Regeling vervallen per 20-12-2019

Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Vught

Geldend van 13-01-2011 t/m 19-12-2019

Intitulé

Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Vught

De raad van de gemeente Vught;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2010, zaaknr. Z10-20971, inzake vaststelling Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Vught onder intrekking van de Telecommunicatieverordening gemeente Vught van 19 december 2002;

gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening, inclusief de 4 bijlagen, inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet;

  • c.

    kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • d.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

  • e.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;

  • f.

    aanbieder: degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i van de wet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de wet;

  • g.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan 25 m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;

  • m.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • -

      het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • -

      reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 25 m en niet vallend onder artikel 3 eerste lid;

    • -

      het maken van huisaansluitingen;

    • -

      het openen en dichten van een ondergrondse handhole of lasmof;

  • n.

    standaardbepalingen: standaardbepalingen voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de gemeente Vught;

  • o.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert; Nutsbedrijven, waaronder in het algemeen Electriciteits-, Gas-, en Waterleidingbedrijven, maar ook mogelijke andere partijen die kabels en leidingen (laten) aanleggen, beheren of opruimen in de gemeente Vught.

Artikel 2. Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met het door het college vastgestelde formulier (bijlage 2).

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met het daarvoor door het college vastgestelde formulier (bijlage 2).

    Het college kan ook voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard bijzondere voorschriften geven als bedoeld in artikel 6.1 van deze verordening.

  • 5. De werkzaamheden dienen na oplevering schriftelijk gereed gemeld te worden bij het college middels het daarvoor bestemde meldingsformulier (bijlage 3).

Artikel 3. Ernstige belemmeringen en storingen

  • 1. Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder in beginsel met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden.

    De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via het onder artikel 2 lid 1 bedoelde meldingsformulier (bijlage 2) aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

    Indien het ten gevolge van het opheffen van bedoelde calamiteit noodzakelijk is dat er een kabelwerk wordt uitgevoerd van een lengte van meer dan 25 m in openbare gronden, wordt aan de aanbieder (met terugwerkende kracht) een instemmingsbesluit verstrekt door het college.

  • 2. Dit artikel is niet van toepassing op openbare gronden die in beheer en eigendom zijn bij onder andere: het Waterschap, Staatsbosbeheer, Provincie Noord-Brabant, NS, Defensie, Terrein Voorburg en Rijkswaterstaat. De aanbieder dient in deze gevallen zelf contact op te nemen met de betreffende gedoogplichtige(n) en waar van toepassing een vergunning aan te vragen. Indien het kabel- en/of leidingenwerktoch bij de gemeente Vught wordt gemeld, zal doorverwijzing naar de betreffende belanghebbende(n) plaatsvinden.

Artikel 4. Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1e.

        een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen (in 3-voud) en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 2e.

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      • 3e.

        een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

      • 4e.

        de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

      • 5e.

        de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • 6e.

        naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten. Deze persoon of personen dienen begrijpelijk Nederlands te spreken;

      • 7e.

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • 8e.

        de maatregelen t.b.v. de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      • 9e.

        alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5. Beslistermijn en aanhouding

Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 2. Indien binnen 5 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 3. Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 4. Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van 12 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 2 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 5. Voor het verkrijgen van instemmingsbesluiten is de aanbieder Leges verschuldigd.

    De Leges wordt geheven volgens de meest recente tarieventabel behorende bij de meest recente Legesverordening van de gemeente Vught.

Artikel 7. (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders en/of netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 8. Standaardbepalingen

Het in uitvoering nemen van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 en 3 van deze verordening houdt expliciet in dat de Standaardbepalingen voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de gemeente Vught (bijlage 1) van toepassing zijn. Zonder uitdrukkelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders of van diegene waaraan de bevoegdheid tot het geven van toestemming is gedelegeerd mag van de Standaardbepalingen niet worden afgeweken.

Artikel 9. Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 10. Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening Vught met bijbehorende standaardbepalingen voor het aanbrengen van K&L in de gemeente Vught , vastgesteld op 19 december 2002, wordt ingetrokken na vaststelling van de Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Vught.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1. De Telecommunicatieverordening gemeente Vught, vastgesteld op 19 december 2002 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening gemeente Vught, vastgesteld op 19 december 2002 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt geheel overeenkomstig de Gemeentewet in werking met ingang van de achtste dag na publicatie in de huis aan huis krant Het Klaverblad.

Artikel 13. Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Vught”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught
in zijn openbare vergadering van 16 december 2010.
de griffier,
drs. H.C. de Visch Eijbergen
de voorzitter,
R.J. van de Mortel

Bijlage 1 Standaardbepalingen voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de gemeente Vught (Standaardbepalingen), d.d. 16 december 2010

Het in uitvoering nemen van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 en 3 van de AVOI en de Telecommunicatieverordening houdt expliciet in dat de onderstaande Standaardbepalingen worden geaccepteerd. Zonder uitdrukkelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders of van diegene waaraan de bevoegdheid tot het geven van toestemming is gedelegeerd mag van deze Standaardbepalingen niet worden afgeweken.

Standaardbepalingen

A Voorbereiding

  • 1.

    Het plaatsen van objecten en voorzieningen ten behoeve van kabels en leidingen dienen expliciet te worden vermeld in de aanvraag met de tekst “nieuw te plaatsen object”. Tevens dient men met de gemeente overeenstemming te bereiken m.b.t. de toepassing van de kleur van het betreffende object en of voorziening. Indien het nieuw plaatsen niet wordt vermeld wordt er van uit gegaan dat de huidige situatie blijft gehandhaafd.

