Wegsleepverordening gemeente Vught 2011

Geldend van 01-04-2011 t/m heden

Intitulé

Wegsleepverordening gemeente Vught 2011

De raad van de gemeente Vught;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011;

overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen (KB d.d. 5 juli 2001);

besluit vast te stellen de:

"Wegsleepverordening gemeente Vught 2011"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994 ;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen ;

  • d.

    voertuig: voertuig als gedefinieerd in artikel 1, onder al van het RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig: motorrijtuig als gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet ;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Vught aangewezen, voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1. Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: automobiel-, takel- en bergingsbedrijf van Kuringe, Kromakker 1, 5296 KX Esch.

  • 2. De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats zijn conform de reguliere openingstijden van het takelbedrijf.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

De kosten voor voertuigen met een gewicht tot 3.500 kilogram, waarvoor een regulier sleepvoertuig noodzakelijk is, bedragen voor het jaar 2011:

  • 1.

    € 90,00 basistarief (uitrijden, takelen, wegslepen);

  • 2.

    na 3 weken komt hier € 4,00 per dag opslagkosten bij;

  • 3.

    van eventuele extra kosten bij de afvoer wordt een kopie met de factuur mee gestuurd;

  • 4.

    de indirecte kosten verbonden aan het overbrengen en opslaan van een voertuig bedragen 15% van de directe kosten vermeld onder 1 en 2;

  • 5.

    alle kosten verbonden aan het overbrengen en bewaren van het voertuig worden op de eigenaar verhaald;

  • 6.

    genoemde kosten zijn exclusief BTW;

  • 7.

    het college stelt jaarlijks de in dit artikel genoemde tarieven vast. Deze gewijzigde tarieven worden in het huis-aan-huisblad "Het Klaverblad" gepubliceerd.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in:

  • 1.

    artikel 130, vierde lid, van de wet;

  • 2.

    artikel 164, zevende lid, van de wet;

  • 3.

    artikel 174, eerste lid, van de wet;

zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2011.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Wegsleepverordening gemeente Vught 2011".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught
in zijn openbare vergadering van 24 maart 2011.
de griffier,
drs. H.C. de Visch Eijbergen
de voorzitter,
R.J. van de Mortel

Bijlage

Wegenverkeerswet 1994

(tekst geldend op: 22-10-2010)

Hoofdstuk X Last onder bestuursdwang

Artikel 169

  • 1.

    Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen.

  • 2.

    De ambtenaren die een bevel hebben gegeven als bedoeld in artikel 160, zesde lid, zijn bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bevel.

Artikel 170

  • 1.

    Tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, behoort de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met

    • a.

      het belang van de veiligheid op de weg, of

    • b.

      het belang van de vrijheid van het verkeer, of

    • c.

      het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

  • 2.

    De artikelen 5:24, 5:25, tweede tot en met vierde lid, 5:29, vijfde lid, 5:30, derde lid, en 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing. Bij de toepassing van artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht treedt de rechthebbende die het voertuig afhaalt, in de plaats van de overtreder. Voor de toepassing van artikel 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de omstandigheid dat een voertuig niet is afgehaald, gelijkgesteld met de omstandigheid dat het voertuig niet kan worden teruggegeven.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders plegen regelmatig overleg met de officier van justitie over de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat in een daartoe aangelegd register aantekening wordt gehouden van de gevallen waarin de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend.

  • 5.

    Bij toepassing van het eerste lid wordt onder rechthebbende verstaan: degene die ofwel eigenaar is van het voertuig ofwel anders dan als bezitter het voertuig ten tijde van de overtreding ten gebruike onder zich had. Hierbij geldt artikel 1, tweede lid, niet.

  • 6.

    De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid wordt niet uitgeoefend, indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging een aanvang wordt gemaakt. Hij is alsdan de kosten verbonden aan de voorbereiding van de overbrenging, verschuldigd. De artikelen 4:116, 4:118 tot en met 4:124, en 5:10 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 171

  • 1.

