Regeling stimuleringssubsidies welzijn, zorg en maatschappelijke dienstverlening gemeente Vught 2008-2011

a. Activiteitenplan: een overzicht dat de activiteiten weergeeft waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

b. Activiteitenverslag: het activiteitenverslag bevat een overzicht van de gerealiseerde activiteiten in enig subsidiejaar, in relatie tot de activiteiten waarvoor subsidie is verleend.

c. Meerjarig subsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor meer dan een boekjaar.

d. Organisatie: een stichting of vereniging die met haar activiteiten tenminste een bereik heeft van 25 personen dan wel 25 leden telt. Voor specifieke organisaties voor mensen met een beperking geldt een aantal van 15. Indien het te verlenen subsidiebedrag gelijk of lager is dan € 1.500,- wordt een natuurlijk persoon of samenwerkingsverband gelijkgesteld met een stichting of vereniging indien de activiteiten voldoen aan de voorwaarden in boven genoemde zin.

e. Mensen met een beperking: inwoners van Vught met een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking én die zelfstandig wonen (d.w.z. niet vallen onder de functie verblijf van de AWBZ).

f. Organisatie voor ouderen: een organisatie die zich ten doel stelt de participatie van ouderen aan de samenleving te bevorderen en te bevorderen dat ervaring en deskundigheid van ouderen wordt ingezet wordt en niet verloren gaat.

g. Ouderen: oudere inwoners van Vught die zelfstandig wonen en niet vallen onder de functie verblijf van de AWBZ.

h. Leden: personen die als lid bij een Vughtse organisatie zijn ingeschreven en daarvoor contributie betalen.

i. Cliëntenraad: een door de gemeente ingesteld adviesorgaan dat gevraagd en ongevraagd adviseert over een bepaald beleidsterrein als ook over de uitvoeringspraktijk van dat beleidsterrein. (cliëntenparticipatie WWB).

j. Burgerparticipatie: alle activiteiten die de overheid onderneemt om burgers te betrekken bij haar activiteiten.

k. Vrijwilliger: een persoon die de organisatie ondersteunt. Het college berekent het aantal vrijwilligers op 1 per 5 leden/deelnemers. Als dit niet mogelijk is gaat het college uit van 80 uur inzet per jaar.

1. Voor subsidiëring op grond van deze Regeling komen uitsluitend organisaties in aanmerking, die activiteiten verrichten op het gebied van welzijn, zorg en maatschappelijke dienstverlening, zoals genoemd in deze Regeling.

2. Voor organisaties die activiteiten in Cromvoirt organiseren gelden de volgende criteria:

• a.

  minimum aantal leden: 15; en/of

• b.

  minimum aantal deelnemers: 15; en/of

• c.

  minimum aantal activiteiten: 12 per jaar - een per maand.

1. Nieuwe aanvragen om subsidie op grond van deze Regeling kunnen ieder jaar worden ingediend vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

2. Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend, wordt de subsidie geweigerd.

3. Bij de indiening dient de aanvrager gebruik te maken van een door het college vastgestelde aanvraagformulier.

1. Een aanvraag wordt in behandeling genomen zodra de volgende gegevens zijn verstrekt:

• -

  een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

• -

  activiteitenplan/werkplan voor het tijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

• -

  een begroting voor het eerste jaar waarvoor subsidie word aangevraagd; en

• -

  een activiteitenverslag van het jaar voorafgaand aan de aanvraag.

2. Bij een eerste aanvraag wordt tevens verstrekt:

• -

  een afschrift van de notariële akte waarin de statuten zijn opgenomen;

• -

  een opgave van de bestuurssamenstelling en bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel; en

• -

  een meest recente balans en overzicht van baten en lasten.

1. Het college stelt de subsidie zonder voorafgaande subsidieverlening voor een of meerdere jaren vast.

2. Indien de subsidie mede bestaat uit een bedrag per jeugdlid of lid met een beperking, stelt het college de subsidie vast voor een periode van twee boekjaren. In 2009 stelt het college de subsidie vast voor de boekjaren 2010-2011.

1. In de situatie genoemd in artikel 5, tweede lid van deze Regeling stelt het college de subsidie voor de boekjaren 2010-2011 in beginsel vast op basis van het ledenaantal op 1 januari 2007.

2. In afwijking van het vorige lid stelt het college de subsidie voor de boekjaren 2010-2011 vast op basis van het ledenaantal op 1 januari 2009, indien het ledenaantal op die datum meer dan 10% is gestegen of gedaald ten opzichte van het ledenaantal op 1 januari 2007.