  • 2.

    Om overlast van een kabel- en/of leidingwerk bij de burgers tot een minimum te beperken dient vooraf vastgesteld te worden dat de kabel- en leidingwerken van meerdere disciplines daar waar mogelijk altijd gecombineerd uitgevoerd worden.

  • 3.

    Eén werkdag voorafgaand aan de uitvoering dient men de start van werkzaamheden te melden. De melding dient men per fax (073-6580191) of e-mail (postbus.bor@vught.nl) te richten aan de gemeente Vught, afdeling Beheer Openbare Ruimte, t.a.v. Wijkteamleiders.

    Vermeld dient te worden: vergunning/instemmingsnummer; de straatnaam; startdatum; aard van de werkzaamheden en voor welke netbeheerder of aanbieder men deze werkzaamheden dient uit te voeren. Zijn er tijdens de uitvoering vragen, van welke aard dan ook, dan dient men contact op te nemen met de behandelend ambtenaar vermeld op de afgegeven vergunning c.q. het afgegeven instemmingsbesluit.

B Uitvoering

  • 1.

    De uitvoerende partij dient tijdens de uitvoering van de werkzaamheden de verstrekte vergunning c.q. instemming op het werk in zijn of haar bezit te hebben, op verzoek kunnen tonen en de strekking van de inhoud moet ten minste bij de uitvoerder van het werk bekend zijn.

  • 2.

    Daar waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de standaardprofielen van de Gemeente Vught. Ook de diepteligging van de kabels en leidingen dient overeenkomstig het in de gemeente Vught vastgestelde dwarsprofiel te worden uitgevoerd. Hiervoor wordt verwezen naar bijlage 1a met tekeningnummer ST-2-K.

  • 3.

    Toegebrachte schade aan de verharding, riolen, bomen, kabels en leidingen, goederen en/of rechten van de gemeente Vught en aan derden, voortvloeiend uit werkzaamheden verricht door of in opdracht van de netbeheerder of aanbieder, dient te allen tijde op de dag van het optreden van de schade aan de behandelend ambtenaar van de gemeente Vught te worden gemeld. Alle kosten van schade aan goederen en/of rechten van de gemeente en van derden die direct of indirect voortvloeien uit de werkzaamheden of die het gevolg zijn van veronachtzaming van deze standaardbepalingen komen voor rekening van de netbeheerder of aanbieder.

  • 4.

    Bij constatering van mogelijk vervuilde grond dient u tijdig contact op te nemen met de contactpersoon van de Gemeente Vught.

  • 5.

    Voorwerpen van archeologische waarde die bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gevonden, worden overgedragen aan de gemeente.

  • 6.

    Gedurende weekenden, nationale feest- en gedenkdagen en vakantieperioden dienen de sleuven te zijn gedicht en dienen goed begaanbaar te zijn. Op aanwijzing van de gemeente Vught kan de eis worden gesteld dat de sleuven dagelijks worden gedicht. Dit betreft met name routes voor visueel gehandicapten, locaties in de nabijheid van verzorgingscentra c.q. zorgwoningen en winkelcentra. Het moet te allen tijde gewaarborgd zijn dat visueel gehandicapten nooit in een openliggende sleuf of lasgat kunnen vallen. Afzetting van het volledige werkterrein met bouwhekken wordt hiertoe door de gemeente Vught geadviseerd.

    Bij uitvoering dient de bereikbaarheid van de bedrijven, instellingen en bewoners te allen tijde te zijn gewaarborgd.

  • 7.

    Om “vervuiling” van de ondergrondse ruimte te voorkomen dienen in principe alle kabels en leidingen die blijvend door de netbeheerder of aanbieder buiten gebruik zijn gesteld binnen vier weken na buiten bedrijfstelling te worden verwijderd. In overleg met de behandelend ambtenaar kunnen hierover nadere afspraken worden gemaakt. De om wat voor reden dan ook niet verwijderde vervallen kabels en leidingen dienen zodra er werkzaamheden in het onderhavige tracé plaatsvinden te worden verwijderd. Gelet op artikel A.2 van deze standaardbepalingen zullen daar waar de geul open gaat netbeheerders en/of aanbieders dit met elkaar moeten afstemmen.

  • 8.

    Bij wegkruisingen waarbij de weg voorzien is van semi- of open verharding dient men mantelbuizen toe te passen.

    Bij wegkruisingen waarbij de weg voorzien is van een asfaltverharding dient de wegkruising met behulp van een doorpersing tot stand te worden gebracht. Het gebruik van een “raket” is niet toegestaan.

    Zonder uitdrukkelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders of van diegene waaraan de bevoegdheid tot het geven van toestemming is gedelegeerd mag er geen asfalt worden opgebroken.

  • 9.

    Aanvullingen ter plaatse van wegen voorzien van semi- of open verharding dient plaats te vinden met zand met een minimale laagdikte van 0.50 m. zand voor zandbed.

  • 10.

    Uit de sleuven vrijkomende puin, hout, e.d. mag niet worden teruggebracht en dient te worden afgevoerd naar een erkend verwerkingsbedrijf. Alle daaruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening de netbeheerder of aanbieder.

  • 11.