    Een beschikking tot oplegging van een last onder bestuursdwang overeenkomstig artikel 170, eerste lid, wordt bekendgemaakt:

    • a.

      aan de rechthebbende die het voertuig afhaalt, of

    • b.

      indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald, zo mogelijk binnen een week:

      • 1°.

        aan degene aan wie het kenteken is opgegeven, indien het voertuig een kenteken voert;

      • 2°.

        aan degene die aangifte heeft gedaan, indien blijkt dat ter zake van het voertuig aangifte van vermissing is gedaan, of

      • 3°.

        in nader bij ministeriële regeling vast te stellen gevallen op de daarbij aangegeven wijze.

  • 2.

    Bij de bekendmaking krachtens het eerste lid, onderdeel b, wordt gewezen op het verschuldigd zijn van kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang.

Artikel 172

  • 1.

    Tot de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 170, eerste lid, worden gerekend:

    • a.

      de kosten die verband houden met de overbrenging en bewaring;

    • b.

      de kosten die verband houden met de bekendmaking van de beschikking tot overbrenging en inbewaringstelling, en

    • c.

      de kosten van verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging.

  • 2.

    Verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging vindt niet plaats binnen twee weken na de bekendmaking van de beschikking tot oplegging van een last onder bestuursdwang krachtens artikel 171, eerste lid, onderdeel b. De opbrengst van verkoop of de geschatte sloopwaarde bij vernietiging wordt in mindering gebracht op de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders betalen het bedrag van de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang, terug, indien:

    • a.

      niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

    • b.

      de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of

    • c.

      aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    In een geval als bedoeld in het derde lid, onderdeel c, zijn de kosten verschuldigd door degene die de overtreding heeft begaan. De artikelen 4:116, 4:118 tot en met 4:124 en 5:10 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.

  • 5.

    Indien de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang, die door de rechthebbende zijn betaald, te hoog zijn berekend, betalen burgemeester en wethouders het te veel betaalde terug.

  • 6.

    Indien de in het derde lid, onderdeel b, bedoelde omstandigheden van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet volledig verschuldigd zijn, betalen burgemeester en wethouders het niet verschuldigde bedrag terug.

  • 7.

    Bij toepassing van het derde lid, onderdeel a, betalen burgemeester en wethouders tevens een redelijke schadeloosstelling aan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald. Indien het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van dit lid in de plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

  • 8.

    Indien aantoonbaar is dat tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is de gemeente gehouden deze schade te vergoeden.

Artikel 173

  • 1.

    Bij algemene maatregel van bestuur worden:

    • a.

      de soorten van de in artikel 170, eerste lid, onderdeel c, bedoelde weggedeelten en wegen aangewezen;

    • b.

      nadere regels vastgesteld over de registratie van gegevens in geval van toepassing van artikel 170, eerste lid;

    • c.

      nadere regels vastgesteld over de berekening van de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang, en

    • d.

      de overige regels vastgesteld die voor de uitvoering van de artikelen 170 tot en met 172 nodig worden geacht.

  • 2.

    Bij gemeentelijke verordening worden nadere regels gesteld ter uitvoering van de artikelen 170 tot en met 172 en de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur. Die regels betreffen in elk geval:

    • a.

      de aanwijzing van de plaats, onderscheidenlijk de plaatsen, waar verwijderde voertuigen in bewaring worden gesteld, en

    • b.

      de berekening van de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang, en voorts

    • c.

      de aanwijzing van de weggedeelten en wegen, voor de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onderdeel c.

Artikel 174

  • 1.

    Indien ter zake van een overtreding van artikel 40, eerste lid, proces-verbaal wordt opgemaakt door een ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, dan wel een op dat voorschrift betrekking hebbende gedraging, omschreven in de in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften bedoelde bijlage door hem wordt geconstateerd, begaan met een op de weg staand motorrijtuig, terwijl niet terstond blijkt wie de eigenaar of houder van dat motorrijtuig is, is de burgemeester bevoegd op verzoek van die ambtenaar dat motorrijtuig naar een door hem aangewezen plaats te doen overbrengen en in bewaring te doen stellen.

  • 2.

    Alvorens het in het eerste lid bedoelde verzoek te doen, kan de daar bedoelde ambtenaar door middel van een daartoe aan te brengen apparaat het rijden met het motorrijtuig voor ten hoogste twee dagen beletten. Het apparaat wordt binnen die termijn verwijderd, zodra bekend wordt wie de eigenaar of houder van het motorrijtuig is.