3. Indien door een dalend ledenaantal op 1 januari 2009 niet meer wordt voldaan aan de in artikel 1 van deze Regeling opgenomen omschrijving van het begrip organisatie, wordt de subsidie voor de boekjaren 2010-2011 geweigerd.

1. De aanvrager is verplicht jaarlijks vóór 1 mei een activiteitenverslag van het voorgaande jaar in te zenden.

2. Het college kan uitstel verlenen van de in het eerste lid genoemde datum.

1. Subsidie is bedoeld voor ondersteuning van activiteiten voor ouderen.

2. Activiteiten zijn gericht op/bestaan uit:

• a.

  het versterken van de mogelijkheden voor ouderen om zelfstandig te blijven wonen; en/of

• b.

  de gecertificeerde methode ‘Meer Bewegen voor Ouderen’; en/of

• c.

  het benutten van kennis en kunde van ouderen voor de Vughtse samenleving; en/of

• d.

  het bevorderen van een veilige leefomgeving voor ouderen; of

• e.

  het als organisatie voor ouderen in verenigingsverband verzorgen van activiteiten en het bieden van de mogelijkheid van ontmoeting en ontspanning;

• f.

  het als koepelorganisatie ondersteuning bieden aan Vughtse organisaties voor ouderen.

1. Ten minste een van de activiteiten genoemd in artikel 10 moet worden aangeboden. Een combinatie tussen a tot en met d is ook mogelijk.

2. Het is ter beoordeling van het college of er sprake is van een combinatie van activiteiten en of van het combinatieaanbod gebruik gemaakt wordt. Hierbij zal gekeken worden naar doel, bereik en haalbaarheid van de activiteit.

3. Organisaties voor ouderen hebben een ledenbestand dat tenminste voor 75% uit leden van 65 jaar en ouder bestaat en verzorgen de gevraagde activiteit ten minste eenmaal per week gedurende 40 weken.

4. De koepelorganisatie verzorgt onder andere ondersteuning aan en coördinatie en afstemming van activiteiten van Vughtse organisaties voor ouderen.

1. Voor organisaties voor ouderen is de subsidie opgebouwd uit:

• a.

  een bedrag per lid; en

• b.

  een bedrag voor vrijwilligersondersteuning.

2. Voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 10 tweede lid onder a t/m d en f bestaat de subsidie uit een vast bedrag.

1. Subsidie is bedoeld voor de ondersteuning van activiteiten voor of ten behoeve van inwoners met een beperking.

2. De activiteiten zijn gericht op het behoud en bevorderen van hun zelfstandig functioneren, van hun deelname aan het maatschappelijk verkeer en het tegengaan van sociaal isolement (ontmoeting, ontspanning).

1. Voor activiteiten waarbij de deelnemers zelf een beperking hebben geldt voor de organisatie dat er tenminste 1 activiteit per week voor tenminste 15 deelnemers moet worden georganiseerd.

2. Voor alle overige activiteiten geldt dat zij worden uitgevoerd onder toezicht of verantwoordelijkheid van een professionele organisatie die zich aantoonbaar richt op mensen met en beperking.

3. Activiteiten komen niet voor subsidiering in aanmerking als bekostiging op grond van een andere passende regeling mogelijk is (bijvoorbeeld AWBZ).

1. Subsidie wordt verstrekt aan een door het college als adviesorgaan aangewezen organisatie waarin de volgende doelgroepen tenminste zijn vertegenwoordigd: minima, ouderen, mensen met een beperking.

2. Pas na opdracht van het college wordt overgegaan tot uitvoering van projecten voor interactieve aanpak van beleidsadvisering.

1. EHBO:

• a.

  Het verzorgen van een opleidingsprogramma voor leden van de EHBO; en

• b.

  Ondersteuning bieden bij tenminste 4 evenementen per jaar in Vught; en

• c.

  Jaarlijks één door de EHBO georganiseerde activiteit gericht op kinderen in de leeftijd van het basisonderwijs.

2. Rode Kruis:

• a.

  Ondersteuning bieden bij tenminste 4 evenementen per jaar in Vught; en

• b.

  Jaarlijks één door het Rode Kruis georganiseerde activiteit gericht op kinderen in de leeftijd van het basisonderwijs.