    Algemene eisen aan de uitvoering van grondwerken.

    • -

      Onderheulen van wegen en haar fundering is niet toegestaan. Wegbedekking en fundering dienen over minstens de totale lengte en breedte van de ontgraving te worden opengebroken.

      De sleuf dient gescheiden te worden ontgraven en opgeslagen. Bij het aanvullen van de sleuf dient het zand met een minimale dikte van 0,50 m boven in de sleuf te worden verwerkt. Tekortkomend zand dient te worden aangevoerd en verwerkt.

    • -

      Indringingsweerstand; sondeerwaarde.

      De leden 4 en 5 van Artikel 22.02.06 van de Standaard 2005 zijn van toepassing en worden aangevuld door de hierna volgende leden.

      De bestaande grondslag onder ophogingen en /of aanvullingen moet voldoen aan een sondeerwaarde van minimaal 2,5 N/mm2 op een diepte van maximaal 100 mm onder onderkant ophoging c.q. aanvulling. Indien de bestaande grondslag rondom de sleuf niet voldoet aan deze eis dient het bedrijf dit direct te melden aan de vertegenwoordiger van de gemeente Vught.

      Voor zand dat in ophogingen en aanvullingen in theoretisch verhardingscunet (zand in zandbed) wordt verwerkt, dienen op een diepte van maximaal 100 mm onder bovenkant ophoging c.q. aanvulling tot onderkant van deze ophoging c.q. aanvulling de volgende sondeerwaarde in acht te worden genomen:

      • a.

        onder trottoirs: minimaal 2,0 N/mm2;

      • b.

        onder open bestrating van rijwegen: minimaal 4,0 N/mm2;

      • c.

        onder verhardingen op hetzelfde niveau als de rijweg: minimaal 4,0 N/mm2;

      • d.

        onder asfaltverhardingen: minimaal 4,0 N/mm2;

      • e.

        onder plantsoenpaden: minimaal 2,0 N/mm2;

      • f.

        (onder trottoirs en parkeerstroken) in boomputten:

        minimaal 1,5 N/mm2; en

        maximaal 2,0 N/mm2.

      Voor zand verwerkt in overige ophogingen en/of aanvullingen niet genoemd in lid 3 gelden, op een diepte van maximaal 100 mm onder bovenkant ophoging c.q. aanvulling tot onderkant ophoging c.q. aanvulling de volgende eisen:

      • a.

        sondeerwaarde minimaal 2,5 N/mm2, behoudens aanvullingen van sleuven conform Hoofdstuk 24 van de Standaard 2005 en onderliggende standaard-voorwaarden;

      • b.

        de dichtheid van de aanvulling moet overeenkomen met die van de omringende grondslag zodat geen zettingsverschillen ontstaan.

      Onder de verharding van fiets- en voetpaden moet het oorspronkelijke zandbed weer worden hersteld. Indien de oorspronkelijke dikte van het zandbed kleiner is dan 10 cm, dient dit tekort te worden aangevuld, hetgeen voorafgaande aan de uitvoering van de werkzaamheden wordt gemeld. Indien een melding ontbreekt komen de kosten voor rekening van de vergunning houder.

  • 12.

    Algemene voorwaarden ten aanzien van de groenvoorzieningen.

    • -

      Grondwerk.

      Binnen de kroonprojectie van de bomen mogen geen ophogingen en ontgravingen plaatsvinden, anders dan na toestemming van het cluster beheer openbare ruimte van de afdeling Ruimte van de gemeente Vught (verder BOR). De te verwerken grond/zand dient zoutarm te zijn, zo nodig dienen monsters te worden overlegd.

      Kabel- en leidingsleuven moeten op een afstand van minimaal 3 m. van de stam worden gegraven. Hierbij mogen geen wortels dikker dan 3 cm. worden beschadigd/geamputeerd. In bijzondere gevallen kan in overleg met de afdeling BOR van de gemeente Vught hiervan worden afgeweken.

      Alle grondwerk binnen de kroonprojectie dient met handkracht te worden uitgevoerd, anders dan na toestemming van de afdeling BOR van de gemeente Vught.

    • -

      Bronbemaling.

      Bronbemaling welke binnen de kroonprojectie een verlaging van de grondwaterstand veroorzaakt mag slechts in werking worden gesteld na toestemming van de afdeling BOR van de gemeente Vught. Binnen het groeiseizoen zal de watervoorziening van de bomen moeten zijn gewaarborgd. Hiertoe dient water te worden gegeven of een retourbemaling te worden geïnstalleerd.

    • -

      Opslag.

      Binnen de kroonprojectie mogen geen bouwstoffen grond/zand worden opgeslagen. De bomen mogen niet voor verankering van tuidraden of voor de bevestiging van borden e.d. worden gebruikt.

      Op aanzeggen van een vertegenwoordiger van de afdeling BOR van de gemeente Vught moeten zo nodig beschermingsmaatregelen worden genomen in de vorm van bouwhekken of bouwplanken.

    • -

      Werkzaamheden aan bomen.

      Werkzaamheden aan bomen mogen alleen door of namens afdeling BOR van de gemeente Vught worden uitgevoerd.

      De aannemer dient zijn werk zodanig in te richten dat schade aan stam, kroon en wortels niet kan ontstaan. Eventuele schades dienen direct aan afdeling BOR van de gemeente Vught te worden gemeld.

    • -

      Toegebrachte schades.