  • 3.

    De artikelen 170, tweede lid, tweede en derde volzin, vierde, vijfde en zesde lid, 171, 172 en 173, eerste lid, van deze wet en de artikelen 4:116, 4:118 tot en met 4:124, 5:10, 5:25, eerste en zesde lid, 5:29, tweede en derde lid, en 5:30, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

1. Inleiding

Op 1 januari 2002 zijn de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het bijbehorende Besluit wegslepen van voertuigen in werking getreden. De wegsleepregeling zoals die is vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Vught op 11 mei 1993 is hierdoor van rechtswege komen te vervallen. Op grond van de nieuwe regelgeving moeten gemeenten die gebruik willen maken van de hun bevoegdheid om voertuigen in voorkomende gevallen weg te laten slepen en in bewaring te (laten) stellen een verordening vaststellen, waarin een aantal praktische zaken worden geregeld. Deze zaken zijn geregeld in de voorliggende "Wegsleepverordening gemeente Vught 2011". Bij het opstellen van de wegsleepverordening is zoveel mogelijk de modelverordening van de VNG gevolgd.

2. De wijzigingen van de Wegenverkeerswet

In de gewijzigde Wegenverkeerswet en het daarbij behorende Koninklijk Besluit wegslepen van voertuigen (KB d.d. 5 juli 2001), wordt het wegslepen van voertuigen voortaan gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. Was voorheen de burgemeester bevoegd om een wegsleepregeling uit te voeren, op grond van de wetswijziging (zie bijlage) is deze bevoegdheid opgedragen aan het college, binnen een door de raad vast te stellen wegsleepverordening.

Er komt een einde aan de automatische koppeling tussen het optreden tegen de verkeersovertreding (wet Mulder) en het toepassen van de wegsleepregeling. Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. De tweede mogelijkheid is door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van het voertuig) door het college van burgemeester en wethouders. In de oude wegsleepregeling bestond er een onlosmakelijk verband tussen beide vormen van optreden. Voordat tot het wegslepen van een voertuig kon worden overgegaan, moest altijd eerst een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder worden opgemaakt. Indien het desbetreffende proces-verbaal werd geseponeerd of wanneer vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door de rechter volgde, dienden ook de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig te worden terugbetaald. In de nieuwe wegsleepregeling wordt deze koppeling losgelaten. Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, is niet meer vereist, maar kan nog steeds wel samengaan. Opgemerkt wordt dat het wel noodzakelijk is om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en vergezeld te laten gaan van een aantal digitale foto's die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college van burgemeester en wethouders maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.

Buiten bovenstaande administratiefrechtelijke wijzigingen, is het van belang dat de mogelijkheden tot het wegslepen van voertuigen worden verruimd. Voorheen konden voertuigen alleen van daartoe aangewezen plaatsen worden verwijderd, wanneer deze gevaar voor het overige wegverkeer opleverden, of de doorstroming van het overige wegverkeer hinderden. Op grond van artikel 170, lid 1 c Wegenverkeerswet (WVW) wordt nu tevens de mogelijkheid geboden om voertuigen te verwijderen van daartoe aangewezen wegen of weggedeelten, vanwege het belang om deze wegen of weggedeelten vrij te houden. Hieronder vallen onder meer laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden, evenementen- en marktterreinen.

3. De "Wegsleepverordening gemeente Vught 2011"

3.1 Algemeen

Noodzaak

Een aantal terreinen in onze gemeente hebben een dubbelfunctie. Deze terreinen zijn zowel parkeerterrein als evenemententerrein. Het Moleneindplein met de weekmarkt en het Centrum met de jaarlijkse kermis zijn daar een voorbeeld van. De opbouw van de weekmarkt wordt een paar keer per jaar belemmerd door een foutief geparkeerde auto. De directe omgeving van strandbad De IJzerenman heeft te kampen met foutief geparkeerde auto's die de doorgang kunnen belemmeren van de hulpdiensten ingeval van een calamiteit. Daarnaast komt het voor dat bij gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat een voertuig in bewaring moet worden gesteld.