3. Slachtofferhulp:

Ondersteuning bieden aan inwoners van Vught die het slachtoffer zijn geworden van misdrijven of verkeersongevallen door Slachtofferhulp Nederland.

4. Buddyproject Brabant Noord-Oost:

• a.

  Patiënten met een ernstige of levensbedreigende ziekte die diep ingrijpt in hun persoonlijke leefsituatie, morele en praktische hulp bieden; en

• b.

  Bereid zijn tot afstemming en samenwerking met lokale initiatieven die raakvlakken hebben met de activiteiten van het buddyproject.

1. EHBO:

• a.

  Een bedrag per jaar per ondersteunende activiteit;

• b.

  Een bedrag voor de activiteit voor kinderen; en

• c.

  Een bedrag voor vrijwilligersondersteuning.

2. Rode Kruis:

• a.

  Een bedrag per jaar per ondersteunende activiteit;

• b.

  Een bedrag voor de activiteit voor kinderen; en

• c.

  Een bedrag voor vrijwilligersondersteuning.

3. Slachtofferhulp: een vast bedrag per inwoner van de gemeente met als peildatum 1 januari 2007 voor het bepalen van het inwoneraantal.

4. Buddyproject Brabant Noord-Oost: een vast bedrag per jaar.

1. Beheer vindt voor tenminste 60% plaats door inzet van vrijwilligers.

2. Subsidie wordt verstrekt op basis van een door het college goedgekeurd onderhoudsplan.

1. De subsidie is bedoeld ter stimulering en ondersteuning van vrijwilligersorganisaties die initiatieven en activiteiten ontplooien die zijn gericht op het voorkomen en/of bestrijden van armoede van Vughtse inwoners.

2. De initiatieven/activiteiten dragen bij aan/bestaan uit:

• a.

  het verbeteren van de leefsituatie en het toekomstperspectief van (kwetsbare) burgers met een inkomen tot maximaal 120% van de bijstandnorm; en/of

• b.

  het ondersteunen van ouders en het slechten van drempels gericht op deelname aan activiteiten van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen om ontplooïngskansen te creëren en uitsluiting te voorkomen; en/of

• c.

  het voorkomen en bestrijden van schulden; en/of

• d.

  het versterken van de maatregelen uit het armoedebeleid en het onder de aandacht brengen van informatie over Vughtse voorzieningen, regelingen en andere initiatieven om armoede te voorkomen en te bestrijden; en/of

• e.

  het uit de taboesfeer halen van armoede.

3. Het college kan een opdracht verstrekken aan een hiertoe aangewezen partij om activiteiten uit te voeren die bijdragen aan het voorkomen en/of bestrijden van armoede.

1. Voor subsidie komen slechts organisaties in aanmerking die naar het oordeel van het college activiteiten verrichten die een toegevoegde waarde hebben ten opzichte van bestaande initiatieven op het moment van indiening van de aanvraag.

2. In ieder geval hebben activiteiten geen toegevoegde waarde, als dezelfde activiteiten reeds door een andere organisatie worden verricht en de aanvrager niet aantoonbaar meer personen uit de doelgroep weet te bereiken.

3. Voor alle activiteiten geldt dat zij worden uitgevoerd onder toezicht of verantwoordelijkheid van een vrijwilligersorganisatie met een ideële doelstelling die werkt met vrijwilligers en zich aantoonbaar richt op het voorkomen en bestrijden van armoede bij inwoners van Vught met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm.

1. Voor deze subsidie op grond van dit artikel geldt in 2011 een subsidieplafond van € 10.000,00.

2. Voor aanvragen die binnen vier weken na inwerkingtreding van dit artikel zijn ingekomen bij het college geldt dat, indien toekenning van subsidie op die aanvragen leidt tot overschrijding van het subsidieplafond, het beschikbare bedrag wordt verdeeld naar rato van het recht op subsidie dat de aanvragers zouden hebben zonder toepassing van het subsidieplafond.

3. Aanvragen die na die periode worden ingediend, worden afgehandeld op volgorde van datum van ontvangst van de aanvraag.

1. De subsidie bedraagt maximaal € 2.500,00 en is als volgt opgebouwd:

• a.

  Een bijdrage in de opbouw en het onderhoud van de organisatie, vast te stellen aan de hand van de ingediende begroting;

• b.

  Een bedrag voor vrijwilligersondersteuning;

2. Als het college een opdracht verstrekt zoals genoemd onder artikel 15 lid 3, bepaalt het college de hoogte van de subsidie.