      Bij schades aan bomen of algeheel verlies van bomen zullen de richtlijnen van de Nederlandse vereniging van taxateurs van bomen (NVTB) worden toegepast om de waardevermindering van de boom te bepalen. Voor dit bedrag en de eventuele opruim- en herstelkosten zal de vergunninghouder cq de partij waaraan het college instemming heeft verleend aansprakelijk worden gesteld. Indien de richtlijnen van NVTB moeten worden toegepast, zal het schaderapport worden opgesteld door een onafhankelijk bureau. De kosten voor het vaststellen van de schade zullen voor rekening van de vergunninghouder zijn.

    • -

      Groenstroken & beplanting.

      De werkzaamheden zodanig uitvoeren, dat beschadiging aan beplanting en groenstroken c.q. wortels wordt voorkomen. De herplantingswerkzaamheden worden door de gemeente Vught in eigen beheer uitgevoerd en op kosten van de vergunninghouder, cq de partij waaraan het college instemming heeft verleend.

  • 13.

    Nieuwe c.q. te verplaatsten objecten dienen 3,0 m1 uit de kroon van een boom te worden geprojecteerd. Tevens dienen deze objecten zodanig te worden gesitueerd dat het trottoir zijn functie kan behouden.

  • 14.

    De beschadigde materialen dienen te worden vervangen door materialen van een A-kwaliteit c.q. van een eerste kwaliteit. Tevens dient het vervangende materiaal gelijkwaardig te zijn aan het bestaande materiaal in onder andere afmetingen, kleur, samenstelling e.d.

Externe bronnen:

Onverkort van toepassing zijn de meest recente versies van:

  • -

    de Leidraad voor Gemeenten en Nutsbedrijven inzake (her)straat werkzaamheden;

  • -

    de Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom 2004, uitgegeven door VNG;

  • -

    het Handboek 96b van de C.R.O.W “wegafzettingen op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom”. ISBNnr: 90 6628 448 X. In dit handboek staan de standaardafzettingen voor werk in uitvoering naast de rijbaan, op de rijbaan, op kruispunten en rotondes en op fietspaden en voetpaden;

  • -

    de door de Stichting C.R.O.W in september 2005 vastgestelde versie van de Standaard RAW Bepalingen (“Standaard”);

  • -

    voor zover niet in strijd met de “Standaard”, zijn van toepassing, als waren zij letterlijk in de “Standaard” opgenomen, de Nederlandse normen van de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI), zoals deze zijn vermeld in de publicatie "Jaarboek Bouw" (jaarlijkse uitgave NNI) en deze drie maanden voor de dag van uitvoering van de werkzaamheden van de aanbieder of netbeheerder waarmee het college heeft ingestemd van toepassing zijn;

  • -

    voor zover van toepassing de APV van de gemeente Vught.

Door C.R.O.W opgestelde documenten zijn verkrijgbaar bij de Stichting C.R.O.W te Ede.

Meer informatie en voor bestellingen kijk op: www.crow.nl.

Artikel 01.09.02 van de “Standaard” is van toepassing uitgezonderd het houden van een bouwbespreking in het kader van vergunningsplichtige werkzaamheden.

Overige relevante wetgeving: Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION).

C Overige bepalingen

  • 1.

    Graffiti, leuzen, posters en dergelijke dienen per 1e aanzegging van kasten en overige opstallen, welke eigendom zijn van netbeheerders of aanbieders, binnen redelijke termijn te worden verwijderd.

    Aanstootgevende graffiti, leuzen, posters en dergelijke dienen per 1e aanzegging van kasten en overige opstallen, welke eigendom zijn van netbeheerders of aanbieders, binnen 24 uur te worden verwijderd.

  • 2.

    De door de gemeente (tijdens het reguliere kabels en leidingen coördinatieoverleg) aangekondigde wegreconstructies en/of (her)bestratingen of andere civieltechnische werken en nieuwbouwplannen dienen door netbeheerders of aanbieders binnen hun eigen organisatie te worden getoetst op mogelijkheden tot gecombineerde uitvoering van voorgenomen (netuitbreidings)plannen. Zij dienen met in achtneming van artikel 6.2 van deze verordening zo mogelijk een voorinvestering te doen. Zodat bepaalde wegvakken in een werkgang integraal kunnen worden aangepakt.

  • 3.

    Er geldt een opbreek verbod bij vorst. Afhankelijk van de weersomstandigheden van het moment worden de condities daarvoor door de gemeente bepaald.

D Sanctionering

  • 1.

    In het kader van de veiligheid van en de informatievoorziening naar de burgers, dient de gemeente er te allen tijde van op de hoogte te zijn op welke locaties er in de gemeente gegraven wordt. Derhalve kan het niet (tijdig) melden van een kabel- en/of leidingwerk worden gesanctioneerd. Boete per overtreding € 1000,=.

  • 2.

    Indien niet wordt voldaan aan de in deze standaardbepalingen opgenomen technische en administratieve eisen, zal de netbeheerder of aanbieder, op last van een door het college gemachtigd ambtenaar een kabel- en/of leidingwerk onmiddellijk geheel of gedeeltelijk stoppen of opschorten c.q. op aanwijzing de werkwijze naar behoren herzien.

    Bij overtreding kunnen sancties worden opgelegd. Boete per overtreding € 1000,=.

E Uitsluitingen

  • 1.