In de huidige situatie ontbreekt een actuele en dus geldende wegsleepverordening. Het gevolg is dat het juridische kader om een voertuig te laten wegslepen ontbreekt. Het wegslepen gebeurt in de huidige praktijk dus zonder een vastgestelde wegsleepverordening. De kosten voor het wegslepen kunnen hierdoor niet verhaald worden op de eigenaar en zijn voor rekening van de gemeente.

Gezien de noodzaak een aantal voertuigen per jaar te kunnen weg slepen is het wenselijk de "Wegsleepverordening gemeente Vught 2011" door de gemeenteraad te laten vaststellen.

APV

Het wegslepen op basis van de "Wegsleepverordening gemeente Vught 2011" dient onderscheiden te worden van het wegslepen op basis van de Algemene Plaatselijke Politieverordening van de gemeente Vught. Het wegslepen op basis van de APV is aanvullend op wat de wegenverkeerswet beoogt te regelen. Bij verslepen op grond van de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid en het uiterlijk aanzien.

Bevoegdheid

De bevoegdheid tot wegslepen ligt bij het college van Burgemeester en wethouders van onze gemeente. De bevoegdheid om te beslissen op grond van de wegsleepverordening wordt gemandateerd aan: de operationeel manager, de wijkteamleider Noord en de wijkteamleider Zuid van Beheer Openbare Ruimte, afdeling Ruimte van de gemeente Vught.

Een voertuig kan niet zondermeer worden weggesleept wanneer aan een van de genoemde criteria wordt voldaan. Degene die met de uitvoering van de wegsleepverordening is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. De politie wordt direct geïnformeerd als de beslissing genomen is een voertuig weg te slepen. Via de kentekenregistratie wordt de eigenaar, door de politie, achterhaald en ingelicht. De eigenaar krijgt vervolgens de mogelijkheid om op zeer korte termijn het voertuig te verwijderen. Indien daadwerkelijk wordt overgegaan tot wegslepen dient de staat van het voertuig te worden vastgelegd door middel van digitale foto's.

De bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaringstellen van een op een weg staand voertuig mag worden toegepast in de volgende gevallen (zie ook bijlage, artikel 170)

Indien met het voertuig een bij of krachtens de Wegenverkeerswet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met:

  • a.

    het belang van de veiligheid op de weg, of

  • b.

    het belang van de vrijheid van het verkeer, of

  • c.

    het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen. (zie toelichting artikel 2)

Bebording

De wegsleepregeling wordt bij het binnenkomen van de bebouwde kom en bij het oprijden van het Moleneindplein (markt) aangekondigd door onderbord 304 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV). In het geval van tijdelijke evenementen wordt het onderbord 304 van het RVV geplaatst onder het tijdelijke parkeerverbod ter plaatse van het evenement. Nabij het strandbad De IJzeren Man worden ook borden geplaatst om de automobilist te attenderen op de wegsleepverordening.

3.2 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voertuigen

Onder het begrip voertuig wordt verstaan de omschrijving die gegeven wordt in artikel 1, onder al RVV 1990. Deze omschrijving is ruim. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening. Hoewel het wegslepen voornamelijk auto's zal betreffen valt de mogelijkheid niet uit te sluiten dat andere voertuigen worden weggesleept.

Motorrijtuig

Het begrip motorrijtuig is apart omschreven, omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelte waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Deze verordening is conform artikel 170, eerste lid onder c, van toepassing op de navolgende wegen en weggedeelten, met uitzondering van de wegen en weggedeelten onder beheer van het rijk:

  • a.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

  • b.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

  • c.

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, waarbij ofwel op een onderbord of op het verkeersbord wordt aangegeven:

    • 1.

      de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd;

    • 2.

      de wijze waarop het parkeren dient te geschieden;

    • 3.

      de dagen of uren waarop het parkeren is verboden;

    • 4.

      of, combinaties van bovengenoemde inperkingen;

  • d.

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • e.

    parkeerplaatsen voor invaliden, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • f.

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • g.

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • h.

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • i.

    voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

Artikel 3 Plaats van bewaring en openingstijden

Takelbedrijf

Als takelbedrijf wordt aangewezen: automobiel-, takel- en bergingsbedrijf van Kuringe, Kromakker 1, 5296 KX Esch. Voor dit bedrijf is gekozen omdat het een RDW erkend bedrijf is en zich in de directe omgeving van Vught bevindt.

