bekendgemaakt door toezending of uitreiking aan de functionaris, alsmede door toezending van een afschrift aan de leidinggevende.

Conversie

Artikel 5

Burgemeester en wethouders vertalen de gradering naar een compensatieniveau aan de hand van een door hen vast te stellen conversietabel.

Inconveniëntentoelage

Artikel 6

  • 1.

    Compensatie van het inconveniënt geschiedt in de vorm van een toelage, die maandelijks aan de functionaris betaalbaar wordt gesteld en waarvan de hoogte door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld volgens het bepaalde in bijlage II.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde toelage wordt aangepast overeenkomstig de algemene salariswijzigingen in de sector Gemeenten.

  • 3.

    De functionaris die in deeltijd is aangesteld of die slechts voor een gedeelte van zijn werktijd een functie uitoefent, waaraan de aanspraak op een toelage als in lid 1 bedoeld is verbonden, geniet evenbedoelde toelage slechts naar evenredigheid.

  • 4.

    De toelage vervalt of wordt verminderd indien het inconveniënt door wijziging van de functie of van de omstandigheden waaronder die functie wordt uitgeoefend wegvalt, respectievelijk in betekenende mate afneemt.

  • 5.

    In geval de functionaris door arbeidsongeschiktheid wegens ziekte tijdelijk niet in staat is om zijn functie te vervullen, ondergaat de aanspraak op doorbetaling van de toelage uit hoofde van dit artikel geen wijziging.

Afbouwregeling

Artikel 7

  • 1.

    Aan de functionaris, wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikel 6, een blijvende verlaging ondergaat in de zin van artikel 23 van de Bezoldigingsverordening 2004, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende of een blijvende toelage toegekend overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens laatstgenoemd artikel.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de functionaris wiens bezoldiging door zijn toedoen een blijvende verlaging als in het vorig lid bedoeld ondergaat, aan wie direct daaraan voorafgaand gedurende tien jaren of langer onafgebroken een toelage is toegekend wegens en in verband met het verrichten van zware, onaangename of gevaarlijke arbeid, en die 55 jaar of ouder is, een blijvende toelage toegekend.

  • 3.

    De in lid 2 bedoelde toelage is gelijk aan die welke in het eerste lid is genoemd, met dien verstande dat de toelage ingevolge het tweede lid na ommekomst van de uitkeringsperiode, berekend overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens artikel 24 van de Bezoldigingsverordening, ook voor de verdere duur van het dienstverband van de functionaris gehandhaafd blijft op 25 % van de berekeningsbasis.

Onvoorziene gevallen

Artikel 8

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, kan het college van burgemeester en wethouders een bijzondere regeling treffen.

Slotbepalingen

Artikel 9

Voor de medewerker die op 1 mei 2004 was aangesteld in dienst van de gemeente Vught en aan wie op grond van de “Regeling Inconveniëntenwaardering Vught 1983” een inconveniëntenvergoeding in tijd was toegekend, blijft die vergoeding ook na inwerkingtreding van deze regeling van kracht tot uiterlijk 1 januari 2005. Samenloop van een inconveniëntenvergoeding en een inconveniëntentoelage als in dit artikel bedoeld is uitgesloten.

Artikel 10

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking, werkt terug tot 1 mei 2004 en kan worden aangehaald als ‘Inconveniëntenregeling 2004’.

  • 2.

    De “Regeling Inconveniëntenwaardering Vught 1983”, zoals vastgesteld bij besluit van 9 mei 1983, wordt ingetrokken.

Vught, 11 mei 2004

Burgemeester en wethouders van Vught,

de burgemeester,

J. de Groot

de secretaris,

mr.drs. A.P.M. ter Voert

Bijlage 1 Toelichting

Toelichting