    De standaardbepalingen zijn een aanvulling op de Telecommunicatieverordening en op de A.V.O.I. Op de punten waar de standaardbepalingen onverhoopt tegenstrijdig zijn met de Telecommunicatieverordening c.q. de Telecommunicatiewet en/ of de A.V.O.I. prevaleert de Telecommunicatieverordening c.q. de Telecommunicatiewet en/ of de A.V.O.I.

  • 2.

    Voor aanbieders zijn alleen de technische bepalingen van de Leidraad van toepassing. Op de punten waar de technische bepalingen van de Leidraad tegenstrijdig zijn met de Telecommunicatie-verordening c.q. de Telecommunicatiewet prevaleert de Telecommunicatieverordening c.q. de Telecommunicatiewet.

Bijlage 1a Standaardbepalingen tekening ST-2-K

Tekening ST-2-K

Bijlage 2 Meldingsformulier kabel- en leidingwerkzaamheden Vught, d.d. 16 december 2010

Formulieren zijn te vinden op de website van de gemeente Vught (www.vught.nl).

Bijlage 3 Meldingsformulier gereedmelden kabel- en leidingwerkzaamheden Vught, d.d. 16 december 2010

Formulieren zijn te vinden op de website van de gemeente Vught (www.vught.nl).

Toelichting

Inleiding

Op 1 februari 2007 is in werking getreden een wijziging van de Telecommunicatiewet (Stb. 2007,17). De wijzigingen betreffen met name hoofdstuk 5 van de wet: De aanleg, instandhouding en opruiming van kabels.In dit hoofdstuk is onder meer geregeld de gedoogplicht van de gemeente voor telecommunicatiekabels in de openbare gronden met het adagium ‘leggen om niet, verleggen om niet’. De wetswijziging is er mede op gericht de belangen van gemeenten als beheerder van de openbare gronden en de telecombedrijven meer in evenwicht te brengen. De belangrijkste wijzigingen zijn hieronder weergegeven.

Bij de aanleg, het verplaatsen, het in stand houden of het opruimen van kabels kan het voorkomen dat graafwerkzaamheden in vervuilde grond moet plaatsvinden. Over hoe gemeenten hiermee omkunnen gaan het gemeentelijk platform kabels en leidingen een aparte notitie opgesteld. Deze notitie zal in 2010 gepubliceerd worden op www.gpkl.nl.

Lege buizen

In de eerste plaats is met het wetsontwerp een technisch-juridische fout goedgemaakt. Daardoor vallen lege buizen die bestemd zijn voor telecomkabels, alsnog onder hetzelfde juridische regime als 'gevulde' buizen. Dit betekent dat ook het verplaatsen van de lege buizen bij de uitvoering van werken of de oprichting van gebouwen op kosten van het telecommunicatiebedrijf (hierna: telecombedrijf) moet gebeuren.

Gedoogplicht openbare gronden

Artikel 5.2, eerste lid, bepaalt dat de gedoogplicht geldt voor openbare gronden in de gemeente. Als door een bestemmingswijziging de grond zijn openbaarheid verliest vervalt de gedoogplicht, ook al blijft de grond daarbij in eigendom van de gedoogplichtige. Een voorbeeld: een woonwijk wordt helemaal opnieuw ingericht, waardoor de telecomkabels in tuinen van nieuw te bouwen woningen komen te liggen. Geldt dan nog de gedoogplicht? Nee, de gedoogplicht vervalt puur op basis van het feit dat de grond niet meer openbaar is. Op basis van lid 1 van artikel 5.2 doet het er niet toe of er sprake is van uitvoering van werken of de oprichting van gebouwen op die locatie. Hoe dit in de praktijk gaat werken is nog onduidelijk. Zo is het de vraag of de kabel echt verwijderd moet worden als deze geen hinder oplevert.

Aanbieder netwerk

Artikel 5.1 breidt het begrip 'aanbieder netwerk' uit tot een aanlegger van een netwerk die dit niet zelf gaat exploiteren. Dat is bijvoorbeeld een aannemer die voor eigen rekening en risico een telecommunicatienetwerk (hierna: telecomnetwerk) aanlegt om het te verkopen of te verhuren. Het netwerk dient wel binnen 10 jaar in gebruik te zijn genomen als ‘openbaar elektronisch communicatienetwerk’.

Medegebruik

Volgens artikel 5.2, zevende lid, dient het telecombedrijf op verzoek van de gedoogplichtige gebruik te maken van reeds aanwezige mantelbuizen indien deze tegen een marktconforme prijs ter beschikking worden gesteld. Die mantelbuizen kunnen zijn aangelegd door de gemeente zelf of door een ander telecombedrijf. Doel hiervan is te voorkomen dat er overbodig wordt gegraven in gemeentegrond. De minister van EZ kan in verband met het medegebruik aanvullende voorwaarden stellen bij de aanleg van netwerken. De verplichting totmede gebruik wordt opgelegd in het instemmingsbesluit.

Gedoogplicht lege buizen 10 jaar

Op grond van artikel 5.2, lid 8, dienen lege buizen binnen 10 jaar in gebruik te zijn genomen voor openbare telecommunicatiediensten. Het telecombedrijf moet het in gebruik nemen in gevolge van artikel 5.2 negende lid schriftelijk melden aan de gemeente. Heeft deze dit binnen genoemde periode niet gedaan, dan is de gedoogplicht vervallen en kan de gemeente de verwijdering van de lege buizen op kosten van het telecombedrijf vorderen of precario heffen.