Plaats van bewaring

Als plaats van bewaring van de voertuigen wordt aangewezen: automobiel-, takel- en bergingsbedrijf van Kuringe, Kromakker 1, 5296 KX Esch. Openingstijden: conform de reguliere openingstijden van het bergingsbedrijf.

Verzekering voertuig

Takel- en bergingsbedrijf van Kuringe is verantwoordelijk voor het verzekeren van het voertuig tegen schade en diefstal tijdens het wegslepen en het bewaren van het voertuig.

Bekendmaking wegslepen aan eigenaar voertuig

De politie stelt de eigenaar van het voertuig op de hoogte van het feit dat het voertuig is weggesleept. De eigenaar wordt tevens door de politie op de hoogte gesteld van de bewaarlocatie.

Bewaringsregister

Het bewaringsregister wordt bijgehouden door Beheer Openbare Ruimte, afdeling Ruimte van de gemeente Vught. In dit register worden opgenomen: kenteken, een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van het voertuig, een digitale foto van het voertuig, de locatie van waar het voertuig is weggesleept, datum en tijdstip van het wegslepen en in bewaringstellen, datum en tijdstip van het afhalen en naam, adres en burgerservicenummer van degene diegene die het voertuig heeft afgehaald. De eigenaar van het voertuig identificeert zich en overlegd het kentekenbewijs bij het ophalen van het voertuig bij het takelbedrijf. Naam, adres, burgerservicenummer en kenteken worden genoteerd door het takelbedrijf. Het takelbedrijf geeft deze gegevens door aan BOR, afdeling Ruimte van de gemeente Vught. Na betaling van de kosten door de eigenaar worden de gegevens van het betreffende het voertuig en de eigenaar uit het bewaringsregister verwijderd.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

Innen kosten

Beheer Openbare Ruimte, afdeling Ruimte van de gemeente Vught zorgt voor het uitschrijven van de bestuursdwang en het innen van de verschuldigde kosten. De gemaakte kosten door het bergingsbedrijf worden door BOR, afdeling Ruimte van de gemeente Vught aan het bergingsbedrijf vergoed.

De kosten die voor het innen bij de eigenaar van het voertuig in aanmerking komen bestaan uit de directe kosten: kosten gemaakt door het takel- en bergingsbedrijf inclusief de verzekeringskosten en de indirecte kosten: de kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang die gemaakt worden door de gemeente zelf. Deze indirecte kosten beslaan 15 % van de directe kosten.

Ingeval van verkoop of vernietiging van het voertuig kunnen ook de hieraan gerelateerde kosten verhaald worden op de eigenaar. Hierbij is het verplicht dat eerst een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde van het voertuig heeft opgemaakt. De personele en materiële kosten van eventuele verkoop of vernietiging alsmede de kosten van taxatie vallen onder de directe kosten.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Het betreft hier het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke. Ook in de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het knoeien met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwang is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de WVW 1994 van overeenkomstige toepassing verklaard. In de wegsleepverordening zijn de artikelen over de bewaarplaatsen van voertuigen en openingstijden en de kosten van overbrenging en bewaren van voertuigen voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Na de datum van in werkingtreding: 1 april 2011 kan de "Wegsleepverordening gemeente Vught 2011" worden uitgevoerd.

4. Communicatie

Ten aanzien van dit voorstel heeft overleg plaatsgevonden met de politie regio Noord. Zij kunnen zich vinden in de voorgestelde verordening. Een kopie van de vastgestelde verordening dient te worden gestuurd naar: de officier van Justitie en de korpschef van het korps Team Boxtel.

De Algemene Inspraak- en Participatieverordening van de gemeente Vught is van toepassing. Uitgegaan wordt van Trede 1: informeren. Hier is voor gekozen omdat hier sprake is van uitvoering van hogere regelgeving te weten: 1) de Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op 1 januari 2002 en 2) het daarbij behorende Koninklijk Besluit Wegslepen van voertuigen van 5 juli 2001. De "Wegsleepverordening gemeente Vught 2011" wordt bekend gemaakt in weekblad "Het Klaverblad". Tevens wordt wegsleepverordening 4 weken ter inzage gelegd in het gemeentekantoor.