Voor reeds liggende lege buizen geldt op basis van het tweede lid van artikel 20.5 van de wet, een overgangsmaatregel. Tot 1 januari 2018 moeten deze worden gedoogd, tenzij deze gevaar of ernstige hinder opleveren. De telecombedrijven zijn verplicht na inwerkingtreding van het wetsontwerp de lege buizen schriftelijk aan de gemeente te melden.

Publiekrechtelijke instemming versus privaatrechtelijk toestemming

Voor het aanleggen van een netwerk heeft het telecombedrijf in principe zowel een publiekrechtelijke instemming van de gemeente nodig op grond van de Telecommunicatiewet, als een privaatrechtelijke toestemming van de gemeente als eigenaar/beheerder van de openbare grond. Om "dubbel werk" te voorkomen is in de wet bepaald dat het instemmingsbesluit van de gemeente tevens de privaatrechtelijke toestemming inhoudt. Dit is geregeld in artikel 5.4, lid 7 van de Telecommunicatiewet.

Instemmingsbesluit telecommunicatieverordening

Artikel 5.4 van de wet gaat gedetailleerd in op de instemmingsprocedure. Hierbij is meer rekening gehouden met de belangen van de gedoogplichtige gemeente. Zo moet het tijdstip van start van de werkzaamheden aan de kabel(s) liggen binnen 12 maanden na datum van het instemmingsbesluit, tenzij er zwaarwichtige redenen zijn van publiek belang om de werkzaamheden later te starten.

Afstemming instemmingsbesluit en andere benodigde vergunningen

Artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet legt de gemeente de verplichting op zorg te dragen van de inhoudelijke afstemming tussen het gemeentelijk instemmingsbesluit en andere voor het tracé benodigde vergunningen van een ander bestuursorgaan, bijvoorbeeld indien de kabel moet worden gelegd in een dijk in beheer van een waterschap.

Herstraten

Artikel 5.7 geeft antwoord op de vraag wie herstraat na beëindiging van de werkzaamheden. Dit is de aanlegger, tenzij de gemeente heeft aangegeven dit zelf te willen doen. De gemeente dient hiervoor marktconforme tarieven in rekening te brengen.

Verplaatsen van kabels

Artikel 5.8 van de wet geeft een uitbreiding van de plicht tot het nemen van maatregelen dan wel het verplaatsen op kosten van het telecombedrijf bij de uitvoering van werken of de oprichting van gebouwen. Deze verplichting geldt ook als de gemeente (op basis van bijvoorbeeld een overeenkomst met een projectontwikkelaar) de plicht heeft de grond te leveren zonder concrete problemen vanwege telecomkabels in verband met de oprichting van gebouwen door deze projectontwikkelaar. Indien echter de gebouwen niet worden gerealiseerd dient de gemeente de verplaatsingskosten te vergoeden.

Indien een verzoek tot het nemen van maatregelen of het verplaatsing van kabels door de gemeente wordt gedaan binnen vijf jaar nadat deze op basis van artikel 5.8 leden 1 of 2 zijn verlegd, dan komen de kosten daarvan voor rekening van de verzoekende gemeente.

Het telecombedrijf dient binnen 16 weken na ontvangst van het verzoek tot het nemen van maatregelen over te gaan. Betreft het een verzoek tot verplaatsen van de kabels dan dient telecombedrijf binnen 12 weken na het beschikbaar komen van een plaats waarheen de kabels verlegd kunnen worden, te starten met de werkzaamheden.

Indien de gemeente en een telecombedrijf het niets eens zijn over de vraag wie de verplaatsingskosten moet betalen, kan dit geschil zowel door de gemeente als het telecombedrijf worden voorgelegd aan de OPTA, die binnen acht weken uitspraak doet.

Telecomkabels versus andere nutsleidingen

Artikel 5.9 van de wet bepaalt dat de aanleg, instandhouding of opruiming van telecomkabels de aanwezige andere (nuts)leidingen of andere telecomkabels zo min mogelijk mag hinderen of in gevaar brengen. Het telecombedrijf is verplicht op zijn kosten aan deze hinder of gevaar een einde te maken. Geschillen hierover kunnen worden voorgelegd aan de OPTA. Voor telecomkabels die reeds zijn aangelegd op het tijdstip van ingang van het wetsontwerp, blijft gelden dat - indien deze hinder of gevaar opleveren - dit moet worden opgelost via de privaatrechtelijke weg van de onrechtmatige daad.

Exploitatie van openbare elektronische communicatienetwerken

Het is gemeenten verboden openbare elektronische communicatienetwerken te exploiteren. Echter, wanneer een gemeente kan aantonen dat een breedbandig openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk niet tot stand komt door de markt, dan mag zij onder strikte voorwaarden genoemd in artikel 5.14 van de Telecommunicatiewet, een belang hebben in een dergelijke onderneming.

Eigendom netwerken

De Telecommunicatiewet bepaalt dat het telecombedrijf eigenaar is van zijn netwerk. Voor andere netwerken van nutsleidingen als water, elektriciteit, etc. bestond de vraag of de grondeigenaar door zogenaamde verticale natrekking eigenaar is, of het nutsbedrijf door horizontale natrekking. In het wetsontwerp is een wijziging van het Burgerlijk Wetboek opgenomen waardoor het nu vaststaat dat netwerken eigendom zijn van de bevoegde aanlegger. Dit geldt ook voor reeds aangelegde netwerken.

Voor een uitgebreide toelichting kan worden verwezen naar de website van de VNG, www.vng.nl en die van het Gemeentelijke Platform Kabels en Leidingen (GPKL), www.gpkl.nl.

Evenals de oude wet heeft het telecombedrijf op basis van artikel 5.4, lid 1, voorafgaand aan de start van de werkzaamheden voor het leggen, instandhouding of verwijderen van kabels in de openbare grond een instemmingsbesluit van het college.

De leden 2 en 3 bepalen welke voorschriften het college aan het instemmingsbesluit kunnen verbinden. De leden 4 en 5 leggen de verplichting op aan de gemeenteraad tot het bij verordening regels vast te stellen omtrent:

  • a.

    het tijdstip, voorafgaand aan het verrichten van de werkzaamheden, waarop de melding uiterlijk moet zijn gedaan;

  • b.

    de gegevens die bij de melding moeten worden verstrekt, waaronder het uitvoeringsplan;

  • c.

    de wijze van uitvoering van de werkzaamheden bij aanleg, instandhouding en opruiming;

  • d.

    het bevorderen van medegebruik van voorzieningen;

  • e.

    het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken;

  • f.

    de wijze van melding en uitvoering van spoedeisende werkzaamheden in verband met ernstige belemmeringen of storing van de communicatie.

In de verordening wordt onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard.

Dit artikel noodzaakt tot een herziening van de modelverordening, waarvan de laatste herziening in 2007 was verschenen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen zijn voor zover nodig aan de nieuwe nummering van de Telecommunicatiewet aangepast.

Kanttekeningen:

  • -

    Openbaar telecommunicatie elektronisch communicatienetwerk

De gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische communicatienetwerken, in artikel 1.1 h van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een ‘elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt.

  • -

    Kabels en ondersteuningswerken

Onder kabels verstaat de Telecommunicatiewet het geheel van voorzieningen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, dus de ondersteuningswerken en beschermingswerken (buizen), maar ook de benodigde kasten en dergelijke.

In de begripsomschrijving zijn de voorzieningen apart genoemd.

Voorzieningen, niet in gebruik voor een openbaar elektronisch communicatienetwerk, vallen volgens artikel 5.15 van de wet ook onder de gedoogplicht met dien verstande dat de gedoogplicht eindigt, indien niet na 10 jaar de ondersteuningswerken deel zijn gaan uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 5.2, lid 8 van de wet).

  • -

    Werkzaamheden van niet-ingrijpende aard

Met het apart definiëren van dergelijke werkzaamheden wordt gevolg gegeven aan artikel 5.4, lid 5, van de Telecommunicatiewet. Binnen de begripsbepaling zijn enige voorbeelden opgenomen van niet ingrijpende werkzaamheden. Het staat de gemeente vrij de omschrijving van werkzaamheden van niet ingrijpende aard zelf anders in te vullen. Het is immers een uitzondering op de standaard meldplicht van artikel 4 van de modelverordening en daarom een limitatieve opsomming.

Optionele uitbreiding begripsomschrijvingen:

Het verdient aanbeveling voor de gemeente de algemene regels voor de uitvoering van de werkzaamheden in de openbare ruimte algemene beleidsregels vast te stellen, bijvoorbeeld op te nemen in een handboek. In dit handboek staan dan de algemene regels, als de wegafzettingen tijdens de uitvoering, het informeren van omwonenden, technische voorschriften over het herstel van de straat etc. Het voordeel is dat deze voorschriften dan niet in iedere af te geven instemmingsbesluit behoeven te worden opgenomen. Verder kan het handboek betrekking hebben op alle kabels en leidingen in gemeentegrond, dus niet allen telecommunicatiekabels. In het algemeen zullen dergelijke voorschriften door het college worden vastgesteld, die daarvoor bijvoorbeeld een ambtenaar kan mandateren.

Op deze wijze kan flexibel op de ontwikkelingen worden ingespeeld. Een gemeente kan er voor kiezen deze voorschriften door de raad te doen vaststellen.

Beschikt de gemeente over een dergelijk handboek dan dient dit te worden opgenomen onder artikel 1:

Handboek: door het college vastgestelde of nader vast te stellen regels betreffende ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen.

Artikel 2. Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

De algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient, in samenhang met artikel 5, lid 1, van de modelverordening, te geschieden acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden.

In het tweede lid is uitdrukkelijk de mogelijkheid opgenomen om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.

Het vierde lid geeft de mogelijkheid van een eenvoudige melding van twee dagen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de hand van een nader vast te stellen formulier.

Artikel 3. Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. Het gemeentebestuur zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt. Om onduidelijkheid te voorkomen is het raadzaam om deze overweging kenbaar te maken aan de in de gemeente opererende telecombedrijven.

Artikel 5.6, lid 5 van de Telecommunicatiewet geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is. Hierbij is gedacht aan bijvoorbeeld industriegebieden met daarin liggende buisleiding voor transport van gevaarlijke stoffen. In dergelijke gebieden is het niet aanvaardbaar dat daar zonder toezicht van de gemeente wordt gegraven.

Artikel 4. Gegevensverstrekking

Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.

Aanvullend kan ter explicitering als onderdeel worden opgenomen dat de aanbieder de begin- en einddatum van de graafwerkzaamheden opgeeft.

Artikel 5. Beslistermijn en samenloop

Aansluitend op artikel 4:13 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing te nemen en indien dit niet mogelijk is een redelijke termijn te noemen waar binnen de beslissing tegemoet kan worden voorzien.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen bij instemming

De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet de voorschriften op genomen, die het college in het instemmingsbesluit kan opnemen. Het gaat om artikel 5.4 leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet:

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen om redenen van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen.

  • 3.

    De voorschriften kunnen slecht betrekking hebben op:

    • a.

      de plaats van de werkzaamheden;

    • b.

      het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang van aanvang, behoudens zeer zwaarwichtige redenen van publiek belang als genoemd in het tweede lid, niet later mag plaatsvinden dan 12 maanden na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit;

    • c.

      de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

    • d.

      het bevorderen van medegebruik van de voorzieningen;

    • e.

      het afstemmen van overig in de grond aanwezige werken.

Deze bepalingen dient het college in acht te nemen bij het geven van voorschriften bij het instemmingbesluit. Hierbij moet worden bedacht dat het instemmingsbesluit een beschikking is in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de aanbieder, indien deze het niet eens is met de gegeven voorschriften bij het instemmingsbesluit, in bezwaar en beroep kan gaan resp. bij de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (Artikel 17.1 Telecommunicatiewet.) Het derde lid van artikel 6 van de modelverordening geeft invulling aan artikel 5.4, tweede en derde lid van de wet.

Het college kan de werkingsduur van het instemmingsbesluit beperken om te voorkomen dat een aanbieder nog gebruik maakt van een dergelijk besluit geruime tijd na afgifte. Immers het intussen gewijzigde gebruik van de openbare gronden kan het aanleggen van een telecomkabel onwenselijk maken. Een suggestie is om de werkingsduur van een instemmingsbesluit te stellen op 6 maanden en dat de werkzaamheden moeten zijn voltooid 6 maanden na aanvang.

Het eerste lid geeft als aanvulling dat het college naast voorschriften over tijdstip plaats en dergelijke met betrekking tot de uitvoering ook voorschriften opstellen over de uitstraling, vormgeving, kleur, situering en afmetingen van voorzieningen als kasten handholes en dergelijke behorende bij het netwerk.

Het tweede en derde lid heeft betrekking op de situatie dat er een instemmingsbesluit wordt gevraagd voor een tracé door een straat waarvan de verharding langer dan een door de gemeente nader vast te stellen jaren is vernieuwd of aangelegd of voor een tracé door de kantonrechter. In het vooroverleg tussen gemeente en aanbieder zal dan worden onderzocht of een alternatief tracé mogelijk is, waarover partijen het eens kunnen worden.

Indien geen alternatief tracé kan worden gevonden of indien de aanbieder het alternatieve tracé afwijst, zal de gemeente herstel over de gehele straat- of trottoirbreedte eisen. Zo’n eis tot schadevergoeding maakt geen deel uit van het instemmingsbesluit, maar vormt een nadere concretisering van art. 5.7 Tw inzake schadevergoeding. Wel kan het instemmingsbesluit verwijzen naar gemaakte of te maken afspraken inzake vierkant herstraten. Een eventueel geschil inzake schadevergoeding zal, ongeacht de hoogte van de vordering, ingevolge art. 5.13 Tw worden beslist door de kantonrechter.

Indien de gemeente beschikt over een “handboek” als vermeld in de toelichting bij lid 1 dan dient een vierde lid als volgt te worden toegevoegd:

  • 4.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform de door het college gegeven beleidsregels (of Handboek).

Artikel 7. (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

Het vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels.

Artikel 8. Melding wijziging voorzieningen

Artikel 5.2, lid 8 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat aan de gedoogplicht een einde komt als gedurende tien jaar een kabel geen onderdeel uitmaakt van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Om die reden is het van belang dat de gedoogplichtige gemeente in kennis wordt gesteld van het in- of uit gebruik stellen van kabels ten einde bij overschrijding van die termijn over te kunnen gaan tot het verzoeken van verwijdering van de kabel.

Artikel 5 lid 2b van het wetsontwerp Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) verstrekt de dienst (het Kadaster) op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie voorzover deze noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak. Op deze wijze voorziet deze wet in de informatiebehoefte van de gemeente over de in het openbaar gebied liggende telecomkabels. De WION registreert echter niet of de kabels al dan niet in gebruik zijn.

Artikel 9. Intrekking oude verordening

De oude verordening moet worden ingetrokken zodat de nieuwe verordening in werking kan treden. De laatste wijziging dateert van 2007.

Artikel 10. Overgangsrecht

Het moment van afgeven van het instemmingsbesluit bepaalt of de oude of nieuwe verordening van kracht is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Tenzij de gemeenteraad anders besluit treedt de verordening geheel overeenkomstig de Gemeentewet in werking met ingang van de achtste dag na publicatie. Op hetzelfde tijdstip dient de oude telecommunicatieverordening te worden ingetrokken. De nog lopende instemmingbesluiten voor kabel(s) die nog niet of niet volledig zijn gelegd blijven van kracht met dien verstande dat vallen onder de oude verordening.

Artikel 12. Citeerartikel

Door toevoeging van de naam van de gemeente aan de citeertitel is het voor eenieder die de verordening opvraagt duidelijk dat dit de verordening betreft van die met name genoemde gemeente.